voor Het Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerivaard.
VREDEBODEN.
LIESJE1 DEN LOMPENMOLEN,
UitgeverL. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3495. Woensdag September 1915.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke rege
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Toen geheel onverwachts voor de
geheele wereld op een kleinen kring
na van wei-ingelichte diplomaten, het
wereld-conflict nu welhaast dertien
maanden geleden, toespitste en binnen
enkele etmalen over landen en volken
losbarstte, toen zullen slechts zeer
weinigen de mogelijkheid veronderstelt
hebben, dat een wereldoorlog van zulk
een eindeloos langen duur kon zijn,
als hij thans, helaas gebleken is te
kunnen zijn.
Indien eene zaak geheel anders is
uitgevallen dan de meesten onzer zich
gedacht hebben, dan is het wel het
reusachtige uithoudingsvermogen van
alle strijdende partijen. Wanneer wij
de schier eindelooze energie en opof
feringsgezindheid, de nog nimmer on
verzwakte hoop op een zegenvierenden
uitslag door elk der strijdende volken
gekoesterd, den onverminderden moed
van de millioenen manschappen te
velde, de niet minder voortdurende
offervaardigheid der burgerlijke bevol
king in al de aan den oorlog daad
werkelijk deelnemende landen beschou
wen, dan ontwaren wij, all hans voor
het bloote oog, nog geen den minsten
achteruitgang in geestdrift en toewij
ding aan de eenmaal, hetzij opgeno
men, hetzij opgedrongen taak, nu
reeds dertien maanden geleden aan
vaard.
Mag dit ons eensdeels tot ontzag, ja
tot bewondering stemmen, bij het zien
dier offervaardigheid zonder eenig
voorbehoud betoond door al de oorlog
voerende volken, het brengt over ons
tevens een gevoel van niet te ontken
nen angstige beklemming en herinne-
ringwekkende vrees voor hetgeen aan
rampspoed op rampspoed wellicht nog
volgen moet, na hetgeen wij reeds een
vol jaar door onverpoosd aanschouw
den, vooraleer ook het einde van deze
periode van wereldschokkende gebeur
tenissen daar zal zijn.
Wanneer wij dat alles overdenken
en niettemin steeds maar meer be
richten lezen van onverzwakten lust
tot doorzetten van den oorlog, van
volhouden en doorstaan tot het bittere
einde toe, dan komt een alleszins be
grijpelijke twijfel bij ons boven of
deze berichten nu wel naar zuivere
waarheid weergeven de stemming daar
ginds van de volken en de legers.
Het kan niet anders of na het na
meloos leed geleden door hen, die den
ontzaggelijken krijg van nabij mede
maken, na de maandenlange afschu
welijke onzekerheid waarin de naast-
bestaanden van al die krijgers geleefd
hebben en nog leven terwille van de
hun dierbare panden, die dag en nacht
elk uur, ja elk oogenblik aan dood
en verderf zijn blootgesteld, het kan
niet anders of op den bodem van aller
harten moet niettemin de smeekbede
sluimeren en luider en luider zich ver
heffen, om verlossing eeDer schier on
dragelijk geworden ellende, naar het
lichaam en de ziel.
Wat toch moeten wij denken van
die zich telkens herhalende berichten,
uit al die landen, dat geen der vol
ken van vrede ook maar hooren of
reppen wil
Wat is er dan van waar, dat wan
neer zich enkele stemmen verheffen,
die een vredelievend woord doen hoo
ren, deze aanstonds beantwooid wor
den van alle kanten met een„wij
willen geen vrede, wij willen den oor
log tot het einde I1'
Welk einde bedoeld wordt valt niet
moeilijk te radende volkomen ver
plettering van den vijand voorgoed.
En zulk een einde, ziet, daarvan zijn
de wederzijdsche partijen na al die
maanden van ontzaggelijke krachtsin
spanning op dit oogenblik wellicht nog
verder verwijderd dan in welke phase
van den strijd ook.
Het valt niet te ontkennen, dat bij
zulk een verloop van zaken het voor
de onzijdige landen een uiterst moei
lijke taak is geworden, hun invloed,
kan het zijn hun bemiddeling aan te
wenden ter bespoediging van het
einde van het wereld-conflict. En toch
mogen zij niet versagen en het aller
minst zich zelf diets maken, dat voor
hen als mogelijke vredeboden niets te
doen valt.
Het tegendeel is eerder het geval,
Want waar zij zich van overtuigd
kunnen houden, het is ditdat alle
volken, ongeacht de regeeringsorganen
die het anders willen voorstellen, diep
in hun ziel een smachtend verlangen
voelen branden, naar het einde van
al deze oorlogsgruwelen, naar het
einde van al dien weedom en name-
12)
Een donkere blos bedekte de wangen
der lijdende vrouw, toen zij deze verma
ning moest aanhooren. Voor wie had zij
zoo angstvallig gespaard, voor wie ging zij
zoo sober gekleed? Was het niet om die
grillige vrouw zoo weinig mogelijk den
druk der armoede te doen gevoelen? Zpnd
zij niet eiken avond de oude Sanna met
theé en koud vleesch naar boven, terwijl
Nelly en zij zelve zich tevreden stelden met
soep of een eenvoudige boterham
Ga je nu op den koop toe nog weenen
klonk weder de stem, die het Duitsch zoo
hard en scherp uitsprak, terwijl deze in
haar moedertaal zoo wegslepend zacht
scheen. Misericordiawat zijn deDuitsche
vrouwen toch dweepziek!
Op dat oogenblik trad Nelly de kamer
weder binnen.
Het is al vijf uur, mama, over een
uur kunnen zij hier zijn. Ik ben zeer nieuws
gierig naar hetgeen zij te vertellen zullen
hebben, hoe Blanka er in rouwgewaad uit
ziet en op welke wijze het testament gere
geld is.
Het testament vroeg de grootmoeder.
Dio Mio, Army de helft en zij de helft,
behalve eenige legaten aan oude bedienden
en zonder twijfel ook wel voor mijnheer
den kolonel. „Wie het dichtst bij het vuur
zit, warmt zich het best."
Ja, grootma, maar weet u wel, dat
Army ons vertelde, dat Blanka overal als
de eenige erfgename genoemd werd?
looze ellende en uitputting een smach
tende begeerte naar den eindelijken
vrede.
Maar dan een vrede, die eervol is,
en die derhalve niet te kort doet,
noch aan de nationale eigenwaarde
noch ook in eenig opzicht het ken
merk van een niet vrijwillig gesloten
vrede draagt.
Welnu, het oogenblik, waarop dit
thans nog zoo zeer onderdrukt, maar
straks wellicht in feilen gloed uit
slaand brandend verlangen, de ware
en niet langer te miskennen gezind
heid der volkeren zal weergeven, is
onberekenbaar, maar kan niet uitblij
ven, en moot ter eeniger tijd slaan.
Doch dan ook moet dat oogenblik
de onzijdige landen volkomen voorbe
reid vinden tot de taak, waartoe zij,
meer dan wie ook, geroepen zijn, de
vrede op alle in hun bereik liggende
wijzen te bespoedigen.
De voorbereiding tot die taak wordt
het allerbest gediend door zooveel mo
gelijk blijk te geven van den ernst
om, binnen de grenzen aan het ge
zond verstand gesteld, zoo noodig
handelend op te treden. En dan zien
wij, dat in verschillende neutrale sta
ten, tal van kringen der samenleving,
en daarbij zeker niet in de laatste
plaats de „vredesvrouwen" van zulk
een ernstig streven blijk gaven.
Te onzent ging de regeering voor
door de benoeming van een tijdelijk
bijzondér gezantschap bij den Paus.
Dit gezantschap toch heeft geen ander
oogmerk, dan de eventueele bemoeiin
gen van den Paus daadwerkelijk te
kunnen steunen.
Waar onze regeering voorging, mo
gen de burgers ongetwijfeld volgen, en
uit dien hoofde dienen de bemoeiingen
gewaardeerd te worden van hen, die
er bij de regeering op aandringen, dat
deze het initiatief neme tot het bijeen
roepen eener conferentie, bestaande uit
bijzondere vertegenwoordigers van on
zijdige machten. Deze conferentie houdt
alsdan zitting tot het einde van den
oorlog en heeft ten doel bemiddeling
voor te bereiden en deze te zijner tijd
in te leiden.
Wanneer, en hierop bestaat goede
kans, ook in de andere neutrale lan
den soortgelijke bemoeiingen worden
gedaan, zoodat voor de oorlogvoerende
partijen de weg vergemakkelijkt, en de
brug als het ware geslagen wordt,
waarvan door hen op het juiste oogen
blik gebruik gemaakt kan worden,
dan zal den onzijdigen volken niet
het verwijt kunnen treffen te hebben
nagelaten, wat de omstandigheden hen
tot plicht maakten te volbrengen, zich
voor te bereiden en zich gereed te
houden; worde zulks van hen ge
vraagd, om te zijn de „bodem van
vrede" waaraan op een gegeven oogen
blik het geteisterd en uiteengescheurd
Europa behoefte zal hebben.
Yl. Ct.
Buitenland.
De Keulsche correspondent van De
Tijd meldt
De jongste successen op het ooste
lijk oorlogsterrein zijn in Duitsch-
land de aanleiding geworden tot ver
warde en opgewonden geruchten, die
alle sporen dragen der volksfantasie.
Ontdaan van alle overdrijving be
vatten zij echter een kern van waar
heid, welke ik zooveel doenlijk heb
gecontroleerd in den zeer beperkten
kring, waar uiteraard de spaarzame in
lichtingen voor een dergelijke controle
te krijgen zijn,
De toestand van het Russische leger
wordt niet meer uitsluitend door Duit-
sche militaire autoriteiten onhoudbaar
geacht.
Het gebrek aan munitie, de ontred
dering in sommige takken van dienst,
militaire oneenigheden en moeilijke
binuenlandsche politieke verwikkelin
gen sluiten niet enkel een offensief
van Russische zijde voor afzienbaren
tijd uit, maar maken ook het defensief
tot een gevaarlijke operatie.
In deze omstandigheden is het be
grijpelijk, dat de Russische wil om te
overwinnen de mogelijkheid overweegt
om in een wil tot behoud van het
voor den oorlog bezetene over te gaan.
Tot zulk een omkeer dragen ernstig
bij de tegenslag aan de Dardeneileu,
die Rusland afgesloten houdt op een
wijze, waarvan men zich in bet overi
ge Europa niet voldoende rekenschap
geeft, de opeenhooping van voorraden
en de verstopping van voor het gere
gelde leven noodzakelijke verkeer, de
stilstand der krijgsverrichtingen in het
Westen, het geringe uitzicht van den
toestand op den Balkan en moeilijk
heden, die, met^de Entente-machten zijn
gerezen.
Van den anderen kant zou er zeker
Duitschland Jalles aan gelegen zijn, de
overwinningen in het Oosten te kun
nen uitbuiten voor den algemeenen
toestand en tevens om het gevaar te
Welnu, beschikt de man niet over
het vermogen zijner vrouw? Bovendien ge
loof ik niet, dat tante Army heeft uitge-1
sloten, daarvoor heeft zij hem te lief ge-
kregen.
Maar als het testament nu eens ge
maakt was, vóór zij kennis met Army had
gemaakt.
Dan heeft zij er zonder twijfel een
codicil bijgevoegd, antwoordde de oude dame
ongeduldig.
Op dit oogenblik schrikte de ziekelijke
vrouw, die in een leunstoel had plaatsge
nomen, op.
Ik meende Army's tred te herkennen,
heb je niets gehoord, Nelly?
Neen, mama, dat is immers onmoge
lijk
Het werd stil, de fluisterende stemmen
zwegen, men hoorde slechts het knetteren
van het haardvuur en van tijd tot tijd een
bangen zucht uit het beangstigde moeder
hart.
Doch ja, dat was wel degelijk zijn tred.
Nelly! riep de barones met half ge
smoorde stem uit.
Het jonge meisje vloog naar de deur, die
snel geopend werd.
Armyklonk het juichend van haar
lippen.
Army! riep ook zijn moeder. Army
ben jij het?
Ja, mama, ik ben het! antwoordde
hij, maar zfjn stem klonk dof, als moest
hij zich geweld aandoen, kalm te blijven.
Mijn beste, lieve jongensprak de
moeder teeder, terwijl zij hem aan haar
hart drukte.
Army, lieve Army vleide Nelly. Maar
waar is Blanka?
Het zwakke schijnsel van het haardvuur
verlichtte hem slechts flauw, doch duidelijk
bemerkten zij, dat hij bij deze vraag wan
kelde.
Army, waar is je bruid riep ook
thans zijn moeder uit.
Ik heb geen bruid meer, mama! bracht
hij met moeite uit.
Nelly slaakte een luiden gil en staarde
onwillekeurig naar de plek, waar zooeven
haar grootmoeder, die zich voor een korte
wijle had verwijderd, had gezeten.
De moeder echter naderde zwijgend haar
ongelukkigen zoon en drukte hem opnieuw
aan haar hart, terwijl de tranen haar langs
het gelaat vloeiden, Dat was dus de ramp,
waaivan zij den ganschen dag zulk een
somber voorg voel had gehad.
Maak mij ru niet droefgeestig, mama,
sprak Army. Dat leidt immers tot niets!
Hoe heb ik mij ook durven verstouten
hij lachte bitter dat zij
Steek het licht op, Nelly! vervolgde
hij kort en op ruwen toon, en bereid groot
mama voor. Ik heb niet lang tijd, morgen
moet ik reeds vertrekken.
Met bevende handen greep Nelly naar
de lamp. Weldra verlichtte haar helder
schijnsel zijn strakke trekken. Somber
staarde Army voor zich uit.
Army, lieve Army! fluisterde zijn
zuster, terwijl zij hem snikkend omhelsde.
Daar is grootmama! vervolgde zij,
nadat zij haar broeder van jas en hoed had
ontdaan. I
Army, wat beteekent dit? vroeg de
oude barones. Waar is Blanka? Waar is de
kolonel? Waarom ben je alleen...?
Dat beteekent, antwoordde hij lang
zaam en met nadruk, dat mijne bruid mij
hedenochtend, kort voor mijn vertrek, in
zeer beleefde termen heeft te kennen ge
geven, dat zij haar woord terugnam. Als
oorzaak voor haar besluit gaf zij op, dat zij
mij niet lief had. Dat is toch wel een gel
dige rede, zou ik meenen!
Alweder lachte hij hoonend.
Als door den bliksem getroffen, deinsde
de oude dame achteruit,
i Het is niet mogelijk! stamelde de
barones doodsbleek.
Dat heb ik mij zeiven ook wel dui
zendmaal toegevoegd, nadat de kolonel
mij die tijding had medegedeeld. Ik vroeg
mij af, of 'k plotseling krank innig was
geworden. Maar neen, het is zoo, Blanka
von Derenberg is mijn bruid ni t meer.
Was er dan iets aan voorafgegaan,
Army? vroeg zijn moeder, die als verplet
terd nederzat.
Wat vooraf was gegaan? Wel, de ope
ning van het testament, natuurlijk! ant
woordde hij op snerpenden toon.
Blanka is de eeriige erfgename van het
reusachtig vermogen, ziedaar allesWaarom
zou zij nu eei man huwen, dien zij niet
liefheeft? Maar wees gerust, grootmama
hij naderde de wankelende vrouw, die zich
met beide handen aan een stoel vastklemde
zij bezit toch een edel karakter 1 Zij
vermoedt, dat onze verloving mij onkosten
heeft veroorzaakt en daarom liet zij mij
door haar vader mededeelen, dat zij bereid
is mijn gezamenlijke schulden te betalen.
Dat was toch een troost voor den versmaad
den bruidegom, voor den domoor, die met
geheel zijn dwaze, hartstochtelijke liefde
aan dat valsche schepsel gehecht was.
Hij had, terwijl hij sprak, met een kris
tallen bokaal gespeeld. Nu wierp hij dien
op den grond, zoodat het voorwerp met
een kletterend geraas uiteen barstte en de
scherven op den ouden parketvloer ver
strooid lagen.
Army! klonk het angstig van de lip
pen zijner moeder, terwijl zij haar armen
naar hem uitstrekte.
De oude barones daarentegen had zich in
haar volle lengte opgericht.
Dat zullen wij ons niet laten welge
vallen Blanka erft slechts onder voorwaar
de, dat jij haar echtgenoot wordt, ik heb
ontgaan van een avontuurlijke over
wintering in de sneeuwvelden.
De centrale mogendheden en dit
is aan Rusland niet onbekend gebleven
zouden op het oogenblik edelmoe
dig jegens den teruggedrongen tegen
stander kunnen zijn.
Een en ander beeft er toe geleid,
dat men elkaar niet in onwetendheid
heeft gelaten over hetgeen wenschelijk
zou heeten.
In verband daarmede is nog geen
beslissing bekend gemaakt omtrent het
geen met de toekomstige Polen zal
gebeuren. Daar echter reeds van Rus
sische zijde een zekere zelfstandigheid
aan de thans door de centrale mo
gendheden bezette Poolsche streken
was toegezegd, en voor Duitschland en
Oostenrijk-Hongarije een zelfstandig
Polenrijk onder zekere voorwaarden
niet geheel ongelegen zou komen, is
op dit punt een overeenstemming zeer
wel mogelijk.
Voor Rusland zou thans een vrede
niet bepaald vernederend behoeven te
zijn, indien het aan Oostenrijk een
zeker controlerecht over Servie zou
toekennen, terwijl dan aan Turkije
de vrije hand in Azie zou worden ge
laten.
Berlijn is op het oogenblik de plaats
van gedachtewisseling over een en
ander, en ofschoon de Duitsche pers
stellige wenken heeft gekregen om
op het punt van mogelijke vredes
onderhandelingen niet voorbarig te
zijn, zou de afkondiging van een wa
penstilstand de komende dagen geens
zins een zoo onverwachte verrassing
zijn.
Of die spoedig gevolgd wordt door
een afzonderlijken vrede met het Tsa-
renr k en of deze weer het uitgangs
punt van onderhandelingen ook met
de Entente zal worden, zou natuurlijk
niet geheel zijn uitgesloten.
Volgens de „Gaulois" melden de
Zwitsersche bladen, dat de niet-ge-
oefende Elzassers beneden de 47 jaar
en behoorenda tot den landstorm, on
der de wapens geroepen en naar Rus
land gezonden zijn.
Volgens berichten uit Petrograd aan
de „Basler Nachrichten" staan de Duit-
schers op een afstand van slechts 40
K.M. van Wilna.
Volgens het „Nowoje Wremja" van
20 dezer is besloten om, in geval Riga
wordt ontruimd, het hout, dat daar
voor een 35 millioen roebel ligt, te
verbranden.
i nog een brief van tante Stontheim in mijn
bezit
Denkt u dan, grootmoeder, sprak Army
met over de borst gekruiste armen, dat ik
haar ooit weder met een blik zal verwaar
digen? Al lag zij smeekend voor mij op de
knieën, zoude ik haar van mij afstooten.
Al moest ik, en gij allen met mij, van
gebrek omkomen niet een penning zoude ik
van haar aannemen, liever jaag ik mij een
kogel door het hoofd
Zijn stem klonk heesch, bijna als van
een waanzinnige en een ontembare, woe
dende smart gloeide uit zijn donkere
oogen.
Mamamamariep Nelly op hart-
verscheurenden toon uit, Army is ziek, hij
weet niet meer wat hij zegt.
De lijdende vrouw stond met moeite op
en keek haar zoon aan met zulk een smar-
telijken blik, dat hem het hart dreigde te
bersten.
Wees kalm, mama. Ik denk niet aan
sterven. Ik zal leven, leven voor u. Ik ben
immers nog jong, zooals de kolonel zeide,
en kan u nog tot steun verstrekken. Tot
steun, ik, een edelman, die op den rand
sta van het bankroet
Hier heb ik nog een schrijven van
den kolonel voor u, grootma, besloot hij,
zich tot de oude barones wendende.
Hij wierp een brief op de tafel en ver
liet toen ijlings het vertrek.
De oude vronw greep haastig naar het
papier.
Hier, lachte zij hoonend. Daar staat
Vertaald door B.
i Ja, een kogel, wat bij slot van rekening
toch nog het verstandigste is. Dat heeft
mijn vader ook geholpen, zooals Blanka
mij mededeelde, toen zij er bij mij op aan
drong niet op Derenberg te wonen, waar
de laatste eigenaar zich van het leven had
beroofdHa, ha, wie kan tegen zulke ver
standige redeneringen iets inbrengen?