J. C. JANSSEN,
m n u mv
De verdwenen Schetsen.
Comb. PEEK CLOPPENBURG, 's-Bosch.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3562. Woensdag 26 April 1916.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.75,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 77j cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4 uur ingewacht.
Wij schrijven thans Grasmaand,
de tijd waarin ons alles spreekt van
jong leven, van dartele jeugd, van
nauwelijks begonnen ontluiking langs
beemd en wegen, op wei en veld
de maand waarin natuur zich voor
bereidt tot haar schoonsten tooi, tot
haar bloeiende Mei-dracht Mensch
en dier, en niet minder het planten
rijk leeft nu te midden eener altoos
wonderbaarlijke gedaante-verwisse
ling, die de koesterende zonnestralen
weten te tooveren uit de grauwe om
sluiering, waarin de koude maanden
al wat leeft zoo langen tijd ontwik
keld hielden. Waar gisteren de kale
boomtakken nog onbewogen hemel
waarts reikten, daar schijnt reeds
heden een nieuw leven zich baan te
willen breken, en het kennersoog
ontwaart den heimelijken groei van
het nog voor elk ander verborgen
loofstraks zal de weide tot speel
plaats worden van de dartele lam
ineren, zal ook jong leven ontsprui
ten aan het gedierte des velds en
zullen vogelen-koren den lof van den
komenden zomer verkonden. Het
aardrijk tooit zich aanstonds met zijn
schoonste kleed en de lentewind zal
zijn blijde tonen doen hooren. En
geen mensch is er zóó ongevoelig,
geen hart zóó verstokt, of de jeugd
van het jaar zal met haar lichten
lach den ouderen opbeuring kunnen
brengen, als neerslachtigheid hen
drukt, en haar lied van verwachting
en hope zal weerklank vinden in het
gemoed der jongeren.
Zóó althans is de gewone loop der
dingen in het menschen-leven, dat
door de jaarkringen geteld en afge
bakend wordtzóó behoorde ook
thans het hart der menschheid zich-
vrijelijk te kunnen neigen naar de
koesterende geneugten van het schoon
ste jaargetijdezóó zou het ook nu
zijn, indien niet zware rouw en die
pe zorgen een floers van nameloos
leed over onze samenleving hadden
uitgespreid indien niet smart om het
heden, angst om het toekomende ge-
heele volkeren in bange bekomme
ring geprangd hield.
38;
«Hier liggen ontplofbare stoffen, waar
mee ik proeven genomen heb, en de krui
ken lekken een beetje. Als je hier licht
hadt, konden zij wel eens vanzelf ontplof
ten.
»Goede hemelDat is zoo goed als
moordriep Palzer, en trachtte de vlucht
te nemen.
«Neen,® zeide Jell, hem kalm terugdu
wend. «Als je in donker blijft loop je vol
strekt geen gevaar. Het is maar een rust
poos van eenige uren. Ik had verscheidene
maanden. En als het een moord was, dan
is het alleen, wat je getracht hebt, anderen
aan te doen. En nu hou je je stil tot na
de verkooping.®
Palzer schrikte.
«Maar dat is mijn ondergangriep hij.
«Maandag is het inschrijving voor mijn
maatschappij en ik moet op mijn kantoor
zijn.®
«Je wilt den diefstal voltooien, dien je
aan den armen Byron gepleegd hebt,« zeide
Jell gestreng. «En tegelijk heb je weer een
anderen diefstal in den zin. Ja, dat geloof
ik stellig, dat het je ondergang zal zijn. Ga
nu maar naar binnen, dan zal ik de deur
Ook wij hebben aan deze allerwege
zich gelden latende onrust en zorg
in den laatsten tijd wederom maar
al te zeer ons deel gehadvooral nu
Nederland zich in zijn aloude rechten
van een vrij zeevarend volk bedreigd
ziet door heimelijke lagen of open
lijke tegenkanting van de zijde van
hen, die niet moede worden te ver
klaren, dat zij het goed met ons
voorhebben en dat zij ons bestaans
recht als neutrale natie erkennen en
beschermen.
Tot dusverre evenwel is ons hun
erkenning en bescherming nog steeds
duur te stade gekomen en de voor
teekenen zijn er helaas niet naar dat
hun „vriendschap" ons nog niet groo-
ter nadeel zal berokkenen, dan zij
nu reeds uitrichtte.
Van daar dat te midden der hoog-
opgaande zeeën van vijandschap, ge
lijk er nu tusschen zoovele volkeren
rijzen, en waaronder ook het neu-
traalste rijk der wereld bedolven kan
geraken, te onzent vele stemmen op
gaan, die er op aandringen, dat wij
onze innerlijke kracht nog meer ver
sterken zullen, willen wij naar het
uiterlijk meer ontzag inboezemen.
Zij wenschen en willen, dat wij voor
alles ons als nationale eenheid ster
ker organiseeren, dat de nationale
geest tot grooter bewustheid zal wor
den gebracht, van datgene hetwelk
hij vermag en waard is, en dat de
volksaard, die in zoovele opzichten
soms beneden hetgene blijft, wat hij
zou kunnen bereiken; gehard en ge
oefend. geleid en voorgegaan worde,
ten bate van 's lands levensbelangen.
Wij kunnen, mits met oordeel te
werk gaande, deze vaderlandslieven
de beweging van harte bijstemmen.
Inderdaad toont zich vaak een deel
van ons volk maar al te zeer, door
traagheid of verwerpelijke laksheid
geleid, en nu eens anti- dan onnati
onale richting, zonder dat degenen,
die daaraan mededoen beseffen, hoe
weinig zulks in overeenstemming is
met den waren aard van het Neder-
landsche volk. De geschiedenis is
daar, om er ons aan te herinneren,
dat meer dan eens datzelfde volk
den grond der vaderen, waarlijk niet
alleen aan de golven wist te betwis
ten. Datzelfde volk leeft ook nu nog
binnen onze landspalen voortmen
Hij duwde Palzer weer in den kelder.
Palzer werd doodsbleek van angst en
vrees en dikke droppels zweet stonden op
zijn voorhoofd.
»Je kunt mij zoo maar niet gevangen
zetten riep hij woest, met Jell worstelend.
»Dit is mijn dood en mijn ondergang. Je
komt in de gevangenisJij wordt opge
hangen Je Och hemel, luister toch eens,
wat moet je hebben om mij los te laten?
Ik geef je honderd pond, ik geef je vijf
honderd
Met een laatste inspanning schoof Jell
hem naar binnen, en wierp de deur met
een slag dicht.
«Morgen laat ik je eruit,cc zeide hij.
Doch nu de deur voorgoed gesloten was
en duisternis hem omringde, scheen bij
Palzer ook de laatste schijn van geestkracht
te verdwijnenhij bonsde tegen de deur,
rukte eraan, schreeuwde en gilde, vloekte
en dreigde, bood groote sommen geld aan,
eti smeekte om genade, totdat hij heesch
was van het schreeuwen.
Charles keek Jell aan, die, ongevoelig
voor het rumoer, doodbedaard de deur
verder afsloot.
»Zou niemand hem hooren vroeg hij,
«Niemand dan moeder,antwoordde Jell
bedaard. »En zij zal zich er wel niet veel
om bekommeren. Maar laat ons nu niet
meer aan hem denken. Wij moeten denken
aan haar eu aan die verkooping van morgen.
Kom wij gaan naar boven.®
Toon PnGor hoorde dat zij zVh verwij-
COVERT COATS
DEMI-SAISONS
REGENJASSEN
in korte en halflange modellen van gegarandeerd waterdichte hoofdzakelijk in grijze kleuren sorteering PANTALONS
ook met plooi en stoffen, donkere en lichte lichte en donkere tinten van f3.50 tot f 15.
ceintuur kleuren van f16.tot f45.
van f 18.tot f36.—. van f18— tot f40.—. FANTASIEVESTEN.
heeft er ons kloeke leger, men heeft
er onze stoere zeelieden maar op aan
te zien, om te kunnen constateeren
dat zij in geen enkel opzicht ten ach
terstaan bij hen, die de levende kracht
der buitenlandsche legers en vloten
uitmaken.
Slechts een volk, dat aan zich zelve
twijfelt is bestemd een wisse prooi
der omstandigheden te worden ge
lijk ook geen volk ter wereld be
hoeft onder te gaan, dat de omstan
digheden zich tot leering nemend,
beraad aan kracht, beleid aan kunnen
weet te huwen, dan ook zal, als de
wereldstormen, die thans helaas nog
onverminderd loeien, zich eenmaal
zullen hebben nedergelegd, een door
eigen kracht verjongd, door eigen
inzicht gerijpt, door eigen inspanning
versterkt Nederland, zijn bescheiden,
maar in de rij der vrije natiën ont-
ziene plaats gehandhaafd zien.
Een der vele onverwachte gevolgen
derden, wendde hij een laatste poging aan.
»Je zult de helft van de winst hebben,
schreeuwde hij. Wijzullen deelen I Ik wil
alles doen I«
Charles keek Jell aan, doch Jell schudde
het hoofd.
»Dat geeft niets,zeide hij. «Hij houdt
zijn woord niet en wij kunnen hem niet
daartoe dwingen. Voor de rechtbank zou
hij verklaren, dat er geweld gebruikt was, en
zeer waarschijnlijk zou hij ons gerechtelijk
vervolgen. Wij moeten volkomen zeker van
hem zijn, eer wij een overeenkomst met hem
sluiten. Je kent hem niet zoo goed als ik.
«Hij zal toch geen ongeluk begaan
vroeg Charles, naar het bonzen op de deur
luisterend.
«Voor mijn part mag hij dat doen,ant
woordde Jell. Maar ik vrees, dat hij het
niet doen zal. Kom. Het wordt al laat.®
Zij klommen verder de trap op.
Boven vonden zjj Jell's moeder, bleek en
ontroerd, doch blijkbaar van plan, zich
flink te houden.
«Alles in orde, moeder,® zeide Jell ge
ruststellend. «Hij kan het daar vannacht
best uithouden. En morgen zullen wij met
hem afrekenen.
«Nu, ik hoop er het beste van,® zeide
de oude vrouw, Charles aankijkend.
«Alles komt terecht, daar ben ik van
overtuigd, zeide Charles, terwijl Jell de
deur boven aan de trap sloot, zoodat zij
het geschreeuw van Palzer niet meer hoor
den. «Uw zoon is een flinke man, u kunt
van dezen wereld worstelstrijd zal on
getwijfeld de verjonging van meer
dan één volk kunnen zijn; inzonder
heid zijn het de kleinere, de neu
trale volken, die uit den krijg een
leering kunnen putten, die met de
zorgen en lasten hun daarbij opgelegd,
wellicht niet te duur betaald zijn.
Verjongd, en als het ware herboren
zullen daarbij tot dusver sluimerende
volkskrachten tot uiting komen en
hun werking kunnen doen.
Aldus beschouwd paart zich de
jeugd van het jaar, waarin wij ons
thans bevinden, niet ongelijk aan dien
verjongingstijd, die thans elk volk,
dat buiten den oorlog blijvend en tot
rijper inzicht van eigen vermogens
komend, doormaakt. Moge dan ook,
wanneer andermaal Grasmaand zich
komt aanmelden, de zorgen en ang
sten, die nu nog zoovelen weerhouden
om met vollen hartelust van het won
derbaarlijke schoone in de ontluikende
op hem vertrouwen."
«Wil je niet een stukje met ons eten?"
vroeg Jell, toen zij in het portaal waren.
«Ik denk, dat wij nog wel een poosje
moeten opblijven, zoolang dat rumoer voort
duurt, ofschoon het al.minder wordt. Maar
daarom behoef je niet hier te blijven."
«Nu, als dat zoo is, moest ik, dunkt
mij, liever naar huis gaan," zeide Charles.
«Ofschoon het niet meer zoo noodig schijnt
als eerst, ben ik toch ongerust over mijn
telegram."
Jell knikte.
«Ga gerust je gang," zeide hij. Wij
zullen wel op Palzer passen. Ga maar
naar huis, morgen kom ik je halen voor
de verkooping."
Dankbaar, dat hij niet meer het schreeu
wen van Palzer behoefde aan te hooren,
nam Charles afscheid van Jell en zijn moe
der, en zocht zijn taxi op.
XXVIII.
Zonder te bedenken, dat het Vrijdag
was, en dus een slechte dag voor een
groote onderneming, werd Charles Freek
wakker, stond op, en kleedde zich aan
met de grootste opgeruimdheid.
Hij lachte bij zichzelf over de ontvoering
van den vorigen avond, die zoo uitstekend
gelukt was, en bij de gedachte aan den
dikken bankier, die in Jack's kelder zat
opgesloten.
«Die schrijftafel zullen wij nu wel goed-
natuur te genieten, voor goed zijn
weggevallen. Hoeveel schooner zou
die Aprilmaand er niet voor ons allen
uitzien, die ons nevens haar oogen-
tooi van ontluikenden groei, ook den
zielen-tooi van een in vrede herwon
nen menschheid kon toonen
BUITENLANDSCH OVERZICHT.
Zwarte wolken zwaar van onheil hangen
over de menschen wereld. In de natuur
straalt de blauwe hemel over een lastende
aarde. Maar w.ij menschen zijn bezig het
lasten te verleeren en een stralende hemel,
zien wij niet. Hoe langer de oorlog duurt
des te meer breidt hij zich uit. Telkens
hebben zich meer volken er in gemengd.
Zullen nu de Vereenigde Staten zich voegen
bij Duitschland's bespringers. Dat het zeer,
zeer spant tusschen deze beide rijken is
wel bekend.
De Amerikaansche nota betreffende de
Duitsche duikbooten oorlog bevat o. a. het
koop genoeg krijgen," dacht hij, «en dan
kunnen wij Palzer onze voorwaarden stel
len."
Toen vlogen zijne gedachteu naar Edith
Byron. Stoate had beloofd, dat hij haar
vandaag zou vinden, en nu kon hij, Char
les, haar vertellen, dat hij met Jell's hulp
had geddan wat hij haar beloofd had.
Haar toekomst was verzekerd, en dan
Nu dan moest hij op de een of andere
manier zijn vader trachten te overreden,
besloot hij in zijn moedige stemming. Al
moest hij ook naar Amerika, om vergiffe
nis en verzoening te verwerven, al moest
hij zich ook nog zoo zeer vernederen, hij
zou het doen. Zijn vader, de millionair,
moest zijne toestemming en een behoorlijk
inkomen geven, zoodat hij ronduit met haar
kon spreken, haar zeggen, hoe lief hij haar
had, hoe hij altijd aan haar dacht, en hoe
bij niet zonder haar kon leven, zelfs geen
maand meer.
In die stemming hoorde hij met verba
zing, dat er haastig aan de deur werd
geklopt. Toen hij opendeed, zag hij Jell
staan.
Jell was bleek, en zijn gezicht zat vol
vlekken en modder, zijn oogen vlamden
van opwinding, hij had geen boord om,
zijn kleeren. zagen er uit, alsof zij langs
den stoffigen weg gesleept waren, en in
zijn hoed was een groote scheur.
«Goede hemel I" riep Charles, «wat is
er gebeurd
voor liet Land van Hoosden en Altena, de Langstraat en do Booimelemard
g',vtnn ff
Wordt vervolgd