voor Het Laud van Heusdeu en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Kerstweek. De winee Sclets&i Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. TVo. 3529. Woensdag 29 December 1915. FEUILLETON. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag^ middag 12 uur ingewacht. Onze gedachten gaan in deze dagen terug naar de eerste maanden van den wereldoorlog naar die dagen en weken toen in eon alles overheerschende ver bijstering de groote feiten van de oor- logstooneelen ons van uur tot uur ver rassen kwamennaar die maanden toen in plaats van een spoedige en definitieve beëindiging van het volkeren conflict, het uitzicht geopend werd op een veel langeren duur dan men aan vankelijk had verwacht. De groote oorlog immers zou binnen eenige weken, hoogstens binnen eenige maanden zijn beslag krijgen Aan den eenen kant zou de massale slachting van honderdduizenden, zou de totale vernieling van elkanders oorlogsmateri aal het einde weldra moeten brengen aan den anderen kant zou de reusach tige uitputting van welvaart en voor spoed, zouden de enorme, ondragelijke oorlogsonkosten tot een spoedig einde van den strijd moeten lijden en bijal dien het zwaard geen dadelijke beslis sing bracht, welnu dan zou het de ver slinding aan wereldkapitaal moeten zijn, die den strijd der wapenen beslechten zou. In elk geval lang zou de groote oorlog, juist om zijn omvangrijkheid, nooit lang kunnen duren. En dit gold als een vaste overtuiging bij vriend en vijand, dat in elk geval vóór Kerstmis, Kerstmis namelijk van 1914, de eind beslissing gevallen zou zijn, en al de legers weder naar huis zouden zijn gekeerd. Hoe zijn de feiten deze verwachtin gen bitter komen teleurstellen hoe ver liep tegen Kersttijd van verleden jaar, dag op dag, week op week, en werd het voor een ieder duidelijk, dat op dien hoogsten feestdag der Christen heid, nog geenszins de vrede hersteld en het groote leed geleden zou zijn Terwijl in andere jaren het Kerstfeest een feest van vrede in alle beschaafde landen kon zijn, was die tijd verleden jaar een tijd van rouw en angst, van nameloos leed, verschrikking en teleur stelling voor millioenen. En toch, er was één troost voor die allen, die ver van huis op vreemden bodem of in het eigen land hun harden soldatenplicht te vervullen hadden, één troost, te weten, 5) Charles herinnerde zich de schichtige blikken van de beide mannen, hun hooge kleur toen zij uit het hotel kwamen, en later hun hijgen en de haast waarmede zij in het Park den hoek waren omgeslagen. En de jongeman? Waar is hij Ondanks zijn vooroordeel tegen hem als een begun stigd mededinger, was Charles toch bijna onwillekeurig getroffen door het voorkomen van den jongen man, en met een onaan gename gewaarwording schoot hem nu een derde reden voor achterdocht te binnen het verbinden van den pols van een der mannen in de taxi. „Waarachtig, ik geloof dat die zaak niet in den haak is," dacht hij. Hij nam een van zijn lantaarns en stelde haastig een onderzoek in in het rijtuig. „Dat is bloed", mompelde hij, een don kere vlek op den grond ontdekkend, en een plek op de kruk aan de binnenzijde van het portier gaf hem in dit opzicht zekerh id. Vlug nam hij weer plaats voorin, en deed de taxi keeren in de ricoting, waar hij van daan kwam. „Misschien vergis ik mij," dacht hij; „en als dat zoo is, dient het nergens toe, de po litie erbij te halen. Maar ik kan ook gelijk hebben, en in dat geval moet ik mij haasten. Om den hoek, dien de kerels omsloegen, is het erg stil en eenzaam. Dat dacht ik straks ook al, en een gewonde zou daar wel eens heel lang kannen liggen. Vooruit nu, in dit geval behoeven wij geen rekening te houden met geoorloofde snelheid." dat, ind-en hun het leven maar ge schonken bleef, zij de eigen woning binnen eenige maanden, desnoods na een half jaar, doch wat er ook gebeuren zou, in elk geval met den volgenden winter weder voorgoed betreden zouden. En de Kersttijd van 1915 zou m den kring van verwanten eu vrienden thuis worden doorgebracht en ongetwijfeld vergoeden, wat Kersttijd van 1914 hun onthouden had aan huiselijk geluk en huiselijke vreugde en vrede. Hoe deerlijk is ook deze nieuwe ver wachting een totale misrekening ge weest Hoe jammerlijk staan de zaken der vredesvrienden er thans nóg voor, nu voor de tweede maal in den groo- ten oorlog, Kersttijd geweest is. En wie durft zelfs thans nog voorspellen, dat, wanneer andermaal een jaar verstreken is, het uur van het lang verbeide einde, van den door de geheele wereld smarte lijk verwachten vrede, zal geslagen hebben. Al mag dit de vurige wensch van millioenen zijn, er is niet één en kele onder, die het tegendeel voor on mogelijk houdt. Veeleer is het de mee ning van velen, dat het nu pas goed begonnen is Wij zouden niet gaarne die raeening onderschrijven, al pleiten tal van feiten voor zulk een opvatting. De Entente- mogendheden, zegt men, hebben thans de begane misslagen ingezien en ver beterd. Zelfs deinzen zij niet terug voor zulk een krassen maatregel als de ont ruiming van Gallipoli en de Dardanel- len-expeditie geheel en al op te geveo, wanneer het geldt strategische fouten te herstellen, en niet verder gelijk de term luidt, goed geld bij kwaad geld te gooien. Het ontzagwekkend kanon gedonder dat de laatste dagen waar neembaar was, wijst het allerminst op een verslapping in de actie der strijden den, en zeker niet aan de zijde der ge allieerden. Trouwens de eerst thans op goede leest gesc oeide reusachtige aan maak van munitie voor de Entente- legers, een aanmaak, die naar de En- gelsche minister zeide, voor vijf jaar nu reeds voldoende is, is alsmede een aanwijzing, dat aan die zijde van een vermindering in strijd-bereidheid nog geen sprake is. Aan de andere zijde echter wordt de kamp met niet minder vastberaden doorzettingsvermogen ge voerd en het succes der wapenen is, vooral in den laatsten tijd, het meest aan dien kant gebleven. Bjvendien, V. Charles liet zijn taxi dan ook met een geweldigen gang vliegen over het ongelijke macadam; het rijtuig slingerde zoo ver schrikkelijk, dat als er iemand in gezeten had, hem spoedig hooren en zien was ver gaan. Weldra had hij de plek bereikt, waar zijn drie passagiers waren uitgestapt. Daar hield hij echter niet stil. Zijn gedachten waren gericht op dien donkeren hoek daarginds, en hij spande oogen en ooren in, om iets op te vangen, terwijl hij zijn taxi daar den draai liet maken. Een eind ver zag hij bij het licht van zijn lantaarns niets dan den grijzen weg, die zich ledig en verlaten voor hem uitstrekte, de boomen, die dropen van het vocht, den somberen Octobernevel van het park, die hem aan weerszijden omgaf. En juist toen hij wilde terugkeeren, zich zelf bespottend om zijn vrees en zijn on voordeel igen dag, zag hij voor zich uit op den weg een donkere massa liggen, juist in het spoor van zijn wielen. Met een hui- veri g liet hij de rem werken. „Kijk, ik heb hem gevonden!" dacht hij, terwijl hij op den grond sprong. Met bevende vingers nam hij de lantaarn van de taxi, angst voor hetgeen hij mis schien zou vinden ontnam hem zijn ge wone handigheid en koelbloedigheid. „Hij is dood. Dat kan niet anders," dacht hij, terwijl hij naar de onbeweeglijke gedaante ging, die daar grimmig zwart on der het witte licht van de lantaarn ter neder lag. De jonge man want het was werkelijk de derde passagier van Charles Freek was nog niet dood. Hij was zwaargewond en blcedde, doch was niet bewusteloos, en met een zucht van verlichting zag Charles, hoe de gekwetste de oogen opende. nevens hetgeen op het slagveld werd verkregen, biedt het bondgenootschap der centrale mogendheden ook op het economisch gebied den vijand hardnek kig wederstand. Yan uithongering en bijgevolg van overgave en nederig smeeken om vrede is geen sprake, hoe zeer Engeland van den beginne af daar op heeft aangestuurd en nóg aanstuurt, getuige de moeilijkheden daarbij den neutialen handel in den weg gelegd en waarvan ook ons land maar ai te zeer weet mede te spreken. Terecht echter heeft de Duitsche Rykskanselier in den Rijksdag gezegd „men hongert geen volken uit van A- trecht tot Mesapotamië" Dat is van Noordzee tot Roode Zee, van België tot Arabië, van den Scheldemond tot de Perzische Golfeen haif werelddeel derhalve. Als straks de strijd op de verschillende oorlogstooneelen weder in een heviger stadium begint te geraken, dan zal de Entente naar krachtiger middelen moeten omzien om den tegen stand des vijands te breidelen en zyn ondergang te bewerken, dan tot dusver zoowei op militair als op economisch gebied door haar werden gehanteerd. Dat echter deze middelen, welke zij ook zyn mogen, spoedig het beoogde doel bereiken zullen, valt niet te veron derstellen, en inmiddels is de duur, de eindelooze duur van den bitteren krijg voor beide partijen even vernielend, waarbij het alleen nog maar de vraag zijn kan, wie wel het eerste volkomen uitgeput zal zijn 1 Dat is het vooruitzicht hetwelk de wereld zich geopend ziet in den tijd, nu voor de tweede maal sedert de vol koren-worsteling begon, het Kerstfeest zijn komst verkondigdenu voor de tweede maal het in zyn diepe beteeke- nis zoo grootsche vrede-feest der chris tenheid, de wereld in rouw, de volkeren verscheurd, het geluk en de welvaart van millioenen schepselen vernietigd wordt in een strijd zoo groot van om vang en in zijn ,evolgen zoo belang rijk als geen enkele in de historiebladen staat opgeteekend. Meer dan welke andere feestdagen van het jaar, is Kerstweek, zijn de Kerst dagen, het feest van het vredige ge zinsleven, van het huiselijk geluk, van ouderen vreugde en kinderen blyhartig heid. Nu de baren van den wereldor kaan rondom ons bruisen, doch niette min ons land en onzen huiselyken „Goddank, dat u gekomen is 1" zeide hij. „Ik zou hier alleen gestorven zijn. Zij heb ben mij bijna vermoord." Charles zeide niets, want bij het licht der lantaarn onderzocht hij de wonden van den spreker. Toen nam hij zijn zakdoek, en stelpte zoo goed mogelijk het bloed, dat uit de diepste wond aan het hoofd van den jongen man vloeide. „Wij zullen de schurken wel krijgen," zeide hij, zoo opgeruimd als hij maar kon. „En dan zullen zij er voor boeten. Maar eerst moet er voor u gezorgd worden." „Och, die ellendige wezens hebben geen schuldkreunde de gewonde. „Zij worden ervoor betaald. Nu begrijp ik alles. Het was een valstrik." Charles schrikte. Dezelfde woorden die „zij" had gebruikt. Dooh het was nu de tijd niet om daaraan te denken. „Ik geloof dat ik het bloed gestelpt heb," zeide hij. „Ik heb mijn taxi hier. Zou u het kunnen uithouden, dat ik u daarhaen draag?" „Ik denk het wel," mompelde de jonge man op zwakken toon. Hij trachtte zich op te richten, doch viel weer hulpeloos neder. „O ja, breng mij naar huis. Denk er aan naar huis, laat de politie er buiten! O, mija hoofd!" Toen viel hij flauw. Vlug, en zoo zacht als hij kon, tilde Charles het lichaam op en droeg het naar de taxi. Hij legde de kussens op den grond, en plaatste den jongen man er zoo gemak kelijk op als mogelijk was. Onder zijn zit plaats haalde hij een veldflesch met whiskey te voorschijn, en goot een paar druppels tusschen de lippen van den bewustelooze. „Of whiskey hem kwaad zal doen, weet ik niet," dacht hij, „maar ik moet weten waar zijn „huis" is. Arme jongen, het ziet er niet mooi voor hem uit." De sterke spiritus deed den patiënt de oogen openen, en Charles verzocht hem snel, haard nog spaarden, is er voor ons volle aanleiding om, welke ook de ge voelens zyn, die ons thans in deze dagen beklemmen, met een dankbaar gemoed te erkennen, het vele waarvoor wij als volk, en waarvoor elk onzer als deel der volksgemeenschap, persoon lijk, gespaard zyn geble\en. IBulteulanil. Volgens een „Havas"-bericht uit New York, heeft de Amerikaansche douane in de bagage van reizigers honderden kilo's caoutchouc gevonden. Duitschland moet een heel regiment smokkelaars op de been gebraent heb ben die in hun koffers caoutchouc, koper en andere contrabande-artikelen mee voeren. Naar het Berliner Tageblatt uit Sofia verneemt, heeft de Bulgaarsche minis ter president Radoslawof aan den lei der der agrarische partij Dimitrof ver klaard, dat Griekenland volgens door de Bulgaarsche regeering ontvangen berichten, aan de vertegenwoordigers der eutente-mogendheden neeft mede gedeeld, eene laading vau entente troe pen te Kawala niet te kunnen toelaten. Uit Saloniki woidt aan de Vossische Ztg. geseind, dat de spauuing tusschen Grieken en Eagelschen zeer groot is. Grieksche officieren nemen niet de min ste notitie van de Eugelschen. In den nacht van Zondag op Maan dag zijn aan de Belgisch-Zeeuwsche grens twee Duitsche militairen, die wilden deserteeren, met de electrische draad in aanraking gekomen en gedood. Lloyd's meldt dat het Fransche stoom schip Ville de la Ciotat den 24en dezer is gezonken. Een deel van de beman ning en de passagiers is gered door het ss. Merve, 80 passagiers en leden der bemanning zijn omgekomen. Het Eugelsche s.s. Yeddo is gezon ken de bemanning is gered. Het Eugelsche s.s. Gottingham is gezonken; 7 leden der bemanning zijn gered. Het Belgische s.s. Ministre Beernaert is gezonken 7 leden der bemanning zijn gered. Kolonel Sjoemski, de militaire mede werker van de Birsjewia Wjedomosti, die veel gezag heeft, wijst er op, dat de Duitschers, tegengehouden door de Duua, evenals Napoleon metesnstren- te zeggen, waarheen hij hem moest brengen. Het gefluisterde antwoord gaf hem opnieuw een schok. „Mijn naam is Byron," zeide de ge kwetste. „Ik woon in in Edward Street nummer tien." „Hij is weer flauw gevallen," dacht Char les. „Maar ik heb gelukkig het adres. Ik geloof dat het een spoedgeval is." „Dus hij heet ook Byron," dacht hij ver der, onder het haastig voortrijden. Goede hemel, dan is hij misschien haar broeder. Getrouwd is zij niet, dat weet ik zeker. Maar ik vrees, dat hij er leelijk aan toe ls. En de politie er buiten laten! Maa; al hij eens stierf! Zou zij hem daar in Edward Street verwacht n? Zoo ja, welk een zon derlinge manier, om haar weer te ontmoe ten, en Wit zal zij mij later hateu!" Edward Street was een armoedig straatje, nog armoediger en somberder dan Dean Street, en Charles bekeek nieuwsgierig alle huizen bij het zoeken naar nummer tien. „Zij hebben het zeker heel arm," dacht hij, toen hij eindelijk het nummer ontdekte, een groezelig huisje met verschoten gordij nen voor de ramen en een bordje met „Kamers te huur" boven de huisdeur. „Toch hebben zij het vroeger allebei beter gehad, dat blijkt uit alles. Maar zoo gaat het mij ook. En zou zij mij in deze kleeding wel willen kennen?" Voor het eerst voelde Charles zich niet op zijn gemak in zijn nette uniform. Hij kleurde, toen hij aan nummer tien aan klopte, en meende, dat hij een schaduw die op „haar" geleek over het gordijn van een der kleine benedenkamers zag glijden. Een klein meisje, even groezelig als het huis, opende op zijn kloppen de deur. Hij vroeg of er iemand in huis was, die Byron heette. „Jawel, juffrouw Byron is thuis," zeide zij, over den schouder van Charles glurend naar de taxi die voor de deur stond, „zij gen winter te kampen hebben en even als hij over vrede spreken. Napoleon trachtte soortgelijke onderhandelingen te openen toen hij voor dezelfde rivier halt moest maken. Kolonel Sjoemski zegt, dat de Duitschers lang en zorg vuldig in alle bijzonderheden den veld tocht van Napoleon hebben nagegaan en alle fouten van den grooten veldheer in het licht gesteld en uitgemaakt, dat zij met spoorwegen en telegraaf en an dere hedendaagsche technische hulp middelen, dien veldtocht met meer succes konden volbrengen. Echter heb ben de gebeurtenissen van den afge» loopen zomer aangetoond, dat de Duit schers zelfs onder zeer veel gunstiger omstandigheden niet meer dan twee honderd werst konden afleggen. Eu dat nog alleen dank zij den van te voren beraamden terugtocht van de Russen. En wat zal het dit voorjaar en den aanstaanden zomer zijn, wanneer de vijand over afstanden van vijfhonderd tot zevenhonderd werst moet optreden en een tegenstand zal ondervinden,die natuurlijk, na een winter van rust en krachtige voorbereiding, te sterker zal zijn? Het is duidelijk, dat de Duitschers dien afstand niet zullen kunnen af leggen. Maar iedere militair weet, dat het uitsluitend bezetten van vijandelijk gebied zonder den vijand gevoelige slagen toe te brengen, geen strategische beteekenis heeft en geen beslissend succes kan opleveren, zooals de Duit schers hebben kunnen bemerken. Het dorpwaar het Belgisch koningspaar thans vertoeft, zoo wordt uit Veurne aan het wPetit Journal" meld, is voor de vijfde maal door Duitsche vliegers bezocht. Zooals altijd, heeft ook nu weer de burgerlijke be volking alléén geleden onder dezen raid, des te misdadiger, omdat het een dorp aan de zee is, dat door geen enkel militair verdedigingswerk tegen aan vallen van deze soort wordt beschermd. Het is dan ook aan geen scbijn van twijfel onderhevig of de Duitschers hebben het bij hun vliegraids alleen op het leven van den koning en de koningin voorzien. De bevolking, waarbij het konings paar zich had gevoegd, kwam uit de kerk, na de mis van 10 uur 's mor gens, toen het gerucht van vliegmotors zich deed hooren. Dadelijk werden de Duitsche vliegers herkend. Zij waren zes in aantal en vlogen vrij laag. Merk waardig genoeg kwamen zij uit zee, waaruit wordt afgeleid, dat zij in een vliegpark ergens bij Ostende opgestegen waren. zit al zoolang op haar broeder te wachten. Er is toch geen ongeluk gebeurd, wel?" Charles aarzelde. „Zeg, haar, dat een een chauffeur haar even moet spreken," begon hij, doch eer hij had uitgesproken, werd het meisje op zijde geduwd, en stond „zij" voor hem. „Mijn broeder 1 Mijn broeder 1" riep zij. „O, hij is toch niet gewond?" Charles knikte. „En nogal erg ook," zeide hij op mede lijdenden toon, „maar ik geloof niet, dat er gevaar bij is. U moet u flink houden. Eerst moeten wij hem in huis brengen. Dan kunnen wij verder praten." Bleek en bevend was het jonge meisje reeds langs hem heen naar de taxi gegaan, had het portier geopend en de armen om haar broeder geslagen Charles volgde haar en trok het kleine meisje mee. „Vlug" zeide hij tegen hen beiden. „Neemt hem bij de voeten, dan zal ik zijn schou ders steunen. Houdt je goed, anders heb ben wij in twee minuten een troep volk om ons heen." Zijn besl ste toon maakte indruk, in een oogenblik bad juffrouw Byron haarzeltbe- heersching terug, en met hun drieën tilden zij den gewonde uit het rijtuig en droegen hem in huis, eer db straatloopers, zooals er in Londen zooveel zijn, het hun lastig kon den maken. Toen de jonge man op bed was gelegd, en alles gedaan was om hem zoo gemak kelijk mogelijk te maken, wendde Charles zich tot juffrouw Byron „Waar woont de naastbij zijnde dokter vroeg hij snel. Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1915 | | pagina 1