WEERKUNDE. Uitgever: L. J. YEERMAN, Heusden. No. 3588. Woensdag 26 Juli 1916. FEUILLETON. I UND VAN ALTENA Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.90, franco per post zonder prysverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 cent. Elke regel meer 7*/9 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag 4 uur ingewacht. Ze zijn nog niet uitgestorven, doch men mag aannemen dat hunne dagen geteld zijn, die der oude almanakken nl., die de brutaliteit zoo ver drijven van een jaar vooruit het weer te voorspellen. Ge kent ze nog wel met hun stereotype opmerkingen als b.v. 22 Nov. Eerste Kwartier, Zon in den Schutter, storm en regen15 Febr. Laatste Kwartier, Zon in de Visschen, dooiend weder enz., die vroeger reeds geraadpleegd werden, al durfde nie mand bekennen er aan te gelooven. Ge vraagt misschien hoe kwam men aan die voorspellingen, schreef de almanakopsteller die maar op zooals ze hem in 't hoofd kwamen? Neen, men had daarvoor vaste regels en daarin speelde de maan een hoofdrol De weerkwakzalvers bezaten een lijst, een tarief als 'tware van regen, sneeuw, storm, hagel, enz., geregeld naar den doorgang der maan door den meridiaan. Al naar gelang dit plaats vond tijdens middernacht of op de verschillende uren daarvóór of daarna, wees het vaste tarief de daarbij passende weersgesteldheid aan. Zoo was men in staat niet alleen een jaar, maar jaren vooruit regen en mooi weer op aarde te verdeelen en kon iemand reeds op zijn trouwdag bepalen of de partij, welke hij zijn zilveren bruiloft dacht te geven, in de open lucht dan wel binnenskamers zou gegeven worden. Die dwaasheden hebben afgedaan, ook al is de grond, waarop ze be rustten nog niet geheel weggegraven. 't Is nl. nog altijd bij de groote me nigte, bij schippers en landbouwers vooral, een onomstootelijke waarheid dat de maan een zeer werkbaren invloed uitoefent op het weder. In tijden van droogte hoopt men altijd op een nieuwe of volle maan of een der kwartieren als 't tijdstip waarop verandering zal plaats hebben en evenzoo vertrouwt men in regen achtige dagen dat de maan 't eerst daags wel goed maken zal. De we tenschap heeft echter ook dit géloof aan den invloed der maan in den ban gedaan, zoodat onze nachtvorstin DE door A. I. VISSER. 8) »Ik heb zeker nog wel wat lekkers voor je, beste meid,« en meteen nam ze haar meê naar de keuken, voorzag haar wat van lekkernijen en toen zei de meid »Och, breng jij dat arm kind nou maar weerom, Klaar. j»Aardig diertje zei Klaar, terwijl ze bij haar ging zitten op den grond en mevrouw aankijkende, liet ze er op volgen »Wat zal de stumper 't nou eenzaam hebben och gunst meneer en me vrouw moesten 't maar tot zich nemen en groot brengen.® »Een mooi ding zei mevrouw Beels, die niet nalaten kan een medelijdenden blik op het kind te werpen Breng jij ze nu maar weg, Klaar.® Maar nauwelijks had deze aan den haar opgedragen last gevolg gegeven, of ze kwam haastig en doodelijk verschrikt terugloopen en zeis Gunst mevrouw De heele boel is weg. Daar is geen wagen of iets meer te zien. »Wat zeg je?vroeg mevrouw Beels evenzoo ontsteld, en toen zij zich aan de voordeur overtuigd had, dat het waar was, wat Klaar gezegd had, vroeg ze aan het kind zich voortaan zal te bepalen hebben tot de verlichting onzer donkere nach ten en de vloedvorming. Dus geen voorspellingen meer Nu de maan ons niets meer te zeggen heeft en de oude almanak den draak met ons steektis er nu geen en kel teeken waaruit we weersverwis- seling kunnen voorspellen en moeten we nu wachten tot de bui opkomt vóór we met eenige zekerheid durven zeggen't zal regenen Welzeker is er zulk een teeken, en wel een waarop we Veel beter aan kunnen dan op de maan of beter gezegd op ons geloof aan de maan Toen de wetenschap dat geloof heeft laten varen heeft ze daarin niet be rust. Neen, los van dien alouden knellenden band, waarmee ze zich aan de maan verbonden had, heeft ze gezocht en onderzocht en is zoo tot de conclusie gekomen dat er met betrekking tot mooi en slecht weer, regen en wind, storm en onweer, in de natuur vaste wetten moeten be staan en dat 't dus niet van 't toeval af kan hangen of we vandaag betrok ken lucht of helderen zonneschijn hebben. Dat wij dit zoo niet inzien, is niet de schuld der natuur, die al tijd en overal de grootste regelmaat werkt, maar eenig en alleen onze eigene schuld. Zoomin als wij de taal der vogelen, de spraak onzer huisdieren verstaan, of de kreten van het jonge kind in woorden kunnen vertolken, omdat wij, groote men- schen, te weinig weten en ons niet toeleggen op goed zien en duidelijk onderscheiden, zoomin bespeuren wij regelmaat en vaste orde in de schijn baar groote veranderlijkheid van het weer. Die regelmaat op te sporen is de schoone taak der natuurkundigen, in 't bijzonder der metereologen. Hun voornaamste werktuig daartoe is de barometer en hun onmisbare hulp de telegrafie. De oorzaak van alle verschijnselen in den dampkring is gelegen in de warmte en de veranderlijkheid en grilligheid dier verschijnselen vindt haren grond in 't groote verschil in warmte verdeeling over de oppervlakte der aarde. Door aanteekeningen welke over jaren loopen is men thans in Hebben ze jou hier achtergelaten, kind Francois is weggegaan,® zei het kind. »Hij heeft mij de poppen gegeven.® »En heeft Francois je dan hier gebracht,® vroeg mevrouw. »Neej zoo'n jongen,® antwoordde het kind. Zoo'n jongen? en wat zei die?® »Niks.« »Wat een gek geval,® zei mevrouw Beels verlegen. »Als de dokter nou maar thuis was.® ïGunst, mevrouw, vroeg Klaar meêlijdend, alsof ze zeggen wilde»Ik hield haar maar.® ïZouden we een boodschap aan de bur gemeester zenden?® vroeg mevrouw be sluiteloos. »De politie kan dat volk nog wel achterhalen.® »En die stumper meegeven mevrouw? goeje gunst, wie weet hoe ze dan behan deld wordt.® Onder dat alles had Mimi maar stil toe geluisterd en niets gezegd. Nu echter greep ze de hand van Klaar en zei zacht: »Moes is dood.® »Och, men stumper, zei Klaar getroffen door de aanhaligheid van de klei ne: sis jou Moes dood?....® en ze gaf het een klinkenden kus op de wangen Arm dier, dat je bent.® »Mensch, ik moest rijk zijn liet ze er als een soort alleenspraak op volgen, alk zou me geen oogenblik beraden, ik zou denkenGod stuurt dat kind aan mij staat tamelijk nauwkeurig te zeggen hoeveel warmte een of ander punt op de aardoppervlakte jaarlijks ont vangt en vandaar dat we lezen: de maand Mei is te koud of te warm geweest, gerekend n.l naar het ge middelde cijfer, 't welk die maand over eene lange reeks van jaren aan toont als het normale, 't Warmte- verschil op aarde is de oorzaak van den wind en dus is ook de thermo meter een hoogst gewichtig instrument in de weerkunde. Wanneer de opper vlakte der aarde gelijkmatig verdeeld was in water en land, en 't laatste zich overal even hoog boven de op pervlakte der zee verhief, dan zouden we een gemakkelyk waarneembare windverdeeling hebben, doch nu wer ken er zooveel honderden invloeden om de luchtstroomen uit de koude naar de heete gewesten en die van de zee naar het land en omgekeerd te wijzigen, dat al kennen we den gemiddelden warmtegraad van eenige plaats, dit noch volstrekt niets zegt ten opzichte van de aldaar heer- schende winden. Die luchtstroomen op hunnen weg te volgen, de temperatuur, de richting en de kracht van den wind aan te geven, dat is de weg, dien de mete reologen thans inslaan. Amerika is hun daarin voorgegaan. Reeds sedert 1870 worden daar officieele kaarten geteekend, driemaal per dag, die dat alles aangeven. Men weet hoevele malen de Amerikanen op grond dier waarnemingen ons gewaarschuwd heb ben voor storm. Dat dit mogelijk is komt doordat de telegraaf het in vlug heid van den wind, zelfs van den hevigsten orkaan wint. Zonder deze bijzondere vlugge bode zou de kennis van 't weer slechts schoorvoetend voortgaan. Doch door middel van de electriciteit weet men thans op een gegeven uur van den dag alles wat men uit de voornaamste stations van ons halfrond weten wil aangaande luchtdruk, windrichting, warmtegraad enz. Men volgt zoodoende de lucht stroomen en tenzij er wederom bui tengewone en onvoorziene stoornissen optreden, kan men met veel grond van zekerheid van uit elk station de richting van den wind en de ver moedelijke weersgesteldheid voorspel- om er voor te zorgen.® »Fran<;ois heeft me goejen dag gekust, zei het kind, aen gezegd, ik moest nou maar zoet zijn.« ïHoor, die stumper zei Klaar al wéér op denzelfden medelijdenden toon. a'k Ben wezenlijk met 't geval verlegen, zei mevrouw nog eens weêr Geluk kig, daar heb je den dokter,® liet ze er verruimd op volgen, toen ze zijn bekenden stap op de stoep vernam. alk weet er al van,« zei dokter Beels, haastig binnentredende aDe buren hebben er al iets van gemerkt, zoo 't schijnt. Ze hebben me gezegd, dat ze je dat kind hier gebracht hebben.® a Dat kind klopte hier aan de deur,® zei mevrouw. aDe menschen hebben het achter gelaten, naar 't schijnt maar ze heb ben 't niet hier gebracht. De vraag is nu maar, waar moeten we het deerntje laten?® Ja, daar wist de dokter ook spoedig geen antwoord op te geven en geen raad voor ook. aAls je naar den burgemeester ging en je bracht dien het kind dan kan de politie er toch wel werk van maken.® aZeker wel zei de dokter in ge dachten a't Moet ergens zijn en 't kan ook ergens zijn.® Klaar, die het kind nog steeds bij de hand vast hield, keek den dokter maar steeds aan, als verwachtte zij, dat hij zeg gen zou, 't geen zij al had gedacht te doen. a't Is een aardig, mooi deerntje.® zei de dokter een oogenblik later a Wie weet, len, gelijk dan ook bij ons te lande uit Utrecht dagelijks geschiedt. Voor de aanhangers der maanleer is deze nieuwe methode een gruwel, te meer daar ze proefondervindelijk bewijst niet in den blinde te scher men maar op grond van vertrouw bare gegevens te werk gaat, Nederland kan er bovendien trotsch op zijn een der meest beroemde ge leerden op dit gebied onder zijn bur gers te hebben geteld. We bedoelen Prof. Buys Ballot, wiens naam een Europeesche vermaardheid te beurt viel dank zij zijn onvermoeid streven om licht te brengen in wat alle eeuwen door den mensch duister en raadselachtig toescheen. Zoo ziet men dat weervoorspelling niet zoo ongerijmd is als 't wel schijnt. Dat we nog niet geheel op de hoogte zijn en er nog tal van vragen op rijzen waarop geen antwoordt kan gegeven worden is slechts een reden te meer om ons te verheugen in den voortgang der wetenschap, die met tertijd wellicht ook het nu nog on verklaarbare tot helderheid vermag te brengen. Het veld van onderzoek is uitgebreid en zeer moeilijk te be treden. Slechts na jaren van streng, wetenschappelijk onderzoek en na.een volledige kennismaking met de opper vlakte der aarde, o. a. met de Noord poolgewesten die van grooten invloed zijn op ons klimaat, zullen de gissin gen langzamerhand verdwijnen en voor zekerheid plaats maken, doch dan zullen wij er wel niet meer zijn. Ondertusschen verheugen we ons in 't weinige, dat de geleerden ons thans kunnen mededeelen en 'twelk zeer veel is, vergeleken bij de wijsheid van Don Antonio Magino uit onze oude almanakken. BUITENLANDSCH OVERZICHT. Aan de Somme is op het laatst van de vorige week weer geweldig gevochten. Wij weten dat de Franschen en Engelschen reeds tweemalen aldaar hebben losgebeukt op het Duiische front met alle krachten die zij beschikbaar hadden. Vrijdag voor een week kwam de tweede groote aanval der Engelschen, die hun positie aande Somme grootelijks verbeterde en grond gaf tot goede verwachtingen voor het vervolg van hun offensief. Want we hadden met een wat er van zoo'n kind wordt, as je 't weer onder die heidens stuurt. a't Is een gek geval.® aLuister eens,® zei hij tegen zijn vrouw, terwijl hij haar voorging in de zijkamer. a Aha!® zei Klaar met iets triomfante lijks alsof ze zeggen wou: »De dokter denkt er net over als ik.® a Zeg eens,® zei de dokter, a willen wij dat kind eens voor onze rekening nemen en het ergens uitbesteden 't Is zoo'n jong, aardig deerntje Ik kan 't niet over mijn geweten verkrijgen, om dat kind bij de politie te brengen; dat het dan weer met geweld bij dien nurkschen vent ge bracht wordt Wie weet, waar de stumper dan belandt en wat het lijden moet en wat wordt er dan van a't Is een heel ding merkte me vrouw aan Een heel ding.® «Ja, dat is het zeker,antwoordde de dokter, a maar nu de vrouw dood is, die haar moeder of pleegmoeder was, dat weet ik niet aGunst, meneer en mevrouw,® zei Klaar op eens luid schreeuwende en binnen stuivende, akyk eens, ze brengt waaratje haar kostgeld meê dat had ze in haar zak,® en ze vertoonde een verfrommeld bankbiljet van vijfentwintig gulden. aNeen maar,®- zei dokter Beels, aals dat zoo dan kunnen we er nog des te eer toe overgaan, om haar te houden, wat zeg jij, Klaar?® aNou,® zei Klaar, aals dokter en me- tweeden aanval te doen, met een aanval, die ten uitvoer gelegd was, nadat de vij and tijd had gehad versterkingen aan te voeren en door tegenaanvallen het even wicht te herstellen. En de Duischers had den, naar generaal Haig, de Engelsche opperbevelhebber, meldde, inderdaad ver sterkingen aangevoerd, zij hadden tegen aanvallen gedaan, en nu kwam de tweede groote aanval van de Engelschen hun een nieuw aanmerkelijk succes brengen. Dat was meer, dan de bondgenooten nog ooit op het Westelijk front hadden kunnen be reiken. Tot dusver was bij de onderschei den offensieve pogingen, na de bestorming van de eerste linie (door de geschutvoor- bereiding vernield), alle verdere bemoeienis vergeefsch gebleken. De Duitschers hadden altijd snel genoeg versterkingen kunnen aanvoeren om den vooruitgang te stuiten en het evenwicht te herstellen. Voor het eerst was hun dat niet mogelijk geweest, en waaraan anders was deze verandering ten gunste van de bondgenooten toe te schrijven dan aan de algemeenheid van hun gelijktijdig offensief Zoo was dus V rijdag voor een week de toestand aan de Somme voor de bondge nooten veelbelovend. De eerste Duitsche linie over een breed front vermeesterd, en ook de tweede linie over een smaller front genomen, en dat wel nadat veertien dagen vechtens den vijand gelegenheid tot tegen maatregelen gegeven hadden. Bovendien werd op een punt van belang een flank stelling ten opzichte van de overige Duit sche linie ingenomen. Maar de uitslag van ,de derde groote poging, die nu afgeloopen is, heeft niet aan de verwachtingen, de vorige week ge wekt, beantwoord. Er is op de beide vleugels een weinig terrein gewonnen en op den Noordelijken oever van de Somme kon een kleine voor uitgang worden geboekt. Maar dat is dan ook alles. Na een bombardement van 48 uren gingen de geallieerden Vrijdag 1.1. opnieuw tot den aanval over. De Engelschen scho ten ten Zuiden van Pozières een kilometer naar het Noorden op, de Franschen deden desgelijks op den Noordelijken oever van de Somme en namen de voorste Duitsche loopgraven op de linie Barleux-Soyecourt, ten Zuiden van de Somme. Een succes dus, maar niet zoo groot als men op grond van den opmarsch, zooals die tot nog toe was geslaagd, had kunnen hopen. Geen doorslaand succes, geen ten- vrouw daartoe konden besluiten Heere, dan zou ik ja, ik weet niet wat Maar mevrouw behoeft niks voor drukte te vreezen, alles neem ik op mij Zaterdag houden, stijven, strijken aNu,® zei mevrouw Beels zich tot de kleine Mimi neerbuigende «Kleine meid, dan is 't uitgemaakt, hoor Dan blijf jij bij ons, wil je dat wel?« aJa bij ons,® juichte Klaar, haar op den arm tillende. a En dan zul je 't goed heb ben, hoor. Dat is nou voortaan Pa zei ze op den dokter wijzende, a en dat is Mama liet ze er op volgen, terwijl ze haar voor mevrouw Beels hield, a en ik ben Klaar, de keukenmeid, je kinder meid, je bonne, je strijkster, maar niet je bederfster hoor, dat mag niet dat weet je wel?® aKlaar, Klaar,® zei mevrouw Beels lac hende, a pas op dat laatste vooral goed Kijk, nou kwam er toch wat te doen. Dokter ging het geheele geval aan den burgemeester vertellen, en deze zei, dat dat genomen kind maar Beels moest ge noemd worden. Papieren waren er niet van Wie ze was en hoe ze heette, wist niemand want die andere vent had immers gezegd dat de directrice dat kind maar aangenomen had. a Beels, toe maar,® had de dokter gezegd, a Mimi Beels,® 't kan wel. (Wordt vervolgd.) NIEUWSBLAD voor Het Land van Neusden en Altena, de Lansstraat en de Bommelerwaard. I

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1916 | | pagina 1