voor Hel Land van üeusdeit en Allena, de Langstraat en de Bommelcrwaard. rugblik. HESJE 1 DEN LOMPENMOLEÜ £t' ünb Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden TVö. 3409. Vf oensdag 13 September FEUILLETON. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Ab onnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 1915. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke rege meer 7l/t ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Reeds duurt de wereldkamp, helaa*, lang genoeg om op sommige perioden, op sommige overbeerschende feiten, daarin een terugblikte kunnen wer pen. Zulk een belangrijke nieuwe periode in den strijd der volken, zulk een, de overige gebeurtenissen overheerschend feit hebben zoowel de oorlogvoerende partijen als ook de onzijdige volken deze week herdacht, nu het juist eeu jaar geleden was, dat in de aan be langrijke gebeurtenissen en schokkende tooneeien toeh reeds zoo rijke volke ren-worsteling een feit plaats greep, dat aan den loop van den krijg een gausch andere wending gaf, dan toen maals eenerzijds gehoopt, anderzijds gevreesd, doch allerwege verwacht werd. Wy bedoelen die in de geschiedenis van dezen strijd belangrijkste bladzijde waarin de groote overwinning der Fransche legerscharen aan de Marne, in de tweede week van de maand September negentienhonderd-veertien, staat opgeteekend. Het waren toen bange tijden, die voor het Fransche volk schenen aan te breken immers na de belemmerin gen en moeilijkheden aan het Duit- sche leger in den weg gelegd op zijn doortocht door Helgie naar de Noord- Fransche departementen te zijn te boven gekomen, hervatte dit leger zijn snelle opmarschen met het kennelijk doel om in een verbasterenden voort gang Parijs te naderen, de Fransche hoofdstad in te sluiten, te nemen en Frankrijk opnieuw, gelijk in den oor log van 44 jaar geleden het geval ge weest was, te verplettereu en een smadelijken vrede voor te schrijven. De Fransche regeering was bereids naar een veilig aan zee liggende stad Bordeaux uitgeweken en met haar een groot deel der bevolking van de Fran sche wereldstad. Het algemeen offensief van de legers der republiek op 21 Augustus aange vangen, was reeds twee dagen later jammerlijk mislukt en de Fransche troepen bevonden zich op te terugtocht over de geheele uitgestrektheid van hun front. Het Belgische leger had zich bin- 16) Doch ook deze kwam niet, doch den vol genden dag bracht mij een staljongen de boodschap, dat ik niet op Christiaan moest wachten, daar hij op reis was gegaan, om voor de barones een nieuw rijpaard te koopen. Lisette was aan een onbeschrijflijken angst ten prooi. Zooira het avond werd stond zij op den uitkijk en weder brandde er licht op het torenkamertje. Ook ditmaal ging zij naar buiten, en kwam bleek terug, waarna zij zich snikkend op de kanapee wierp. Hij is thuis en komt niet, hij bemint mij niet meerl weeklaagde zij. Ach, ik sterf als het waar is! Den volgenden avond dezelfde geschie denis, Lisette zag zoo bleek als een lijk. Daarna bleef alles donker in het toren kamertje. Eenige dagen later zaten Lisette en ik voor de deur, toen een jong meisje over het molenpad kwam aanloopen. Het was het kleine Zigeunermeisje, „de wilde Fran- cisca," die een troep rondzwervende hei dens op het kerkhof had achtergelaten, toen zij pas acht dagen oud was, waarop zij in het armenhuis werd verzorgd en opgevoed. Zij was altijd zeer lichtzinnig en luiende dorpelingen wilden niets van haar weten, doch toen zij eens, om wat fruit te ver- koopen, op het kasteel kwam, viel zij zeer in den smaak van de barones. „Zij herin nert mij aan mijn vaderland," had deze non de versterkte stelling van Ant werpen teruggetrokken, het Engelache leger hield zich op aan den uitersten linkervleugel van de Fransche linie en inmiddels hadden de legers van Von Klück het Fransche front tus- schen Pa'ijs en Verdun achteruit ge drongen en zij richtten in snelle dag- marschen hun schreden naar Parijs. Duitsche ublanen vertoonden zich reeds in de nabijheid der Parijsche voorsteden en zwierven rondom de noordelijke forten van den vestinggor del van Parijs. Voor de geheele wereld scheen de ondergang van Frankrijk nabij. Doch zie, als door tooverslag trad op eens een geheel andere wending der krijgskans in. Op 6 September had de Fransche opperbevelhebber een „haltaan zijn terugwijkende troepen toegeroepen en een dagorder afgekondigd, die aan het beloop der zaken een onverwachte wij ziging gaf. Deze dagorder riep de legers der republiek tot een algemeenen aanval op, en met een onstuimigheid, een alles overwinnende doodsverachting, wierp zich het millioenenleger op den vijand. Deze doorstond deze plotselin- gen schok nieteerst aarzelend, daar na in sneller tempo gingen de Duit sche legers weder terug en na 6 da gen van reusachtigen strijd, was op 12 September de overwinning aan de Marne" bevochten. Parij-t, Frankrijk herademde, en alle vrienden van de zaak der geallieerden wenschten elkander met deze onver wacht gunstige wending geluk. Voor taan zou de slag aan de Marne" in één adem genoemd worden met die andere schitterende gebeurtenissen in Frankrijk's krijgsgeschiedenis, Auster- litz en Jeua. Dat alles is nu reeds een vol jaar geleden, die voor Frankrijk zoo heer lijke tijd van de ontplooiing van zijn ouden krijgsroem! Nochtans, een beslissing in den oor log, v lkomen en afdoende vermocht de slag aan de Marne niet te geven. Dat bleek alras, toen het algemeen offensief der Fransche legers kort daarop tot staan gebracht werd en de strijd overging in een positie-oorlog gelijk hij tct nu toe gebleven is. Met hoevt el kracht, met hoeveel voorberei ding en overleg ook nadien meermalen gezegd en zij nam het meisje in haar dienst. Van toen af ging zij zoo opgedirkt gekleed, alsof mooie kieeren het eenigste was, waar voor de monsch op aarde leeft. Hoe meer zij opgroeide, des te schooner werd zij, doch te/ens verregaand lichtzinnig. Zij naderde ons, tegen haar gewoonte, zeer vriendelijk en voorkomend In haar kleiue ooren schitterden groote gouden ringen en ook droeg zij een gouden ring aan de hand, waarmede zij op het in het oog loopende wijze over haar boezelaar streek. Goeden dagriep zij. Lisette beantwoordde haar groet en vroeg haar naar de reden van haar komst. Wel, ik zag u hier zitten en wilde eens zien, hoe u het hier maakt. U behoeft u over mij niet te schamen. Zijn wij niet op denzelfden dag aangenomen? Bedelen doe ik niet, ik heb alles in overvloed. Zie maar eens. Bij deze woorden wees zij op haar mooie kieeren en gouden sieraden. Eensklaps bemerkte ik, dat Lisette's oo- gen zich vol ontzetting op den hals van het Zigeunermeisje vestigden. Daar droeg Francisca een gouden hart aan een fraaien ketting. Almachtige Godgilde Lisette. Met één sprong stond zij naast Francisca. Zij vatte haar bij den schouder en vroeg haar met een stem, die mij door merg en been ging: Hoe kom je aan dat hartje, Francisca? Deze zag haar met een hoonenden blik aan. Wat gaat u dat aan? vroeg zij, terwijl zij zich wilde losrukken. Wat mij dat aangaat? Mijn Jezus, zij vraagt, wat mij dat aangaat!Marie, help mij toch. Ik moet het terughebben, !het behoort mij,... neen hem! Ik heb het hem immers gegeven 1 getracht is aan den kant der Franschen tot een offensief over te gaan, een algemeen aanvallend optreden is nim mer meer in den vorm, waarin het zich van 6 tot 12 September van ver leden jaar voordeed, herhaald. Het groote voorjaarsoffensief leverde te meer teleurstelling op naar mate de geallieerden er grooter verwachtingen op gebouwd hadden en noch de ver schillende aan vakbewegingen in Cham pagne, tusschen Maas en Moezel, noch die bij Atrecht of in de Vogezen, heb ben ooit die beteekenis verkregen of den loop der gebeurtenissen zulk een andere wending gegeven als het geval was met het algemeene September- offensief, dat in de [afgeloopen week in geheel Frankrijk en in de landen zijner bondgenooten plechtig herdacht werd. Bij den terugblik, dien wij, op deze belangrijke gebeurtenis van verleden jaar wierpen, springt voor ons neutra len, voor alles deze daaruit te maken gevolgtrekking in het oog, dat uit dien slag aan de Marne feitelijk de eindeloos langen duur van den oorlog in zijn huidigen vorm is voortgeko men. Ware of Parijs gevallen met al de gevolgen vaü dien, of ware het Fran sche offensief niet gestuit, maar had het zich onverpoosd kunnen doorzet ten, wat ook de uitslag zou geweest zijn, de oorlog zou reeds lang ge- eind gd zijn geweest. Een overwinnend Duitschland of een overwinnend Frankrijk, om het even, de oorlog met al zijn verschrikkingen zou reeds tot het verleden behoort hebben, had de historische week, nu een jaar geleden, een ander beloop gehad. Op welk standpunt men zich ook j stelt en aan welke zijde der oorlog-! voerende partijen onze sympathieën zich bevinden, wij voor ons kunnen niet anders dan betreuren, dat in die spannende dagen de beslissing niet ge-j vallen is. Want, mag men zich afvra gen, weegt het leed dat de verslagene partij, welke deze ook zij, na de groote beslissende nederlaag te hebben geleden ongetwijfeld deelachtig zou worden, weegt tegen het leed dier eene partij, niet ruimschoots het leed op, dat thans de geheele wereld te torschen heeft, nu zelfs een vol jaar na de „overwinning" aan de Marne, Reuter meldt uit Parijs, dat de van een definitieve zegepraal noch ter eenre noch ter andere zijde sprake is. En zeli8 in afzienbaren tijd geen sprakeen onderwijl gaat van maand tot maand, van dag tot dag het leed door de wereld getorscht zwaarder en zwaarder drukken gaat van week tot week de menschheid hare uitputting on vermijdelijk tegemoetgaan zorg en kommer, angst en onheil hand in hand en grimt bij den naderenden winter de grauwe ellende en de nijpende ar moede opnieuw miilioenen onschuldi- gen aan. Wanneer in dezen tijd hetzij door de legers der centrale mogendheden, hetzy door die der geallieerden schit terende wapenfeiten herdacht worden, dau zullen wij hun dezen terugblikop welverdiende overwinningen niet mis gunnen maar niettemin moet het ons van het hart, dat ook de hevigst woe dende oorlog, die echter uit den aard der zaak niet lang kan duren, minder zwaar te dragen valt, dan een oorlogs toestand als nu is geschapen, waarbij de geheele weield een uitputting van haar meest waardevolle vermogens en energie tegemort gaat, die voor tien tallen van jaren het levensgeluk der volkeren ernstig bedreigt. VI. Ct. ltuiteiilaiiü. De jonge kroonprins van Italië krijgt eindelijk zijn zin, hij mag naar het front. Toen hem naar een verlanglijst werd gevraagd \oor zijn verjaardag het ventje wordt heden 12 jaar had hij prompt geantwoordmet vader mee naar het front, waar onze solda ten vechten, en de koning heeft nu toegestemd in wat hij eerst sterk had geweigerd. Alle mannelijken Üuitschers van 17 tot 45 jaar is het thans verboden Duitschland te verlaten. Velen zijn aan de grensstations reeds huiswaarts ge zonden. Op de mijn Bruchstrasse bij Dort mund had Zaterdagmorgen een mijn- gasontploffing plaats. Acht mijnwerkers zijn reeds als dooden te voorschijn gebracht, negen zijn er met zware brandwonden in het ziekenhuis ge bracht. Verscheidene mijnwerkers zijn er nog in de mijn. Verstijfd van schrik naderde ik de beide meisjes. Geef dat ding hier, Francisca! zeide ik. Zeg heb je het gevonden? Wat denkt jelui wel? antwoordde Francisca, nadat zij zich van Lisette's hand had bevrijd. Het verwondert mij, dat jelui niet zegt, dat ik het gestolen heb. Het is mijn eigendom. Ik laat het me slechts ont nemen door hem, die het mij geschonken heeft. Raakt mij niet aan, jelui moet nog wel van vroeger weten, dat ik ook krabben kan. Zij keerde zich met gebalde vuisten om en trachtte weg te komen. Halt! riep Lisette uit, terwijl zij haar weder vasthield. Ik vraagje, in Gods naam Wie gaf het jou? Aan een hevige ontroering ten prooi stond zij daar als een heilige martelares. Fran cisca werd doodsbleek. Waarom wilt ge dat weten? Heb ik u gevraagd, wie u den ring gaf, dien ge daar zooeven in den tuin, zoo vurig aan uw lippen druktet? Kan ik ook niet in't geheim beminnen? Zoudt ge denken, dat niemand behagen schept in de wilde Fran cisca, even zoo goed als in de mooie Lisette van den Lompenmolen 1Goeden mor gen, Lisette, en zet maar niet zulke groote oogen op! Meer zeg ik niets. Zij lachte spottend en snelde het pad op. Lisette keek haar met verwilderde blik ken na en ijlde daarop naar haar kamer. Toen ik haar achtervolgd was, stond zij aan het raam en keek naar den overkant, naar de torenkamei. Ik trachtte haar te troosten, doch zij zeide op hartsverscheurenden toon: Laat mij, Marietje! waarmee zou je mij kunnen troosten Ga naar beneden, ik zal mij wel alleen Nauwelijks had zij uitgesproken, of zij zeeg bewusteloos op den grond neder. Ik wilde haar optillen, doch dit gelukte mij niet. Op mijn gegil stormde haar moeder de trappen op, en De oude vrouw kon bijna niet voortgaan met haar verhaal, zoozeer werd zij door de herinneringen aan het verleden aangegrepen. Lisette werd door een hevige ziekte aangetast, ging tante Mie na een poosje snikkend voort. Nacht en dag zat ik aan haar bed en luisterde naar haar ijlkoortsen, waarin zij zich met haren geliefde onderhield en waar door haar moeder de ware toedracht der zaak vernam. Mijn meesteres wierp een langen, kom mervollen blik op haar geliefde dochter, haar man slingerde den trouwelooze de vreeselijkste verwenschingen na, doch haar zoon, jouw overleden grootvader, kind, sprak Daar steekt iets anders achter, een duivelsch schelmstuk. Ik ken Frits, hij is tot zulk een schanddaad niet in staat. Op den negenden dag van haar ziekte outfermdo God zich over de lijdende en nam Hij haar tot zich. De oude vrouw zweeg en wischte zich de tranen van het gelaat, Liesje hieM haar hoofdje in tante's sahoot verborgen en snikte zacht. Dienzelfden avond, vervolgde tante Mie eindelijk, waarop Lisette gestorven was, liep ik radeloos van smart in den tuin, juist toen in het dorp de doodsklok voor haar begon te luiden. Daar zag ik eens klaps licht in d n toren branden. Ik schrikte hevig en moest mij aan den muur vast houden, om niet bewusteloos neer te vallen. Op eens hoorde ik voetstappen naderen. Ik dacht, dat het Christiaan was, doch neen,*Goede Hemel, het was baron Frits. Nog voor ik het kon verhinderen had hij de kamerdeur geopend en stond hij tegenover den molenaar, zijn van geluk Fransche vrachtboot Ville de Mostaga- uum van de Compagnie Transatlantic que Donderdag door een Duitsche duikboot is tot zinken gebraoht. Men meent dat dezelfde duikboot twee uur tevoren nog eeu ander schip in den grond geboord heeft. Drie man van de Ville de Mostagauum zijn zeer licht gekwetst. De oud-minister Pichon voorziet, naar hij in het Petit Journal uiteenzet, deze herfst een groot offensief der Duitschers op het westelijk front. Duitschland weet zeer goed, dat een werkelijk beslissende overwinning in Frankrijk moet worden gezocht. Het Fransch-Eugeisch front moet zich der halve op een wanhopigen stormloop voorbereiden. Veel tijd heeft Duitschland niet meer, want zijn reserves raken uitge put, het kan niet voortdurend op de onzijdigheid der Balkanstaten rekenen en tegen eeu winterveldtocht ziet Duitschland nog meer op dan de an dere oorlogvoerenden. Duitschland moet dus in dit najaar nog pogen een be slissing te krijgen. Een kijk op de ontzettend zware verliezen der Russen, zegt e Tagliche Rundschau, geeft een bericht van de Nowojo Wremja, dat de regeering ge noodzaakt is over te gaan tot gedwon gen onteigening van particuliere hui zen, daar de beschikbare hospitalen zoo overvol zijn, dat geen onderko nen meer gevonden kan worden voor de dagelijks in zeer groote getalen binnen komende gewonden. Zooals bekend is, zijn reeds alle daartoe beschikbare openbare gebou wen, scholen, kerken en kasteelen tot hospitalen ingericht. Voor de ontzettende verliezen, die het leger dagelijks lijdt, zijn de tot dusver genomen maatregelen onvol doende gebleken, zoodat de regeering zich genoodzaakt ziet over te gaan tot het kiezen van buitengewone maatre gelen. Op deze wijze kan ij, voegt het blad er aan toe, wel het vraagstuk der onderbrenging oplossen, maar geens zins het gestadig gebrek aan doktoren en ziekenpersoneel verhelpen, dat reeds eerder viel vast te stellen en in de toekomst bij de inrichting van de nieuwe hospitalen nog meer dan an ders merkbaar zal zijn. Wij lezén in de N. R. Ct. De milit. ire deskundigen zijn van oordeel dat de Duitsche krijgsverrich tingen in het gebied van Riga niet in stralend gelaat en fonkelende oogen zochten overal naar Lisette. Haar moeder zonk luid gillend op haar stoel achterover toen zij hem zag, doch de molenaar ijlde naar hem toe. Vervloekte schelmKom je nu nog om mij in mijn smart te bespotten? riep hij den jongen man toe, terwijl hij hem in de kamer sleurde. Zijn zoon kwam echter nog tijdig tus- schenbeide, anders zou hij den baron ge worgd hebben. Vraag hem eerst of hij schuldig is, vader LisetteJij komt zeker om Lisette voer de oude in hevigen toorn voort. Daar boven ligt zij, mijnheer de baron. Ga daar heen en zie haar aan Daarop sloeg hij zich de handen voor het gelaat in ontembare smart. Kom Frits, sprak zijn zoon en nim den hevig verschrikte mede naar de zij- I kamer. Kom, ik zal je het treurige nieuws mededeelen. 1 Hij sloot de deur achter zich dicht en ik bleef alleen met de diepbeproefde ouders. Ik kon hun smart niet aanzien en zette mij voor het raam. Eensklaps zag ik tot mijne ontsteltenis tegen het venster een gezicht gedrukt, dat met twee donkere oogen, waaruit angst en ontzetting spra ken, naar binnen gluurde. Daarop wenkte mij een hand en het gezicht verdween. Het was de wilde Francisca. De Hemel sta mij bij dacht ik. Wat moet die weer? Ongemerkt ging ik naar buiten. Daar stond zij en klemde zich met beide handen aan de deurpost vast. Zij beefde en was bijna niet in .Haat te spreken. Lisette, stamelde zij met veel moeite. Is het waar, wat de menschen zeggen? Luidde de doodsklok voor Lisette? Boven ligt zij in den eeuwigen slaap. Vertaald door B.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1915 | | pagina 1