BESCHAVING.
land van altena
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3628. Woensdag 13 December 1916.
Die zich voor
het volgende kwartaal
op deze Courant abon-
neeren, ontvangen de
nog deze maand ver
schijnende nommers gra
tis.
FEUILLETON.
I INI I.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.90,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 cent. Elke regej
meer 71/, cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4 uur ingewacht.
Ziedaar een schoon woord voor een
schoone zaak. Wanneer 't waar is dat
onze taal schildert, dan doet ze dat
zeker ook met dit woord. Ze wijst
u in de verbeelding op een mensche-
lijk wezen, dat nog geheel natuurlijk
is, d.w.z. woest, ruw als de dieren
des wouds en vergelijkt dezen met
een boomstam, zoo pas omgehouwen.
Zoo zeker als 'tis dat dit stuk hout
de schaaf behoeft om een aangenaam
uiterlijk te erlangen, zoo zeker is 't
dat de mensch door veredeling, door
beschaving stijgt in innerlijke enuiter
lijke waarde. De Franschman voegt
daaraan toe l hij leert de groote kunst
om met zijn medemenschen samen te
leven, hij wordt burger (La civis
en drukt dat uit met 't woord c i v i
1 i s a t i e. De Duitscher zegtde
mensch wordt gevormd tot een wezen,
geschikt voor de samenleving en ge
bruikt den term B i 1 d u n g. Altemaal
termen voor dezelfde zaakhet te
voorschijn roepen van de krachten
en gaven, die in den mensch sluime
ren, door onderlinge opvoeding.
De hoogte waarop de beschaving
van een volk staat, wordt gemeten
uit zijn werken. De historie teekent
den hoogtegraad aan naar de vorde
ringen die we gemaakt hebben in
kennis en wetenschap, in kunst, in
zedelijkheid, in zin voor 't goede, voor
al uit den vorm waarin zich het gods
dienstig geloof uit. ieder volk stelt
zich de dingen, die niet van deze
aarde zijn, voor naar de mate van
zijn ontwikkeling. Dat onbeschaafde
volken heidenen zijn, is dus volstrekt
door A. DE VISSER.
46)
Mimi zweeg. Ze dacht misschien wel
aan een verkeerde liefde, die dat arme
meisje nu een juk gaf te dragen, waarvoor
haar krachten niet geoefend en misschien
niet berekend en bestand waren.
En juist omdat ze zoo het stilzwijgen
bleef bewaren, wischte Willemien de tra
nen weg en zei alsof ze zich zelf moed
wilde inspreken «Maar ik zal volhouden,
wees maar gerustik deins nog niet terug.
Neen, ik zal volhouden I«
Toen Mimi 't verzoek van Willemien aan
Dokter Beels deed, zei deze
«Nu krijg ik achting voor dat meisje,
we moeten 't haar nu zoo gemakkelijk
mogelyk maken. Dat is ook niets, 't zal
alles wel gaan; een advertentie is volstrekt
niet noodigkunnen we er haar niet
in kruien dan zullen wy er haar in dra
gen. Wel zeker, leerlingen zal ze genoeg
krjjgen. Maar Juffertje,vervolgde Dok
ter Beels, «ik heb onder mijn brieven ook
nog een brief voor jou«, en hij reikte Mimi
een brief over, keurig geschreven.
«Een brief voor my vroeg Mimi ver
wonderd, en ze kon 't niet ontkennen, een
aangename gewaarwording overviel haar,
toen ze aan het cachet het adelyk wapen
geen toeval. Uit de vorm hunner
godsdienstige meeningen en gebruiken
spreekt de mate hunner ontwikkeling
in beschaving. Wanneer de laatste
klimt, veredelt ook de godsdienst en
omgekeerd 't een hangt met 't andere
ten nauwste samen.
De vraag is al duizende malen
gedaan of we vooruit gaan in bescha
ving, dan wel of we 't hoogste punt
bereikt hebben en weer achteruit
gaan. Men zou zoo op 't eers.te gezicht
zeggen, dat laatste is niet mogelijk.
Maar de geschiedenis toont onweder-
legbaar aan dat 't hier en daar aldus
geschied is. De Grieken hebben hun
tijd van opkomst gehad en later dien
van achteruitgang en trots den laatste
kan met volle recht gezegd worden
dat hun beschaving in zeer vele op
zichten die van de landen van Europa
uit dezen tijd overtreft. De Chineezen
hadden reeds voor Christus' geboorte
een tamelijke hoogte bereikt, doch
zijn daarop eeuwen lang blijven staan.
Het is dus zeer wel bestaanbaar dat
de beschaving van een volk niet meer
toeneemt. Met dat al zou 't dwaas
zijn en der beschaving allesbehalve
ten voordeel, daaruit te besluiten dat
onze eeuw,-bij voorkeur die der be
schaving geheeten, niet meer kan
overtroffen worden. Die zoo oordee
len, moeten wel blind zijn voor zeer
nabij liggende dingen.
Even groote ketterij is 't, de ont
wikkeling en beschaving over 't alge
meen uit onze dagen achter te zetten
bij die van vroeger eeuwen. Onze
vaderen, hoe flink ze ook waren,
stonden in kennis, kunstzin, smaak
enz., ook in zeden achter bij ons, wat
de vergoders van den goeden ouden
tijd daar de menigte ook omtrent wil
len wijs maken. Reeds een opper
vlakkige bestudeering der historie
toonf onwederlegbaar aan, dat ze hun
tijd door een zwarten bril bezien en
zonder kennis van zaken oordeelen.
We willen hiermede niet zeggen
dat onze beschaving derhalve in elk
opzicht de ware is integendeel er is
helaas onder de beschaafde Neder-
landsche natie zeer veel wat daar
van nog verre is. Men behoeft niet
naar de heide in N.-Brabant of de
zandvlakten der Veluwe te gaan, om
zich daarvan te overtuigen.
van den baron van Walstein herkende.
«Van 't kasteel,* zei ze zacht voor zich
heen, het couvert verbrekende, en toen ze
den inhoud had doorloopen en 't nieuws
gierig vragend gezicht van Mama Beels
aankeek, zei ze
«Wilt u eens booren
Waarde Juffrouw Beels I
Het heeft mij zeer gespeten dat u aan
mijn verzoek, door onzen Doktér overge
bracht, niet hebt kunnen voldoen. Ofschoon
ik zeer goed kon begrypen, dat er veel
was wat u niet aanstonds kon doen be
sluiten, toch moet ik op mijn verzoek schrif
telijk terugkomen.
Toen ik persoonlijk u myn dank wilde
komen betuigen, (want ik heb veel goed
te maken) hoorde ik, dat u reeds naar
Vechtdam waart.
Het speet my. Laat m\j nu echter niet
vergeefs vragen, bij uwe terugkomst ons
't genoegen te doen zelf eens naar uw
patiënt te komen kyken.
Ik blijf daarop dringend (mogelyk tot
het onbeleefde toe) aanhoudenmaar ik
vind uwe handelwijze by 't ongeluk dat
Agaat is overkomen, zoo allerliefst, zoo har
telijk, ik gevoel mij tegenover u toch zoo
verplicht door oprechte dankbaarheid dat
ik dit niet alleen in een brief kan weêr
geven.
Iedereen op het kasteel is vol lof over
u en nu we zooveel redenen tot dankbaar-
Tot zoover wat betreft de bescha
ving der volkeren, maar thans over
de beschaving van het individu. En
nu hebben we bij de behandeling van
ons onderwerp het omgekeerde toe
gepast van komt men over den hond,
dan komt men over de staart. Wij
zijn nl. begonnen met het gemakke
lijkste deel van onze taak, en hebben
het zwaarste bewaard voor het laatst.
Over „de beschaving der volkeren"
zullen we het allen wel eens zijn,
maar o wee, als we gaan spreken
over de beschrijving van de bescha
ving van den enkeling. Wie is be
schaafd Hoe moet een mensch, doen,
zijn, voelen, denken, om beschaafd
genoemd te worden. Zijn het de
manierenis het de betrekking, de
geboorte in een zekere stand, het geld,
de geleerdheid, die iemand maakt tot
een beschaafd mensch 11n onze dagen
zijn veel menschen plotseling rijk ge
worden. Ze hebben een mooi huis
gekocht, kleeden zich goed ze heb
ben hun öogen de kost gegeven en
afgeneusd hoe zekere deftige heer of
dame zich gedraagten als ge bij
hen aan huis komt is uw eerste in
druk nette menschen, ze doen zich
goed voor. Maar o wee, hun taal
verraadt hen. Ze spreken plat, ge
bruiken woorden die er niet mee door
kunnen en wat het ergste iswat ze
zeggen is onbeduidend, oppervlakkig,
er is geen rijke bodem waar de ge
dachten uit opwellen.
Een ander gevalge hebt goede
vrienden in heel eenvoudige kringen
van de maatschappij. Ze zijn zoo
hartelijk, ze bezitten, man en vrouw,
beide een goede dosis gezond verstand
en kunde, ze hebben een goed hart,
spreken nooit kwaad van hun naaste,
kortom, ge voelt u verkwikt in hun
nabijheid, verkiest hun gezelschap
boven dat van uws gelijken en ge
hebt het dikwijls thuis gezegd dat dit
nu werkelijk beschaafde menschen
waren. Op zekeren dag zijt ge er
juist, als het middagmaal genuttigd
zal worden en ge wordt uitgenoodigd
mee aan te zitten. Maar na dien
maaltijd denkt geze zouden toch
niet passen in beschaafde kringen
die houding bij het eten, dat praten
met vollen mond, die ongewasschen
handen, dat smekken.
heid hebben, daar alles zoo recht gelukkig
is afgeloopen, moet u ons het genoegen
doen met eigen oogen de patiente, die nu
weêr geheel hersteld is, te komen zien.
Ik mag er nu immers stellig op re
kenen, niet waar, dat u wel gehoor wilt
geven aan mijn verzoek
Ik vlei mij ten minste met een gunstig ant
woord en noem mij gaarne
Uw dienstwillige
Baronesse van Walstein.*
«Er valt nog een briefje,uit, kind,« zei
Mevrouw Beels, toen Mimi den brief had
voorgelezen.
«Gunst,* zei Mimi verrast, dat zij van
de patiënte Freule Agaat zelfre, dit schrij
ven ontving
«Lieve, beste Jufl
Ik voeg een dringende bede bij het ver
zoek door Mama gedaan. Ik zal wezenlyk
net zoo boos op u zyn, als ik nu dankbaar
ben, wanneer u zelf niet eens komt kij
ken hoe ik weêr geheel hersteld ben en
heel, heel boos, als u my niet vergunt u
persoonlijk voor al uwe hartelijkheid te
bedanken.
Laat ons spoedig iets van u hooren en
voldoe vooral aan het verlangen van uwe
U toegenegen
Agaat.*
Ziedaar,zei Mimi met een hoogrood
Och wat is het toch moeilijk om te
zeggen wie dan eigenlijk beschaafd
is. We hebben tot nu toe alleen ge
zegd, wie het niét is. En het is ook
niet te zeggen wie beschaafd is ieder
heeft er zijn persoonlijke meening
over. En het laat zich ook meer
voelen dan omschrijven. Soms krijgt
men na de kennismaking met een
persoon den indrukwat een be
schaafd mensch, en we kunnen niet
precies zeggen waar het in zitmaar
beschaafd is hij.
Een van de grootste kenmerken
van beschaving is „tact". Die koste
lijke gave, meestal aangeboren, kan
ook aangekweekt 'worden men treft
ze dikwijls aan bij hooggeborenen, die
den juisten toon weten te treffen
vriendelijk, belangstellend, ook waar
zij tegen hun minderen spreken. Zul
len wij nog eens beproeven te zeggen
wat „beschaafd zijn" iste bezitten
adel des harten, een gezond verstand,
dat met belangstelling de dingen rond
om zich opneemt, terwijl groote ken
nis niet noodig is, een godsdienstige
overtuiging, aangename manieren en
dan de „tact" hierboven reeds ge
noemd.
Een zaak van nog grooter belang
echter is te weten-: wè,t beschaaft.
Eigenlijk kan alles beschaven. Een
ontmoeting met iemand die u wat
verheffends vertelt, een huiselijke
oneenigheid waarin gij de mindere
hebt willen wezen, de courant, als
gij leest wat er instaat voor belang
rijks omtrent de groote dingen dezer
wereld de omgang met uw vrienden
en kennissen het medeleven met de
personen in een goed boek u geschil
derd; ja alles kan u beschaven als
ge het sleehts zoo op u in laat wer
ken dat ge er innerlijk rijker en beter
door wordt.
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Er hangt voor de neutrale landen
en voor Nederland in het bizonder veel
van af, wat de geest der regeering is in
de oorlogvoerende landen. Nu er een nieuw
ministerie in Engeland aan 't bewind is
moet de toekomst leeren welke verande
ring dat zal brengen in de houding tegen
over onze natie.
Wij wisten wat we aan Asquith en
Grey hadden. Maar wat zullen de nieuwe
gelaat, de brieven dichtvouwende. «Wat
moet ik nu
«Wat ge nu moet, kind vroeg Mama
Beels, «wel vandaag schrijven aan de Ba
ronesse van Walstein en aan freule Agaat,
dat ge heel zeker, zoodra ge weêr te
Oortwijk zijt, en heel gaarne ook, gehoor
wilt geven aan het gedaane verzoek. Als
gij daar dan zyt, kunt gij den dag bepalen
en ik zou in jou geval vooraf belet laten
vragen. Dat ge niet op het eerste mon
deling verzoek door den Dokter gedaan,
zijt gegaan kan ik mij begrijpen maar nu
ze er op terugkomen, zou het lomp, meer
dan lomp zijn, er niet aan te voldoen.
«Ik zal er papa ook nog eens over hoo
ien,* zei Mimi besluiteloos, de brieven in-
eenfrommelende.
«Maar je Papa zal niets anders zeggen,*
zei Mevrouw Beels. «Neen, Mimi, reken
daar zeker op.«
En dienzelfden dag schreef Mimi aan de
Barones, dat ze zeer gevoelig was voor
haar vriendelyk schrijven en gaarne, zoodra
ze weer te huis was, aan haar verzoek
zou gevolg geven.
Ziedaar,* zei ze toen ze gedaan had,
nu moeten we maar eens kijken. Ik be
hoef er vandaag nog niet heen en als ik
naar 't kasteel ga, hoop ik dat ik meer
opgewektheid hebben zal dan ik nu heb.*
»Mimi,« zei Mevrouw Beels, wat rede
neer je nu.toch?*
«Ik meen het oprecht,* zei Mimi. «Het
geen ik voor freule Agaat deed zou ieder-
heeren brengen Strenge meesters re-
geeren niet lang, zegt een Hollandsch
spreekwoord. Of het bewaarheid zal wor
den is een tweede maar dit staat vast
dat het nieuwe bewind een nieuwe koers
zal aangeven.
Daar is allereerst Lloyd George, die
voorzitter zal zijn van het oorlogskabinet,
bestaande uit vijf leden. Hij is een man
van vurig temperement, van wilde voort
varendheid, van niets ontziende drijfkracht.
Hij is het die het Engelsche leger de ka
nonnen en de munitie verschafte, toen het
gebrek daaraan in het begin van den
oorlog dat leger met lamheid sloeg. Hij
is het, die den dienstplicht heeft doorgezet.
Hij zal het zijn die nu de Duitschers zal
verpletteren.
Voor enkele jaren was hij de meest
gehate man in zijn land. De zoon van
eenvoudige ouders, de roode radicaal. Nu
wordt hij in het conservatieve Engeland
gesteund zelfs door de vertegenwoordigers
der aristocraten. «Het kan verkeeren*,
zei Breèro.
Met Lloyd George zullen in het oor
logskabinet Milner en Curzon wel het
eigenlijke driemanschap vormen, dat de
leiding in handen heeft. Milner wordt ons
beschreven als een stroeve natuur, een
stille kracht. Hij is de groote man van
den Boerenoorlog, wien men naast Rhodes
het meest heeft te danken voor de nieuwe
wingewesten in Zuid-Afrika.
Curzon, de derde man in het drieman
schap, zal, bij al de vastberadenheid die
ook hij voor het doorzetten van den oor
log zal toonen, web het bezadigde element
vormen, want al is Milner een berekenende
natuur, de felle haat, die hij de Duitschers
toedraagt, zou hem onvoorzichtig kunnen
maken. Ook in Zuid-Afrika heeft zijn drift
om de Afrikaanders den nek te breken
den tegenstander een wapen in de hand
gespeeld.
De twee anderen, Bonar Law en Hen
derson zullen niet op den voorgrond tre
den. De eerste zal het met de leiding
van het Lagerhuis druk genoeg hebben,
terwijl Henderson, de vertegenwoordiger
der arbeiderspartij, naar algemeen oordeel
een zwak vat is, ,dat weinig zal presteeren.
Veel Engelsche bladen maken er Lloyd
George een verwijt van dat hij Balfour en
Lord Robert Cecil heeft aangehouden in
het nieuwe ministerie. Maar wij vermoe
den, dat hy niet anders heeft gekund.
Aan buitenlandsche zaken was een man
een in myne plaats gedaan hebben, en
daar had het nu ook maar bij moeten
blijven, maar het is niet anders, enfin.*
Intusschen gingen de prettige, gezellige
dagen, als een droom voorby. Als 't al
weêr avond was, zuchtte Mevrouw Beels,
en zei wel eens
«Als gy er niet zijt, myn kind, en de
Dokter somtijds den geheelen dag uit is,
dan vallen mij de dagen zoo langzoo
lang dat ik Klaar wel eens binnen
roep en zegpraat nu eens. En nu ik
ze zoo graag heel lang wilde hebben, is
't al weer avond als ik nog denk dat het
morgen is maar zoo gaat het altyd
genot duurt kort, veel te kort.*
Dokter Beels scheen het in de laatste
dagen drukker te hebben dan ooit. «Ik
heb een erge patiënt,* zei hij wel eens
lachende, «die my veel tyd kost en dat
is Willemien. Maar ik geloofik ge
loof dat we het met haar klaren. Ik heb
al vyf families waar ze tweemaal 's weeks
kan komen les geven, dat is dus al een
begin. Dat moet ge haar nu maar eens
vertellen, Mimi. Ik wou ook zoo graag,
dat ge, voor ge weêr vertrekt, wist hoe
ze den moeilyken berg had doorworsteld
want de eerste stap zal haar wel het zwaarst
vallen.*
Nu, Mimi wachtte niet lang om haar
protégé de goede berichten meê te dee-
len.
{Wordt vervolgd.)
NIEUWSBLAD
voor Hot Land von Neusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.