Het Laad vaa Heusdeu en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
De vrouw van den Banneling.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3473. Woensdag 13 Juni 1913.
PLICHTBESEF.
FEUILLETON.
VOOE
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZAPERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7V* ct- Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Sedert tal van jaren staat ons land
aan de spits der staten, die in hun
banier de vredesattributen voerenklein
van omvang en van internationale staat
kundige beteekenis heeft Nederland,
ook blijkens het oordeel van vreemden,
blijk gegeven meermalen te streven
naar datgene, waarin, om een konink
lijk woord te bezigen, een klein land
groot kan zijn. Sedert de eerste vredes
conferentie binnen onze landspalen ge
houden werd, sedert deze door meer
dere gevolgd, aanleiding gaf tot een
breede ontwikkeling der internationale
vredesbeweging ook in ons land, sedert
dien telt Nederland waardig mede onder
de landen bij uitstek aangewezen om
de zaak van den wereldvrede te dienen.
Het heeft deze zaak dan ook gediend
reeds tal van jaren naar de mate van
de krachten aan ons land in dit op
zicht geschonken, en het zal haar blij
ven dienen. Dat de vloedgolf van oor
logshartstochten in den zomer van ver
leden jaar over de wereld losgebarsten,
de taak der wereldvrede-voorstanders
vernietigd heeft, zoo niet geheel dan
toch grootendeels en wellicht voor lan
gen tyd, ontslaat niemand hunner van
de verplichting zich daaraan te blijven
wijden, om, doet zich de gelegenheid
voor, daarvan te getuigen waar het pas
geeft. Niemand, in welk oorlogvoerend
land ook, kan dan aan baatzucht of
hinderlaag, aan eigon belang of arglis
tigheid denken, wanneer almede uit
Nederland eenmaal moge hetoogen-
blik niet verre zijn een stem op
gaat, die bemiddelend, van een her
nieuwden wereldvrede gewaagt.
Almede; want niet onze stem alleen
zou vermogen genoegzame uitwerking
te oefenen op de strijdende partijen,
die helaas thans nog niet aan vredes-
klanken het oor willen leenon. Doch
wanneer het juiste tijdstip daartoe ge
komen is, kan en moet Nederland zich
scharen aan de zijde van hen, die zich
aangorden voor het herstellen der vre
delievende wereldorde. Indien wij deze
taak, die voor ons wellicht is weggelegd,
in het oog blijven houden, dan dient
ook alles te worden ingespannen, om
haar naar behóóren te kunnen vervul
len. En daartoe doet zich de gelegen
heid voor, gelijk onze regeering, op wier
69)
Welke diefstal? vroeg de burggraaf
bp onverschilligen toon.
Mijn valies, mijn reiszak
Bevatten zij artikelen van waarde?
Ja, van zeer hooge zelfs.
Dat wist ik niet, gij zult ze terug
krijgen.
Hij schelde; een der mulatten stak zijn
olijfkleurig gelaat door de deur.
Haal het goed van mijnheer Guillard,
beval Cesar.
Een gevoel van inwendige voldoening
riep een licht glimlachje om de saamge-
knepen lippen van Straub te voorschijn,
maar een ijskoude blik van den kapitein
bekoelde zijn opwinding.
Deze haalde zijn horloge te voorschijn
en zeide half luid:
'i Es kwart over achten, wij hebben
geen haast.
De mulat trad met het geel lederen valies
binnen, zooals de reizigers in diligences
omstreeks het jaar 1835 gebruikten. Straub
had uit zuinigheid altijd hetzelfde gebruikt.
Zie den inhoud na, verzocht de kapi
tein beleefd en met zichtbare voldoening
verzekerde Straub, dat zijn geld en papieren
in orde waren.
Is er niets uitgenomen? vroeg de
burggraaf.
Niets.
Herkent gij het als het uwe?
Op 't eerste gezicht.
Wij zijn geen dieven, hernam de ge
wezen oföoier, doodbedaard. Maar intus-
beleid en waakzaamheid, op wierjuist
oordeel en behoedzame voorzichtigheid,
wij blijkens hetgeen door haar in deze
moeilijke tijden verricht wordt, volko
men mogen vertrouwen, ons verzekert,
is het zaak, in het algemeen belang
der volken, alsmede in het bij zonder
ook voor ons zelf, ons te verstaan met
hen, die allicht stem in het kapittel
hebben of zullen hebben bij het be
vorderen van het vredesherstel. Daar
toe schijnt het hoofd der Katholieke
Kerk te Rome het allereerst te zijn
geroepen, en nu ligt het ongetwijfeld
binnen de grenzen der wenscheiijkheid,
dat ook ons land dat mogelijk niet
in de laatste plaats een medegeroepene
zal zijn zich zal kunnen verstaan,
althans overleg zal kunnen plegen met
den Paus, waar het zulke hooge be
langen der menschheid betreft. Echter,
gelijk bekend is, is sedert ongeveer 44
jaar tusschen het Vaticaan en onze
regeering een verhouding bestaande, die
zulk een mogelijk overleg uitsluit. Daar
toe nu de mogelijkheid leidt, niet meer,
doch ook niet minder te scheppen, is
het doel geweest van het streven onzer
regeering bij het indienen van het be
trekkelijk wetsontwerp. Onze lezers
weten, dat dit wetsontwerp, beoogende
een tijdelijke Nederlandsche missie bij
het Vaticaan te vestigen, enkele dagen
geleden met overgroote meerderheid
door 's lands vertegenwoordiging is
goedgekeurd. Nochtans, gingen in ver
schillende kringen in den lande stem
men op, die blijk gaven van een ge
voeligheid, voortspruitende uit vrees,
althans beduchtheid nopens een alge-
heelen terugkeer op de beslissing van
1871, waarbij in staatsrechterlijken zin
geen enkele verhouding tusschen ons
land en het Vaticaan meer bleef be
staan. Wij kunnen deze gevoeligheid
begrijpen, al kunnen wij haar alleen
minst als juist erkennen. Immers, tenzij
men de regeering van ontrouw aan het
gegeven woord verdenkt, draagt deze
Nederlandsche missie een door de tijds
omstandigheden uitgelokt en voorge
schreven volkomen tijdelijk karakter.
In niets en nergens wordt ook maar
iets voor de toekomst vastgelegd; in
tegendeel, de stemming bij een groot
deel der bevolking in den lande heeft
zoo onomwonden komen getuigen voor
de handhavingder bestaande verhouding,
dat er al zeer veel, èn in de partij-
schakeering in 's lands vertegenwoor-
schen gaat de tijd voorbij en er is geen
minuut te verliezen. Ik kom een zending
bij u vervullen
Een zending? vroeg Straub ironisch.
Een zeer teedere
Ah, zoo!
En die mij, ronduit gezegd, zwaar
valt.
Ga toch voort, drong Straub op moe-
deloozen toon aan.
Als gij nog beschikkingen te maken
hebt, moet gij dat nu doenl
Welke beschikkingen?
Wel een testament bijvoor
beeld.
Lazare Pidon, die sedert de komst van
den kapitein uitgestrekt op een divan ge
legen had, sprong bij de laatste woorden
hevig ontsteld op den grond.
Wat? riep hij doodsbleek uit.
Hebt gij mij niet verstaan?
Ja, maar
Moet ik het nog eens herhalen?
Dat is onnoodig, verklaarde de Duit-
scher. Maar waarom, als ik u vragen mag,
moeten wij testamentaire beschikkingen
maken
Gij hebt misschien bloedverwanten
of vrienden aan wie gij iets wilt ver
maken
Na mijn dood
Zeker, na uw dood.
Daar is mijn erfgenaam, zeide Straub.
De eenige?
J a.
Welnu, zeide de kapitein nog altijd
volmaakt kalm, ik zou u aanraden geen
rekening met hem te houden.
Waarom niet?
Omdat gij waarschijnlijk samen zult
sterven.
Zijt gij daar zeker van?
Volmaakt zeker.
Komaan, waarde heer, zeide Straub
dicing èn daarbuiten in de breede krin-
1 gen onzer Nederlandsche samenleving
j veranderen moet vooraleer dat wat men
zeide ongewenscht te achten, zou kun
nen verwezenlijkt worden.
Het wil ons dan ook voorkomen, dat
aan deze geheele zaak een strekking is
toegeschreven en gevolgtrekkingen zijn
ontleend, die buiten alle verhouding zijn
met de werkelijke bedoeling en den
aard van het door onze regeering voor
gestelde. Men heeft te veel daarbij
voorbijgezien, dat, gelijk wij in den|
aanvang deden uitkomen, Nederland
zoowel ter wille van den wereldvrede
als terwille van hetgeen het aan zich
zelf, als vredelievend land verschuldigd
is, tot hen behoort die in de allereerste
plaats geroepen kunnen zijn, mede te
werken aan het herstel van dien vrede;
het mag derhalve niets verzuimen wat
daartoe dienstig kan zijn. Zoo en niet
anders mag en moet het tijdelijk ge
zantschap bij den Paus worden opge 1
vat, gelijk het dan ook door de over
groote meerderheid onzer volksvertegen
woordigers blijkens hun votum deze
week uitgebracht, opgevat is. Dan ook
mag er onder de zonen van een en
hetzelfde land geen geest van verden
king, van scheiding of van verdeeld
heid bestaan omtrent zaken, die in het
juiste licht beschouwd, het belang van
allen, zonder onderscheid, dienen.
Ons land telt zijn beste zonen, op
welke trede der maatschappelijke ladder
zij ook geplaatst mogen zijn, onder alle
godsdienstige gezindten; het heeft in
dit tijdsgewricht bovendien den een-
parigen steun, de onverdeelde mede
werking van allen noodig oin, evenals
in de maanden die achter ons liggen,
het hoofd te kunnen bieden aan de
gevaren van allerlei aard, die de naaste
toekomst ongetwijfeld in haar schoot
nog verborgen houdt. Laat daarom
geen enghartigheid, geen kortzichtigheid
ons oordeel der regeeringsdaden be-
heerschen; maar laten de komende ge
beurtenissen, welke zij ook zullen zijn,
ons allen schouder aan schouder vin
den staan, in het onbekrompen besef
wat de plicht van elk onzer, en wat
ons aller plicht is.
men vervat, dan algemeen verwacht
werd, toen het onbevredigend antwoord
van Duitschland op de vorige nota
was ontvangen.
Het is bekend geworden, dat Wilson
niet afkeerig is van het denkbeeld, de
hangende quaeaties tusschen Duitsch
land en de Vereenigde Staten te onder
zoeken en langs diplomatieken weg te
bespreken. Hij gevoelt echter dat daar
toe niet kan worden overgegaan, vóór
eenige garantie is gegeven, dat, han
gende de discussies, de levens van
Amerikanen niet in gevaar gebracht
zullen worden en dat van de Vereeni
de Staten niet zal verlangd worden,
dat zij afstand doet van een enkel hare
rechten, zoolang de besprekingen duren.
Duitschland zal eerst moeten toegeven
aan den eisch, dat de aanslag op Ame
rikaansche schepen niet zullen worden
herhaald, alvorens een aanvang met de
diplomatieke onderhandelingen zal kun
nen gemaakt worden.
Naar wij uit betrouwbare bron ver
nemen huldigt men in officieele krin
gen de opvatting, dat de nota in menig
opzicht de gelegenheid voor een vriend
schappelijk antwoord open laat, maar
dat zij tevens duidelijk aantoont, dat
de regeering der Vereenigde Staten
blijft vasthouden aan de principes die
zij reeds heeft neergelegd in hare nota's
van den lOden Februari en den 13den
Maart.
Ambtenaren aan het departement van
staat verklaren, dat er geen reden is
om aan te nemen, dat de nota nood
zakelijk tot oorlog moet leiden en zeg
gen voorts, dat zulk een uiterste maat
regel alleen dan noodzakelijk zal blijken,
wanneer de aanvallen op het leven van
Amerikanen zouden worden herhaald.
Naar hunne meening zou eene mis-
lukkig van de poging, om schadever
goeding voor het doen zinken van de
„Lusitauia" te krijgen, wèl het af
breken der diplomatieke betrekkingen
tengevolge hebben, maar de vijandelijk
heden zouden alleen kunnen verhaast
worden door oorlogsdaden van de zijde
van Duitschland.
Vermoedelijk zal het twee weken
duren eer het Duitsche antwoord op
de Amerikaansche nota gereed zal zijn.
In de verantwoordelijke kringen is
men rustig en vastbesloten te beproe
ven langs minnelijken weg een oplos
sing te vinden.
evenwel of het den Russen zal geluk
ken den opmarsch der Duitsch-Oosten-
rijksche legers in Galicië ook verder
tot staan te brengen.
In het driedaagsche gevecht aan de
Dnjester in de streek van Zurawnon,
dat duurde van 8 tot 10 dezer, namen
i de Russen in het geheel 348 officieren,
en 15.431 soldaten gevangen en maakten
zij 78 mitrailleurs en 17 stukken ge
schut buit. Ook vielen groote hoeveel
heden wapens, caissons, veldkeukens en
treinvoorraden in hunne handen.
Sedert Maandag, zoo meldt de Korr.
Norden, is het goederenverkeer van
Italië naar Zwitserland geheel gestaakt.
Te Ponte Chiasso worden levensmidde
len niet meer doorgelaten. Het Zwit-
sersche telegraafagentschap meldt, dat
de Italiaansche regeering allen uitvoer
naar Zwitserland heeft gestopt, omdat
de verdenking bestaat dat levensmid
delen naar Duitschland en Oostenrijk-
Hongarije uitgevoerd zijn.
Een Duitsch communiqué zegt:
Het leger van generaal Mackensen is
over een breedte van 70 K M. uit haar
positie getreden en te Czerniwa tot
den aanval overgegaan. Het vijandelijk
leger werd over het geheele front be
stormd; 16000 man vielen Zaterdag in
onze banden.
I De „Daily Mail" verneemt uit Rome,
dat men het waarschijnlijk acht, dat
de Paus dit jaar den Nobel-vredeprijs
voor zijn bemoeiingen in het belang
van den vrede en de krijgsgevangenen
zal krijgen.
De „Corriare della Sera" meldt, dat
de Paus opnieuw het initiatief heeft
genomen, om het lot der krijgsgevan
genen te verzachten.
De Paus heeft de Zwitser3che regee
ring door zijn afgevaardigde graaf San-
tazzi er voor weten te spannen om
gedaan te krijgen dat zwaar gewonde
krijgsgevangenen op kosten der landen
waartoe zij behooren, bijzondere medi
sche hulp en behandeling genieten.
lluiteiilaiid.
Men schrijft uit Washington:
De Amerikaansche nota aan Duitsch
land is in veel vriendschappelijker ter-
Het is gebleken dat de Russen uit
hun onuitputtelijken monschenvoorraad
weer nieuwe legers hebben geformeerd
waarmede zij de zegevierende Duitsch-
Oostenrijksche legers voorloopig tot
staan hebben gebracht. De vraag is
De Italiaansche politie heeft last ge
geven, om alle mannelijke Oostenrijk-
sche onderdanen boven 18 jaar in hech
tenis te nemen.
Zij zullen op Sardinië in concentra
tie-kampen ondergebracht worden, waar
hun gezinnen zich bjj hen mogen voe
gen.
opstaande, die scherts heelt nu al lang ge
noeg geduurd, dunkt mij.
Ik schertste maar zelden in mijn jeugd
en sedert de treurige geschiedenis van Or-
gères, heb ik dat geheel verleerd. Gisteren
is u medegedeeld, dat gij veroordeeld zijt,
en dat uw vonnis heden voltrokken zal
worden; vanavond om elf uur zal alles
gedaan zijn.
Straub haalde onverschillig de schouders
op, maar Pidon sidderde.
Gij zult mij zeer verplichten door mij
mede te deelen, welk soort van doodstraf
gij voor ons beBtemd hebt, zeide de Duit-
scher.
Waartoe zou dat dienen! Gij moet
bedenken dat nu, zoowel als in vroeger
jaren, men met geld, en eenige opoffering
van een stuk land, een huis of een be
paalde som, naarmate het doel, dat beoogd
wordt, zich bijna alles kan veroorlooven
Wij waren arm, toen gij ons ten gronde
richttet. Nu zijn wij even zoo rijk, mis
schien wel rijker, dan de man, die u be
taalde, en nu handelen wij naar zijn voor
beeld. A propos, van baron Raynaud ge
sproken, ik kan u een nieuwtje omtrent
hem mededeelen
Is hij dood? vroeg Straub.
Neen, maar 't scneelt toch niet veel.
Hoe is dat gekomen?
Hij heeft een kogel in de borst ge-
kregen.
Wanneer?
Vanmorgen. Zijn uur was geslagen,
evenals nu het uwe slaat. Graaf Jan De
Marcilles heeft hem de eer gedaan met hem
te duelleeren misschien zou hij hem
gespaard hebben; maar tot ongeluk van
den baroD had hij met meer dan één vijand
af te rekenen Niemand zal u echter
de eer aandoen met u te vechten
Mijn zending is vervuld Hebt gij nog
iets te zeggen voor ik heenga?
Straub was opgestaan, maar Pidon wierp
zich aan de voeten van den spreker, en
smeekte met gevouwen handen
Mijnheer heb medelijden met
ons 1
Spreek voor uzelf alleen, lafaard, zeide
Straub met opgeheven hoofd, en zich
tot den ex-kapitein wendende, voegde hij
er bij
Mijnheer, kan ik graaf Jan de Mar
cilles spreken?
Neen
En toch
Graaf Jan is te edelmoedig van natuur,
hij zou zich laten verbidden, en dat wil
ik niet toestaan.
Vaarwel
Pidon kroop op zijn knieën voort, al
maar om „genade, genade" smeekend, en
Cesar wendde zich tot hem met de woorden
Moordenaar van weerlooze vrouwen,
eerroover, dief en bandiet, die gij zijt, ge
hebt ook geen medelijden gekend
Waarom zou men het tegenover u ge
bruiken
De deur werd voor Cesar geopend. Lazare
Pidon snelde er heen om eene laatste poging
tot ontvluchting te wagen, maar vier krach
tige armen grepen hem vast en vier forsche,
krachtige handen hielden zijn arm als in
een nijptang omkneld en duwden hem met
zooveel kracht in de kamer terug, dat hij
op den parketvloer aan de voeten van Straub
neerviel. De deur werd gesloten, de gren
dels er voor geschoven, de sleutel knarste
in het slot, en de schildwachten hervatten
hun eentonige wandeling.
Toen Pidon weer overeind kwam, zag
Straub hem met over elkander gekruiste
armen aan.
Ik schaam mij over u, zeide hij met
onverholen minachting.
De ander balde dreigend de vuist.
Gij hebt alles bevolen en alles be
dacht. Gij hebt ons gebracht, waar we nu
zijnDie heeren De Marcilles hebben gelijk,
dat zij hun wraak koelen.
IJdele bedreigingen 1
Wie weet! Gij hebt wel een middel
bedacht om hen ten val te brengen, hen
te laten veroor deelen, en naar Cayenne te
transporteeren
Wij zijn in Frankrijk.... Wij zullen
ons wel weten te verdedigen.
En als zij ons dooden?
Hoe willen zij dat doen vroeg Straub
ongeloovig.
Zij moeten het kunnen, als zij dat
zoo vast verzekeren! Waarom zouden zij
niet even slim zijn als gij? Gij werdt be
taald, maar zij zijn immers schatrijk? Wat
beteekent wat geld voor henWat betee-
kent voor hen een huis als dat hotel in de
avenue d'Antin of een kasteel als Boissy?
En als door een invallende gedachte ge
troffen, ging hij angstig voort
Drommels! als zij het huis eens in
brand staken, om ons in de vlammen te
laten omkomen?
Straub sprong op en bracht nadenkend
de handen aan het hoofd. Dat was een denk
beeld, en dat had Pidon alleen bedacht!
Levend verbrand! Maar dat was onmo
gelijk en stampvoetend riep hij overluid:
Dat is al te dwaas! De Marcilles zijn
fatsoenlijke menschenzoo iets
zouden zij nooit durven doenl
Pidon zag hem onderzoekend aan, en
vroeg
Waarom nfet?
Straub giug naar de deur; een vreemde
reuk vulde de kamer, een teerlucht, zooals
men die op een scheepstimmermanswerk
plaats waarneemt. Op 't zelfde oogenblik
kreeg Straub een gevoel of een scherpe
rooklucht hem naar de keel drong; hij
hoestte even en bleet onbeweeglijk staan
om de oorzaak van de onaangename gewaar-
1WSBUD