voor Het Land van lleusden en Allena, de Langstraat en de Bommelenvaard Meer Gemeenschapsgevoel. HESJE 1 DEN LOMPENMOLEN, Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. l\o. 35Ü2. Zaterdag 25 September FEUILLETON. 1915 Bij dit nr. behoort een Bijvoegsel. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke rege meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag; middag 12 uur ingewacht. Zoo langzamerhand begint het te dagen. In de Duitsche kringen van geleerden beginnen zich teekenen te vertoonen van het opkomend besef dat na den oorlog opnieuw het volkenrecht door onderlinge overeenkomst nader moet worden ontwikkeld en vastgelegd, om geweldige botsingen in het vervolg te voorkomen. Onder meer wordt ver plichte scheidsrechterlijke uitspraak voorgestaan en verdedigd. De een of andere staat, die een oorlog zou wil len beginnen, zou verplicht zijn de tusschenkomst van neutrale landen te aanvaarden en zich aan de genomen beslissing te onderwerpen, op straffe van verstoken te worden van leve ringen uit die onzijdige staten. We gelooven te mogen waarschuwen tegen overdreven verwachtingen in deze. In den huidigen oorlog is toch zonne klaar bewezen dat onderling overleg niet in staat is zoo'n geweldige wereld botsing te voorkomen, als twee of meer groote staten samengaan, als zij mee- nen dat hun bestaan op het spel wordt gezet. En in een geval als dit zou ook een internationale politiemacht denk beeld van prof. Van Vollenhoven al heel weinig uitwerken. Beter lrjkt het ons toe de voorstel lingen en begrippen der volkeren, vooral op economisch gebied, te wijzigen en te verhelderen. In onzen tijd, met zyn geweldige uitbreiding van de verkeers middelen, moet het besef meer en meer doordringen dat wij allen elkander noodig hebben. Geen staat is meer op zichzelf aangewezen. De grenzen, kunst matig in het leven geroepen en voor een groot deel door willekeur vastge- gesteld, zyn door de geweldige uitbrei ding van handel en verkeer niet meer de slagboomen van voorheen. Het be grip 'nationaliteit verdwijnt meer en meer door de vestiging van millioenen menschen in andere, ver verwijderde streken en door de vermenging der rassen. De ontzettende productie, ver hoogd door uitvindingen op het gebied van machinewezen, stoom en electri- citeit zoekt een afzetgebied tot ver over de grenzen, tot ver over de grenzen van het eigen land. 20) Dag mama, dag Nelly! zeide hij, terwijl Liesje moeder en zuster de hand reikte. Buiten stormde het nog altijd. De wind speelde met de kleederen van het jonge meisje en blies ze op. Je bent te dun gekleedsprak Army, en deed zijn mantel uit, om haar dien over de schouders te hangen. Neen, ik ben heusch niet koud. Dank je wel. Hij hing den mantel over den arm en stapte naast haar voort. De weg is bijna niet te betreden. Daar zijn wij aan de plek, waar de molen beek buiten haar oevers is getreden. Ik zal zien of ik een begaanbaar pad door het bosch kan vinden. Het jonge meisje stond stil. Hij ging van haar zijde, doch kwam na korten tijd reeds weder terug. Het gaat niet, het water komt aan beide zijden boven de enkels. Ik zal je naar de overzijde dragen. Neen, riep zij uit, terwijl zij achteruit week. Dat niet. Waarom niet? Omdat ik je niet de geringste moeite wil veroorzaken. Natte voeten hinderen mij niet. Bovendien zijn wij immers spoe dig thuis. Hij antwoordde niet, doch zij voelde zich door sterke armen opgetild en naar de overzijde gedragen. Of het nu noodzakelyk is dat door de enorme vlucht van nijverheid en handel de verschillende volkeren, die vooraan staan, door middelen van uit sluiting elkander uit eigen en anderer gebied moeten weren, we wagen het niet te beslissen. Men zou zoo meenen dat het stelsel van den vrijen handel en het onbelemmerd verkeer, zonder voorkeur voor eenige natie, het eenige stelsel is dat op den duur houdbaar is. Immers, niet door den kchteruit- gang maar door den vooruitgang der naburen wordt de welvaart van een volk bevorderd en de energie ten hoogste geprikkeld. Alleen de brute kracht, die er op uit is om anderen te overheerscnen en niet aangewezen wil zijn op inspanning van eigen krachten ten bate van allen, zou anders kunnen denken. Het aanschouwen van de prestaties van een naburig volk zal den nabuur prikkelen tot verhoogde werk zaamheid niet alleen, maar hem ook tot bescheidenheid en waardeering aan sporen. De opvoeding in huis en school kan hieraan ontzettend veel doen. De idee van eigen voortreffelijkheid, die zoo gemakkelijk leidt tot onbillijkheid ten opzichte van den evenmensch, heeft al heel wat onheil berokkend. Het is de taak der opvoeders in huis, school en kerk om waardeering te kweeken voor het werken en streven van andere vol ken in gezonden ziu en de zelfgenoegzaamheid van eigen landge- nooten aan banden te leggen. Reinere begrippen moeten in de verschillende volkslagen worden aangebracht. Daartoe is degelijk onderwijs noodig, ontdaan van alles wat naar enghartige opvattingen gelijkt. Op de scholen moet niet worden geleerd dat het eigen land het beste is dat op de wereldkaart wordt aangetroffen. En evenmin mag de idéé worden verbreid dat een of ander volk een roeping in de wereld te vervullen heeft ten koste van ande ren. Allen kinderen der gemeenschap dit begrip moet overal doordringen en worden vastgelegd. En daartoe is noodig dat het aantal leerjaren op de scholen wordt uitgebreid en de inrich ting gewijzigd, daar voor het over- groote deel des volks de lagere school „de school" is Huisgezin, school en kerk moeten, meer dan tot dusver, een edel driemanschap vormen, dat het mensch- dom leidt langs vaste banen, om te Pardonklonk het koel en bitter uit zijn mond, toen zij weer op vasten bodem stond. Zonder hulp kan een dame onmo gelijk deze plaats passeeren. Bij het huis kwam tante Mie hen tege moet. Goeden avond, tante Miesprak Army en vatto haar hand, die de oude vrouw echter snel terugtrok. Ga maar binnen, mijnheer de baron, sprak zij koel. Liesje zal u daar wel volgen, ik heb haar eerst nog wat te zeggen en u zult ook nog wel veel met uw schoonvader te bespreken hebben. Zij trok het jonge meisje mede naar haar kamertje. Wij krijgen bezoek, tante, sprak Liesje. Peter moet Army's moeder en Nelly met het rijtuig afhalen. Mooi. Ik zal er voor zorgen. Daarop ging zij even de kamer uit. Toen zij terugkwam, bescheen het lamplicht de roodgeweende oogen der oude vrouw. Hebt u geschreid, tante? vroeg Liesje. Nu ja, kind, dat komt zoo in eens op. Let daar maar niet op. Zie je, Liesjo, ik heb altijd gedacht, dat je verlovingsdag vroolijker zou zijn en je gezichtje op dien dag niet zoo bleek. Doch je hebt het zoo gewild! Je zegt, dat je gelukkig bent en hebt je ouders geknield hun toestemming afgebedeld, doch mij kan je niet misleiden. Ik weet precies hoe 't er in je arm, klein hartje uitziet, en dat doet me zoo'n pijn. Ik kwijn bijna weg van harteleed... Geef je geen antwoord, mijn kind? Dat je zoo stil bent, zoo in jezelf gekeerd, maakt me verschiikkelijk ongerust. Spreek toch, mijn liefste, dat zal je verlichten. Wat moet ik dan zeggen, tante Mie? Kom eens hier, Liesje! Beloof mij, dat wanneer hij ooit mocht vergeten, wat jij voor hem hebt gedaan, wanneer hij ooit onvriendelijk jegens je mocht zijn terwijl ik bereiken zooveel mogelijk levensgeluk voor iedereen, opdat het woord meer en meer in vervulling kome, het schoone woordallen voor elkander en niemand voor zich zeiven alleen Buitenland. Uit Brussel wordt aan de „Hambur ger Nachrichten" geseind, dat berich- richten uit Havre, Parijs en Londen de mededeelingen in verschillende brieven van soldaten aan het front aan de Yser bevestigen, dat de geallieerden van 1 October af tot nader order geen gebruik meer zillen maken van daad werkelijke medewerking van het Bel gische leger. De geallieerden zijn van meening, dat de Belgen in de dertien maanden, die de oorlog duurt, zich ge noeg opofferingen getroost hebben voor de gemeenschappelijke zaak en nu ge- ruimen tijd rust verdienen. De Belgische troepen zullen naar alle waarschijnlijkheid van het front worden teruggetrokken en hoofdzakelijk door Engelschen en hun hulptroepen worden vervangen. De bewoners van de verschillende gemeenten in den kring van Antwer pen is aangezegd, dat zij dezer dagen naar gelang de belangrijkheid der ge meente eenige duizenden Duitsche troepen ter inkwartiering zullen be komen van allerlei wapenen. In verschillende gemeenten in Bel gië zijn thans door de Duitschers mu nitie fabrieken geïnstalleerd; 2 bevin den zich te Antwerpen, waarvan een te Hoboken, verder een te Mechelen en een te Etterbeek. In alle fabrieken worden de arbeiders, die voor onder steuning van hun gezin thans in aan merking kwamen, gedwongen te kiezen tusschen werkzaamheden daarin te ver richten dan wel af te zien van den verstrekten onderstand. Uit Sofia ontvangen berichten heb ben diepen indruk gemaakt in officieels en diplomatieke kringen, maar men betracht geheimhouding. Intusschen lekt het bericht uit, dat Bulgarije hon derdduizend man mobiliseert. Vele re gimenten cavalerie verlieten Sofia met onbekende bestemming. De mobilisatie van de spoorwegen in Bulgarije is een feit. Elk oogenblik wordt de afkondiging van de alge meens mobilisatie verwacht. Te Athene heerscht groote opwinding. De Bulgaarsche legatie te Londen deelt mede, dat de mobilisatie van Bulgarije beteekent, dat Bulgarije zijn nog leef, dat je dan tot mij komt, mijn kindlief. Dan zal ik een woordje met hem spreken en dan zal hij het zeker voor de tweede maal niet durven te probeeren. Zij glimlachte. Wee3 u maar niet bezorgd, tante Mie. En heb je de oude barones gesproken, kind? Neen, tante. Ik geloof, dat zij mij niet zien wil. De oude vrouw stond met heftigheid op, terwijl haar anders zoo goedig gelaat er onbeschrijflijk bitter uitzag. Zij had een barsch woord op de lippen, doch een blik op het bleeke meisje legde haar het stil zwijgen op. Groote God, fluisterde zij, en dat alles zonder liefde! En weder vulden zich haar oogen met tranen. Buiten reed juist het rijtuig met dreu nend geraas over de brug, tegelijkertijd werd de huisdeur geopend en klonk Door- tje's klagende uitroep: Ach, goede God! Ach, Jezus! Tante opende de huisdeur. Op de stoep stond de oude Thomas, de knecht uit de pastorie. Doortje riep onmiddelijk tante Mie toe: Ach, lieve he nel. Kareltje van den dominee is zoo juist gestorven, Wat'n jam mer, zoo'n aardig ventje! Karei? vroeg Liesje. Ja, mejuffrouw, antwoordde Thomas. Om zes uur is hij ingeslapen. Ach, juf frouw Liesje, die arme ouders!Zoo'n flinke jongen... Goede God, wat heerscht daar beneden een droefheid. U zoudt het niet gelooven. Het jonge meisje was nog in hoed en mantel. Zonder zich te bedenken snelde zij naar de huisdeur. Waar wil je heen, kind Bij dit hon denweer? neutraliteit wil handhaven, maar een gewapende neutraliteit. Duitsche bladen melden, dat nabij het vliegkamp van Aldershof, gisteren een ernstig vliegongeluk heeft plaats gehad. Op een hoogte van 100 meter botsten twee vliegmachines van de militaire vliegscholen van Aldershof en Johannisthal, tegen elkander, met h9t gevolg, dat beide bestuurders, een luitenant en een onderofficier, dood onder de overblijfselen van hun ma chines werden gevonden. Maandagnacht zijn twee Engelsche soldaten die in Munster krijgsgevangen waren bij Granorbrug over onze grens gekomen, waar ze 2ich meldden bij de marechaussees. Ze waren in boerenpak ken gestoken, die hun door de bewo ners uit den omtrek van het gevangen kamp waren verstrekt. Over den af stand Minstergrens deden ze 11 a 12 dagen. Onder militair geleide werden ze naar Rotterdam overgebracht. De Duitsche Kroonprinses is Maan dag jarig geweest. Op dien dag bpeft zij een oproep in de bladen laten plaatsen, waarin zij mededeelt dat, nu zij zelf een oorlogsdochtertje gekregen heeft, aan onbemiddelde vrouwen die tijdens den oorlog een kind ter wereld brengen, en wier mannen in het leger dienen, financieel hulp wil verleenen. Zij doet een beroep op alle Duitsche vrouwen, die eveneens een oorlogskind gekregen hebben en wier middelen het veroorloven, haar bij dit liefdewerk te steunen. Wij lezen in de N. R. Ot. Het pas door de Duitsche troepen bezette Wilna behoort tot de Russische steden, die in Engeland een leening hadden loopen. In Juni 1912 is name lijk een stedelijke leening van Wilna,ten bedrage van 440.160 p st. rentende 5 pCt. en tot een koers van 96 pCt. te Londen geplaatst. Van deze leening, waarvan de dienst is verzekerd door de tofale inkomsten der stad en door de gemeentelijke be zittingen, staan nog 446 820 uit. De obligation waren voor het uitbreken van den oorlog 9472 genoteerd. Op 17 Juni j.l. kwam een transactie, de laatst bekende, tot den koers van 87 pOt. tot stand. De Financial News zegt, dat de En gelsche houders zich heelemaal niet ongerust behoeven te maken. Zoodra de oorlogsstroom den anderen kant uitgaat, is het leed weer geleden In alle geval, zegt het blad, zijn de Ik ga naar oom den dominee. Laat mij gaan, tante Mie. Reeds stond zij op straat en kampte tegen den wind om vooruit te komen. Het gegil der oude vrouw stierf weg in den storm en om haar heen bogen de twijgen der wilgenboomen aan het ruischende mo lenbeekje. Dit stormachtige weder scheen haar een weldaad toe. Thans kalm in een gesloten vertrek te zitten zou haar een mar teling geweest zijn. Zij wilde niet, dat men haar, de gelukkige verloofde, de smart op het gelaat zou lezen, dat men haar mede lijdend zou aanzien. Neen, dat ware ver schrikkelijk, meer dan zij kon dragen. Klonken daar niet haastige schreden ach ter haar? Ja.... en dan het roepen: Lies je, Liesje! Zij stond stil. Dat was zijn stem. Ach, als zij hem thans tegemoet kon gaan, zich aan zijn arm kon vastklemmen, als hij nu zou zeggen: „Ik maakte mij bezorgd over je, daarom kom ik," maar neen, zonder twijfel had vader hem nagezonden, of mis schien zou hij ieder ander gevolgd hebben, want „een dame kan onmogelijk alleen gaan in een storm." Maar Liesje, wat ik je bidden mag, klonk nu zijn stem. hoe kan je in zulk een weer uitgaan? Je ouders zijn half dood van angst, hier is een doek van tante en bovendien heb ik een rijtuig nagezonden. Dus wacht slechts een oogenblik. Ben je nog altijd de kleine lichtzinnige Liesje, wier goed hart dadelijk ontvlamt bij het ver nemen van het ongeluk van vreemden? vroeg hij, terwijl hij haar den doek om sloeg. Zij lachte bitter. De dominee is geen vreemde voor mij. Hij en zijn gezin behooren zoo goed als tot onze familie. Hij gaf geen antwoord op dit scherp ge zegde. Wilnasche schuldbrieven beter dan obli gaties van Duitsche steden, steden uit een brankro9t en insolvent vaderland. Aan den Lokal-Anzeiger wordt uit Konstatinopel gemeld, dat de opening van den Servischen veldtocht aldaar ll :t groote vreugde vernomen is. Met spanning richten zich alle blikken op Bulgarije. Aan Turksche zijde bestaat het eerlijkste streven om de nieuw ge wonnen vrienden de verst strekkende tegemoetkomingen te bieden. De correspondent van den Lokal- Anzeiger te Athene verneemt, dat het onderhoud van minister-president Weni- zelos met den koning over de houding van Griekenland tegenover de nieuwste wending op den Balkan tot volkomen eenstemmigheid heeft geleid. Grieken land beschouwt een eventueel gewapend optreden van Bulgarije niet als een motief, om de zijde van Servië te kie zen, daar het niet door een verdrag is gebonden zich in den wereldoorlog te mengen. In de Exhall-mijn, bij Nuneaton in Warwickshire (Engeland), is een ern stig mijnongelijk voorgevallen. De ramp was veroorzaakt door het omval len van een lamp, waardoor het hou ten stutwerk in brand vloog. Er zijn 14 doodeD, van wie 10 ge huwd waren. Een nader bericht luidt Tengevolge van de brand zijn 300 mijnwerkers ingesloten. Er zijn reeds 10 lijken geborgen. Een telegiam uit Petrograd aan de Engelsche bladen meldt, dat volgens een officieel Russisch rapport het aan tal krijgsgevangenen, gemaakt op het front zuidelijk van Polesie in de laat ste dagen van Augustus en het begin van September tot 70,000 is gestegen. Men verwacht dat dit cijfer nog zal vermeerderen, wanneer de laatste rap porten zullen zijn ingekomen. Volgens een telegram uit Athene aan de Engelsche bladen, zijn de Tur ken bezig versterkingen te zenden naar de Dardanelles De spoorweg in Thra- cie wordt thans uitsluitend gebruikt voor het transport voor strijdvaardige troepen. De Frankf. Ztg. verneemt van parti culiere zijde uit Petrograd den dood van den commandant der Russische duikboot Dulfin, kapitein-luitenant Sjerkassof, die met de geheele beman ning in de Oostzee omkwam. Juist kwam ook het rijtuig aan en hield dicht bij het tweetal stil. Mag ik je begeleiden? vroeg hij, ter wijl hij haar bij het instijgen behulpzaam was, of rijdt je liever alleen? Zij wilde het laatste bevestigen, doch zij ontwaarde, dat hij slechts in zijn uniform jasje, zonder mantel, gekleed was. Ik wil niet, dat jij om mijnentwege verkoudenjworlt, sprakjzij. Neem plaats. Weldra hield het rijtuig voor de pasto rie stil. Liesje steeg uit en kloptejaan. Geen vriendelijk „binnen!" werd gehoord. Met beklemd gemoed liep zij verder, de trap op, totdat zij voor de deur van het studeer vertrek stond. Alweder klopte zij aan en alweder bekwam zij geen antwoord. Toen opende zij zelve de deur en keek naar binnen. Daar zat de dominee met het gezicht in de handen verborgen en voor hem, op de tafel, lag de opengeslagen bijbel. Oom, oomriep zij luid snikkend uit, terwijl zij haar hoofd tegen hem aanvlijde. Liesje, jij goed kind! Ja, een zware beproeving heeft ons geteisterd, sprak hij, ernstig. En jij. goede Liesje bent in dit weer naar hier gekomen? Ja, onze Ka- rel, die lieve, flinke jongen O, het valt soms zwaar, te moeten berusten Mijn arme Rosine 1 Hij was haar trots Ach, oom, snikte zij, wat baart het leven toch een ellendel Ja, veel ellende, zeide thans de pre dikantsvrouw, die ongemerkt was binnen getreden. Maar jij hadt niet moeten komen, goed kind. Het maakt je zenuwachtig, je zoudt er ziek van kunnen worden. Mag ik Karei nog eenmaal zien, tante vroeg zij, nog altijd slikkend. (Wordt vervolgd). Vertaald door B.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1915 | | pagina 1