voor Het Land van ileusden en Allena, de Langstraat en de Bonimelerwaard.
Oorlogswinsten.
De Goudmijn.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3517. Woensdag 17 November
1915.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/f ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag;
middag 12 uur ingewacht.
Als een naamloos leed woedt in on
verminderde kracht de grootste aller
oorlogen reeds langen tijd in talrijke
landen. Dez? oorlog, hij is niet alleen
de grootste in omvang, hij is tevens
langer van duur dan ooit een verwoede
krijg, met schier dagclijksche ernstige
gevechten, heeft gewoed. De Europee-
sche oorlog, die tot dusver als de be
langrijkste der moderne oorlogen gold,
de Fransch-Duitsche oorlog, nu 45
jaar geleden, blijft verre ten achter,
bij hetgeen deze reusachtige volkeren-
worsteling ons te aanschouwen geeft.
Millioenen mannen staan te velde
en bevechten elkander met ongekende
hardnekkigheid op leven en dood
honderdduizenden vrouwen en kinde
ren zijn reeds tot weduwen en weezen
gemaakt en eiken dag voegt zich een
nieuw romber getal by de reeds tal-
looze slachtoffers van den krijg. By
milliarden zijn de oorlogsonkosten te
tellen, die zwaar drukken op den wel
stand van het tegenwoordig geslacht
en niet minder zullen drukken op het
geslacht, dat na ons komt. Want als
eenmaal de oorlog ten einde zal zijn,
dan zullen zoowel overwinnaar als
overwonnene, vrijwel in gelijke mate
een uitputting aan totaal verbruikte
volkskrachten nabij zijn, die niet eer
dan na ettelijke tientallen van jaren
zal kunnen afnemen om eindelijk te
verdwijnen. En al dien tijd zullen ne
vens het zieleleed dat over de wereld
werd uitgestort, de financieele naweeën
dezer wereldworsteling als zwarte scha
duwen over de landen blijven hangen,
en wei vaart en geluk bedreigen. Wat
het einde dezer verslinding van we
reldkapitaal in den muil van het
vraatzuchtig oorlogsraonster zal bren
gen, wie vermag het te zeggen
Wel weten we, dat naar mate de
krijg langer duurt ook de dagelyksche
onkosten, bij beide partyen, maar steeds
grooter wordenen dat, terwijl nu
reeds van het bedrag dat een enkel
etmaal oorlogvoerens kost, duizenden
en duizenden hun leven lang in wel
vaart en voorspoed zouden kunnen
leven.
Bij zulke toestanden is het alles
zins begrijpelijk, dat de spanning vaak
13)
De dagbladen bevatten niets nieuws om
trent Gray. De woudlooper was niet tot
bewustzijn teruggekeerd allen vreesden dat
hij wel zou sterven zonder te spreken.
De briefwisseling, om de uitlevering te
bewerken bij de Mexikaansche politie, was
aangeknoopt maar niet met bijzonder veel
haast.
Lancaster evenwel was naar St. Juan
vertrokken, om de expeditie op te zoeken
en tot haast aan te zetten.
Op den morgen van den derden dag
gaven de dagbladen een tijding uit, die de
geheele stad in opschudding bracht, eene
tijding die evenals een bliksemstraal uit
den helderen hemel omlaag sloeg, zoo on
verwacht, en die veel te denken gaf.
Filippo was tot bewustzijn teruggekeerd,
hij had gesproken, en zijne onthullingen
waren vreeselijk gewetst.
Ralf Gray, de edele, de schoone, de rijke
Gray, de man die zoo feestelijk was inge
haald door de élite der stad, dat was de
man wiens spoor door de Amerikaansche
politie zoo lang was gezocht; Gray, de
alom bekende, was niemand anders dan
Diego Mason, de beruchte moordenaar.
De dagbladen drukten deze tijding met
groote letters.
Ze gaven nu een levensbeschrijving van
Mason, en hoe deze met den woudlooper
in aanraking was gekomen, hoe deze den
directeur van politie had opgezocht, die
dus nu een belangrijk man in de stad was,
en door iedereen ondervraagd werd.
tot berstens toe is opgevoerd en dat,
hoezeer ook de uiterlijke schijn door
de oorlogvoerende partijen mag be
waard worden, het innerlijke gemoed
der volken aan groote beroeringen on
derhevig is.
Die beroeringen vinden wij terug in
de verschillende berichten, die nu eens
gewagen van een doorzetten van den
krijg tot het bitterste einde toe, dan
weder spreken van een mildere stem
ming, die in het uiten van vredesver-
langens weerklank vindt.
Zoo zien wij ook telkens vredesge-
ruchten opdoemen, die echter even
snel weer verdwijnen als zij te voor
schijn treden.
In de vorige week schenen deze ge
ruchten weder meer van zich te doen
spreken, en vernamen wy weder, zoo
wel uit Londen als uit Parijs en ook
uit Berlijn, dat men er nog niets van
vre Ie weten wil.
Het spreekt vanzelf nochtans, dat
beide partijen evenzeer naar de vrede
verlangen, doch alleen, zoo deze hun
het beoogde doel, de nederlaag van
den tegenstander, brengt.
En daar noch de eene, noch de an
dere partij, naar ons wil voorkomen,
aan den vooravond van een besliste
en volkomen afdoende nederlaag staat,
zal het nog geruimen tijd kunnen
voorkomen, dat nu eens de vredesba-
zuin, dan weder de krijgsklaroen ver
nomen wordt, terwijl inmiddels de
oorlog onverpoosd en onverminderd
voortgezet wordt.
Dat op en nedergaan der vredes-
kansen heeft aan een groote categorie
van menschen gelegenheid gegeven om
aan hun lust tot kansspel gehoor te
geven.
Bij den aanvang van den oorlog
was d ar nagenoeg g-en gelegenheid
voorde stemming was te somber, de
ongewisheid te groot, de dag van mor
gen te onzeker, om er het heden op
te kunnen bouwen.
Doch zoodra kwam er niet eenige
vermindering van zorg en angst, of de
lust ontwaakte bij allen, hun voordeel
uit de omstandigheden te trekken.
Allerlei slag van menschen werden
op eenmaal kooplieden in welk artikel
of' 'artikelen ook, mits het kans lever
de op snellen rijkdom.
En zoo groot en omvangrijk is dit
bedrijf geworden, dat het, gevoegd bij
de groote oorlogswinsten, gemaakt door
De woudlooper had in Gray den beruch-
ten Mason h rkend, hij was naar hem toe
gegaan, Gray had zich op hem geworpen,
en er was een strijd ontstaan, verwoed, op
leven en dood, maar zonder geschreeuw.
Gray, die veel sterker was dan de oude
man, had hem ten slotte een slag gegeven,
die hem het bewustzijn had benomen.
Toen Filippo weer bijkwam, was hij
gebonden en lag hij in de kast in een on
mogelijke houding.
Nu en dan kwam Gray en gaf hem eten
en drinkende woudlooper weigerde niet
het aan te nemen, hij wilde leven, niet
omdat hij zoo naar het leven haakte, maar
omdat hij den misdadiger wilde straffen,
en den vriend wilde wreken.
Vele dagen had hij niets gekregen, en
hij leed honger en dorst, tot hij ten slotte
in zwijm viel, waaruit hij niet meer zou
ontwaakt zijn, zonder het optreden van
Bram.
De dagbladen vermeldden nog, dat tele
grafisch van Washington het verzoek was
gegaan naar de Mexicaansche regeering, of
Amerikaansche detectives op Mexicaanschen
grond het spoor van den schurk mochten
zoeken.
De dagbladen drukten zich niet hoopvol
uit, overtuigd als zij waren, dat de diplo
matieke weg niet bijzonder kort is.
En de mijn?
Die was zeker maar door Gray uitge
dacht. Maar om welke reden? Zeker om
een nieuwen duivelschen streek uit te
halen. En de arme metgezellen, de vier
bankiers, die zich bij hem bevonden De
bevolking verkeerde in zenuwachtigen angst
omtrent hun lot.
In Galveston ging het ook evenals overal
ter wereld. Twee dagen geleden zou ieder
een zich trotech gevoeld hebben met de
vriendschap van Gray, allen zouden hem
gaarne ontvangen hebben, allen zouden
tal van ondernemingen in den lande,
ons nationaal vermogen met niet min
der dan twee milliard gulden heeft
doen toenemen.
Inmiddels dienen er bij dit bedrag
in mindering te worden gebracht de
zeer groote verliezen op andere wijze
geleden, nochtans blijft een aanmerke-
lyke oorlogswinst over.
Een bedroevend feit is echter, dat
waar deze winst zich in handen van
betrekkelijk weinigen heeft opgehoopt,
verreweg het grootste gedeelte onzer
bevolking in druk en last is komen te
verkeeren.
Tal van groote en kleine geldbe
leggers hebben hunne effecten, waar
onder de meest soliede, in waarde zien
verminderen. Zoowel ons staatspapier,
als onze gemeentelijke schuldbrieven,
om niet te spreken van de buiten-
landsche staats waarden, als daar zijn
de Russische en Oostenrijksche, zijn
alle aanmerkelijk gedaald.
En het zijn vooral deze papieren,
die men bij voorkeur in het bezit der
sp tarzame beleggers aantreft. Het ver
lies uit dien hoofde, door ons volk ge
leden, wordt geschat nog grooter te
zijn, dan het bedrag der jongste groote
staatsleening.
Hieruit blijkt, hoezeer ook ons land,
zij het ook niet op bloedige wijze,
zijn deel in de oorlogsramp te dragen
heeft.
Aan den anderen kant echter raag
niet worden verzwegen, dat talrijke
maatschappijen, zoowel scheepvaarton
dernemingen en industrieele zaken als
anderzins een tijd van grooten voor
spoed doormaken.
Daarbij komt nog deze omstandig-
hei 1, dat door ons publiek gretig ge
bruik gemaakt wordt van de omstan
digheid, dat in het neutrale buitenland,
met name de Vereenigde Staten, tal
van bedrijven zeer voorspoedig gaan,
wegens de reusachtig omvangrijke oor
logsbestellingen.
De wakkere Amerikanen hebben
reeds honderden en honderden millioe
nen aan de oorlogvoerende partijen
verdiend en gaat nog eiken dag voort
grove winsten te behalen uit hun
leveranties vin oorlogsmateriaal aan
de Entente-mogendheden.
Duitschland en zijn bondgenooten
kunnen zij door afgesloten zeewegen,
niet bereiken, anders zouden zij ook
daar even gaarne hun oorlogswaren
zich door een bezoek van hem gevleid ge
voeld hebben.
Nu vertelde ieder, dat hij hem nooit
gekend had, of met hem in aanraking was
geweest, of ooit aan zijn feesten had deel
genomen.
Niemand wilde er voor uitkomen met
hem in betrekking te hebben gestaan, nie
mand was zoo eerlijk om te zeggen, dat hij
evenals de anderen door den schijn ver
blind was, en er was ingeloopen.
Als men de bewoners van GalvestoD had
afgevraagd, zou ieder het ontkend hebben.
Edith kon zich de toestand maar niet
indenken. Het mooie visioen verdwenen,
de hertogkroon verloren, ze voelde smart,
niet voor Gray, maar omdat zij de kroon
zou moeten missen, en dat zij aan de pu
blieke lachlust werd blootgesteld.
Toen zij dacht aan het half millioen,
werd hare woede nog g ooter.
Ze drukte op de electrische schel.
„De administateur" zei ze, toen de be
diende verscheen.
Deze werd geroepen en kwam binnen,
maar zij beantwoordde zijn groet niet.
„Wat zijn deze aandeelen waard vroeg
zij, de aandeelen op tafel werpende.
Hij zag ze in.
„Aandeelen van de mijn Hoe hebt gij
die gekregen?"
„Dat is uw zaak niet, antwoord mij, wat
zijn zij waard?"
„Geen cent meer."
„Spreekt gij zoo uit haat tegen dien
man
„Tegen wien Wie wil na de ontdekking
van hedenmorgen nog een cent voor dat
papier geven?"
Het antwoord liet niets aan duidelijkheid
te wenschen over.
„Een half millioen verloren," klaagde
Edith.
„Ik heb ze voor u niet willen koopen."
slijten.
Ons publiek, dat nauwelijks zijn
eigen oorlogswinst binnen heeft, schijnt
geen geduld meer te hebben om het
kwijt te raken, en gaat zich thans
ijverig interesseeren voor die Ameri
kaansche oorlogswinsten.
Het spreekt echter van zelf, dat de
schrandere Amerikaan, eerst dan een
ander mede smullen laat, wanneer het
vet van den ketel is. Dit heeft hij
altijd gedaan en doet zulks ook nu
met hetzelfde gevolg, hetwelk hier te
lande door velen maar al te zeer tot
hun schade en schande zoo dikwerf
betreurd is. Want meer dan ooit is
het kansspel thans zeer hachelijk.
Immers, wij zagt-n hiervoren hoe
snel de vredes- en oorlogsklankeu wis
selend aangeheven worden of^rstom-
men en even snel wisselt ook de kans
op oorlogswinst. Een aanstaande vrede
toch beteekent het einde van al die
schromelijk hooge oorlogswinsten, en
daarom zijn er zoo velen, helaas, die
louter uit kortzichtige eigenbaat, niet
meer naar vrede, maar naar een zoo
langdurig mogelijke bestendiging van
het oorlogsdrama uitzien.
Dit nu is een droef verschijnsel, dat
niet alleen echter in ons land, maar
ook daarbuiten valt waar te nemen in
steeds toenemende mate. En daarom
dient met alle kracht te worden ge
protesteerd tegen deze verderfelijke
uitwas van den rampzaligen oorlog
een verblinde op oorlogswinsten be
luste menigte, die, zoo zy nog meer
toeneemt en zich gelden laat, een wer-
kelyk gevaar zal opleveren voor mo
gelijke vredeskansen.
VI. Ct.
liuitciiland.
De Daily Express meldt, dat in de
maand Januari niet minder dan veer
tien auperdreadnoughts aan de Eugel-
sche vloot zullen worden toegevoegd.
De gouverneur-generaal van Belgie
heeft het volgende bevel bekend ge
maakt
Overeenkomstig artikel 49 van de
Haagsche Conventie, betreffende de
regelen, wetten en gebruiken van de
oorlog te land, wordt hiermede de
Belgische bevolking voorloopig als bij
drage tot de kosten en het onderhoud
vun het leger en van het bestuur van
het bezette gebied een oorlogs-contri-
j „Er uit," riep zij woedend. Ze wilde aan
j niemand haar dwaasheid bekennen.
Hij bleef staan en zei„Ik moet u
iets zeggen."
„Spreek."
„Gij moet u daardoor niet beleedigd
gevoelen."
„Spreek."
„In de stad spreekt men van uwen ver-
trouwelijken omgang met Gray."
i „Dat is alles gelogen."
„Niemand geloolt mij."
„Wat, ook gij gelooft het niet? Een van
mijn ondergeschikten? Moet ik u uit mijn
dienst wegjagen riep Edith verwoed.
„Ik ben geheel overtuigd, dat alle be
richten valsch zijn, maar weinigen hebben
die zelfde overtuiging. Daarom moet gij op
duidelijke wijze toonen, dat er nooit iets
tusschen u en Gray heeft bestaan."
„Hoe dan?"
„Schenk uw vertrouwen aan een eerlijk
man, en vier zoo spoedig mogelijk uwe
bruiloft."
„En moet gij dan die eerlijke man zijn?"
riep Edith spottend uit.
„Verscheidene jaren bemin ik u reeds,
en ding ik naar uwe hand; gij zoudt mij
zoo gelukkig maken zei de admi-
strateur smeekend.
Edith stoof op van woede.
„Naar den duivel met u en uw geluk
voor wat ziet gij mij aan Wilt gij van
de gelegenheid gebruix maken om mijne
millioenen te bemachtigen Vertrek 1"
„Maar zei de arme kerel naar
woorden zoekende.
„Er uit, en tevens zeg ik u den dienst
op. Dwaas, een dienaar, die naar de hand
der meesteres durft dingen, naar de hand
van Edith Bastrow."
„Heb ik dan geen hoop?"
„Neen."
„En ben ik nu ontslagen?"
butie van veertig millioen francs per
maand opgelegd.
De Daily Tel. verneemt uit Rome,
dat volgens een telegram uit Duitsche
bron generaal Koerapatkin het bevel
gekregen over het Russische leger, dat
bestemd is om tegen Bulgarije te ope-
reeren. Dit leger zal veel sterker zijn
dan verwacht werd 250000 man wor-
ken samengetrokken in Bessarabie
100000 man aan den Donau en meer
dau 150000 man te Odessa. De opera
ties zullen tegelijkertijd te land en ter
zee beginnen.
De Belgische regeering heeft beslo
ten om alle Belgen, woonachtig buiten
Frankrijk en Engeland, die geboren
zijn tusschen 1 Januari 1890 en 31
December 1896, onder de wapenen te
roepen tegen nader bekend tijdstip en
voorwaarden.
Blijkens telegrammen uit Servie aan
Reuter medegedeeld, hebben de geza
menlijke Servische verliezen, van den
inval af tot op heden, 30.000 man aan
gesneuvelden, gewonden enjgevangenen
bedragen. De vijandelijke verliezen
moeten aanzienlijk hooger zijn. Er zijn
maar zeer weinig Servische militairen
gevangen gemaaktde meeste gevan
genen behooren tot de burgerlijke be
volking.
De Bulgaren treden thans op aan de
linkerzijde van den Morawa, in de
streek tusschen Nisj en Kroesjewats,
waaruit volgt dat zij spoedig in het
volledige bezit zullen zijn van den
spoorweg van Nisj af noordwaarts door
het Morawa-dal. Een bericht uit Boe
dapest zegt, dat men over een tiental
dagen den spoorweg van Belgrado naar
Sofia zal kunnen gebruiken. Het doel
der Duitschers, den vrijen weg te wa
ter en te land naar Konstantinopel zal
daardoor bereikt zijn.
De Serviers wijken voor de over
macht steeds verder, westwaart, terug.
De contingenten Fran-chen en Engei-
schen schijnen nog niet sterk genoeg
om den Bulgaarschen linkervleugel
met succes aan te tasten.
De Duitschers erkenden in hun laatst
communiqué ten zuiden van Riga
«enigszins terug te trekken. Het moe
rassig terrein in die streek biedt voor
de Russen gunstige gelegenheid tot
plaatselijke aanvallen, waar zij her
haaldelijk voordeelen behaalden, zon
der dat hunnerzijds tot een offensief
op grooten schaal weid beproefd.
„Ja."
„Ik ga, maar van avond nog zal de ge
heele stad lachen over de oude bloemen
verkoopster, die zich gravin liet noemen,
en zich meester wou maken van een her
togelijken kroon. Wees verzekerd, dat ik
u zal bekend maken, en dat men lang,
heel lang om u zal lachen," zei de admi-
strateur, heengaande.
„Vervloekt," huilde Edith, terwijl haar
toorn ten top gestegen was. Eenoogenblik
bleef zij besluiteloos, toen begaf zij zich
naar den directeur van politie.
„Komt gij het voor Ralf Gray opnemen
vroeg deze spottend.
„Neen, maar om te zien, of hij reeds
gevangen genomen is."
„Ah, hebt gij eenige tijding van uwen
vertrouweling?" vroeg de directeur met
klimmende spot.
„Ik verbied u op die wijze tot mij te
spreken. Ik ben niet vertrouwd met een
bandiet."
„Maar gij hebt mij toch een paar dagen
geleden gezegd
„Gij moogt voor uwe ooren wel eens
naar een specialiteit gaan," spotte Edith.
„Moet ik u opnieuw de deur wijzen?"
vroeg de directeur.
„Dat moest gij eens doen, ik zou bij
het gouvernement mijn beklag over u in
dienen. Ik ben gekomen om u raad te
vragen, en al zijt gij mij ook vijandig, als
openbaar ambtenaar moet gij mij aan-
hooren."
„Spreek dan."
„Wat moet ik met deze aandeelen be
ginnen
Hij haalde de schouders op, en zei„Ik
ben geen bankier."
„Het zijn aandeelen van de maatschappij,
door Gray gesticht."
„Vervoeg u dan bij de maatschappij."
„De directeuren zijn met Gray ver-