Bi] dit nr. neiioort een bijvoegsel.
Und van altena
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No3642. Zaterdag 3 Februari 1917.
1lUUITOV
EL NERO.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.90,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regej
meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4 uur ingewacht.
BUITENLANDSCH OVERZICHT.
Wat het oorlogsnieuws aan belangrijk
heid mist te land, verkrijgt het in de
laatste dagen ter zee.
Daar is allereerst het plan der Engel-
sche regeering nieuwe maatregelen te ne
men ten aanzien van de blokkade der
Duitsche kust, vooral van de Duitsche
Docht. Een eigenlijke blokkade, met in
menigte uitgezonden Engelscbe oorlogssche
pen, zal het wel niet zijn, dat ware al te
gevaarlijk met het oog up de Duitsche
onderzeeërs. Hoe zullen de wateren dan
onveilig gemaakt worden voor en om
Duuschland We denken natuurlijk al
lereerst aan het leggen van mijnen. In
alle vaargeulen, die toegang vei schaffen
tot de Duiiselie watereu wal lielsche ma
chines uitstrooien en ziedaar, Duil.-ch-
land zit met zijn vlooi zoo vast ais een
muur. Maar onze onslelyke nabuur heelt
nog mijnenvegers en die zullen er natuur
lijk op uitgaan liet lastige goedje op te
visschen. Dat zal de Engelscbe ourlugs-
scliepen weer aanleiding geven de mijnen
vegers op de hielen, of liever in het kiel
zog te zitten en dit geeft van de andere
zijde aan de Duitsche onderzeeërs gelegenheid
een prooi uit te zoeken. Vernieuwde actie
dus op de Noordzee.
Voor ons land en Denemarken is deze
nieuwe maatregel vau de Engelsche regee
riiig niet zonder beteekenis. Het gevaar
lijke mijnenveld toch strekt zich gedeelte
lijk ook voor onze wadden en voor de
Deensche kust uit.
Doch dat is nog niet alles. Duitschland
zit n.l. ook niet stil. Zijn duikbooten bren
gen een geweldige schade toe aan de
koopvaardijvloot van de entente in het al
gemeen, maar van Engeland in het bizon
der. Let er maar eens op, wat één duik
boot in 'een enkele week tijds zoo al naai
den bodem dér zee doet verhuizen. Van
1825 Jan. zoo meldt een Wolffbe
richt heeft een onzer duikbooten be
halve een Engelsche torpedojager nog 17
schepen, met een inhoud van 18,056 bruto
register tonnen, in den grond geboord.
Onder de ladingen van de gezonken sctie-
pen bevonden zich 5üOÜ ton graan, onge
veer 7500 ton kolen, verder voornamelijk
mynhout, fosfaat en andere contrabande.
En dan dit nogin de maand Decern-
2)
Vervolgden echter, die deze haven wis
ten te bereiken, waren daar ook voor hun
ne vervolgers in volkomen zekerheid, aan
gezien tot Bidassoa de kust geene landing
veroorlooft, wanneer ten minste in bet al
gemeen iu de, door rotsspleten gescheiden
uilloopers der Pyreneën eb de talrijke holen
eene vervolging op zich zelve al niet ta
melijk weinig kans op welslagen aanbood.
In de kleine, door de hier vernietigende
en neerdrukkende en elders te gelijkertijd
weder opbouwende flatuur gevormde haven,
lagen dicht bij den oever twee groote
booten, wier bemanning, bij bet bclit van
twee fakkels en van de bootlantaarns, iu
groepen bijeenstonden en zachtjes praatten
Het kouden ongeveer een dertigtal man
nen zijn.
Zij droegen allen lederen broeken, en óf
sandalen met sterke leeren zolen, of ruwe,
met spijkers beslagen halve laarzen, allen
echter de beenen tot aan de knie met rood
baai omwikkeld, dat door kr uisgewijze daar
omheen gebonden banden aan het been
bevestigd was.
Roode en blauwe wollen sjerpen, het
korte, wiet metalen knoopen rykbezette,
van voren half of geheel open Baskische
buis van fluweel, hemd, bontkleurige zyden
ber zijn 152 vijandelijke handelsschepen
met 329,000 ton bruto, door oorlogsmaat
regelen der middellijken verloren gegaan.
Daaronder behoorden 240,000 ton bruto
aan Eugelschen. Buitendien hebben oor
logsvaartuigen van de middelrijken 65 on
zijdige koopvaarders met 86,500 ton bruto,
wegens vervoer van contrabande in den
grond geboord. In het geheel dus over de
maand December 415,500 ton bruto. De
verliezen sinds het begin van den oorlog
tot 31 Dec. 1916, de in den loop van het
jaar naderhand bekend gewordene daarbij
gerekend, door oorlogsmaatregelen der mid
delt ijken ontstaan, bedragen 4,021,500 ton
bruto, waaronder 3,069,000 Engelsche of
15 procent van de gelieele Engelsche ton-
neinaat bij het begin van den oorlog en
401 onzijdige schepen, met 537,000 ton,
die wegens vervoer van contrabande werden
in den grond geboord of prijs verklaard.
Dat wil al heel wat zeggen doch het
schijnt pas liet begin te zijn. In de op
31 Januari gehouden vergadering van de
hoofdcommissie uit den Rijksdag beeft de
kanselier Von Beibmann LJollweg toch de
volgende verklaring opgelegd: (wij netuei
er bet voornaamste uit over)
Den 12en Dec. heb ik in den Rijksdag
de overwegingen ontvouwd, die tot ons
vredesaanbod hadden geleid. In hun ant
woord daarop hebben onze tegenstanders
ronduit verklaard, dat zij weigeren met ons
in vredesonderhandelingen te treden, en dat
zij alleen willen weten van een vrede, dien
zij kunnen voorschrijven.
Daardoor is de vraag, wien de schuld
voor de voortzetting in den oorlog treft,
voor de geheele wereld beslist. Die schuld
treft alleen onze tegenstanders. Even vast
staat nu onze taak. Over de voorwaarden
van den vijand kunnen wij niet spreken,
die slechts een volstrekt verslagen volk
kunnen aannemen. Daarom moet onze
leuze zijn «doorvechten#.
Dan wijst de kanselier er op dat de
Entente geen vrede wil maar vernietiging
van Duitschland en zijn bondgenooten. Mei
wil ons met alle mogelijke geoorloofde en
ongeoorloofde middelen er onder brengen
Welnu wij zullen het antwoord niet schul
dig blijven.
Engeland blokkeert Duitschland.
Gedeeltelijk gaat die blokkade door neu
trale landen heen. Niet zoo, dat Engeland
die landen inede in de blokkade betrekt,
maar het stelt die landen op rantsoen, zoo,
dat zij, zoover mogelijk, alleen kunnen in-
halsdoek en de ronde Baskische muts vol
tooiden de kleeding.
Aan de knie van het rechterbeen van
ieder dier mannen stak in het baaien om
hulsel, in een lederen scheede, het dolk-
vormige, van een pareerstang1 voorziene
mes'der Spaansche zeelieden; het meeren-
deel van hen droeg geweren bij zich, die
zij over den schouder hadden geworpen.
»EI Nero! El Capitano 1« fluisterden deze
mannen, toen de door ons beschreven rui
ter plotseling om eene rots komende, in
hun. midden trad, en kwamen daarbij eer
biedig aan hunne mutsen.
De iiieu waangekomene was iemand van
eene hooge, kiachtige gestalte.
Dik, koolzwart, krullend haar viel omlei
den breedgeranden hoed tot op de schou
ders af, een even gitzwarte haard omgaf
het door de zon sterk gebruinde aange
zicht, waaruit zonderlingerwijze een paar
grijsblauwe, door dichte, zwarte wenkbrau
wen beschaduwde oogeu kwamen uitkijken.
Hij droeg hooge laarzen zonder sporen
en verder eene Fransche kleeding, welke
echter door het Spaansche maritelvornuge
overkleed bijna geheel bedekt was. Lederen
handschoenen bedekten zijne handen, doch
van wapens was bij hem niets te bespeuren.
Uit den kring der verzamelde mannen
trad een schipper met een verweerd gelaat
op den kapitein toe en wachtte af tot deze
hem zoude aanspreken.
»Zijn de goederen allen aan boord?#
vroeg de kapitein.
voeren wat zy zelf noodig hebben en niet
datgene, waarvan zij aan Duitschland zouden
kunnen verkoopen. Daarvoor wordt een
strenge controle op de onzijdige scheepvaart
geoefend.
Nu wij zullen Engeland ook aan een
hooger blokkade onderwerpen. Wij hebben
geen ander middel dan de dnikbooten. dus
dat zullen wij toepassen.
De Rijkskanselier herinnerde voorts,
waarom luj in Maart en Mei van het vorige
jaar tegen den onbeperkte» duikboot-oorlog
is geweest en waarom liet vraagstuk ook
iu Sept. volgens het eenparige oordeel van
de polititieke en militaire leiding voor een
beslissing niet rijp was. Hij wees in dit
verband op zijn vroegere uiting «Zoodia
ik, in overeenstemming met de opperste
legerleiding tot de overtujging 'kom, dat de
onbekommerde duikbootoorlog ons den zege
vierende» vrede nader brengt, zal daartoe
worden overgegaan". «Dit tijdstip ging
de kanselier voort is thans gekomen,
waarop wij met de grootste kans op wel
slagen de onderneming kunnen wagen. Een
later tijdstip mogen wij dei halve ook niet
afwachten.
Wat is er in den toestand gewijzigd
Het eerst noem ik het belangrijkste hei
aantal onzer duikbooten is, vergeleken bij
het vorige voorjaar, aanzienlijk uitgebreid
en daardoor is een vaste grondslag voor
succes gelegd. Dan komt het tweede punt
van doorslaand gewichtde slechte wereld
oogst van graan. Die plaatst thans reeds
Engeland, Frankrijk en Italië voor ernstige
moeilijkheden. Wij vertrouwen vast, deze
moeilijkheden door den onbeperkten duik
bootoorlog tot ondraaglijk-wordens-toe te
kunnen doen toenemen Ook de steenkool
kwestie is in oorlogstijd een levensvraag.
Zij is nu reeds, gelijk*u weet, in Frank
rijk en Italië kritiek en onze duikbootei
zullen hun den toestand nog hachelijker
maken. Hierbij komt, met name voor
Engeland, de toevoer van ertsen voor den
munitie-aanmaak in den ruimste» zin en
van hout voor de steenkolenmijnen. De
moeilijkheden onzer vijanden op deze ge
bieden nemen nog toe door het stijgend
gebrek aan scheepsruimte.
Maar zijn er dan geen gevaren, die de
centralen bedreigen, als zij een onbeperkte
duikbootenoorlog gaan voeren Zeker, zeide
de kanselier, maar niet zoo erg u Is,vroeger
en die er zijn, wij hebben kracht genoeg
om ze het hoofd te bieden. Zoo immers
schreef Hindenburg nog kort geleden aan
Jose, aldus heette de gevraagde, knikte
zwijgend met het hoofd.
«Wie commandeert er van nacht den
tolkotter, en waar ligt hij
Jose, een man van meer dan middel
baren leeftijd, spuwde het sop van zijn
pruim tegen de rotsen, en streek met de
hand iri zijn haar.
«De kotter ligt bij den vuurtoren, kapi
tein, het is of hij wat in de gaten heelt
don Juan Diaz voert het commando,
zouden we de oucfernerning maar niet lie
ver tot morgen avond uitstellen?#
Een sombere glimlach vloog er over het
gelaat van den kapitein.
«Dat is onmogelijk,zeide hij kortaf,
«de goederen moeten morgen ter bestemder
plaatse zyn. De kotter heeft te veel diep
gang, dan dat hij ons in onzen schuilhoek
zou kunnen volgen, het zal hier dus maai
de zaak zijn om hem bijtijds te ontwijken,
in het uiterste geval zijn wij echter sterk
genoeg om zelfs een gevecht te wagen.
Ik zal de eerste boot nemen, en jij, Jose,
neemt de tweede, omhult de sloten dei-
geweren, opdat zy niet nat worden en
dan aan boord.#
Geen woord van tegenspraak kwam er
van de lippen der mannen. Zij stelden
blijkbaar een onbegrensd vertrouwen in
hup aapvoeder.
Allen haastten zich om plaats fe nemen,
en nauwelijks tien minuten later gleden
de beide vaartuigen door de smalle engte
de open zee in.
von Bethmann Hollweg
«Ons front staat aan alle kanten rots
vast. Wij beschikken overal over de noo-
dige reservesde stemming der troepen
is goed en vol vertrouwen. De geheele
toestand veroorlooft ons alle gevolgen, die
uit den onbeperkten duikbootenoorlog voort
vloeien, op cns te nemen en daar deze
duikbootooi log onder alle omstandigheden
een middel is om onze vijanden ten zeerste
te benadeelen, moeten wij er mee begin
nen.#
Met andere woorden, willen staten die
nu nog niet in den oorlog zijn, naar aan
leiding van de verscherping van den duik
bootenoorlog met ons vechten, laten zy dan
maar doen wat zij meenen niet te kunnen
laten, wij kunnen dat er ook nog wel bij
velen.
Deze ^.uitsche maatregel, is er naar wi
veronderstellen, vooral op aangelegd om
Engeland vooral in de onzijdige scheepvaart
te treilen. Zoodra de neutrale schepen in
door Diiitscliland gevaarlijk verklaard vaar
water komen worden .ze door de duikboaten
in den grond geboord Dat ziet er kwaat
uit voor Nederland, Aan de eene zijde
het Engelscbe mijnengebied, aan de andere
zijde de dreigende onderzeeërs; ten slotte
kan geen enkel Hollandsch schip meer uit
varen of binnenvallen. De toekomst wordt
hoe langer zoo donkerder. Naar ons voor
komt ook voor Engeland. Dat moet n.l
vier vijfden van zijn levensmiddelen over
zee aanvoeren van plaatsen, die dikwijls
duizenden mijlen ver zijn gelegen. Zelfs in
vredestijd is de voorziening in de levens
behoeften van 45 0U0.000 menschen een
geweldige taak.
De totale invoer in het Vereenigde Ko
ninkrijk bedroeg in 1913 aan tarwe
105 678 000 centenaar, boter 4.139.000
centenaar, spek 4.857.000 centenaar en
eieren 1.589 594 000 stuks. Deze getallen
zullen wel voldoende zijn, om te bewijzen,
dat de voeding van dit land een moeilijke
zaak is en dat iedere storing van den aan
voer onmiddellijk een zeer merkbaren in-
vloed, beeft op de prijzen.
Üp de gevechtsterreinen hier en daai
wat aanvallen. Iiitussche» houden de staats
lieden gewichtige bijeenkomsten over de
maatregelen, die aan den voorjaarsveldtocht
de grootst mogelijke uitwerking moeten
geven. Nu komen de Ententemannen weet
samen te St -Delersburg. Na Rome St.-
Petersburg. Van wien men het meest wil
gedaan krijgen, dien valt de eer te beurt
Eenige snelle en krachtige riemslagen
brachten hen spoedig in het kalmere vaar
water, en aangezien de wind gunstig was,
hadden de bootslieden hunne groote, drie
kante zeilen op en staakten tijdelijk hel
roeien.
Het kon ongeveer tien uur in den avond
zijn, de nacht was nog steeds duister, of
schoon nu en dan de maan door de wolken
loerde.
In het Westen, welke richting de booten,
door eene vaste hand bestuurd, insloegen,
zag men het licht van den vuurtoren van
Fuentarabia, en even alsof zij dood onschul
dige, van de vischvangst huiswaarts kee-
rende vaartuigen waren, voeren zij recht
streeks op den vuurtoren aan. En toch
bevatten deze booten eene groote hoeveel
heid kostbare goederen van allerlei aard,
die door de bergbewoners naar die kleine
boot gebracht waren om van daar over
zee naar San Sebastian vervoerd en door
smokkelarij aan de belasting onttrokken te
worden.
Reeds jaren oefenden al deze mannen
bun even gevaarlijk als winstgevend beroep
uit, nog nooit had dit echter zulk een
omvang gehad als thans, nu al de smok-
kelaars-vereenigingen van Noord-Spanje
onder hevel van één enkelen man stonden,
van wiens stand en betrekking in het ge
wone burgerlijke leven geen enkele zyner
ondergeschikten eenig vermoeden had.
En dezen man, die al die ondernemin
gen persoonlijk op touw zette, en voor zich
dé gastheer van het hooge internationale
oorlogsgezelschap te zijn. In Rome is on
getwijfeld geregeld, wat Italië tot het slagen
van het gemeenschappelijk plan zou hebben
bij te dragen. Nu zal Rusland's aandeel
worden gepreciseerd.
Wat deze conferentie zal opleveren zul
len de komende dagen wel leeren.
BUITENLAND.
Een complot tot vermoording van den
eersten minister.
LONDEN, 31 Jan. Drie vrouwen en
één man verschenen voor den politierech
ter van Derby, onder beschuldiging van
samenzwering om de ministers Lloyd Geor
ge en Henderson te vermoorden.
Het nieuwe Poolsche leger.
PETROGRAD, 30 Jan. Uit betrouw
bare berichten wordt hier vernomen, dat
de Duitschers een groot aantal krijgsge
vangen gemaakte Polen met geweld dwin
gen, te teekenen voor het nieuw op te richten
Poolsche leger. Aan de Poolsche officieren,
aan Russische zijde gevangen genomen,
wordt toegestaan een maand verlof te ne
men, om huiswaarts te keeren en zich
aldaar op de hoogte te stellen van de dienst-
voorwaarden voor het Poolsche leger. In
dien zij echter niet besluiten toe te treden,
worden zij genoodzaak ais krijgsgevangenen
naar de gevangen-kampen terug te keeren.
In België.
De Duitschers gaan momenteel in België
systematisch te werk. Bij de heerschende
vorst wordt geen oogenblik aan de veld
werken gerust, die door geheel België vol
gens verklaringen van spoorwegbeambten
worden aangelegd. De militaire bedrijvig
heid is verminderd behalve het vervoer van
licht en zwaar geschut waarmee over de
hoofdlijnen voortdurend en zelfs in den nacht
wordt voortgegaan.
In militaire kampen van Limburg, Bra
bant en West-Vlaanderen worden schiet
oefeningen gehouden door mannen op leef
tijd men schat van 4050 jaar. In
België verwacht men spoedig groote ge
beurtenissen. De maatregelen welke de
Duitschers hebben genomen en blijven ne
men, geven aan deze veronderstelling goeden
grond. Er worden ook verschillende hulp
lijnen aangelegd van de stations naar de
bewaakte groote pakhuizen, die als reserve-
munitiedepóts zijn ingericht.
Tegenover de bevolking is de houding
der Duitschers tegenwoordig goed.
zeiven geen gevaar vreezende. ook persoon
lijk leidde, die wegens zijn scherpen blik,
zyne strenge rechtvaardigheid bij het ver-
deelen van de winsten, welke de smokke
larij opleverde, maar ook wegens zijne
dapperheid en vastberadenheid in het ge
vaar, in hooge achting stond, dezen man
kende men alleen onder den naam van El
Nero of de kapitein.
De afzonderlijke groepjes smokkelaars
ontvingen op eene bepaalde plaats hunne
bevelen, die steeds stipt ten uitvoer werden
gebracht, het eene deel greep in het andere
en door deze voortreffelijke organisatie al
leen was het mogelijk geweest, dat jaarlijks
honderdduizenden aan inkomende rechten
aan de staatskassen van Frankrijk en Spanje
onttrokken werden.
De naam van El Nero echter was daar
door by de grensbevolking een even ge
prezen, als anderzijds bij de tolbeambten van
beide landen een gehate en gevreesde
geworden.
Hooge pryzen waren er op zyn hoofd
gesteld, doch, nadat in het laatste jaar
twee verraders hunne poging tot verraad
met den dood door de hand huuner eigene
kameraden hadden geboet, werd er zelfs
voor de hoogste pryzen hiervoor geen lief
hebber meer gevonden.
Wordt vervolgd.
voor 1st Lui van Heisden en Altena,
Langstraat en de Bimielerwaare