voor Hel Laud van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heustlen.
iVo. 3434» Zutsydcig 2$ Augustus 1915.
ÜNB tow
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke rege
meer 7V* ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Buitenland.
Naar aanleiding van de rede van den
Duitschen Rijkskanselier vraagt het
„Hbl." hoe Nederland staat tegenover
den wensch van Duitscbland, om de
volstrekte oppermacht in Europa te
verkrijgen.
Het blad gelooft niet, dat één goed
Nederlander met onverschilligheid van
de Duitsche eischen kennis heeft ge
nomen. De volstrekte oppermacht van
één staat, die met geen „rancune", geen
eischen en wenschen en rechten van
andere staten rekening behoeft te hou
den, zou beteekenen, dat de onafhan
kelijkheid van ons land slechts zoolang
en in zooverre bleef bestaan, als de
belangen van het oppermachtige land
dat toelieteü. Beter gezegd, zoolang en
in zooverre als de regeerders van dat
land meenen, dat de belangen van dat
land dit gedoogen Ook zonder dat ons
land toteenig verbond gedwongen wordt,
heeft zulk een oppermachtige positie
invloed: wij denken, om een voorbeeld
te noemen, aan onze vrije Rijnvaart.
Er kan geen twijfel aan bestaan: het
bereiken van het oorlogsdoel, zooals dat
door de Duitsche regeering is gefor
muleerd, is in lijnrechten strijd met de
Nederlandsche belangen.
Wij behooren niet, zegt het blad, tot
eenige „oorlogspartij" en wij vragen
niet, dat Nedeiland thans zal gaan
strijden, om een oorlogsdoel tegen te
werken, dat de ondergang van onze
werkelijke onafhankelijkheid zou be
teekenen. Zelfs, al meenden wij, dat
dit politiek gezien thans wensch elijk
zou zijn wat wij zeker niet meeuen
dan nog zou zulk een agitatie weinig
nut hebben in ons door en door paci
fistische land, waar men van niets
houdt, als van de „kat uit den boom
kijken", niet gaarne door eigen kracht
den weg vormt, die men gaan wil. Zulk
een agitatie zou geen de mipste kans
op slagen hebben en onze internatio
nale positie dus slechts nog zwakker
maken dan zij reeds is.
De regeering, die de volle verant
woordelijkheid voor het nageslacht zal
dragen, indien ons volk, zonder één
slag voor haar vrijheid gedaan te heb
ben, in een gemeenschap met andere
politieke en sociale idealen, met een
andere geestesrichting en een andere
ontwikkeling geabsorbeerd mocht wor
den, zal zeker dat gevaar ook zien en
begrijpen.
Uit gegevens van betrouwbare z de,
zoo bericht men van Eogeleche zijde,
blijkt dat Duitschland op 't eind van
Juli 1,800 000 man troepen aan het
Westelijk front had staan, en 1,400,000
(buiten de ongeveer 1,200,000 Oosten
rijkers) aan het Oostelijke. In 't geheel
stonden er dus 3,200,000 Duitschers
van alle wapenen in de feitelijke vuur
linie. Bij 't begin van den oorlog had
Duitschland waarschijnlijk 8 milljoen
man beschikbaar voor den militairen
dienst en nog 1 millioen of l1/, millioen
meer, wanneer alle mannen van diensT
plichtigen leeftijd werden inbegrepen.
Het netto cijfer der Duitsche verlie
zen met aftrek van lichtgewonden
die naar het front terugkeerden enz.
was tot eind Juli oiusteeeks 1,500,000
waarvan 400,000 tot 450,000 gesneuveld.
Aannemende dat tevoren 8 millioen
beschikbaar waren, zoo is het opmer
kelijk dat er nu maar 3,200,000 Duit
schers in de vuurlinie staan. De eenige
redelijke verklaring schijnt deze, dat de
Duitschers thans niet in staat zijn meer
dan dat aantal uit te rusten met wa
pens, munitie en andere militaire be-
noodigheden.
Het Engelsche ministerie van muni
tie heeft nog 190 inrichtingen voor het
maken van munitie onder de oorlogs-
munitiewet van 1915 gesteld. Het totale
aantal van munitiefabrieken onder
staatscontröle bedraagt nu 535.
Lloyds maakt de volgende mededee-
ling van het departement van buiten-
landsche zaken bekend
Naar verluidt heerscht er cholera in
tal van districten van Duitschland en
ook te Riga en St. Petersburg.
Maandag is door de Duitsche grens
wacht een man aangehouden die op
zijn lichaam met een licht afwisbare
inkt tal van berichten had laten schrijven.
Naar de „Timesuit Toronta ver
neemt, gelooft men in Canada, dat de
Engelsche regeeriug den aankoop van
den geheelen Canadeeschen graanoogst
overweegt. Het Canadeesche gouverne
ment heeft een verzoek van de Engel
sche overheid ontvangen om inlichtin
gen omtrent de grootte van den oogst
en de tonnenmaat van de schepen, die
noodig zullen zijn voor het vervoer.
De berichten over den stand van
den oogst zijn zeer gunstig en men
verwacht, dat er 175 millioen schepels
voor den uitvoer zullen overblijven.
Koning Albert heeft aan 't Fransche
leger een tegenbezoek gebracht voor
het bezoek, dat president Poincaré on
langs bij het Belgische leger heeft af
gelegd. Hij werd Maandag in het groote
hoofdkwartier ontvangen, waar presi
dent Poincaré, minister Millerand en
generaal Joffre hem opwachtten. Na
de uitreiking van de Fransche en Bel
gische onderscheidingen, begaven de
staatshoofden zich, met Millerand en
Joffre, naar de streek van de Aisne om
de nieuwe regimenten te schouwen aan
welke Poincaré de vaandels uitreikte.
De president hield daarbij een toe
spraak waarin hij zijn dankbaarheid
uitdrukte jegens den vorst, die aan de
wereld en alle legers een voorbeeld
biedt van onwrikbare vastberadenheid
en bij wien de militaire dapperheid
nauw verbonden is met den moed van
den burger. De president wensch te voorts
den troepen geluk en sprak als zijn
stellige overtuiging uit, dat zij tot het
einde toe hun moeilijke, misschien lang
durige taak zouden vervullen en dat
zij in de plooien van het vaandel de
overwinning van het recht en de vrij
heid der volken, zouden medebrengen.
Na het dejeuner bezochten de koning,
de president en het gevolg de kanton-
nementen, de verdedigingswerken en
de loopgraven der eerste linie aan de
Oise en de Somme, waar de vorst de
vindingrijkheid bewonderde der in diepe
uitgravingen geinstallesrde Fransche
troepen.
Dinsdag kwam het gezelschap te
Nancy aan, waar de president met een
toespraak 'n vaandel overhandigde aan
de Marokkaansche troepen, die, zeide
hij, „de streek van de Aisne en de Oise
met roem overdekten, vóór zij den vij
and van alle steunpunten verjoegen
welke hij ten Westen van den Yser
hield en daarmede de bevrijding van
het 'edele België begonnen, waarvoor
de vorst hun heden zijn dank en ge-
lukwenschen brengt. Met behulp van
de heldhaftige Belgische troepen en de
dappere bondgenooten", voegde Poin
caré er aan toe, „zult gij uw bevrijdings-
werk voleindigen. Frankrijk scheidt zijn
zaak niet van die der bondgenooten.
Eer en trouw vormen evenals de bodem
van al onze provincies, een belangrijk
en vervreemdbaar deel van ons natio
naal erfdeel."
Een défilé der troepen volgde op de
plechtigheid, aan het einde waarvan de
koning "ijn levendige voldoening uit
sprak.
Na een bezoek aan de Grand Cou-
ronne van Nancy, waar de troepen en
de bevolking de bezoekers geestdriftig
toejuichten, hebben extra treinen den
koning naar Duinkerken, Poincaré naar
Parijs teruggebracht.
Op het oogenblik dat koning Albert
het Belgische grondgebied weder be
trad zond hij Poincaré een telegram,
waarin hij verklaarde, dat de houding
en het moreel der dappere Fransche
soldaten hem met bewondering hadden
vervuld en hem een onwrikbaar ver
trouwen hadden geschonken in de roem
rijke toekomst van het Fransche leger.
In zijn antwoord zeide Poincaré, dat
de troepen de herinnering zullen be
waren aan de belangstelling, die de
koning hun had betuigd, en 't als een
voorrecht beschouwden te mogen samen
werken met het moedige Belgische
leger in den langen strijd, dien de met
onbreekbare banden saamgehechte ge
allieerden voeren. Evenals de koning
hebben zij een absoluut vertrouwen in
de volkomen zegepraal.
De Duitsch-Amerikaansche kamer
van koophandel te New York publi
ceert eeuige bijzonderheden over de
lading van de „Arabic", een publicatie,
die met het oog op het torpedeeren
van dit schip en de spanning die daar
door in Amerika ontstaan is, in Duitsch
land van bijzonder belang geacht wordt.
Volgens dit stuk dan, had de „Ara
bic" den 29 Juli van de Vereenigde
Staten naar Liverpool vertrokken, een
reusachtige hoeveelheid contrabande
aan boord 2272 ongeladen projectielen,
2173 kisten met projectielen, 497 kisten
met lonten, 4000 kisten met patroneu,
106 auto's, 59 vliegmachines, 318 linnen
teuten, voorts koper, katoen, auto
banden, vaten met olie, houtblokken,
allerlei metalen, rollen prikkeldraad,
enz. enz.
De neutrale lezer wil graag aanne
men, dat de „Arabic", op weg van de
Ver. Staten naar Liverpool, volgepropt
geweest is met munitie.
Maar zelfs in Dnitschland zal het
eenigszins onwaarschijnlijk geacht wor
den, dat de „Arabic" op de terugreis
van Liverpool naar de Vereenigde Sta
ten, munitie aan boord had, en toch
weet men ook in Duitschland waar
schijnlijk nu wel, dat de „Arabic" niet
op de reis naar Engeland, maar op de
terugreis getorpedeerd is.
In het Fransche „Journal" had een
correspondent, die zich aan het nieuwe
front bevond, de meening uitgesproken
dat Nowo Georgiewsk wel. acht maan
den lang een belegering kon doorstaan.
Naar aanleiding van deze meening,
welke door de gebeurtenissen zoo finaal
gelogenstraft werd, geeft een militaire
medewerker van de „Frankfurter Zei-
tug" een beschouwing over de weer
standskracht van vestingen in het al
gemeen.
Deze weerstandskracht hangt in de
eerste plaats af van de kracht en de
bekwaamheid van den aanvaller. Daar
om werden de machtsmiddelen, van
den aanvaller ook van oudsher tot
uitgangspunt genomen van den vesting
bouw. Het doel van den vestingbouw
kundige was natuurlijk, om zijn ves
ting bestand te maken tegen alle aan
valsmiddelen welke in zijn tijd bekend
waren. Daarom kan de geschiedenis
van den vestingbouw dan ook worden
ingedeeld in hoofdstukken, telkens een
bepaalde soort van aanvalsmiddelen
omvattend. Zoo waren bijvoorbeeld de
uitvinding van het buskruit, de in
voering van getrokken kanonnen, van
brisante granaten, van snel verplaats
baar geschut, telkens aanleiding tot een
verandering in de oriënteering der
vestingbouwkuude. Rusland heeft lang
geaarzeld voordat het uit de steeds
krachtiger wordende werking der be
legeringsartillerie de noodige conclusies
trok, en zijn vestingen van pantsers
voorzag. Daarom zullen de Russische
vestingen thans nog maar weinig be-
panseringen hebben Toch kaD men
niet zeggen, dat het gebrek aan bepan-
sering den snellen val van de Russi
sche vestingen heeft veroorzaakt.
Zooals de ervaring in Belgio heeft
geleerd, zijn de Duitsche en Oosten-
rij ksche kanonnen van zwaar kaliber
thans in staat elk pantser van de thans
bestaande vestingen te vernielen.
Nu ligt echter het voornaamste nut
van een door bepanseringedekte ves
tingartillerie daarin, dat deze artillerie,
onkwetsbaarjals zij is, nog tot in het
laatste stadium der belegering haar
plicht kan doen. Wanneer dit voordeel
echter vervalt doordien reeds bij de
eerste geschutgevechteu de gepanserde
vestingkanonnen worden vernield, dan
verdwijnt dit voordeel geheel, en daar
mede het recht van bestaan der bepant
sering.
Thans zijn wij blijkbaar gekomen in
een tijdperk van den vestingoorlog,
waarin de aanvaller beslist in de meer
derheid is tegenover den verdediger.
Of liever wij zijn in een tijdperk
van de absolute meerderheid der Duit
sche aanvalmethoden boven de verde
diging. Immers de Dardanellenvestin-
gen zijn sterker gebleken, dan de aan
valsmiddelen der Engelschen en Fran-
schen, en Przemysl heeft bij de tweede
belegering 41/2 maand een heldhaftige
tegenstand aan de Russen geboden.
Daarentegen viel Luik na twee dagen,
evenals Namen en Antwerpen werd op
den twaalfden dag der belegering ge
nomen. Eu thans viel Kowno, een zeer
sterke vesting, na 20 dagen, terwijl
Nowo-Georgiewsk na 10 dagen in
Duitsch bezit was.
Uit Cholm wordt aan het „Berl.
Tageblatt" gemeld, dat de opmarsen
der verbonden Duitsche-Oostenrijksche
troepen door moerassengebied oostelijk
van Wlodawa zeer bemoeilijkt wordt.
Al deze terrein-hindernissen worden
echter door de Duitsch-Oostenrijksche
troepen zonder moeite overwonnen. Er
bestaat tussehen de meren en de moe
rassen slechts éen straatweg, die naar
Koteryn leidt. De aanvallen der ver
bonden Duitsch Oostenrij ksche troepen,
die alle erop gericht zfjn, om de Rus
sen van dezen verbindingsweg af te
snijden, moeten uit den aard der zaak
op groote schaal worden onde. nomen,
waaraan tevens groote moeilijkheden
verbonden zijn, ten gevolge van het
moerassige terrein. Volgens een bericht
aan de „Az Est" is de taktische positie
van de Russen daar buitengewoon gun
stig, daar de nauwe straten tussehen
de meren hun de verdediging gemak
kelijk maken. De Russen hebben der
halve voor dat doel slechts weinig
troepen noodig en kunnen gemakkelijk
verdedigingswerken voor Brest Litowsk
opstellen en tevens in de vesting zelve
een werkdadigen rugsteun vinden. Een
andere verzwarende omstandigheid voor
de operatiën der Duitsch-Oostenrijksche
troepen is, dat de verkenningen zeer
bemoeilijkt worden. De operatiën der
Duitsch Oostenrij ksche legers woiden
echter met succes voortgezet. Een der
belangrijkste nauwe doorgangen tus-
scgen de moerassen en de nieren is
reeds in handen der Duitsch-Oosten
rijksche troepen gevallen.
Uit Berlijn wordt dd. 26 Aug. aan
de N. R. Ct. geseind
De Russische vesting Brest-Litowsk
is gevallen. De Duitsche en Oosten
rij ksch-Hongaarsche troepen hebbende
verdedigingswerken op het Westelijk
en Noordwestelijk front bestormd en
zijn vannacht de voornaamste verster
kingen binnengedrongen. Daarop heeft
de vijand de vesting prijsgegeven.
En verder:
Het bericht van den val van Brest
Litowsk dat in het vroege namiddag
uur bekend werd en als een loopend
vuurtje door de stad ging, maakte een
geweldigen indruk, want niemand had
een zoo spoedige overgave van de bui
tengewoon sterke door haar ligging zoo
gemakkelijk te verdedigen vesting ver
wacht. Vanochtend vroeg wezen nog
alle berichten op de kolossale terrein
moeilijkheden die de belegeraars in
hun opmarsch hinderden. Des te groo-
ter is natuurlijk de geestdrift gewor
den omdat ook dit steunpunt van de
Russische strijdmacht niet langer te
genstand heeft k*nnen bieden. In mi
litaire kringen hecht men groote be-
teekenis aan den val van Brest Litowsk
en houdt men het voor buitengesloten
dat het Russische leger nog in staat
zal zijn in dezen oorlog een noemens-
waardigen rol te spelen, ofschoon de
Russen het wellicht niet aan taaien
tegenstand znllen lateu ontbreken. Brest
Litowsk acht men hier de mijlpaal in
de geschiedenis van len veldtocht in
het oosten.
De Turksche bladen vatten het con
flict met Italië heel kalm op, zij wijzen
erop, dat het niemand verrast heeft,
daar het een natuurlijk gevolg is van
Italië's verraad aan zijn bondgenoot
met welken Turkije door een onver
brekelijk verdrag is verbonden, Italië
wilde in den geest van het heilig
egoïsme, van list en leugen zich ook
aan de verplichtingen tegenover de
nieuwe bondgenoten onttrekken, maar
geraakte steeds meer afhankelijk van
Engeland, dat door de oorlogsverklaring
van Italië invloed wil oefenen op de
Balkanstaten.
De Matin" schrijft, dat Italië geen
onafhankelijke staat meer is, maar
schatplichtig aan Engeland, en dit
speelt zijn laatsten troef uit in de mee
ning, dat Turkije ei de centrale mo
gendheden geen reddingsmiddelen be
zitten en de Balkanstaten alles zullen
doen, wat Engeland verlangt. In het
algemeen is de pers overtuigd, dat het
optreden van Italië geen uitwerking op
den Balkan zal uitoefenen. De bladen
spreken hun bevrediging erover uit,
dat het conflict met Italië een einde
maakt aan een dubbelzinnigen toestand,
daar de Italianen vele spionnen hadden
in Turkije.
Het laat uitgebroken conflict tus
sehen Turkije en Italië, na de neder
lagen der Russische horden, zal alleen
de machteloosheid der vijanden in het
juiste licht stellen. Ook deze nieuwe
vijand zal overwonnen worden.
Een correspondent te Tilburg had
een onderhoud met minister Poullet
den Belgischen minister van onderwijs,
die dezer dagen uit Frankrijk is terug
gekeerd, waar hij met de Belgische
regeering te Havre had geconfereerd,
en aan het front den koning had ge
sproken.
De koning, zoo vertelde minister
Poulet, was heel welgemoed en vol
strekt niet terneergeslagen over de
Duitsche successen in Polen. Z. M. her
innerde er aan, dat hij reeds maanden
geleden den val van Warschau voor
speld had, en sprak er zijn bewonde
ring over uit dat de Russen nog zoo
langen tijd stand hadden weten te
houden.
Minister Poullet verzekerde dat men
ook in 't algemeen aan het front doot
de Russische nederlagen der laatste
weken zich niet had laten ontmoedi
gen.
Toen de correspondent opmerkte dat
het bezit van België, Noord-Frankrijk
en Polen door Duitschland, dit lanc
toch inderdaad tegenover de geallieer
Advertentien