Naar beweerd wórdt, heeft de paus
den wensch te kennen gegeven op
nieuw te trachten om in de Grieksch-
orthodoxe landen gedurende Kerstmis
een wapenstilstand te verkrijgen.
De Dnilsche keizer heeft zich Maan
dag voor een kort bezoek aan Keizer
Frans Jozef naar Schönbrun begeven.
Het is de eerste ontmoeting vau de
beide heerschers der bondgenooten
sedert het begin van den oorlog. Het
weerzien gebeurt op een tijdstip dat
de Duitsche enOostenrijk-Hongaarsche
troepen opnieuw schouder aan schou
der in een samenwerking met de troe
pen van Bulgarije, groots vooideelen
hebben bevochten. De Keizer heeft er
prijs op gesteld, na een zoo langen be
wogen tyd Keizer Frans Jozef weder
de hand te drukken.
tns8chen Boekarest en Sofia begonnen,
die hebben geleid tot een besluit der
Roemeensche regeering, om langs de
Bulgaar8che grens een 3 KM. breede
onzijdige zone te trekken. Als daarbin
nen Bulgaarsche granaten mochten
vallen, zal de daardoor aangerichte
stoffelijke schade worden vastgesteld en
na den oorlog worden vergoed.
Een overeenkomst in dien zin is te
Boekarest door vertegenwoordigers van
beide landen geteekend.
Larilland, eerste secretaris der Em
bassade van de Vereenigde Staten te
Parijs, is oenoemd tot zaakgelastigde
in Servie, waar de Vereenigde Staten
tot nu toe geen vertegenwoorligers
hadden. Hun gezant te Boekarest was
tegelijk geaccrediteerd bij het Servische
en Bulgaarsche hof. Het besluit der
regeering te Washington, genomen op
een oogenblik als dit, is van groote
beteekenis.
Volgens uit Parijs ontvangen berich
ten bevatte de nota van de entente
aan Griekenland vier eischen
le. Afstand van den spoorweg van
Saloniki in Engelsch-Fransch beheer
tot na afloop der operaties2e. spoe
dig vertrek uit Saloniki van de daar
samengetrokken Grieksche troepenaf-
deelingen3e. het toestaan van het
recht van onderzoek van alle Griek
sche kusten en eilanden door de vlo
ten der geallieerden om vijandelijke
duikbooten en haar steunpunten op te
sporen 4e. plechtige verplichting om
de troepen der geallieerden onder geen
omstandigheden te ontwapenen.
Slechts het vierde punt alleen is in
gewilligd.
De correspondent van de N. R. Ct.
te Zurich schrijft over de sluitiug der
DuitschZwitsersche grenzen
De maatregelen der Duitsche autori
teiten zijn ditmaal strenger dan ooit
te voren. Niet alleen is het verlaten
van het Duitsche grensgebied, of het
betreden daarvan door vreemdelingen
verboden, maar zelfs den in Zwitser
land vertoevenden Duitschers, voor
zin van reispassen, is het verboden in
hun vaderland terugtekeeren, tenzij een
vergunning wordt verkregen van den
generaal-commandant. In Friedrichsha
fen zijn Duitschers, voorzien van gele-
gimiteerde bewijzen, dat zij voor eeu
dringende aangelegenheid op weg wa
ren naar hun land, door de militaire
autoriteiten aangehouden ennaarZwit-
sersch gebied teruggebracht. Het baatte
niemendal, dat zij verklaarden, zich
aan alle militaire onderzoekingen te
willen onderwerpen. Geen muis wordt
doorgelaten.
Het algemeene vermoeden is, dat
nieuwe troepenverschuivingen plaats
vinden naar het Oosten.
Te Boedapest is een telegram uit
Sofia ontvangen, volgens hetwelk Bul
garije een nota aan Roemenie heeft
gericht, waarin het heetindien Rus
sische krijgsverrichtingen aan de Bul
gaarsche grens in aangrenzend Roe
meensch gebied schade mocht veroor
zaken, dan aanvaardt Bulgarije daar
voor geenerlei vera rtwoording. Na ont
vangst dier nota zijn onderhandelingen
vooral toen hij zag dat deze vrouw
bij hen was een schoone jonge vrouw, die
gekleed was in een rijcostuum van zwarte
stof, dat haar slank figuur zoo goed deed
uitkomen. Op het hoofd droeg zij een groe
nen hoed met grooten struisveder, die door
de wind licht op en neer bewogen werd.
Zij scheen zeer vermoeid door den langen
rit.
Toen zij Gray voorbij ging, die gebonden
op den grond lag riep hij uit„Edith."
De vrouw wendde het hoofd in de rich
ting waar de gevangene lag; toen zij hem
zag en hem herkende schreeuwde zij„Gray,
ellendeling," en wilde zich op hem wer
pen, maar de Indianen grepen haar en
brachten haar voor het opperhoofd.
Edith Bastrow in het kamp der Apachen
Hoe was zij daar gekomen Zij had de
beslissing en de werkzaamheid der justitie
willen verhaasten, en was uitgegaan om
Gray, den vroegeren Diego Mason, op te
sporen.
Ze had haar doel zoo spoedig mogelijk
trachten te bereiken. Ze had ee e groote
som geld meegenomen, en was per spoor
naar St. Juan gegaan, dat drie dagen te
voren door de expeditie verlaten waa.
Daar vertelde zij haar plan, om de expe
ditie te volgen. Van alle kanten raadde
men het haar af. Als zij eenmaal wist dat
Gray een misdadiger was, dan moest zij
hem liever ontvluchten, in plaats van hem
op te zoekenmaar zij liet zich niet van
haar stuk brengen, en Dam drie woudloo-
pers in haar dienst, mannen die zich toe
vallig in de stad bevonden, mannen met
voldoende terreinkennis. Het waren wel
geen jagers, maar het waren postboden, die
meestal de brieven brachten van St. Vin
cent naar de verschillende verwijderde for
ten. Ze kenden Mapimi oor en door en
volgden den loop van de Nadadores.
In de officieele berichten omtrent
hun jongste nederlagen aan het Riga-
tront zeggen de Duitschers dat zij we
gens de ontzaglijke terreinmoeilijkhe
den in het bosch- en meerrijke gebied
aan den grooten weg tusscben Mitau
en Riga allengs eeu deel van hun
troepen, die ten Noorden en Noord
westen van Mitau waren opgesteld,
hebben moeten terugtrekken. De Duit
schers verhelen dus zelf niet hun on
fortuinlijkheid, die zij echter op reke
ning stellen van het moerassige ter
rein. Het spreekt van zelf dat deze
omstandigheid een groote rol speelt iu
den geheelen strijd, maar toch dient te
worden vastgesteld dat een dergelijke
verklaring niets anders is dan een
masker, waarvan de Duitsche bevel
hebbers zich bedienen om voor de
openbare meening in Duitschland de
ware oorzaken vau den terugtocht iu
de streek van Riga te verbloemen.
Het ware toch stellig zonderling, een
terrein, al is hat dan ook moerassig,
te ontruimen, nadat men er vijf of zes
onafgebroken verdedigingslinies heeft
aangelegd en door deugdelijke betonnen
versterkingen bevestigd.
De Servische minister van Oorlog
liet in het Atheensche blad „Hestia"
de volgende verklaring publiceeren:
De krijgsverrichtingen van het Ser
vische leger zijn allesbehalve geëindigd.
Onze strijdkrachten zijn feitelijk nog
intact. Wij verloren tot dusver ö5 000
man aan doodeu en gewonden, en
20 000 werden gevangen genomen. De
rest bedraagt ongeveer 200 000. Wij
komen alleen zware artillerie te kort.
Onze intendance werkt uitstekend, dank
zij de Fransche organisatie, en het
moreel onzer troepen is onverzwakt.
Niettemin voelen wij de moeilijkheid
der positie, vooral wat het tekort aan
miuitie betreft. Uit strategisch oogpunt
is de positie ook ernstig.
Vooral in den Katsjanik sector is de
toestand volkomen bevredigend. Zoo
dra de Eugelscb-Fransche strijdmacht
groot genoeg zal zijn, zullen wij het
offensief nemen. Inmiddels blijven wij
bij het defensief, houden de passen be
zet en brengen den vijand zware ver
iezen toe.
Zoo noodig zullen onze strijdkrachten
angzaam naar Albanië terugtrekken en
den vijand iedere duimbreedte gronds
betwisten, om den geallieerden tijd te
geven tot het conceutreeren hunner
strijdkrachten.
De deelname van Italië stuit op be
zwaren, wegens het meeningsverschil
betreffende Albanië.
De Russische troepen zullen na de
concentratie der geallieerde legers te
ïulp komen en men verwacht van die
tusschenkomst ook een veranderde
ïouding van Roemenie.
Het is onwaar, dat de zetel der
Servische regeering naar Saloniki zal
worden verplaatst. Ik kan u verzekereu,
dat Frankrijk en Engeland verrassingen
in den Balkan voorbereiden. Zelf zijn
wij vastbesloten den strijd voort te
zetten, met dezelfde opoffering als sedert
het begin van den oorlog getoond."
Geheel anders luidt het laatste
Duitsche communiqué, waar 't zegt
Ten Z. W. van Mitrowitsa is Roed-
nik bezet. In deze streek zijn meer dan
2700 man gevangen gemaakt; ook
viel een groote voorraad oorlogstuig in
handen der verbonden mogendheden.
Met de vlucht van het armzalige
overschot van het Servische leger in
de Albaneesche bergen zijn de groote
operaties tegen dat leger afgeloopen.
De tweede taak, n.l. het tot stand bren
gen van een onbelemmerde verbinding
met Bu'garije en Turkije is reeds vol
bracht.
De tegenstand der Serviers, ondanks
't voordeel van het terrein dat zij had
den, hun taaie gehardheid en deu moed,
waarmee zij vochten, werd volkomen
gebroken; noch wegen, welke niets dan
modderpoelen waren, noch onbegaan
bare hoog ondergesneeu wde bergen, noch
de gebrekkige toevoer, noch de slechte
kwartieren hebben liet opdringen der
legers ook maar in het minst kunnen
stuiten.
Meer dan 100.000 man d.w.z. bijna
de helft van het Servische leger, zijn
gevangen genomen. Hun verliezen in
de gevechten en tengevolge van desertie
zijn niet te schatten. Kanonnen, ook
van zwaar kaliber en een voorloopig
onafzienbare voorraad oorlogsmateriaal
werden buitgemaakt.
De bijzondere correspondent van het
„Berliner Tageblat", dr. Lederer schrijft
uit Sofia, dat de slag bij Pristjina 10
dagen heeft geduurd. De daarbij gele
verde gevechten behooren tot de he
vigste in den oorlog tegen Servië. Meer
dan 20.000 gevangenen hebben de Ser
viërs in den loop der gevechten ver
loren. Hun verliezen aan dooden en
gewonden zijn niet minder terwijl vrij
wel bun gehcele trein en artilleriepark
in handen der overwinnaars is gevallen.
Niet beter dan de Serviërs vergaat
het den Franschen in het gebied van j
Krivolak. Men krijgt den indruk, dat
de geallieerden het nuttelooze hunner:
onderneming zelf inzien.
De rit was voor Edith zeer vermoeiend.
Ze zou zoo graag teruggekeerd zijn, maar
haar woede kwam hiertegen op, zij wilde
baar half millioen terug hebben. Ze wilde
de karavaan inhalen, om Gray te vatten,
haar geld terug te eischen en hem de aan-
deelen teruggeven.
Ze wilde dadelijk Valleij de hand bieden,
en als zijne vrouw naar Galveston terug-
keeren.
Ze was er zeker van, dat hij haar zou
aannemen. Lieve hemel, twee millioen werpt
men zoo niet weg en wie zou de vrouw
van den rijken wapenfabrikant eenigen las
ter naar het hoofd durven werpen Haar
huwelijk zou een eind maken aan alle
praatjes die in de stad omtrent haar in
omloop waren.
Bij de Nadadores komende kwam zij op
het slagveld. Ze werd van afgrijzen vervuld,
en was reeds van plan op hare schreden
terug te keeren, toen zij door de Apachen
bemerkt en gevangen geDomen werd.
Het opperhoofd zat op den omgevallen
boomstam, omringd door de ouden van
den stam, toen Edith voor hem geleid
werd.
Hij keek haar vol bewondering aan. Hare
schoonheid trok hem aan, maar zij was
slechts eene vrouw, en een Indiaan koes
tert altijd eene verachting voor de vrouwen.
Aan den woudlooper vroeg hij„Is zij
uwe dienstbode, of is zij de vrouw van een
uwer
„Zij zijn mijne bedienden I" antwoordde
Edith trotsch op de vraag, die in slecht
Spaansch gesteld was, eene taal die zij
uitstekend sprak.
„Zwijg, vrouw," zei Christobal en her
haalde zijn vraag.
„Wij zijn hare ondergeschikten," ant
woordde een der mannen.
„Dwazen, gij mannen moet nimmer ge
hoorzamen aan eene vrouw. De vrouw is
De „Lok. Anz." oDtleent aan de .Cor-
riere della Sera" het bericht van Salo
niki, dat de pogingen der vier divisies
Bulgaren om de Fransche linies dooi
te breksn, nog aanhouden. Monastir is
nog vrij. De Bulgaarsche ring, welke
om de stad wordt getrokken, wordt
echter steeds nauwer.
De gezanten vau Rusland en Enge
land in Servië zijn na een veertien-
daagsche reis vau Prisron te Monastir
aangekomen, de gezanten van Frank
rijk en Italië zijn nog onderweg. Meu
spreekt van een offensief der Serviërs
tegen de engten van Katschanik om
naar Uskub door te breken en zich met
de Franschen te vereenigen, maar ov er
het einde van Servië is het onnoodig
zich nog illussies te maken.
I*laatsel|ik Nieuws.
Ileustlen 1 Dec.
Maandagmorgen ontstelde men algemeen
door het bericht van het overlijden van
mejuffrouw Adelberg. Nog in en loop van
Zondag was de overledene buiten haar wo
ning geziendoch, zooals later bleek was
zij toch lijdende. Zij bereikte den leeftijd
van 52 jaar.
Ten gerieve van de met verlof zijnde
militairen rijdt 's nachts een wagen van
hier naar den laaDten trein te Drunen. Ter
wijl deze in den nacht van Zondag op
Maandag weder op weg was, werden de
paarden echichtig en sloegen in de Putter-
straat op hol. In volle vaart reden ze tegen
een lantaarnpaal op, die uit den grond
gerukt werd. Door den schok sloegen de
slechts geschapen als dienstbare," verkon
digde het opperhoofd.
„Daar gij dwazen zijt, zult gij het lot
uwer meesteres deeleD. Breng hen weg."
De woudloopers werden door eenige In
dianen weggeleid.
„Ik protesteer tegen mijne gevangene
ming en eisch zeide Edith boos.
„Zwijg," zei Christobal.
„Ik ben een vrije Amerikaansche
„Nu zijt gij gevangene en mijne slavin."
Niet spreken, als gij niet gevraagd wordt,
anders
De Indiaan had minachtend het voor
hoofd gefronst.
Edith had dikwijls hooren spreken van
de wreedheid der Indianen en begreep dus,
dat het wijzer was, ditmaal eens te zwij
gen. Ze sprak dus geen woord.
„Waar komt gij vandaan?" vroeg het
opperhoofd.
„Van Galveston."
„Wat komt gij hier doen
„Om een misdadiger gevangen te nemen."
„Gij, eene vrouw vroeg Christobal vol
bewondering; hem den krachtigen lieren
krijger, gehard in den strijd, gewend aan
ontberingen, alles dwingend met de kracht
van zijn ijzeren vuist, beviel deze flinke
vrouw, die alleen uittoog om zich op een
vijand te wreken.
„Wij blanke vrouwen zijn dapper, en
hebben heldenbloed in de aderen," riep
Edith hooghartig uit.
„Waarom wilt gij dien misdadiger ge
vangen nemen?"
„Hij heeft mij van mijn geld beroofd."
„En gij hoopt hem tin Mapimi te vin
den
„Ik was er niet zeker van, maar nu
wel."
„Ha, gij hebt hem dus gevonden?"
„Ik zag hem zoo pas, hij bevindt zich
in uwe handen en gij zult niet weigeren
dieren tegen de straatsteenen en bezeerde
het eene zich zoodanig, dat het zeer waar
schijnlijk moet worden afgemaakt.
De koetsier wist er bijtijds af te springen.
Werkendam- Het door de gasfa
briek alhier geleverde gas is zoo slecht ge
zuiverd, dat sommigen hun petroleumlam
pen weer hebben aangestoken en anderen
bij het koude weer hun ramen moesten
openen.
BenedenXian«straat In den
hooihandel is thans geen groote bedrijvig
heid. Toch worden de prijzen wegens den
beperkten voorraad stijver. Men besteedt
voor eerste soort handelshooi f 25, afwij
kende soorten f 20 a f 22 en schraal pers-
hooi f 15 a f 16 per 500 k.g.
apelle Vergadering van den Raad
der gemeente, op Zaterdag 27 November
1915, des voormiddags om 10 uur.
De Voorzitter opent de vergadering, waar
na de notulen der vorige worden gelezen
en goedgekeurd.
Aan de orde:
1. Ingekomen stukken.
Raadsbesluit, voorzien van het bewijs
van goedkeuring, tot af- en overschrijving
op de gem.-begrooting, dienst 1915.
Schrijven van den Ambtenaar en Volon
tair ter Secretarie, boudendedankbetuiging
voor de toegekende gratificatie, voor de
verrichte werkzaamheden gedurende de
vacature van het Secretariaat.
Aangenomen voor kennisgeving.
Adres van de vereeniging „het Groene
Kruis" verzoekende een subsidie uit de
gemeentekas. Wordt besloten dit adres tot
een volgende vergadering aan te houden.
2. Vaststelling gem.-begrooting 1916.
Namens de commissie van onderzoek
zegt de heer Oerlemans een kleine opmer
king te hebben betreffende de haven. Het
bedrag dat voor het onderhoud is uitge
trokken vindt spreker te klein, gezien den
slechten toestand der haven.
De Voorzitter zegt, dat, mocht het uit
getrokken bedrag van f2o0 blijken te klein
te zijn, daarop nog altijd een middel kan
worden gevonden. Spreker wil de zaak
niettegenstaande toch eens onderzoeken.
3. Vaststelling voorwaarden haven- en
kaaigeld. Conform de door B. en W. ont
worpen voorwaarden worden deze vastge
steld.
Hierna gaat de Raad over in geheim
comité ter vaststelling van het sugpletoir
kohier van den Hoofdelijken Omslag.
Voor de betrekking van hoofd der
school te Vrij hoe ve-Capelle heeft zich geen
enkele sollicitant aangemeld.
Enkele ingezetenen hebben een ver
zoek tot den burgemeester gericht, verzoe
kende pogingen in het werk te stellen, dat
de bij hen ingekwartierde soldaten, bij
verlof, zoodanig verlof genieten, dat zij in
plaats van 's nachts, des morgens kunnen
thuiskomen, zulks in verband met de
nachtrust der kwartiergevers.
Oeiidereit. De heer Braams, hoofd
der o. 1. school alhier, is benoemd tot
leeraar aan, de gemeentelijke kweekschool
te Dordrecht.
In de j.l. gehouden vergadering van
stemgerechtigden der Ned. Herv. kerk, is
herkozen tot Notabel de heer G. Vos Gz.
en tot pres. kerkvoogd de heer Andries
van Wijk.
's-Ciravemoer. De weleerwaarde
heer ds. J. Esselink te Wateringen, heeft
voor de roeping der Gereformeerde kerk
alhier bedankt.
De miliciens der lichting 1916 uit
deze gemeente zullen, voor zoover behooren-
de tot de le bataljons der Regimen te In
fanterie te 's-Hertogenbosch op 17 December
a.s. worden ingelijfd en die behoorende tot
de 3e compagnie wielrijders op 16 December.
Haamsdonk. Met genoegen deelen
wij mede, dat Ue beer J. N. van Dongen,
onderwijzer aan de o. 1. school alhier, met
ingang van 15 December a.s. is benoemd
tot hoofd der o. 1. school te R'veer.
Op de bij P. Boons gehouden ver
gadering van het veefonds, werd de heer
J. Knaap herkozen als Secretaris-Penning
meester en de heeran Joach. de Bont-Van
Dijk, A de Bont en P. Verschuren als
hem mij uit te leveren."
„Mijn gevanger.e?" vroeg Christobal,
handig de verwondering verbergende, die
deze woorden bij hem opwekten.
„Ralf Gray, of liever nog Diego Mason.
Geef hem mij, laat mij hem met de handen
wurgen en aldus mijne wraak aan hem
voltrekken," schreeuwde Edith.
Zij zag er vreeselijk uit met gelaatstrek
ken door woede vertrokken haar oogen
schitterden bij hare begeerte naar wraak.
Het opperhoofd was niet boos, en eene
stoute gedachte kwam in hem op. I)ie vrouw,
al was zij zoo blank, zou waardig zijn, de
vrouw te worden van den gebieder van
een machtigen stam.
Een nieuwe misdaad van Gray 1" riep
hij uit.
„Stemt gij het mij toe
„Neen."
„Gij moet het mij toestaan, ik heb oudere
rechten dan gij, gij hebt hem pas kort ge
leden gevangen genomen."
„Ik zal u een gunst bewijzen, hij zal door
uw hand sterven, en voor eeuwig onteerd
zijn."
„Ik dank u" riep Edith uit, en vervolg
de „Bindt hem nu vast, en geef mij een
dolk."
„Neen, zoo spoedig moet hij niet sterven
Wij zullen hem aan den schar dpaal bin
den gij moogt hem martelenhij zal een
langen doodstrijd hebben, zijn pijnen zullen
vreeselijk zijn, wanneer gij eindelijk te
vermoeid zijt, dan eerst moogt gij hem de
dolk in de borst stooten, heel langzaam, in
het hart, zoodat hij streepje voor streepje
vooruit gaat."
„Goed zoo," riep Edith, „ondragelijke
pijnen moet hij lijden."
Christobal bleef in gedachten verzonken
en zeide toen
„Zult gij geen misbiuik van deze gnnst
maken
commissarissen. De inkomsten bedroegen
f 2485,86. De uitgaven f 2046 72s, het batig
saldo alzoo f 439,135. Er was d.iemaal */2
pCt. omslag geheven.
Raamsdonkveer. De prijzen
der koopmansbeurs in 't Hotel De Reijer
bedragen deze week: Boonen f20,50; Erw
ten f 21Haver fj 13.50Tarwe f 10,
Mais f 9,60; Rogge f 9,50.
Het Am8terdamsche toon eel en va
riété ensemble gaf Zaterdag in de oude
Openb. School een welgeslaagde uitvoering.
Theppy's reportoire voldeed goedhet
blijspel „De Patient van Buiten" deed het
publiek nu en dan hartelijk lachen en zou
nog beter geslaagd zijn, als de rol van
dokter Hansen gespeeld ware door het en
semblelid, dat wegens militair zakenverlof
verhinderd was. Jenny en Tommy vonden
veel bijval bij 't publiek en de baritonzan
ger Fachonnet gaf met zijn mooi vol ge
luid verse lillende liederen ten beste, die
alle een luid applaus verwekten. Gaarne
roepen wij dit variété-ensemble een tot
weerziens toe.
NleuwendUL.. Zaterdagmiddag
viel het 8-jarig zoonije van J. de Hoog bij
den landbouwer A. Middelkoop, boven van
den zolder, met het noodlottig gevolg met
zijn hoofd op een beton vloer terecht te
komen. De in allerijl ontboden geneesheer
constateerde schedelbreuk.
Sprang. J.l. Vrijdag viel de dienst
bode van den heer A. H. alhier, teen zij
een emmer water schepte, in den welput.
Door haar tegenwoordigheid van geest wist
zij onder haar val zich nog aan den put
haak vast te klampen. Op haar hulpge
schrei was de heer H. toegeschoten, die
met behulp van enkele buren het me'sje
uit haar benarde positie wist te verlossen.
Met den schrik en een nat pak kleeren
kwam ze vrij.
Zaterdagmorgen had een vrouw van
een militair in de Besoijensche steeg het
ongeluk door de gladheid van haar fiets te
vailen. In bewusteloozen toestand werd zij
opgenomen. Vreesde men eerst het ergste,
toen zij weer tot bewustzijn kwam, be
merkte men dat alles tamelijk goed was
afgeloopen. Enkele lichte kneuzingen waren
de gevolgen.
Donderdagavond 6,30 uur, zal in
het Ned. Herv. kerkgebouw alhier, in het
belang van den „Gereformeerden Zendings-
bond" optredends. Van Ingen uit Ga
meren.
Vryhoeven-Cappel. Naar wij
vernemen, is ds. de Vries uit Tilburg zoo
bereidwillig gevonden, om godsdienston
derwijs te willen geven aan de jongeren
der Geref. Kerk alhier.
Zaterdagmorgen ontdekte de onder
wijzeres, tijdens de handwerkles aan de
meisjes, dat er vuur uit de kachel was
gevallen en een beschot brand had gevat.
Ingeroepen hulp bluschte het vuur, dat
snel om zich heen greep.
Wfjk. Van de militieplichtigen der
lichting 1916, dezer gemeente, zullen op
Donderdag 16 December e.k., vier personen
te 's-Hertogen bosch worden ingelijfd.
Op 7 December a.s. zullen, ingevolge
art. 32 der wet op de inkwartieringen enz.,
alle mannelijke trekhonden uit deze en
omliggende gemeenten, ter hoogte van ten
minste 65 c.M., door het Rijk ten behoeve
van het leger worden gevorderd.
Hraaln (jk. J. v. L. liep Maandag
avond met een lamp in de hand door de
stationstraat. Hij kwam te vallen «,n be
zeerde zich zoodanig aan hand en hoofd
door de glasscherven, dat geneeskundige
hulp moest worden ingeroepen.
In de afgeloopen week, zoo meldt men
aan de N. R. Ct., werd op de Beneden-Waal
gevangen: te Woudrichem een partij snoek,
baars, paling en witvischte Herwijnen
een partij witvisch en snoekte Haaften
een partij snoekte Zaltbommel een partij
witvisch en snoekte Rossum een partij
witvischte Bato's Erf een partij witvisch.
Prijsopgaaf is niet bekend van de ge
vangen visch, daar alles naar elders wordt
gezondenvan Tiel tot Gorinchem wordt
„Neen."
„Zweer dan, dat gij den gevangene niet
zult doodeD, voordat gij hem voldoende
gemarteld hebt
„Ik zweer het."
,,'t Is goed Ik zou u aan de schandpaal
kunnen binden en vermoorden, ik zou er
het volste recht toe hebben, maar ik laat
u vrij.
„Maak haar los," zei Christobal tot zijn
mannen, die het bevel uitvoerden.
„Ik dank u," zeide Edith.
„Mijne mannen?" vroeg zij.
„Zullen in vrijheid gesteld worden," zei
het opperhoofd.
Hij liet een jongen Indiaan komen, en
zei„Houd haar goed in het oog en ver
dubbel de tentwacht."
Edith liep dadelijk naar Gray de In
dianen zagen haar met verwondering aan.
„Edith, mijne lieveling, maak mij los",
smeekte hij, overtuigd dat zij niet wist
welke misdaden hij had bedreven.
Spoe lig werd hij uit den droom gehol
pen, want van hare lippen stroomde eene
vloed van verwijtingen, terwijl zij hem
tevens bij zijnen eigen naam aansprak.
„Edith, hoe komt gij daaraan?" vroeg
hij.
Ik weet alles," gilde zij hem toe„Fi-
lippo heeft gesproken."
„Filippo." Deze naam deed Gray alles
begrijpen. Men was in zijn woning door
gedrongen en had den man nog in leven
gevonden. Hij had berouw, dat hij hem
niet dadelijk vermoord had. Maar dit be
rouw kwam te laat.
„Filippo heeft gelogen Edith, ik ben een
hertog en de mijn
Wordt vervolgd).