i i De vrouw. Aan onze Abonné's. n:i ilij:t»v UND VAN ALTERA Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3622. Woensdag 22 November 1916r v Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.90, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 cent. Elke regel meer 71/» cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag 4 uur ingewacht. Te beginnen met het nummer van deze week zal het Geïllustreerd Zondags blad wederom met 4 papina's meer, dus totaal in plaats van in 8 in 12 pagina's verschijnen. Door deze belangrijke uitbreiding kan het aantal foto's, in beeld brengend al wat er slechts van eenige beteekenis ter wereld voorvalt, nog aanmerkelijk worden ver groot, en zal ook voor boeiende verhalen en onderhoudende lectuur meer ruimte be schikbaar zijn. Reeds aanstonds zuJJen de abonné's op het «geïllustreerd Zondagsblad« van week tot week in spanning worden gehouden door «HET SCHOT IN DEN NACHT«. Een inderdaad buitengewoon mooi vervolgverhaal, boeiend van het begin tot het eind. Ondanks de groote kosten, vooral in de zen tijd, aan de uitbreiding van het »Ge- illustreerd Zondagsblad® verbon den, handhaven wij voor ons rijk geïllus treerd Zondagsblad den geringen prijs van slechts 45 cent per kwartaal van 13 nummers, (franco per post 52^ cent.) Wij doen zulk^ in het vertrouwen dat al wie het «Geïllustreerd Zondags blad® nog niet bij de courant mocht ontvangen, zich thans als abonné zullen opgeven. Zij ontvangen alsdan de tot 1 Januari a.s. verschijnende nummers met inbegrip van het Kerstnummer gratis. DE UITGEVERS. „Moeder, hebt u een touwtje voor mijn zweep Moeder, hoe laat is 't; moet ik al naar school?" „Vrouw, heb je mijn hoed ook gezien „Moe der, kom eens gauw, Piet is zoo ge vallen, zijn neusje bloedt Wat een gescharrel en geroep zoo door elkaar en dat alles met slechts één middenpunt: „Moeder." Moeder hebben ze allen noodig, Vader en de kinderen ookals er verdriet is, als er raad geschaft en hulp gegeven moet worden. Och, ieder kent ze wel uit hun vriendenkring die moe ders die altijd klaar *staan, met een vriendelijk gezichtmoe dikwijls, en toch hulpvaardig. Is het geen lieflijk beeld, te denkenaan een moeder, I M I. door A. DB VISSER. 41) Drie dagen gingen voorbij zonder dat Mimi iets van hare vrienden hoordedoch den morgen van den vierden dag werd een met keurige hand geschreven briefje aan het adres van Mimi Beels bezorgd. Het was of de ontvangster van dat briefje vermoedde, wat er in geschreven zou staan, zoo trilde zij bij het openen daarvan, en ja, werkelijk I dat briefje was van Piet en behelsde niet anders dan een aanzoek om hare hand. Zoodra zij 't gelezen had, nam zij een besluit. Ze kreeg een velletje pa pier en schreef het volgende briefje terug Weledele Heer I Hoe vereerend mij uw aanzoek ook is, ik ben overtuigd, dat ik u nimmer geluk kig zou kunnen maken Laat dus elke gedachte aan mij varen en laat ik mij mogen blijven noemen Uw toegenegen vriendin Mimi. Ze las dat briefje over en nog eens over dat was nu duidelijk genoeg Ze wist het zelf nietmaar ze zou het maar on- middelijk verzenden, al speet het haar, dat die zich 's nachts aftobt bij het wiegje van een ziek kind, of aan eene die in het schemeruur aan de aandach tig luisterende kleine schaar mooie verhalen vertelt of aan weer een andere, die met zacht vermaan haar kind bestraft, terwijl de oogen van den jongen haar zoo vertrouwend aankijken. Ieder gaat in gedachten verder met opsommen. Wat een jon gen of meisje aan lieflijke herinne ringen meedraagt aan het ouderlijk huis, als zij dit eenmaal gaan ver laten, groepeert zich gewoonlijk om de moeder. Wij zijn zoo onwillekeurig over de vrouw als „moeder" in de eerste plaats gaan sprekenomdat dit o. i. wel het belangrijkste deel van haar levensroeping is. „De hand die het wiegetouw in beweging brengt, regeert de wereld" is heel juist. „Geef mij het kind en ik heb be toekomst", zegt op eenigs- zins andere wijze hoe belangrijk de opvoeding van het kind is. En dat de moeder het belangrijkste aandeel in de opvoeding der kinderen heeft of moet hebben, is zeker waar. In vele gezinnen zien de kinderen va der niet anders dan Zondagsdus moet moeder leiden, sturen, richten. Ja, wél lieflijk is het beeld van een gelukkig huisgezin, en wél gelukkig de vrouw die een goeden man en flinke gezonde kinderen de hare mag noemen. Wat heeft zij een veel heerlijker lot dan vroeger. Laten we eens nagaan wat de positie der vrouw vroeger wel was. Bij de Hebreeërs bewoonde de vrouw een afzonderlijk gedeelte der tent, maar volbracht ongesluierd, ook in tegenwoordigheid van vreemden, alle huiselijke bezigheden. Later hielden de vrouwen der aanzienlijken haar verblijf in een harem,werden streng bewaakt en mochten alleen bij feestmalen zich in den kring der mannen vertoonen. De Egyptische vrouwen volbrachten allerlei werkzaamheden buiten haar Woning, terwijl de mannen zich bezig hielden met weven en spinnen In Griekenland waren vroeger de vrouwen geroofde of gekochte sla vinnen tehuis, in het vrouwenver blijf opgesloten en bij het uitgaan ze dien armen jongen zoo diep moest grie ven. Natuurlijk werd aan Lize als de eenige. vertrouwde alles medegedeeld, Zij mocht alles weten en haar oordeel over alles zeggen. En wat was het oordeel van Lize Ze gaf Mimi volmaakt gelijk tot zoo'n gewichtige stap toch mocht men niet overgaan, dan geheel uit overtuiging. Lize hoopte toch vooral, dat hare beste Mimi niet gecoquetteerd had, maar neen, daar kende ze haar als te degelijk en te goed voor. Natuurlijk verkreeg deze zaak geen rucht baarheid, ofschoon de Directrice en de Secondantes er 't hunne van dachten toen de uitnoodigingen bij den Notaris zoo sterk verminderden. Als ze Piet tegenkwamen, was hij beleefd, maar meer ook niet en van kaartavondjes was bijna in 't geheel geen sprake meer. 't Was, eerlijk gezegd, Mimi wel een pak van 't hart dat het maar zoover ge komen was en zoo ging de winter kalm en geregeld voorbij en al was het ook niet bij den Notaris, toch ontbrak het Mimi niet aan verschillende uitnoodigingen, vooral op muzikale avondjes, maar ook hiervoor werd de gelegenheid al langzamerhand min der, doordat de dagen lengden. Maar nu kwam weder het voorjaar met zyn vele en prettige verrassingen in het leven der natuur. Bij mooi weer werden na schooltijd groote wandelingen onderno men, vooral 's Zaterdagsnamiddags als er toch vacantie was. Het meest strekten die wandelingen zich uit naar het kasteel gesluierd en door een trouwen die naar van haar meester vergezeld. Haar bezigheden bepaalden zich tot het besturen der huiselijke aangele genheden, de opvoeding der kinderen, spinnen en weven. Haar toestand verbeterde, toen zij niet langer ge roofd. maar met een bruidschat! aan den man gegeven werd. Vrije keuze echter had zij als regel niet. Bij de Romeinen was de toestand der vrouwen over het geheel beter dan bij de Grieken. Ze konden zich even vrij bewegen als de mannen. Intusschen bleef de vrouw er on mondig op staatkundig gebied Later evenwel, toen de mannen verwijfder werden kwamen de vrouwen tot grooter zelfstandigheid. Bij de Galliërs werden de vrouwen met groote eerbied bejegend, en voor al bij de Germanen eenigermate als goddelijke wezens beschouwd. Zij woonden met de mannen samen, vergezelden dezen in den strijd en wisten, op de wagenbrug staande, hun dapperheid aan te vuren, terwijl zij zorg droegen voor de gewonden en ook deel namen aan het geyecht. Binnenshuis waren zij meesteres. Maar we behoeven niet in den tijd zoover terug te gaan om te zien welk een vreeselijk lot dikwijls aan de vrouw beschoren was en nog is Zen deling Johny vertelt van zijn werk onder de Indianen in Noord-Amerika Ik heb een man zien thuiskomen met het geweer op zijn schouder, en hooren zeggen tot zijne vrouw„Sta op, hond, en haal den bok, dien ik geschoten heb." En o, hoe geduldig zijn die inlandsche vrouwenZij gaan altijd waarheen ze gezonden worden. Zij brengt den bok, zooals haar gezegd is, dien ze misschien drie of vier mijlen ver heeft moeten sleepen, en komt doodmoe thuis. Maar aan rusten is geen denken. Ze moet dadelijk het feest voor haar man en zijn vrienden aanrichten. De been deren worden haar toegegooid, die ze met de honden moet deelen. Op zekeren dag wandelde ik met een van de kapiteins dicht bij een dorp, en zag een hoop zwarte asch. „Wat is dat?" vroeg ik hem. „Dat is de plek, waar ik het li chaam mijner moeder verbrand heb"., van den Baron vanWalstein. Daaronder het hooge en trotsche geboomte was het heerlijk en de bloeiende heesters brachten er eerder de lente dan ergens anders. Toch had Mimi in 't eerst geaarzeld dien haar zoo bekenden weg in te slaan, al had ze ook een zekeren aandrang gevoeld om er heen te gaan, maar de vriendelijke aan zoeken van de meisjes hadden haar einde lijk bewogen toch weêr eens die prettige wegen te bewandelen. Als ze daar dan weêr neerzat op die stille en schaduwrijke plekjes, waar ze vroeger zoo menigmaal had gezeten, of de woning van den Boschwachter voorbijging, waar die aardige jongen nu rond buitelde in 't zand, dan liep ze somtijds vele minuten voor zich starende en in gedachten voort, 't Was vreemd, maar nog nooit was haar een bekend gezicht tegengekomen. Zever- heugde zich daarover, want meer dan eens had ze zich zelf afgevraagd, hoe ze 't ma ken zou, als de Barones of een van de freules haar ontmoette. Toch zou dit eens op een middag gebeuren. Heel onver wachts ook, want terwijl Mimi met een viertal van de grootste meisjes ('t was een heerlijke middag in 't laatst van Februari, eene van die zomersche dagen) door 't park flaneerde, daar ontmoette ze op eens freuie Ernestine. Dat eerste weerzien gaf Mimi een ge- duchten schok, ze voelde dat ze trilde over al haar leden, vuurrood werd en op eens verbleekte. was het antwoord. „Aan welke ziekte is zij gestor ven „Ze is gestorven aan een tonw." „Aan een touw? wat bedoelt ge?" „Mijne moeder kon geen konijnen meer vangen en niet meer visschen, toen heb ik haar geworgd, en haar lichaam tot asch verbrand." Hij praatte over het dooden van zijne moeder als wij zouden spreken over het doodschieten van een dollen hond. Mijne vrouw en ik begaven ons onder het volk, van kamp tot kamp en van hut tot hut, en na eenige jaren kwam de verandering. O, dat gezegende EvangelieKom nu met mij in de kerk, Daar ziet ge iets, dat de engelen doet juichen. Twee groote Indianen hebben van hun handen een stoel gemaakt en daar over een deken geworpen, en op deze zittend wordt hun oude moeder naar de kerk gedragen. Hier op een van de banken ligt nog een deken, daar op wordt de moeder voorzichtig ge zet en haars zoons arm om haar heen geslagen om haar te steunen. Hier is het Christèndom aan het woord geweest en heeft de zeden verzacht en grootere waardeering van de vrouw gebracht. Welk een verschil met de positie van de vrouw van vroeger en van thans, van de vrouw in de Ooster- sche landen en onze Westersche ge kerstende landen En tochwat treft het ons dat er zooveel geschre ven wordt over „de Vrouw". Geheele weekbladen hebben zich aan „de Vrouw" gewijd, in gesprekken en boeken is „de Vrouw" aan de orde van den dag. Waarom ziet men geen weekbladen zich wijden aan „de Man" in 't algemeen Wel ik geloof om dezelfde redenen waarom er nooit of zelden gesproken of geschreven wordt over den gezonden mensch, en er veel gesproken of geschreven wordt over den zieken mensch. De positie der vrouw is nog niet gezond, die zaak is nog niet klaar. Het onder werp „man" is klaar, het was dit van 't begin der schepping af. Eva werd aan Adam ter hulpe gegeven. Zij die toegevoegd werd kwam slechts in de tweede plaats hij die Was dat ook het geval met freule Ernestine, die daar naar 't scheen ge dachteloos rondwandelde en verrast staan bleef, toen ze het haar zoo bekende gelaat weer zag 't Is mogelijk maar dan was er toch van hare zijde slechts een oogen- blik van beraad noodigeen oogenblik slechts om verwonderd stil te staan en met een vriendelyk lachje op het innemend gelaat naar Mimi toe te komen en op de haar eigen vertrouwelijke, aardige manier te zeggen «Dag Juffrouw Beels, wel, zie ik u hier weêr Hoe gaat het met u Zoo verrassend als dat' weêrzien mocht heeten, zoo kort duurde ook het onder houd, dat laat zich begrijpen. De omstan digheden, alles wat er was voorgevallen, waren niet van dien aard, dat het onder vreemden eenigszins kon behandeld worden. Freule Ernestine was het van haar kant blykbaar te doen geweest Mimi niet als eene onbekende voorbij te gaan, maar veel verder strekte zich die hernienwde kennismaking ook niet uit. «Nu zie ik u, hoop ik, eens meer hier,® vervolgde ze vriendelijk, terwyl ze Mimi hare hand toestak en een beleefde buiging maakte voor de meisjes en deze «Wel Juflc klonk het al aanstonds, toen ze een eindje waren voortgewandeld. «Ik wist niet, dat u op zulk een intiemen voet waart met de freule van het kasteel O, u is daar een tydlang geweest, niet waar was nam de eerste plaats in en be zat dus de grootst mogelijke vrijheid om zijn leven in te richten zooals hij dit het best vónd. Maar die plaats der vrouw, van de hulpe hem toe gevoegd, was niet zoo gemakkelijk te bepalen, zij hing af van de wille keur van den man, en tot geweld daden dit dikwijls aanleiding gaf het hierboven staande getuige er van. De geschiedenis der vrouw is een wordingsgeschiedenis, waarin het laatste woord nog niet gesproken is. De „Vrouw", vooral zij, die in een vriendelijke omgeving haar krachten als echtgenoote en moeder kan ont plooien, kan danken, als zij denkt aan al de zegeningen die zij ontvangt. Maar er zijn er zoo velen die dit niet hebben ontvangen en het is voorna melijk de ongehuwde vrouw die reik halzend uitziet naar een verbetering van haar positie in de maatschappij. Maar hierover een andermaal. BUITENLANDSCH OVERZICHT. Alles wijst er op, dat het eindpnnt van slachting en verwoesting nog niet is be reikt. Integendeel steeds feller laait de oorlogsvlam op, steeds taaier wordt de inspanning. Men zal het einde bereiken het ga hoe het wil. Buigen wil geen der beide partijen en dus barsten moet de zaak. Met name Duitschland heeft door zijn nieuwe maatregelmobilisatie der burger lijke bevolking het zoo duidelijk mogelijk uitgesproken wij geven het niet op. Zeker het heeft ook verklaard, bereid te zijn om een vrede te sluiten, die by geen der partijen wrok behoeft achter te laten, mits deze vrede maar goede waarborgen biedt tegen een nieuwen oorlog. Maar tegelij kertijd verzamelt het zijn uiterste krachten tot een ongekende inspanning. Zóó-is de redeneering De soldaten te velde wagen niet alleen hun leven, maar moeten ook hun per soonlijke vryheid en neigingen offeren op het altaar des vaderlands. Waarom zou men d$n ook niet van degenen, die thuis blijven en er in zoo menig opzicht gunstiger aan toe zijn, kunnen eischen dat zij de landsverdediging zoo min mogelyk tot bal last en zoo veel mogelijk tot nut zijn Welnu, ammunitie moet er zijn in de eerste plaats. Voor de arbeiders in dit bedryf moet er dus in de allereerste plaats Welzeker,® antwoordde Mimi, by wie dit weêrzien alle mogelyke herinneringen opwekte. «Ik ben daar een korten tijd gouvernante geweest bij de twee jongste freules,® en ofschoon 't haar moeite kostte veel te praten en zij veel liever zich had overgegeven aan haar eigen gedachten, overwon ze zich echter en werd aan dat gesprek een gelukkige afleiding gegeven. Er kwam ook nog ongezocht eene andere afleiding in de gedaante van Pieter Vrij hoef, die daar met iets triumfantelyks in -blik en houding met een vreemde dame aan den arm de wandelaarsters tegenkwam. Schijnbaar eerst eens afwachtende of al die dames hem ook het eerst zouden groe ten, nam hij toen toch wat links zyn hoed af, precies of hy 't met zichzelf niet eens was of hy het voor de boomen zou doen of voor haar. «Gunst Juf....® fluisterde een van de meisjes, «ziet u het Och, ik beklaag u, Meneer Pieter is voor u verkeken I® Mimi lachte eens eventjes. Ze had daar ook al weêr hare eigen gedachten bij en over. Als ze alles eens wisten, dacht ze... maar dat deed er ook niet toe, ze zag met genoegen dat de veelbelovende Pieter toch de tering niet gekregen had, nu hy haar niet de zyne noemen mocht. Nu eenmaal eene ontmoeting had plaats gehad was Mimi er zelfs op gesteld, de wandeling door het heerlyke bosch en park te herhalen. Wordt vervolgd.) 3UWSBLA» voor Het Land van Heusden en Aitena, de Langstraat en de Bommelenraard.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1916 | | pagina 1