voor Hel Land van llensden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Eenzamen. De lernei net Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden, lüo. 3528 Vrijdag 24 December Bij dit nr. behoort een Bijvoegsel. FEUILLETON. UWB üU Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 1915. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Het heerlijke Kerstfeest nadert. Dag van rijke vreugde, van hoog genot, dag van licht en leven, wees welkomWant de herinnering aan uwe vele voorgangers, even zoovele bronnen van schoone, huiselijke genie tingen, uitschitterend door liefelijke, genotvolle gezelligheid, blijft en zal blijven leven in de harten van hen, die ontvankelijk zyn voor zachte, wel dadige indrukken, rijk aan innerlijke levenswarmte. Zoet en liefelijk, balsemend, dikwerf, komen die herinneringen haar troost brengen aan hen, die niet mede heb ben gezeten aan den laat sten Kerstmis- disch, aan hen, die niet hebben gesmaakt de genietingen van een blij, heerlijk lichtfeest, aan hen, die niet hebben gejuicht in den laatsten Kerst nacht, niet hebben meegejubeld het „Vrede op Aarde," maar die hebben gezeten in treurige neerslachtigheid, in doffe onverschilligheid, in droeve ver latenheid of in vertwijfelende eenzaam heid. Want, helaas! daar zijn ook men8chen de eenzamen die met min of meer wrevel, met tegenzin, ja, met zekeren angst het feest van het Licht tegemoet gaan. Er zijn er zelfs velen, die zuchtend opzien tegen dien dag der dagen, die in stilte morren en klagen over al die drukte rondom zich, die langs hen heen gaat en die upet weldoend, maar schrijnend op hen inwerkt. Daar zijn menschen, die met een zucht van verlichting zeggen: „Goddank, dat die nare dagen weer voorbij zijn Hoe is 't mogelijk toch! Waar overal de blijde feestvreugde ons toelacht, waar duizenden bij dui zenden menschengezichten vroolykheid en opgewektheid zeggen, waar de heer lijke feestjubel lonkt en lacht op straat, in bloemenpaleizen, in kerken, van achier de hel verlichte vensters der binnenkamers, kunnen daar nog men schen zielen zyii, die niet meevoelen de verheven vreugde, die daar is, nu de Duisternis door het Licht is overwon nen Ja, ja, er zijn er zoo. Gij en wij, we kennen ze de onge- lukkigen. Wij duidden ze reeds aan de eenzamen. Dwaal maar eens de straten door als 't Kerstlicht tintelt op den Kerst boom en uitstraalt naar buiten of de silhouetten der juichenden afteekent op de gordijnen der ramen, en zie hem daar gaan, den man, nog krachtig, hoe wel niet jong meer, maar welverzorgd. Een enkel oogenblik blijft hij staan om even te blikken naar dat gezellige, huiselijke tafereel, vol van vreugde. Even ziet hij er naar om, wendt dan het hoofd af, zucht even en voelt iets vochtigs in zijn oog. Zijn oogen gaan dan naar de straat, de lippen worden saamgekoepen en hij keert zich om en roept: „Kom Fik!" Hij knipt met de vingers en zijn trouwe hondje springt tot hem op. En peinzend gaat hij ver der. Die man is geen behoeftige, geen dakloozehij heeft geen gebrek aan iets materieelsin zijn kamer ontbreekt niets. En toch is het er hem zoo ledig Daar was een tijd, toen ook hij het zoo heerlijke Kerstfeest vierdeop den schoot zijner liefdevolle moeder, zijuer moeder, die hem in de armen sloot in het zilveren kaarslicht, uitstra lend van den groenen Kerst'.oom. Maar die tijd is voorhij, lang voorbij, en alleen de herinnering er aan kan hem nog een enkel oogenblik van genot verschaffen. Treden we dit café eens binnen. Zoudt ge wel zeggen dat het Kerst feest is? Vraagt ge u zeiven niet af: Hebben deze lieden dan geen huiselij- ken haard Of, zoo zij dien al bezit ten, is er dan geen huiselijkheid, geen gezelligheid rond dien haard te vinden Moeten al deze menschen gezelligheid koopen, kunnen zij die niet scheppen ouder eigen dak, in eigen binnenkamer O, er zijn er, die zich niet tevreden kunnen stellen met die huiselijke ge neugten, maat- er zijn ook, die o zoo gaarne ander genot smaakten dan een gezellig café biedt. Daar aan de leestafel zit een man, wiens uitzicht ernst tot ons spreekt. Schijnbaar aandachtig zit hij te lezen. Een trekje aan de sigaar, buigen over zijn nieuwsblad, proeven van zijn koffie, weer staren in zijn courant, en zoo wordt het eene blad na het andere in gezien en weggelegd. Kerstvreugde, Kerstfeest, Kerstmis vieren, „och, mijn lieve hemel, die couranten staan er vol van". Dien gulden tijd, hij herdenkt hen met vreugde en genieten. Daar ziet hij weer zijn huiskamer van weleer. Ach, wat had zij met kleine middelen die kamer gezellig weten te maken 't Was immers toch Kerstfeest?.... En hij genoot, hij voelde zich geluk kig, meer nog dan dat. Maar dat alles is voorbij Zij is heengegaan en heeft hem alleen gelaten. Achtergeble ven en verlaten, gevoelt hy zich een zaam, de arme, en dat op een feest, door heel de Christenheid gevierd. Dan zet hij zich neer naast den haard, in het hoekje van veel gepeins en veel gezucht. Want hij kan niet den heelen avond op de straat blijven, de arme eenzame, wiens ziel snakt naar de koesterende warmte van den huiselijken haard. En zoo ook zijn er vrouwen, wier leven even eenzaam daar henen vliedt, die alles hebben, maar dat ééne missen, dat alleen de huiselijke haard kan schenken; onderlinge liefde, vfaardee- ring en toewijding. Vooral gy huismoeders, denkt aan die eenzamen bij het vieren van uw Kerstfeest. Noodigt die eenzamen aan uw disch. En ge zult beloond worden met innige dankbaarheid. En een Christenplicht vervult ge, door ook feest, een feest des Lichts te bereiden aan hen, die veel, veel vergeten wor den aan de eenzamen in onze samen leving. 4) „Ik evenmin," zeide juffrouw Bloom. „En dat is de zuivere waarheid. Zij is weg, en daar is het mee uit. En ik zou mij erg moeten vergissen, als haar niet nog meer ellende wachtte." „Weg, en daar is het mee uit!" Charles keerde terug naar zijn kamer, en onheil spellend galmden die woorden hem in de ooren. „Wat een afschuwelijk besluit," dacht hij. „Weg! En ik had zoo graag nader kennis met haar willen maken, zelfs alOch, die ellendige geschiedenis op de stoep. Nog meer moeilijkheden in het voor uitzicht! Dat bedoelde zij zeker, toen zij zeide, dat die schurk was omgekocht. Maar ik zou toch wel eens willen weten, waarop zij eigenlijk doelde, en in welke moeilijk heden zij verkeert." Er was echter geen middel om erachter te komen, en hij besloot dus, het raadsel op te geveD, en terug te keeren tot het ernstige vraagstuk, hoe het best zijn eigen brood te verdienen. „In ieder geval, al was die andere kerel er ook niet, zou zij toch geen taxibestuur der aanzien." meende hij„en hooger gaat mijn eerzucht op het oogenblik niet. Maar och hemelwat is het hier saai zonder haar." IV. Charles Freek zag juffrouw Byron (zoo heette zijn mooie buurvrouw) niet weder, en na een poosje begon hij alle hoop te verliezen, haar nog eens te zullen ontmoeten. Als een echte Amerikaan had hij zich met hart en ziel toegelegd op het verkrij gen van e; n taxi en een patent. En al kreeg hij nu en dan lust om de knie te buigen voor zijn vader en terug te keeren onder de vleugelen van den trust, hij bood krachtig weerstand, en na enkele weken vertoonde hij zich in een nieuwe uniform, die hem zeer goed stond, als bestuurder van een nieuwe, donkerblauwe taxi, passagiers zoekend in het West End, en met de grootste koel bloedigheid zijn fooitje in ontvangst nemend. En bij mooi weer beviel dat leventje hem I best. Het was dan ook een gezond leven in de open luchthet werk was niet zwaarder dan hetgeen hij dikwijls voor pleizier gedaan had, en daar zijn knap uiterlijk en zijn nette kleeding waarschijnlijk aan de dames be haagden, had hij zooveel vrachtjes, dat me nige klerk hem zijn inkomsten zou benijd hebben. Nu en dan voelde hij zich wel eenigszins verlegen, als het noodlot, in de gedaante van een klant, hem naar zijn Club in Pall- Mall voerde, of een oude kennis hem een ruimer fooitje gaf dan gebruikelijk was; maar over het algemeen werd hij niet her kend en schikte hij zich best in z jn beroep, terwijl hij zich dikwijls in stilte kostelijk vermaakte. Soms had hij ook wel eens een avontuur. Op zekeren avond keerde hij terug van een tocht naar St. John's Wood, waarheen hij een vroolijk troepje tooneelspelers en andere jongelui gebracht had. De taxi was vol en bovenop zaten er ook nog, die de maat sloe gen, terwijl de anderen in koor met hen meezongen. Hij hal bedankt voor een aan bieding om iets met hen te gebruiken, en in plaats daarvan een goede fooi gekregen. Nu was hij op weg naar de garage. Hij wilde zich verkleeden en dan naar een schouwburg gaan, doch werd aangeroepen door een paar mannen met sluwe geziohten, Uuiteufand. Volgens de „Secoio" hebben de Engelschen opnieuw honderd kanon nen te Saloniki aan land gezet. Het aantal verdedigers bedraagt 160.000 man. In de haven zijn tien groote oorlogsschepen aangekomen, om de stad te verdedigen. De vliegtuigen heb- be hun verkenningsvluchten weer her vat en Strumnitza, Doiran en Gjewgjeli gebombardeerd De hoofdmacht van het Entente-leger staat bij Kilkitschde voorposten bevinden zich twee kilometer van de Bulgaarsche grens bij het station Doiran. Volgens een mededeeling uit Korfoe aan de „Frankfurter Zeitung" hebben twee schepen, die geen vlag voerden, doch die herkend werden als Italiaan- sche vaartuigen, in begeleiding van een waarvan een hem een adres opgaf, met bevel, dadelijk daarheen te rijden, anders kreeg hij slechts zijn vracht betaald. De andere stapte in de taxi en riep zijn makker toe, voort te maken, anders zouden zij te laat komen. Hun manier van doen beviel Charles niet, doch hij wilde geen ruzie maken, waardoor hij misschien zijn patent zou bunnen ver liezen. Hij knikte dus, en reed in de op gegeven richting, naar een liotei in de nabijheid van Cuvent Garden. Daar stapten de mannen uit. „Je zult hier moeten wachten, chauf feur," zeide een hunner. „Wij gaan hier wat drinken en een vriend spreken, en dan moet je ons naar Regent's Park rijden." Charles keek niet vroolijk. „Daar gaat mijn avond in den schouw burg" dacht hij, terwijl de mannen het hutel binnengingen, „ik kan het wei buiten hun geld stellen. Zou ik wegrijden?" Hij aarzelde en voor een oogenblik stond zijn gtheeie verdere leven op net spel. Toen zette hij zijn motor stop en ging weer op zijn plaats zitten. „Eens kijken hoe het loopt," dacht hij, „eigenlijk mag ik het geld ook maar zoo niet weggooien." Na een paar minuten kwam een van de mannende deur uit, en Charles, verheugd dat het wachten ni t langer geduurd had, zette den motor weer aan. Doch van ver bazing liet hij de kruk haast los, want daar kwam ook de tweede man het hotel uit, vergezeld van den knappen jongen, dien juffrouw Byron op de stoep in Dean Street gekust had, en wiens komst het teeken was geweest voor haar vertrek. De beide anderen hadden blijkbaar ge dronken, hun gezicht was rood, en zij lach ten en praatten luid. Het bleeke, knappe gelaat van hun metgezel was een beetje angstig, en zwijgend volgde hij hen naar de kruiser, eveneens zonder vlag, de baai vau Korfoe en de kust van Epirus af gezocht. Reizigers uit Brindisi melden, dat daar een sterk eskader van de Italiaansche vloot ligt. Buiten Shi'mara heeft men 18 groote en kleine oorlogs schepen, gedeeltelijk Eogelsche, gedeel telijk Fransche, waargenomen. Het wetsvoorstel, dat bij het Hon- gaarsche parlement is ingediend, stelt 55 jaar als grens van den dienstplich tigen leeftijd. Naar het schijnt, is het zeker, dat het wetsvoorstel aangenomen zal worden. In Oostenrijk zou eenzelfde maatregel bij Keizerlijk besluit worden genomen. Verder is, volgens nauwkeurige mede- deeliugen aan de Weensche pers de regeering van plan binnenkort de lich ting 1918 op te roepen. De lichting 1917 is sedert 15 October ingelijfd. Uit Athene wordt aan het „Berl. Tageblatt" geseind, dat het protbst, dat de Grieksche regeering bij de regeeriu- gen van Engeland en Frankrijk heeft ingediend tegen de versterking van Sa- loniki, in scherpe bewoordingen is ge steld. De Grieksche regeering verklaart, dat de door de Eutente in de omgeving van Saloniki en op andere punten ge troffen maatregelen tot versterking, niet alleen inbreuk maken op de achting, waarop Griekenland aanspraak moet maken, doch ook het gevaar doen out staan, dat Griekenland in een scbeeve verhouding komt te staan tegenover de tegenstanders van de Quadruple En tente. Met een beroep op artikel 5 van de Haagsche Conventie ziet de regeering aldus de nota zich derhalve ge noodzaakt bij de Quadruple Entente nadrukkelijk te protesteeren tegen de nieuwe inbreuken, die de geallieerden op het punt staan te ondernemen tegen de onaantastbaarheid van Griekenland's bodem en tegen de neutraliteit van het koninkrijk. In de munitiefabriek tusschen Mün- ster in Westfalen en Telgte, die Dins dagavond in de luebt is gevlogen, werk ten, naar reizigers uit Duitschland mededeelden, 600 vrouwen, waarvan circa 300 zouden zijn gedood. Huizen te Telgte en Münster leden belangrijke schade. De oorzaak is onbekend. Krijgsgevangenen uit de jongste ge vechten vertellen dat de Duitschers met buitengewone plechtigheid het Kerstfeest gaan vieren, ten einde de soldaten eenigszins schadeloos te stel len voor de uitputting en vermoeienis van den barren winter. Treinen met g schenken kom«n dagelijks op alle Duitsche fronten aan. Het Engelsche Lagerhuis heeft het kabinet gemachtigd om nog een milli- oen man in dienst te nemen. Op 5 Au gustus 1914 werd machtiging verleend voor 500,000 man, op 9 September d a.v. voor nog eens 500,000, op 12 November van hetzelfde jaar voor een millioen, maakte 2 millioen. Na 16 maanden oorlog is er thans, naar minister Asquith heeft meegedeeld, op alle gevechtsterreinen met inbegrip van ingezetenen van overzeesche bezit tingen een strijdmacht van 1,250,000 man. De Engelsche onderminister van oor log, heeft medegedeeld, dat de totale verliezen, die in de officieele verlieslijs- teu voor Pruisen, Saksen, Beieren en Wurtemberg tot 30 November jl zijn medegedeeld, 2,524,460 man bedroegen. Van dezen waren volgens diezelfde lijs ten 484,218 gesneuveld en aan wonden bezweken, 384,198 zwaar gewond, 27,674 aan ziekten gestorven en 3öl,149 ver mist. Het Japansche vlootprogram, dat door de commis'ie voor da landsverdediging uit het parlement is goedgekeurd, om vat vier opperdreadnoughts en vier ge pantserde kruisers. De kosten van het program, dat is ontworpen voor het tijdperk 19171922, zullen 254 milli oen jen bedragen, waarbij dan nog ko men de voorbereidende uitgaven in 1916. De N.R.Ct, schrijft: Te Londen zijn, naar wij in de Ti' mes lezen, door de Trans-Atlantic Film Company en den Italiaan A. Boschi een reeks hoogst merkwaardige bioscoop films vertoond, die ouder den zeespie gel door de expeditie van Williamson in den Atlantischeu Oceaan bij de Ba- hama-eilanden zijn opgenomen. Men heeft ze kunnen maken, dank zij twee vernuftige uitvindingen van de gebroe ders Williamson, de zoons van kapitein Charles Williamson te Norfolk, in Vir- giniëeon onderzeesche fotografische kamer en een electrische diepzee licht installatie. De expeditie is met 20,000 voet films teruggekeerd, die reeds voor verschillende wetenschappelijke licha men in de Vereenigde Staten zijn ver- t <ond en als belangrijke bijdragen tot de kennis van het leven onder den zeespiegel groote bewondering hebben gaande gemaakt. Onder de films die te Londen ver toond zijn, zijn opnemingen van dui- taxi. Toen Charles aan het portier kwam, om nadere bevelen te vragen, kon hij hem nog eens goed opnemen. „Hij is stellig een knappe jongen," dacht hij „en dat heeft haar zeker ingepakt. Maar als zij mij geku t had, zou ik er toch allicht wat vroolijker uitzieD." Hij moest rijden naar een terras in Re gent's Parkhij vond het dus erg vreemd toen hem op een zeer eenzaam gedeelte van de Outer Circle gelast werd, stil te houden, want zijn passagiers zouden verder loopen. „Blijf hier wachten, chauffeur", zeide de man, die tot dusverre het woord had ge daan. „Wij willen liever niet voor het huis stilhouden. Wij blijven maar een paar mi nuten weg, en dan kun je ons terugbrengen naar de stad." Haastig stapten de drie mannen voort. Charles vloekte binnensmonds en wensch- te dat hij maar was weggereden, toen de gelegenheid zich aanbood. Waar hij stond, was het erg eenzaam, er waaide een scherpe wind, zijn passagiers waren een eind ver derop den hoek omgeslagen, en het vooruit zicht om een poos alleen in koude en duis ternis te blijven, en misschien ten slotte wat ook vaak voorkwam zijn geld niet te krijgen, beviel hem al heel slecht. De vracht was nu vrij hoog opgeloopen, het beste waa dus, geduldig te wachten. Hij vermaakte zich met fluitend op en neer te loopen, nu en dan te blijven staan en de armen met kracht over elkaar te slaan, een gebaar dat hij dikwijls bewonderd cad in zijn tegenwoordige beroepsgenooten. Onder dit bedrijf hoorde hij opeens iemand hard loopen, en in de duisternis turend, zag hij dat twee mannen die hij hierheen gebracht had, naar hem toj kwa men loopen. Toen zij de lantaarns van de taxi zagen, vertraagden zij hun stap. „Naar stad terug chauffeur," beval een van hen, buiten adem, „zoo snel je maar kunt." „Wat heb jullie uitgevoerd? Mij dunkt, niet veel goeds," dacht Charles, terwijl hij het stuur greep. En waar is de derde ge bleven Het waren de twee mannen, die hem had den aangeroepen, en die nu overhaast weer instapten. Blijkbaar hadden zij den knap pen jongen man ergens achtergelaten. Tot zekere hoogte ging het Charles niet aan, wat zij hadden uitgevo rd. Hij reed dus terug in de richting van de stad. Toch merkte hij op, dat een der mannen in de taxi bezig was een zakdoek om den pols van den ander te binden en dit bracht hem tot nadenken. Toen hij in het licht van de Park Gates kwam, keerde hij zich onwillekeurig om, en keek naar binnen. En toen zag hij tot zijn ontsteltenis, dat het rijtuig leeg scheen. Het portier was open en slingerde heen en weer op zijn schar nieren. „Vervl. mompelde hij, liet met een ruk de taxi stilstaan, en sprong schielijk van zijn plaats. Toen moest hij ondanks zichzelf lachen. De taxi was ledig. De twee mannen waren weg, en nergens was een spoor van hen te zien. „Er uit gesprongen!" dacht hij. „Mijn geld weg, en mijn avond verloren! Ik zou wel eens willen weten, wanneer zij hem dat geleverd hebben? Mij dunkt, ergens hier in den omtrek, zoodat ik hen bijna in stad heb gebracht. Wel ik mag lijden Opeens veranderde de uitdrukking van zijn gelaat. Hier zat meer achter, da de zucht om de vracht niet te betalen .1 Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1915 | | pagina 1