Nieuwe abonné's
ontvangen tot 1 April
a. s. dit blad gratis.
De verdwenen Schetsen.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3552. Woensdag 22 Maart 1916.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.75,
ranco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 46 regels 50 ct. Elke regel
meer 7Vs cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4 uur ingewacht.
Slot.
Eenige jaren geleden verscheen van
de welbekende schrijfster Catharina
Alberdingk Thijm een merkwaardig
boekje„XX Vragen" (uitgave van
A. W. Bruna Zoon te Utrecht).
De begaafde schrijfster heeft aan
verschillende vooraanstaande vrou
wen op intellectueel gebied 20 vragen
gesteld en deze vragen met de daarop
verkregen antwoorden gepubliceerd.
Waarmee de schrijfster naar onze
meening een uitstekend werk heeft
verricht, zoodat we 't boekje alle be
langstellenden in maatschappelijke
vraagstukken ten zeerste ter lezing
kunnen aanbevelen.
We achten het zeer dienstig een en
ander uit dat boekje in dit artikeltje
voor het voetlicht te brengen, omdat
het de moeite waard is om overwo
gen en overdacht te worden, vooral
door hen, die onbekookte uitdrukkin
gen neerschrijven, als die wij hebben
gesignaleerd.
De schrijfster is van meening dat
uitgezogen, onderdrukte, verhongerde
volksscharen niet het noodige weer
standsvermogen hebben om op te staan
en te trachten hun eigen lot te ver
beteren. Die scharen moeten hebben
krachtige, idealistische aanvoerders,
die hen bezielen en vooraan gaan en
die zij, van hun kant, door hun nu
merieke waarde steunen. Onbewust
heeft men, door zijn gedachtenleven
meer te ontwikkelen, meegewerkt
met de vrouw om haar als mensch
te doen verlangen naar de vrijmaking
van die wetten, die hij tot zijn eigen
voordeel instelde. Zoodra tot den man
het begrip is gekomen dat het een
laagheid was de vrouw te exploitee-
ren, waren er millioenen vrouwen,
die uit alle landen als met een too-
verslag de bewijzen leverden, die dit
28)
Daar geen geluid tot hen kwam uit het
huis, dat zij flauw op eenigen afstand kon
den onderscheiden, lieten zij zich op den
grond zakken en stapten voorzichtig voort.
Vlak bij het huis haalde Charles zijn
horloge te voorschijn, en hield het zoo dat
het licht van het raam erop viel.
«Het is op slag van negen®, zeide hij.
En tegelijk ging het licht uit en was het
groote grijze huis in duisternis gehuld.
«Nu zijn ze allemaal naar bed«, fluis
terde Jell. «Wij zullen er heel stil eens
omheen loopen, en als zij in slaap zijn,
gaan wij naar binnen®.
Voor het huis strekte zich een grasperk
uit, bijna tot aan het hek, waar zij over
heen geklommen waren. Aan de kanten
en van achter groeide struikgewas tegen
de murenen onder beschutting daarvan
konden de twee mannen de benedenver
dieping opnemen, met de van luiken voor
ziene openslaande ramen, en de eikenhou
ten deur, die er zoo stevig uitzag.
«Door dat raam kwam ik binnen®, fluis
terde Jell, op een een van de luiken wijzend.
«Maar dat probeeren wij niet weer; dat
lukte niet best®.
begrip moesten schragen. Daar stónd
de vrouwenbeweging.
Zeer nauw aan deze beweging ver
bonden was en is het kind.
Terecht vraagt de vrouw wat de
slaven voorheen vroegenvrijheid,
gelijkheid en broederschap.
De schrijfster kwam het interessant
voor te weten te komen in hoeverre,
onder de meest ontwikkelde moeders
vooral, de gedachtengang ruim, diep
en hoog genoeg is, om het opkomende
geslacht, dat het leven met de ver
nieuwde wetten in praktijk zal moe
ten brengen, met deze grootere vrij
heidsidees op te voeden. Want moe
ders vooral heeft de maatschappij
noodig, terwijl juist die ons hoe lan
ger hoe meer worden ontnomen.
Moedersdat wil zeggenvrouwen
die voeden, die opheffen, die steunen,
die troosten, die weten
Moeders l waar zijn zij
Bij de proletariërs, die van geslacht
tot geslacht in laagheid, vuiligheid,
kruiperigheid en drankzucht de klier
achtige kinderen en eindelooze ge
tallen met kranke lichamen en boe-
venzielen over onze groote steden
uitspuwen
Bij de fabrieksarbeidsters, die, uit
geput door overwerken of door 't
werken in vergiftigden atmosfeer,
haar „ontspanning" zoekend in 't sex-
ueele leven, kinderen ter wereld
brengen zonder één gezond lichaams
deel, kinderen, die zij nóch voeden,
nóch opvoeden kunnen, en die van
de wieg tot het graf afwisselend de
gasthuizen, gevangenissen en krank
zinnigengestichten bevolken
'Bij den werkmansstand, waar de
loonen gedrukt worden, om den pa
troon te verrijken, waar dientenge
volge de vrouw ook uit huis weggaat,
om mee te helpen verdienen, èn de
huishouding èn de kinderen verwaar
loosd worden daardoor?
Bij den meer gegoeden klein-win-
keliersstand
Hier begint een lichten van hoop...
Het is ontegenzeggelijk dat, om
moeder te kunnen zijn in de volste
beteekenis van het woord, het „zwoe
gen" voor 't dagelijksch brood door
andere schouders gedragen moet wor
den.
Hoort, hoe de schrijfster harde
Charles bekeek het aangeduide raam en
toen de muren.
«Wat dunkt je van dat raampje daar
boven?® vroeg hij.
XXII.
Het was een klein smal raam, zonder
luiken, maar ruim tien voet boven den
grond.
Jell keek naar boven.
»Dat lijkt mij niet moeilijk toe«, fluis
terde hij, »en als een slaapkamer ziet het
er niet uit. Geleiddraden zitten er waar
schijnlijk ook niet aan, zooals ik stellig
geloof, dat de benedenramen. Zou je mij
op je schouders kunnen houden, terwijl
ik naar binnen klim? Dan kan ik je om
hoog trekken, of naar beneden komen en
je binnenlaten«.
«Ik kan je best houden«, zeide Charles.
«Trek mij maar op als je boven bent. Ik
zou je liever niet alleen daarbinnen laten.
Wij moeten bij elkander blijven®.
«Goed, dan zal ik je optrekken als ik
binnen ben«, zeide Jell. »Alles schijnt rus
tig. Misschien zou het wel goed zijn, als
wij aan het werk gingen. Hier in de buurt
staan de mensch en vroeg op®.
»Hoe eer, hoe beter®, zeide Charles,
wiens tanden klapperden. Het is tamelijk
koud, zooals ik straks reeds zeide, en als wij
nog langer wachten, wordt ik nog bang®.
«Vooruit dan maar®, zeide Jell. «Ik zal
even den boel klaarmaken®.
Hij gaf Charles een kleine electrische
zaklantaarn, die hij uit een der talrijke
waarheden durft zeggen over hoe het
staat in de gegoede standen. Ik zie
vrouwen, die naast haar kinderen
leven, die meer denken aan eigen
gezondheid, eigen genot en eigen
belang, dan aan dat der kinderen
dat zijn geen moeders. Ik zie vrouwen,
die uit gemakzucht, van de geboorte
af tot den volwassen leeftijd toe, haar
kinderen dag en nacht aan huurlingen
toevertrouwendat zijn geen moeders.
Voorwaar, dat zijn woorden, voort
komende uit een diep-voelen hart,
en daaraan heeft de samenleving
zoo groote behoefte.
Laten wij toch samen een eind
maken aan de verderfelijke en leu
genachtige leerieder voor zich en
de Heer voor ons allen laten wij
allen meewerken om te bereiken het
Rijk van Liefde en Licht, hel-uitstra-
lend boven alles, en waardoor al het
donkere en sombere wordt wegge
vaagd.
BUITENLANDSCH OVERZICHT.
Zondag 19 Maart heeft Dr. Oertel, lid
van den Rijksdag een redevoering gehouden
over:.... «De zegeningen van den oorlog.®
Wij moeten vragen hoe is het mogelijk?
Dat er in 't begin van dezen wereldstrijd
waren, die er voor in geestdrift geraakten,
is misschien te begrijpen, maar dat een
bestudeerd man, nu nog kan gaan spreken
over de «zegeningenvan die menschen-
slachting op groote schaal en die ruineering
van bijna geheel Europa, is toch onbe
grijpelijk.
Wij die gelooven aan een heilig en wijs
wereldbestuur, weten dat eenmaal uit deze
chaos een kosmos, uit deze wanorde - orde,
uit dezen vreeselijken nacht der volkeren
een nieuwen dag zal voortkomen, dat ook
dit kwaad menigeen ten goede zal mee
werken, maar zegeningen, »nu« de zege
ningen van den oorlog te «zien Al wat
«wij® er nu van zien en waarnemen is
afgrijselijk. Neem nu maar eens zoo'n enkel
bericht gelijk er dagelijks te lezen zijn
De vijanden werden letterlijk weggemaaid,
geheele gelederen vielen, lawines dooden
en stervenden rolden langs de hellingen en
stapelden zich op in grijsachtige hoopen,
zoodra de oneffenheid van het terrein hun
vaart tegenhield. De aanvallers klauterden
ten slotte over de lijken hunner kameraden
en de aanval hield vanzelf op bij den af-
binnenzakken van zijn overjas haalde met
nog andere voorwerpeneen inbrekers
werktuig, een stuk bruin papier met iets
kleverigs aan den eenen kant er op ge
smeerd, een glazenmakersdiamant en nog
een lantaarn. Zorgvuldig borg hij alles
weer in zijn zakken, en wenkte nu Charles,
dicht bij den muur te komen.
«Ik geloof, dat wij het nu wel kunnen
wagen,- fluisterde hij «Help mij naar
boven. Je moet het mij niet kwalijknemen
als mijn laarzen wat hard op je schouders
drukken. Ik zal zoo licht stappen als ik
kan. Als ik veilig boven ben, en in de
kamer alles in orde is, zal ik uit het raam
reiken en je naar boven trekken.
«Met uitgestrekte armen haal jij wel
acht voet®, zeide Jell, «en ik kan een paar
voet over het raam hangenwij zullen het
dus wel klaarspelen. Vooruit dus. Tot
straks®.
«Tot straks», fluisterde Charles glim
lachend.
Het volgende oogenblik voelde hij, hoe
Jell licht als een kat op zijn schouders
sprong.
Een oogenblik bleef alles stil. Toen kwam
er een geluid alsof een loszittende kurk
uit een flesch werd getrokken, en een klein
stukje glas, voorzichtig losgelaten, viel op
het zachte gras. Charles voelde meer dan
hij hoorde, hoe het raam behoedzaam werd
opengedraaid. Hij voelde, hoe Jell op de
teenen op zijn schouders ging staan, en
hoe plotseling zijn gewicht weg was. Hij
grijselijken aanblik van deze bergen van
lijken. En dat alles om rondom Verdun
een der linies enkele kilometers vooruit te
brengen Hoe kan men nog van zegeningen
spreken als men denkt aan die ontelbaro
gedooden, aan de levenslang verminkten,
aan de rouwdragende moeders en vrouwen
en kinderen. Aan de uithongering van een
heel volk. Aan de door dierlijke hartstoch
ten verworden zielen, aan de haat die alle
edele gedachten doodt. Hoe zelfs onder de
schooljeugd den volkenhaat wordt aange
kweekt blijkt uit de versjes die de kinderen
op de school voor uitgebreid lager onderwijs
te Berlijn zingen. O.a. wordt hun op de
wijze vanO, dennenboom, dit schimplied
op Engeland geleerd O Engeland, o Enge
land hoe -groot zijn uwe leugens. Te Han
over is een schoolboek verschenen waarin
dit vers: Hun (onze vijanden) wordt geen
pardon gegeven. Slaat allen doodt wat om
gena zou smeeken. Schiet allen neer als
honden. Meer vijanden, meer vijanden zij
ons gebed in deze stonde 1 Is deze geest
ook al een oorlogszegen O het is te be
grijpen dat de stemming bij alle natiën al
bitterder wordt. De nood stijgt immers dag
aan dag, er is geen einde te zien in de
naaste toekomst en ieder werpt de schuld
op de tegenpartij. Dat er maar weinig
vordering is blijkt op elk gevechtsterrein.
«Rondom Verdun« hevige kanonnades en
zwermen van Frartsche en Duitsche vlieg
tuigen die op wederzijdsche linies de bom
men doen neerregenen. Verscheidene dier
vliegtuigen zijn brandend naar beneden ge
stort of gedwongen in het kamp der tegen
partij te landen. Het voortduren van deze
geschutsgevechten en de levendige werk
zaamheid der vliegers wijst er op dat binnen
niet te langen tijd de betrekkelijke rust
aldaar zal eindigen.
Op het »Italiaansch-Oostenrijksche« ge
vechtsterrein wordt de strijd heviger, maar
ook daar vooreerst geen beslissing. De
«Russen® zyn hun voorjaars actie begonnen.
Zij zullen natuurlijk trachten door hun
krachtige aanvallen afleiding aan Verdun
te bezorgen. Tot nu toe werden echter
alle aanvallen afgeslagen en eenige Russen
gevangen genomen.
De «Duitschers® hebben weer boven
Engeland gevlogen. Met vier watervlieg
tuigen verschenen zij boven Dover en Deal
en wierpen er verscheidene bommen. Van
de Oostenrijkers werd het hospitaalschip
Electro zonder eenige waarschuwing ge
torpedeerd. Een matroos verdronk en twee
was in de kamer.
Charles schudde zich eens, trok zijn
boordje weer recht en ging een paar stap
pen achteruit om het teeken af te wachten,
dat Jell zou geven.
Een oogenblik verbeelde hij zich, dat
hij hem in de kamer hoorde heen en weer
loopen, en toen was het weer stil.
Eenigszins verbaasd staarde hij naar het
raam. Hij kon net even zien hoe de open
staande deur zich bewoog, doch van Jell
zag hij niets.
Hij begreep er niets van. Jell had ge-'
zegd, dat hij zou zien, of alles in orde was,
en hem dan naar boven helpen. Maar hij
had de kamer al wel tienmaal kunnen
rondkijken en nog kwam er geen teeken
van hem.
En opeens kwam het Charles voor, alsof
het daarboven niet in den haak was, en
misschien een beetje onvoorzichtig, floot
hij zachtjes naar boven.
Hoorde hij iets bewegen, of verbeeldde
hij het zich maar
Hij wist het niet. De duisternis, de
stilte, de geheimzinnige verdwijning, alles
werkte op zijn zenuwen, die misschien na
het ongeluk nog niet geheel op streek
waren. Opeens werd het hem te machtig.
«Ik kan het niet langer uithouden®,
dacht hij. «Waar is hij naar toe? Wat
is hem overkomen
Hij stampte ongeduldig op het gras, en
trapte op iets hards. Bij een vluchtig
schijnsel van zyn lantaarn zag hij dat het
zusters werden zwaar gewond. Zulk een
schending van het volkenrecht ter zee is
wel beneden alle critiek. Gelukkig vervoerde
de Elektra op dat oogenblik geen gewonden,
anders waren er heel wat meer slachtoffers
geweest.
Onze handelsvloot heeft een nieuwe ramp
getroffen. De Palembang, een vrachtschip
van de Rotterdamsche Lloyd in 1941 ge
bouwd, Vrijdagnacht uitgevaren naar Java,
is Zaterdagmorgen om half twaalf, anderhalf
mijl benoorden de Galloperboei gezonken.
Getorpedeerd Op een mijn geloopen Er
hadden drie ontploffingen plaats telkens
met enkele minuten tusschenruimte. Na
de derde, die de hevigste was, zonk het
schip in vijf minuten tijds. Wie is hier
nu weer de schuldige? Met betrekking
tot het vergaan van de Tubantia hebben
zoowel Engeland als Duitschland officieel
gemeld dat geen hunner duikbooten ol
torpedobooten voor deze wandaad aanspra-.
kelijk gesteld kan worden. Maar wie heeft
het dan wel gedaan Hoe laf dat de da
der zich schuil houdt. O, als de bedrijver
van dit schandelijk stuk er nu maar eerlijk
voor uit gekomen was; dat het een on
geluk, een vergissing geweest is. Men had
dan hoop, dat dit niet meer zou voorvallen.
Maar nu. De geheele neutrale scheepvaart
wordt bedreigt. Er wordt reeds gemeld
dat verschillende rederijen besloten haai
schepen voorloopig niet te laten vertrekken.
De handel, de toevoer stop gezet en het
vervolg? Zoover is het gelukkig nog niet,
maar als de scheepvaartmaatschappijen niet
meerdere zekerheid verkrijgen en de on
bekende vijand voortgaat onze kostbare zee
bodems, in den blinde weg, te vernielen,
wordt ons land alle zeevaart onmogelijk
gemaakt.
Wij besluiten met hieronder af te druk
ken een lijst van de verschillende oorlogs
verklaringen sedert 29 Juli 4944. Het
zijn er zes en twintig, een respectabel
getal
4. Oostenrijk-Servië 29 Juli 4944
2. Duitschland-Rusland 4 Aug.
3. Duitschland-Frankrijk 3
4. België-Duitschland 3
5. Engeland-Duitschland 5
6. Metenegro-Oostenrijk 5
7. Duitschland-Servië 6
8. Oostenrijk-Rusland 6
9. Duitschland-Montenegro 6
40. Frankrijk-Oostenrijk 42
44. Engeland-Oostenrijk 43
42. Japan-Duitschland 23
een breekijzer was, Jell's breekijzer.
«Dat heeft hij laten vallen«, dacht hij.
«Dat lijkt heelemaal niet op hem'«.
Hij pakte het werktuig op en liep naai
een van de ramen.
«Er is iets met hem gebeurd,dacht hij.
Ik moet naar binnenhoe het ook moge gaan
lk kan hem niet in den steek laten®.
Hij had nog nooit ingebroken en wist
niet eens hoe hij zijn breekijzer moest ge
bruiken. Toch was het een machtig werk
tuig in zijn hand, te meer daar hij zich
niet bekommerde om de schade die hij aan
ramen en kozijnen toebracht.
Binnen enkele seconden had hij luik en
raam open en stond hij in de kamer.
Hij luisterde even, doch alles bleef stil,
en nu keek hij haastig met zijn lantaarn
om zich heen.
Blijkbaar was hij in een soort van bi
bliotheek de wanden waren bekleed met
planken vol boeken, en boeken lagen over
al, op de tafels, op de stoelen, zelfs oj-
den grond.
Een Chippendale schrijftafel was er ech
ter niet te vinden. Hij deed dus voor
zichtig de kamerdeur open.
In de donkere gang kijkend schrikte hij
plotseling en sprong by na achteruit, wam
een groote, grijze gestalte stond naast hem.
Bij het licht van zijn lantaarn ontdekte
hij, dat het slechts een oud steenen beeld
was, een man in een wapenrusting voor
stellend, en dat verschillende dergelijke
beelden in de hal stonden. Wordt vervolgd
1IIIWÜBI4I
r Het Land van neusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Ou den noeden Wei