nr.
Und van altena
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3595. Woensdag 19 Augustus 1916.
FEUILLETON.
I M I.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.90,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 cent. Elke regel
meer 7i/s cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4 uur ingewacht.
BUITENLANDSCH OVERZICHT.
Wij willen nu eens met ons eigen land
beginnen en wijzen op wat het te lijden
heeft van zijn overbuur Engeland. De
machtigste natie ter zee heeft gemeend
van zijn overmacht geen beter gebruik te
kunnen maken dan alle visschersschepen
die zij te pakken kan krijgen, op te bren
gen naar Engelsche havens, waar zij de
opvarenden gevangen houdt. En dat
waarom Omdat het grootste deel der visch,
die de Nederlanders vangen naar Duitsch-
land gaat. Alle protesten der Nederland-
sche regeering baten geen zier. Engeland
is de sterkste, dus wij kunnen zwijgen of
een pak slaag krijgen. Het gevolg van
dit alles is dat nu reeds 1300 Nederland-
sche onderdanen wederrechtelijk gevangen
worden gehouden. De N. R. C. schreef
dienaangaande
Een Nederlander, wien de èer en het
belang van zijn land zeer ter harte gaan,
hoorden wij dezer dagen het opbrengen
van een groot deel onzer visschersvloot
door de Engelschen, wel niet verdedigen,
maar toch eenigszins vergoelijkend verklaren
als een teeken te meer, dat de tijd voor
het onafhankelijk voortbestaan van kleine
naties voorbij raakt. In de worsteling van
de groote naties, meende hij, moeten de
kleine, zoo zij zich niet bij de eene of
andere groep aansluiten, wel geduwd en
gestompt worden. De groóten, die om hun
bestaan vechten, kunnen met de rechten
en belangen van de kleinen niet meer
nauwgezet rekening houden.
Wij zullen ons nu niet in die redenee
ring begeven, maar willen hem en hun,
die denken als hij, toch even onder het
oog brengen, dat de Engelschen zelf er
niet zoo over denken. Integendeel blaken
die nog altijd voor; de rechten en belangen
van kleine volken. In de laatste Nation
wordt als »de belangrijkste passus« in de
bekende rede, die Engeland's eerste minister
op den tweeden verjaardag van den oorlog
heeft gehouden, aangehaald de zin, waarin
hij »met Asquithiaansche bondigheid« het
doel, dat Engeland en zijn medestanders
met den oorlog hebben, aldus opnieuw
omschreef
»Een gelijke mate van gelegenheid tot
ontplooiing en van onafhankelijkheid voor
kleine en groote staten, voor zwakken en
door A. DB VISSER.
15)
De groote oogen, die nu zoo helder uit
kwamen tegen de doodsbleeke wangen,
zagen haar een oogenblik aan en toen
zeiden de lippen
Je bent een lieve Mimieen goed
kind I Ik hoop niet dat je 't leven zoo leert
kennen als ik dat ken.«
Den volgenden morgen reeds vroeg ver
trok Lize, om veertien dagen later, toen
haar broeder reeds gestorven was terug
te keeren.
De wangen waren nu, zoo 't mogelyk
was, nog bleeker geworden toen ze binnen
trad was het haar toch wel aan te zien,
dat ze diepe smart leed, ofschoon de vast
op elkander geknepen lippen niets zeiden.
»'t Is de oude Lize,® zeiden de grootste
meisjes fluisterend tegen elkander, »ze voelt
er* niets van.®
Lize verstond het niet en zoo ze het
verstaan had, ze zou het zeker met een
verachtelijken blik beantwoord hebben, want
dienzelfden avond troonde ze Mimi en nog
een van de andere meisjes mede in den
tuin en toen ze in het priëel zaten, vroeg
Lize met iets onverschilligs in haar stem
»Zeg me nu eens, hoe jullie het gehad
hebben in die veertien dagen zonder mij
sterken waarborgen, gegrond op den ge-
meenschappelijken wil van Europa en
ik hoop, niet van Eurapa alleen tegen
internationale begeerlijkheid, tegen kwade
trouw, tegen roekelooze aanwending van
geweld en vredeverstoring ter beslechting
van geschillen, en dientengevolge, eindelijk,
een groote gemeenschap van volken, ver
bonden in het gezamenlijk streven naar een
vrijer en voller leven voor ontelbare mil-
lioenen, die door hun arbeid en door hun
offers, geslacht na geslacht, den vooruit
gang handhaven en de erfenis der merisch-
heid verrijken.a
Men ziet hier dus Engeland als den
kampioen tegen de begeerlijkheid, waar
mede een machtig land zwakkere landen
inlijft of den voorspoed van een lastig
mededinger wil vernietigen, en tegen kwade
trouw, en voor het gelijkwaardig, onaf
hankelijk voortbestaan van kleine zoowel
als groote volken. Op welken grond men
dus zou willen trachten, maatregelen, als
het beletten van onze visscherij, te ver
dedigen, men moet het niet doen met een
argument, dat Engeland zelf verwerpt.
Maar op welk recht beroept Engeland
zich dan voor deze euveldaad. Natuurlijk
op het recht van den sterkste sic volo,
sic jubes, m.a.w. gij zult naar mijri pijpen
dansen of gij wilt of niet.
In plaats van visch op de open Neder-
landsche markt op te koopen, zooals voor
de hand ligt, gelijk minister Loudon op 28
Juli zeer terecht in de tweede Kamer onder
instemming der Kamerleden zeide, vindt
de Britsche regeering deze in andere neu
trale landen door hhar nog wèl toegepaste
methode van zelf koopen wat men zijnen
medemenschen niet gunt, tegenover ons
land blijkbaar niet meer noodighet is
dan ook wel zoo eenvoudig te dreigen, de
geheele Nederlandsche visschersvloot op te
brengen, en daar alvast een begin mede
te piaken, in afwachting dat wij bakzeil
zullen halen.
Waarlijk Engeland moest nu maar op
houden zich de verdediger der kleine vol
ken te noemen die eerenaam komt het
werkelijk niet toe.
En nu de gevechtsterreinen, 't Blijft
voor de centralen een hard gelag tegen
zulk een overmacht te moeten kampen.
Wel is er nog van geen beslissende over
winning der tegenpartij te spreken, maar
men vergete niet, dat in den huidigen
oorlog een veldslag niet enkele dagen duurt,
gelijk vroeger, maar maanden en maanden.
»0 zoo goed,® was het antwoord van
beiden.
Jullie bent een paar ondeugende kin
deren, cc zei ze lachende »dat ik veer
tien dagen kan uit zijn, zonder dat ge mij
mist. Maar zoo bedoelt ge 't niet, liet ze
er een oogenblik later op volgen, dat weet
ik ook welIk had een van je beiden
anders graag eens bij me gehad om mijn
hart eens te kunnen uitstorten. Ik had
zoó'n verdriet gehad.
»Ja, dat wil ik wel gelooven» zei
Mimi nauwelijks hoorbaar.
»Hij stierf,® ging Lize voort, zonder op
dat gezegde te letten, en als sprak ze tot
zich zelf. »Maar hij herkende mij toch nog
heel goed. Hij zei nog met zoo'n zwakke
stem, dat hij zoo erg naar mij verlangd had.
»Gij blijft nu alleen over,« zei hij tegen
mij. »Ik zou zoo graag bij u gebleven zijn.
Maar dat mag niet.®
Zooals ze daar zat met de groote, schit
terende oogen gericht naar de sterren, die
langzamerhand zichtbaar werden, scheen ze
voor die beide meisjes eene aantrekkelijke
verschijning. Dikke tranen parelden op
hare wangen, terwijl ze voortging
»Den tweeden avond toen ik bij hem was,
lei hij zijn vermagerd gelaat tegen mijn
arm 't was of hij slapen ging»'Ik
word koud zei hy een poosje later
zacht tegen mij »en 't word hier zoo
donker
Ik hoor de stem nog en toen ik
mij over hem heen boog toen was
En als we nu eenige maanden terug zien
is het wel te merken dat de Entente voor
uit gaat. Vooral in het Oosten. De Russen
trekken, al is het nu niet zoo vlug, nog
altijd vooruit. Zij zijn nu al den kam der
Karpathen genaderd, en staan op zeer ge
ringen afstand van de Hongaarsche grens.
In het Zuid-Oosten bij de grens tusschen
Hongarije en Boekowina winnen de centralen
nog altijd eenig terrein. In de officieele
mededeeling komen de Russen met een
optelsom van de gevangenen, die zij maak
ten. Een kleine 360.000. Dat is sedert
het begin van het offensief van generaal
Broessilof, dus van 4 Juni tot 13 Augus
tus. En vóór dit offensief hadden zij al
1.300.000 gevangenen gemaakt. Allen te
samen dus een respectabel getal. De mees
ten van hen zijn wel Oostenrijkers en het
valt niet te ontkennen dat de Donaumarchie
het kwaad te verduren heeft. Oostenrijk
ten slotte er toe genoopt worden een af
zonderleken vrede te sluiten en Duitsch-
land in de steek te laten De entente
hoopt het.
Men redeneert dan aldus (de Nation
geeft weer, wat de Petersburgsche corres
pondent van de Morning Post dezer dagen
als een beschouwing uit Russische kringen
meldde)
In hoeverre raakt het opperbevel van
Hindenburg over de Duitsche en Oosten-
rijksche strijdkrachten aan het Oostelijke
front Oostenrijk's soevereine onafhankelijk
heid Geen twijfel of men is er in Oosten
rijk, hoezeer militaire redenen or too dron
gen, allerminst mee ingenomen. De Hon
garen en het oudere geslacht der Oosten-
rijksche bureaucraten moeten niets van
Middel-Europa® hebben. Zou Oostenrijk
nu, aan den eenen kant voor een militaire
ineenzinking en aan den anderen voor op
slorping in het Duitsche militaire en eko-
nomische stelsel vreezende, niet een af
zonderlijken vrede willen sluiten? De voor
deden zijn (voor de entente) duidelijk.
Duitschland zou nu militair afgezonderd
komen te staan en na den vrede politiek.
Maar zou Oostenrijk kunnen, als het
wilde Kan het zonder Berlijn iets doen
Misschien wel, met den moed der wanhoop.
Daartegenover, als Ruslands program de
ontleding van Oostenrijk-Hongarije inhoudt,
zal dit aan Duitschland blijven hangen.
Het is hetzelfde geval als met Turkije
zoolang Rusland Konstantinopel wil hebben,
is voor de Turken een afzonderlijke vrede
niets gedaan. Maar, zegt de man van de
hij reeds dood.
Dat was alles, wat ik nog had.®
Men hoorde alleen het zachtkens ritselen
van de bladeren -door den avondwind en
't zachte snikken van Lize die nu haar
gelaat bedekt hield met haar zakdoek.
»Ga met ons meê, Lize,zei Mimi
dringend en op angstigen toon 't
wordt hier te koel voor u.®
»Neen antwoordde zij zacht
Binnen is het mij zoo benauwd, daar zien
ze mij aan om te kunnen nagaan, hoe be
droefd ik ben. Toe, blijf jullie nog een
oogenblik bij mij zitten. Ik weet wel, ik
moet tegen :t leed in en ik zal er ook wel
tegen ingaan maar 't is mij nog alles
zoo vreemd zoo naar. Toe, jullie vraagt
niet of ik treurig ben, blijft nog een oogen
blik hier. Je hoeft niets te zeggen, laat
me alleen maar kijken naar de sterren,
dat geeft me zoo'n kracht.®
En onwillekeurig richten die meisjes hare
oogen ook naar die sterren, die zoo schit
terend vonkelden geen woord werd
er gesproken, alleen het zachte ademhalen
werd gehoord.
Eindelijk stond Lize eensklaps op en zei
met een vaste stem
- ^Kom, we gaan.®
En toen ze langzaam den tuin doorwan
delden zonder een woord te spreken en zij
dicht by het huis genaderd waren, hield
Lize even stil.
Luistert eens, meisjes,® sprak ze ernstig.
»AIs ge ooit verdriet hebt, zoekt dan niet
Morning Post, geen van de entente-bond-
genooten verlangt Oostenrijksch gebied te
hebben. (Servië en Italië niet, en ook
Rusland niet vraagt de Nation en twijfelt.)
De monarchie behoude hare grenzen, maar
worde genoopt het vraagstuk der nationa
liteiten op te lossen door een federale
grondwet in te voeren. Op die voorwaarde
zou zij een afzonderlijken vrede moge sluiten.
Dit is een vruchtbaar denkbeeld, meent
de Nation, dat den oorlog met maanden
of zelfs jaren zou kunnen verkorten. Neigde
Oostenrijk tot die oplossing, dan zou na
tuurlijk het onmiddellijk gevolg kunnen
zijn, dat Duitschland een vredesvoorstel
deed.
Ja als als
De New Statesman schrijft
De Oostenrijksch-Hongaarsche oorlogs
velden bieden een scherpe tegenstelling
aan met de Duitsche, en iets als een dé-
bécle van de tweevoudige monarchie schijnt
niet ver af. De sensatie van de week is
de val van Görz geweest, de enorme sterke
vestingstad die ruim twaalf maanden lang
de aanvallen der Italianen heeft getart.
De gewone medicijn voor een Oostenrijk-
sche ramp is Duitsche troepen naar de
plaats te zenden, maar als dat middel aan
het Itaiiaansche front wordt toegepast, kan
een oorlogsverklaring tusschen Italië en
Duitschland wel het gevolg zijn.
Intusschen schrijven de Duitsche bladen,
dat de Engelsche minister Runciman in
in Italië bezig is te onderhandelen over
land bereid is aan Italië te verleenen, maar
onder één voorwaarde, nl. dat Italië aan
Duitschland den oorlog verklaart.
Hieruit blijkt wel, dat Duitschland zijn
bondgenoot trouw in alles ter zijde staat.
Dat Engeland nog geen kans ziet met al
de hulp die het ontvangt zijn doodsvijand,
Duitschland, klein te krijgen en dat Oos
tenrijk voorloopig niet aan trouwbreuk
zich schuldig zal maken.
Aan de Somme loopgraafgevechten, die
voor de Franschen voordeelig waren. Zij
brachten ten noorden van de rivier aan
beide kanten van Maurepas hun linie ee-
nigermate vooruit, zoodat dit dorp nu
oogenschijnlijk achter het Fransche front
ligt. Volgens de Duitsche lezing echter
ging deze vooruitgang later door tegen
aanvallen des vijands weer verloren.
Voorts maakten de Franschen ten zui
den van de rivier, bij Belloy, zich van
Duitsche loopgraven meester, hetwelk de
bij de menschen maar bij de sterren troost
Boven al die vonkelende sterren woont
God! dat voel ik nu.®
Toen ze binnenkwamen, zoo op eenmaal
uit het duister in het licht, waren aller
blikken gericht op het bleeke en beschreide
gelaat van Lize; maar deze, als bemerkte
zij niets, nam terstond haar werk voor zich
en begon te werken of er niets buitenge
woons in haar omging.
En toch wisten de beide meisjes, die met
haar in den tuin gewandeld hadden, het
beter, 't Was of Mimi dien avond, toen ze
naar bed ging, den slaap maar niet vatten
kon, zoo wonderlijk helder was ze. Voor
haar oogen bleven die flonkerende sterren
schitteren en in haar ooren weerklonken
nog altijd die woordenBoven al die
flonkerende sterren woont God, dat voel
ik nu.®
Maanden ging er voorbij, zonder dat er
iets bijzonders op de kostschool voorviel.
Mimi ontwikkelde flink en kon het niet
alleen met al de meisjes goed vinden, maar
ook met haar leermeesteressen.
Haar lieve, zachte aard en haar lust voor
de studie maakten het zeker, dat zij bij
beiden zoo goed stond aangeschreven. Dat
ze zoo vlug leeren kon, zeiden de meisjes,
was daarin gelegen, dat Lize haar altijd in
bescherming nam. Want deze laatste, al
nam ze vaak geen boek in handen, faalde
toch nooit in haar lessen.
Een vreemdsoortig meisje was hetze
kon het maar volstrekt niet zien, dat er
Duitschers erkennen.
Het is wel te verwachten, dat ook op
andere deelen van het westelijk front ver
hoogde gevechtswerkzaamheid zal aan
schouwd worden. Indien tenminste de
Entente beschikt over een overmacht, die
haar in staat stelt den strijd in het Wes
ten algemeener te maken door, zonder aan
de Somme te verzwakken, op eene andere
plaats van het front een dergelijken aanval
te beginnen.
Het is dan ook wel van belang op te
merken, dat de Duitschers tot tweemaal
toe melding maken van verhoogde leven
digheid in Artois.
De Italianen kampen verwoed tegen de
Oostenrijkers. Ze willen naar Triëst maar
het Zal geen triumfmarsch worden, wel
een taaie en langdurige worsteling.
De Turken hébben de Russische colon
ne, die uit Hamadan naar den Bagdad-
spoor had koers gezet, tot voorbij Ha
madan zelf teruggedrevenzij hadden
ook de Noordelijke Russische groep, die
bij Rewandoes hetzelfde beproefde, een 100
kilometer over de grens gedreven, maar
daar, bij Sakiz, (aan den weg naar Mian-
doab) zijn zij nu verslagen, zeggen de
Russen. Van Turksche zyde is daar nog
geen nader bericht over. De officieele
mededeeling van den 45en zwijgt over dit
gedeelte van het gevechtsterrein.
Over Roemenië als gewoonlijk tegen
strijdige berichten. Opmerkelijk is, dat
men ditmaal in bladen der entente kan
zou bestaan tot toenadering naar de cen
tralen, terwijl Duitsche bladen teekenen
van verdere aansluiting bij de entente
melden.
BUITENLAND.
Vliegeraanval op Meirelbeke.
Een officieel Duitsch bericht van 3 dezer
heeft gewag gemaakt van een vliegeraan
val op Meirelbeke (een voorstad van Gent,
waar vele Hollanders, onder wie ook oud-
Dordtenaren gevestigd zyn), waarbij 16
inw o. a. 9 vrouwen en kinderen, zijn
gedood of zwaar gewond. Een correspon
dent van de »Strassbürger Post geeft van
dien aanval deze beschrijving
Het was een drukkend heete Augustus
middag. In de kleine straten van de
Gentsche voorstad Meirelbeke, beroemd om
zijn bloemkweekerijen, vooral door haar
azrlea's, araucaria's en laurieren, heerscht
de eene of andere onbillijkheid gepleegd
werd. Zij was altijd degene, die voor de
lijdende partij in de bres sprong.
Zoo kwam 's winters geregeld tweemaal
's week de oude dansmeester op school les
geven. De man was al wat op jaren en
men kon het hem aanzienverdriet en
veel zorgen hadden hem voor den tijd oud
gemaakt.
Maar als men hem zoo zag, zonder iets
van zijn leven te weten, dan dacht men
zeker aan een caricatuur. Dat met zorg
gescheiden grijze haar, dat vermagerde
gelaatdie trippelende, magere beentjes,
dan die schelle stem, 't werkte zeker wel
op den lachlust van jonge meisjes, die toch
graag eens lachen willen.
En zoo gebeurde 't dan ook eens, 't was
midden in den winter en koud buiten, dat
daar de oude sukkel van een dansmeester
in zijn dunne jasje bibberde en bevende
kwam aanzetten. Natuurlijk was zijn eerste
gang naar de kachel, om daar in zijn vin
gers wat leven te brengen voor 't vioolspel,
dat volgen moest.
En terwijl hij daar nu stond, zoo ge
bogen, zoo bibberend en steunend van de
kou, met die roode punt aan zijn langen,
mageren neus, was hij al spoedig het voor
werp van de geestige opmerkingen van
enkele meisjes en vooral van haar, die door
hem uit te teekenen, nog grooter carrica-
tuur op het papier poogden te brengen dan
hij dit, ik zeg niet was, maar in de werke
lijkheid scheen. Wordt vervolgd
voor Hot Land van Hoosden en Altena, de Langstraat en de Bonelerwaard.
oon niouw vooraohot van gaM, dat Enga.
loocil UVCl noltoro m Doomonia