De verdwenen Schetsen. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3566. Woensdag 10 Mei 1916. IIIIIIIIOV J. C JANSSEN Comb. PEEK CLOPPENiitlRG. 1 fy l12 - 2 - 212 - 3 - 31i2 - 4 - 4% -5-6-7-8-9-10-11-12 gulden Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.75, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 77s cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrydagmiddag 4 uur ingewacht. Een aangrijpende beschrijving la zen wij deze week in een correspond dentie van de „N. R. Ct." Het was de beschrijving een uit vele van een slagveld met dooden bedekt, Een slagveld, zooals er sinds twee jaren telkens, week aan week, dag aan dag, en soms zelfs meer dan eens per dag voorkomen Men noemt dat dan „het veld van eer" maar wie de beschrijving van zulk een tooneel leest, gruwt niet slechts van den aanblik, welken het moet vertoonen, maar ook van de onuit- wischbare schade voor de mensch- heid, dat dergelijke afschuwelijkheden mogelijk zijn. Nog al te veel, helaas, wordt de oorlog en zijn satelliet, het militaris me, opgesierd met het schijnschoon eener valsche rhetoriek. En de slag velden, waarvan alle romantiek sinds lang verdwenen is indien het er al ooit is geweestworden nog altijd bezongen en verheerlijkt, als gold het een eereplaats voor de vol ken in dezen tijd, waarvan men zoo gaarne de beschaving roemt. Men leze, hoe zulk een „veld van eer" er uitziet, nadat de strijd gestreden is: Er zijn verschrikkingen, die ons door hun afmetingen niet meer schok ken. Dat was mijn eerste indruk toen ik tegenover het dooden veld bij Intoka (Polen) stond. Alsof een groote, dichte kudde schapen, herkauwend neergevleid lag op een weide, zoo zag het veld er voor ons uit. Zoo dicht bezet met gelig bruine plekken, zoo stil en vreedzaam onder de heldere voor jaarslucht. Al die plekken waren doode, jonge Russische mannen. Ik snij den hoek af met mijn oog; dat zijn er tien, dat veertig, dat tach tig mijn oog gaat tellende en afme tende verderop deze plek liggen dus reeds over de vijfhonderd lijken. En verder en verder strekt zich de vlakte des doods uit. Waar men niet meer goed onderscheiden kan met het bloote oog, lijken de vlekken op het land donkerder 42) Hij had gelijk. Weldra verschenen de twee mannen met een oude bruine, heel gewoon uitziende schrijftafel, die Charles geen vijf pond waard zou geweest zijn. »Is ze dat vroeg hij verbaasd. »Goede hemel 1 En al ons geld samen zou niet genoeg zijn, om dat ding te koöpen Hei- daar, wacht eens even! Juist zóó is het goed Palzer had namelijk een stap vóóruit gedaan om een der laden te openen, doch de afslager had de bedienden een wenk gegeven, en een hunner had zich haastig, en niet al te vriendelijk tusschen Palzer en het voorwerp van zijn verlangen gè- jplaatst. Nog rooder dan anders, was Palzer te* ruggedeinsd, en de afslager glimlachte. Het volgende nummer, heeren,zeide hij, »is, zooals u in den catalogus kunt zien, een schrijftafel, uit de fabriek van Chippendale, en een van de beste stukken van dien beroemden kunstenaar. Op ver langen van den heer, die ons de eer heeft gedaan, ons met den verkoop daarvan te belasten, is dit zeer kostbare en eenige ropubelstuk niet met de overige artikelen In rijen liggen zij, in losse rijen als van tirailleursliniën. Wij komen aan den uitersten rand van de Hin denburgstelling en onderscheiden nu reeds beter. Velen liggen op den rug, de armen uitgespreid, de schoen punten omhoog, anderen ongedwon gen terzijde. Zij schijnen te liggen zooals zij zijn neergevallen, zonder doodstrijd, plot seling vernietigd. Anderen echter, die wij nu op weinige meters voor ons van de stelling, ver binnen het prikkeldraad zien liggen, zijn voor over gevallen, hebben de gekromde vingers in de aarde geboord Zoo ligt het veld reeds twee weken overdekt. Soldatendood. Een schoonen dood noemen dat predikers ver van het slagveld.. Wij hebben dien reeds gezien op het Miadziolmeer, en vroe ger al op Fransche slagvelden. De correspondent maakt dan een tegenstelling op den zonnigen dag tusschen het leven en dood op deze plek van vernieling. Drie meter van hem af ligt een sterk gebouwde Si- beriër, „het waschachtig, groezelig grouw gezicht half in de aarde", en hij gaat voort Een jong Duitscher ziet waar ik naar kijk, raadt mijn gedachten. Hij is juist zich rekkende opgestaan. „Der Krieg ist eine Schweinerei", zegt hij droog. En hij keert zich kalm af Wij komen aan een half voltooid graf Daarnaast liggen de dooden ge reed op een rij. De gezichten zijn bedekt. Slechts het baardeloos ge zicht van een Russischen boerenjon gen staart omhoog. De kogelstraal van een machinegeweer is over zijn voorhoofd gestreken drie kleine gaat jes naast elkaar. Dooden, dooden dooden. Een ra zernij van vernietiging is met dooi en slagregen over het land gegaan. Nu wandelen wij, in vroolijke lente zon, over het open veld. Daarginds liggen de Russische wachtposten, op weinige meters afstand. Geen schot zal er vallen vandaag. Maar van de razernij is een doodenveld overge bleven, dat twee jaar geleden de heele menschheid zou hebben ge schokt. Nu zit een braaf huisvader, een man met een goedigen, beschaafden in onze verkooping van heden begrepen, te zien geweest. En om dezelfde reden mag .het slechts op een afstand beschouwd worden en niet worden aangeraakt, behalve door mijn bedienden, voordat het overgaat aan den kóoper. Dit behoort tot de voor waarden van den verkoop. En mocht deze voorwaarde u vreemd toeschijnen, heeren, dan mag ik erbij voe gen, dat de schrijftafel in alle opzichten deugdelijk en volkomen in orde is, zooals u zelf ook wel kunt zien, en verkocht wordt onder garantie van den tegenwoor- digen eigenaar, een welbekende verzame laar en kenner, die haar slechts om per soonlijke redenen verkoopt. Ik wensch er tevens bij te voegerq mede op last van genoemden eigenaar, dat de schrijftafel verkocht wordt zooals zij daar staat, met al hetgeen zij bevat. Het kan dus ge beuren heeren, dit is een oude schrijf tafel, en die dingen zijn wel meer voor gekomen dat u niet alleen een mooi staaltje van Chippendale werk koopt, maar tevens eigenaar wordt van groote schatten in den vorm van verborgen juweelen er zijn geheime laden in de schrijftafel ik mag ze u niet laten openen, maar u kunt mij op mijn woord gelooven, dat ze er zijn of goud, of Verdwenen testa menten, die u tot erfgenaam van een groot fortuin kunnen maken, of andere hm kostbare documenten.» Uitgeput door 2ijn welsprekendheid, zweeg de afslager glimlachend, en de weinige Enorme sorteering Heeren-Pantalons, van gestreept Kamgaren, donkere en lichte Dessins, zeer geschikt om bij zwarte of grijze colbert en vest of bij Jacquette en vest te dragen in prijzen van lach en een vriendelijke stem er met den rug naar toe gekeerd, en onder zoekt, doortrilt van lentebehagen, zijn wollen hemd Hoe bruut spreekt hier ook de. ver steening, de ontaarding, de verdier- lijking, welke de oorlog aanricht in de harten. Er vallen niet slechts dooden naar het lichaam, het zedelijk gevoel sterft evenzeer. En zoo heeft het „veld van eer" ook nog deze uit werking, dat het vernielt en uitdooft, wat tot het beste en edelste behoort in den mensch, de deernis met den evennaaste, het respect voor anderer hoogste goed het leven. De correspondent bezocht ook de plek waar de hoofdstormaanval had plaats gehad. En ziehier wat hij zag Een open vlakte voor de stellingen, en daarop hetzelfde tooneel. Gele vlekken als van een dichte groote kudde van herkauwende schapen over het wijde veld Wij springen over loopgraven die tot slooten geworden zijn, de modder reikt ons tot onder de knie. Dit zijn de stellingen, en deze stellingen zijn tien dagen lang onder zwaar vuur verdedigd. Thans is ook hier de vrede teruggekeerd. Zelfs de Russische scherpschutter, die daarginds in het boschje, van op 200 meter afstand steeds de Duitsche stellingen naar offers placht te be spieden, is nu weg De Duitschers zijn bezig hun dooden te begraven, die in den grooten strijd gevallen zijn. Daar liggen zij in een rij Niet het groote gruweltooneel van de he catomben op het wijde grasveld. Er trilt iets bij my van binnen. Dit lijken niet de dooden van een slag veldtafereel, maar verongelukten bij hun werk Ditzelfde trillen heb ik gevoeld, toen ik eens bij Bochum slachtoffers van een groote mijnramp zag. Het ongeluk heeft de oudsten getroffen. Huisvaders liggen daar, mannen zooals onze schoenmaker, onze melkboer, de onderwijzer van mijn zoon, vreedzame, verstandige menschen, die het waarlijk twee jaar geleden niet hadden gedacht, dat zij nog eens krijgsman zouden worden, vechtjas, te schieten en te steken naar anderen. Ik sta er bij als bij koopers, die nieuwsgierig en verbaasd beur telings de schrijftafel en hem aanstaarden, grinnikten even, omdat zij niet wisten wat deze afwijking van de gebruiken in dit lokaal beteekende, en niet begrepen, waar toe dit alles moest leiden. Doch Palzer die ongeduldig de breed sprakigheid van den afslager had aange hoord, deed driftig een stap vooruit. •Zitten er papieren in, of niet vroeg hij barsch. »Zij zijn er in geweest. Of zijn zij er uitgehaald De afslager keek hem vriendelijk aan. •De schrijftafel bevindt zich juist in den zelfden toestand, waarin zij ons is bezorgd, mijnheer,» zeide hij. »Dat kan ik u ver zekeren.» •Dat is niet voldoende,zeide Palzer, steeds vertoornd en nijdig op zijn nagels bijtend. »U weet heel goed wat de oude gek Mijnheer,viel de afslager hem met een kleine glinstering in zijn oog in de fede. •Nu, u weet, wat hier op het spel staat, zeide Palzeren ik verzeker u, dat het hiermede niet uit is. Eer ik een bod doe, moet ik weten, of de papieren in de schrijf tafel zitten De afslager aarzelde een oogenblik. iNu, ik meen wel u te kunnen zeggen, dat er papieren in zijn», sprak hij eindelijk. •Schetsen komaan, kom er maar voor uit,» zeide Palzer.»Zijn er schet sen in Nogmaals aarzelde de afslager, en het kwam Charles voor, alsof hij naar een plek keek achter hem en Jell, doch toen hij zich omkeerde zag hij niets bijzonders. Toen begon de afslager opnieuw, en dit maal op vasten toon. •Ik meen u te kunnen verzekeren, mijn heer, dat er onder anderen ook eenige hm schetsen in de schrijftafel zijn,« zeide hij, nogmaals glimlachend. •Staat u er voor in, dat het de schet sen zijn vroeg Palzer, Charles en Jell aankijkend. De afslager knikte. Ik sta ervoor in, dat de plannen erin zitten, mijnheer,zeide hij kortaf, sen nu zullen wij, met uw verlof, overgaan tot den verkoop van dit zeer belangrijke en kostbare voorwerp. Kom, heeren, wie doet een bod op deze mooie Chippendale schrijf tafel Hoe hoog is de inzet Honderd pond Honderd pond voor dit mooie, be langwekkende meubelstuk 1 Geen honderd pond Zullen we zeggen negentig, tachtig, zeventig pond Komaan, heeren maakt een begin. Zullen we vijftig pond zeggen Twintig pond U, mijnheer twintig pond geboden, door den heer aan mijn linker hand. Wie biedt er meer Vijf en twintig u mijnheer.» Het was Jell, die vijf en twintig gebo den had na de twintig van Palzer, en de beide mannen keken elkaar toornig in de oogen. Palzer rood, opgezet en met woes- ten blik, het verband om zijn hoofd een een doodelijk ongeluk op straat Ik zie grijzende baarden, gezichten van werkers met gesloten oogen. Geen van deze dooden ziet men aan, dat de vernietiging in wilden strijd of angstig wachten gekomen is. Niets daarvan is in de stijf gesloten trek ken. Zij hebben den ernst van de dagelijksche levenszorg. Hoevele honderden van mannen als deze liggen daar nu nog tusschen de gele vlekken op het open veld achter ons lederen doode heeft men de brieven op de borst gelegd, die hij bij zich had Daar ligt een briefkaart, dicht beschreven met een vrouwenhand Daaronder 'n paar groote, onbeholpen krabbels Dat was zoo, lezer. Ik ver zin het niet. Ik zou geen sentimen- taliteiten verzinnen De meedoogen- looze werkelijkheid kent echter die onderscheiding niet. Dat was nu het onherstelbare van den oorlog. Erger dan verwoeste steden en dorpen waaraan ik mij bijna ongevoelig heb gezien. ,Wie durft tegenover deze naakte beetje scheef getrokkenJell, bleek en streng, met machtelooze woede in zijn zwarte oogen. •'Dertig pond,» zeide Palzer. Vijf en dertig,knikte Jell. •Veertig Vijf en veertig Vijftig Vijf en vijftig» ging de hopelooze strijd voort, terwijl Charles wanhopig trachtte iets te bedenken. Wat kon hij doen Dit was ondergang, vernietiging, wanhoop. En hij had het Edith Byron zóó beloofd I Opeens kreeg hij een inval, een stroo- halm, waaraan hij zich vastklemde, doch hij had niet anders, om zich aan vast te klemmen. Hij had zich herinnerd, dat niet ver van het verkooplokaal een filiaal was van de groote Joint Stock Bank, waar vroeger zijn toelage werd uitbetaald, en waar hij altijd ontvangen werd als de zoon van een mil- lionair. De directeur kende hem wel, had hem altijd met vleiende belangstelling be handeld, had erop aangedrongen, dat hij zich in geval van nood tot hem zou wen den, en wist waarschijnlijk niets van de verandering in zijn omstandigheden. Zou die hem nu willen steunén En hoever zou Palzer eigenlijk willen gaan, om zich van die schetsen te verzekeren De som die Charles zou noodig hebben, zou mis schien jaren van zijn vroegere ruime toe lage bedragen, en toch Het was zoo goed als hopeloos, doch een kans bestond er altijd. (Wordt vervolgd.) voor Het Lood van Heusden en Altena, de Laiistraat en de Bommelerwaard. Het „Veld van eer."

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1916 | | pagina 1