Bij dit nr. beltoon een bijvoegsel.
UND VAN ALTENA
Uitgever: L. J. YEERMAN, Heusden.
No3648. Zaterdag 24 Februari 1917,
FEUILLETON.
EL NERO.
4
Dit blad verschynt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.90,
franco per post zonder prysverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel
meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4
4 uur ingewacht.
BUITENLANDSCH OVERZICHT.
Wanneer wij den toestand waarin Ne
derland zich op het oogenblik bevindt on
der beeld moesten brengen, dan deden wij
het als volgtEen arme kerel, overvallen
door twee strüikroovers. De een heeft
hem een strop om den hals geworpen en
is bezig het touwtje aan te trekken, zoodat
de stakker al aardig blauw begint te wor
den, en de ander houdt hem een revolver
op de borst»je geld of ik schiet.Maar
het eigenaardige va») het geval is dat die
twee struikroovers eikaars doodsvijanden
zijn, die alleen daarom dien ander zoo
bedreigen, omdat hij hen hindert in het
volvoeren hunner moordplannen.
Nu zonder beeld Duitschland is bezig
ons lam te slaan wat handel en scheep
vaart betreft. Ieder vaartuig, dat zich
waagt in de door de duik booten bezette
zeeën, laten ze zoo mogelijk kelderen. En
Engeland O, die zelfopofferende liefde
van onzen overzeeschen buur voor de kleine
natiën I Wat laat Albion weer leelijk in
zijn kaart kijken. Naar men weet liggen
in de Britsche havens een aantal Neder
landsche schepen, beladen met tarwe en
voederartikelen en grondstoffe oor onze
margarinenijverheid. En wat heeft En
geland nu bepaald Het Haagsche cor
respondentie-bureau deelt hieromtrent het
volgende mededat Engeland wel bereid
is aan de met tarwe beladen schepen toe
te staan hun reis te vervolgen, doch dat
alle met voederartikelen en grondstoffen
voor onze margarinenijverheid beladen
schepen, voorloopig worden vastgehouden,
totdat vaststaat, dat Nederlandsche schepen
zoowel landbouwproducten als margarine
naar Engeland zullen brengen.
Gevoelt men het struikrooverachtige van
dezen eisch. 't Is hier werkelijkGeef
me je schepen of ik laat je verhongeren.
Immers Engeland vergt dat Nederland
sche schepen deze artikelen over zee zul
len aanvoeren. M. a. w. gezegd Gij zult
uw schepen en de bemanning daarvan het
zeer dreigende gevaar doen loopen door
de Duitsche onderzeeërs getorpedeerd te
worden of anders krijgt gij geen eten.
Ja zelfs eischt Engeland dat Hollandsche
schepen die naar dat land vertrokken om
steenkolen te halen eerst een lading naar
Frankrijk of Italië zullen brengen, alvorens
8)
Een oogenblik stonden de beide jongelie
den verlegen tegenover elkander, doch ein
delijk bood Pejloro Manuela zijn arm en
voerde haar langzaam door de duinen.
Thans of nimmer zou hij de gelegenheid
hebben, om eindelijk ongestoord met de
geliefde te spreken.
HÜ bleef stilstaan en vatte Manuela's
hand, die zacht in de' zijne beefde.
Manuela," zeide hij op innigen toon,
Manuela, ik en-hij keek haar in de
lieve oogen, waaruit hy ook zonder woorden
hare wederliefde las.
Hij trok het niet weerstrevende meisje
aan zijne borst en in een vurige, harts
tochtelijke liefde vonden beider lippen el
kander.
Zonder een woord te spreken, hielden
zy elkander omstrengeld, als wilde geen
van beiden den ander immer loslaten, doch
hunne kussen waren des te welsprekender,
en toen Mercedes na bijna een kwartier
eindelijk terugkeerde, stonden zij nog steeds
in eene innige omarming.
•Ik feliciteer u met uwe verloving I"
riep zij vroolijk, toen beiden hare nadering
zelfs niet eens bemerkten, »daar heb ik
maar eens goed aan gedaan, niet waar,
myn vriend."
zij steenkolen naar het vaderland mogen
vervoeren.
Wat worden onze scheepvaartdirecties
door dezen loop van zaken voor een uiterst
moeilijke taak en zware verantwoordelijk
heid gesteld Tusschen twee klippen heb
ben zij door te zeilen aan de eene zijde
afsnijding van onze aanvoeren van vee
voeder, meststoffen, steenkolen en andere
belangrijke grondstoffen, aan de andere
zijde de ondergang van een deel onzer
handelsvloot en het verlies van menschen-
levens.
Hoe vreeselijk doet toch de oorlog zijn
gevolgen allerwege gelden. En het zal
naar wij duchten nog veel erger worden.
In de N. R. Ct. vonden wij een be
schouwing over den hongersnood die Europa
bedreigt en waarin gewezen wordt op de
bange toekomst die wij tegengaan
Uit den aard der zaak staat in den
regel de jaarlyksche productie van levens
middelen gelijk aan de consumptie, In
tusschen met zekere reserve. Er is in
normale tijden altijd eenig overschot. Op
de magere jaren wordt, als in de tijden
van het Oude Testament, gerekend, zij
het in veel mindere mate, omdat anders
dan vroeger, de verschillende landen en
werelddeelen elkaar te hulp komen.
Nu kan men rekenen dat door verhoogd
verbruik en vernietiging, gepaard met ver
minderde productie, thans de reserve van
vóór den oorlog ongeveer is verdwenen.
De kwade dag breekt dus aan. De we
reldoogst van 1916 was slecht. Een groote
oogst is voor 1917 onwaarschijnlijk. De
oorlog treedt ook te dien opzichte storend
tusschen beiden. Verminderde arbeidskrach
ten en gebrekkige technische leiding in de
oorlogvoerende landen. Dan gemis van de
benoodigde meststoffen ook in de niet oor
logvoerende landen. Ten aanzien van kali
heeft Duitschland ongeveer het monopolie.
De entente staten en ook Amerika moeten
dit planten voedsel missen en het gevolg ia
dat vele gronden belangrijk minder produ-
ceeren. Hetzelfde geldt voor vele landen
ten aanzien van de stikstofvoeding. Aan
Chilisalpeter zal ook Nederland in 1917
een zeer veel grooter te kort hebben dan
in 1916. Daardoor o. a. een groote ver
mindering van de productie van aardappe
len, vooral in de veenkoloniën. Geheele
schepen vol Chilisalpeter voor Zweden be
stemd, heeft Engeland in zijn havens te
eigen bate gelost. Een ernstige bedreiging
van de Zweedsche volksvoeding.
Van vreugde weenend, viel Manuela haar
in de armen en drie gelukkige menschen
richtten thans hunne schreden naar de nu
volkomen ontwaakte badplaats.
DERDE HOOFDSTUK.
De verrader.
Het was ongeveer veertien dagen later,
dat de generaaltoldirecteur in zyn werk-
kabinet van het tolpaleis te Imun naden
kend en gemelyk op en neer liep.
Naast de elegante schrijftafel van den
hoogen ambtenaar zat in een schommelstoel
van Chineesch bamboes, de zoon, en aari
het venster in een fauteuil don Diego Pel-
loro.
Het is eerie netelige geschiedenis," zeide
don Diaz, «dat ons maar geen onzer maat
regelen om den smokkelaars op de zee, of
den sluikhandel te land te onderdrukken,
of tenminste toch eens een flinken slag te
slaan, gelukken wil. Zoo heb ik daar
even van het Fransche tolkantoor bericht
ontvangen, dat zelfs de commandant, de
grensopzichter Leon de Plantin, die eergister
zijne manschappen in persoon aanvoerde,
vry zwaar in het gevecht met de smokke
laars gewond is geworden. Ik weet inder
daad niet, wat ik van onze mannen denken
moet."
Wanneer ge met uwe woorden op onze
grensbeambten duidt," antwoordde de zoon
van den toldirecteur eenigszins gepikeerd,
•dan kan ik u alleen verzekeren, dat ieder
In het kortminder productie over een
groot deel van de aarde, gemis van gele
genheid tot vervoer, zoodat veel bederft.
Groote voorradeu dagelijks naar den bodem
der zee wegzakkende in plaats van te be
landen in de graanpakhuizen van de spoe
dig noodlijdende bevolking.
In Duitschiand zijn het vooral de zwak
ken en de kinderen, die aan ondervoeding
lijden. In Rusland, waar een groot deel
van den veestapel reeds is geslacht, schijnt
in sommige streken de toestand hoogst
ernstig. Reizigers, die Rusland passeerden,
spreken van jammerlijke tooneelen van
hongersnood. Het Grieksche volk wordt
met den hongerdood bedreigd.
Het is wenschelijk alles duidelijk onder
de oogen te zien. Geheel Europa wordt
bedreigd met ondergang. Nog is het tijd
veel te redden. Er is een taak voor allen,
die zich willen aangorden tot het redden
van •menschheid en beschaving.
Men meene niet, dat het bij de redding
daarvan in de eerste plaats de vraag geldt
welke groep in den oorlog zal overwinnen.
Komen zooals te vreezen is tijden
van absoluut gebrek, dan verliest de vraag
van overwinning of nederlaag beteekenis.
Dan komt een noodtoestand, waarin de
eisch tot levensonderhoud alles overstemt,
waarin van mensehelykheid en bescha
ving*, thans dikwijls zoo onjuist in de de
batten betrokken, niets 'overblijft. Van
voedsel verstoken schipbreukelingen plegen
dikwijls te eindigen in onderlingen strijd
en de sterkeren slachten de zwakken en
worden menscheneters. En tot zoo iets
komen zelfs de meest vreedzame en idea
listische menschen. Waar men thans nog
en ook bij ons tal van personen
heeft, die reclame maken voor een steeds
voortzetten van den oorlog, zij er op ge
wezen, welk beeld van >menschelijkheid
en beschaving* in het verschiet ligt. Ook
wij neutralen Nederland, Scandinavië,
Zwitserland zullen dan aan het noodlot
niet ontkomen.
Wij meenden goed te doen dit stuk
over te nemen. Het is een sombere on
geluksprofeet, die hier aan het woord is
maar zijn stem moet gehoord worden. Er
staan bitter booze dagen voor de deur.
En daarom laat ons waken en bereid zijn.
Op alle gebied worde spaarzaamheid en
zuinigheid betracht. Men klage de regee
ring niet aan van schrielheid en plagerij
Als een wijze huismoeder zet zij de tering
naar de nering. En ieder weldenkende,
onzer manschappen met hart en ziel zijn
plicht doette loochenen valt het echter
niet, dat het van hen niet te vergen is,
om zich voor het geringe tractement, dat
de regeering aan onze beambten uitbetaalt,
zich te laten doodschieten en zijn huisgezin
tot den bedelstaf te brengen. De smokke
laars grijpen, evengoed als de tol- en grens
beambten, eerst in het uiterste geval naar
de wapenen, maar dan ook van weerszijden
zonder eenige verschooning. Door de ver
keerde maatregelen onder regeering, die,
in plaats van door vermindering der tollen
den handel van ons vaderland op te beuren,
maar altijd geld en weder meer geld, uit
liet bovendien toch reeds zoo uitgemergelde
land tracht te persen, om
Maar Juan I riep zijn vader op een toon
van afkeuring, »hoe heb ik het nu met je?"
Laat my spreken, vader. Ik weet zeer
goed, wat ik zeg, en bovendien verkondigen
de mu8schen het niet van de daken Is
het niet eerie openlijke schande, zooals het
aan ons allerchristelijkst hof toegaat Het
zuur verdiende geld van het volk wordt in
pracht en onzedelykheid verbrast, zelfs de
vroeger ryke provincies van ons dierbaar
Spanje zijn verarmd, en dat in ons, door
de natuur toch reeds zoo stiefmoederlijk
bedeeld vaderland. Wat moet de bevolking
doen, om niet van honger om te komen,
nadat er zelfs op de opbrengst der visscherij
zulk eene hooge belasting is gelegd, dat de
menschen zich door hun handenarbeid ter
nauwernood droog brood en een gezouten
ieder die het goed meent met ons volk
steune haar in dezen. Geen noodelooze
en nuttelooze klachten dusgeen verdacht
making, geen ontevredenheid als het krap
per wordt. Maar gemeenschappelijk el
kanders lasten gedragen. Een aaneenge
sloten volk is een sterk volk, hoe opper
machtig de aanrander van zijn rechten dan
ook moge zijn.
Hoe zeer de sterken de zwakken weten
te kwellen en pijnigen blijkt voldoende uit
de behandeling die Griekenland ondervindt.
Men weet hoe dit geteisterde land werd
geblokkeerd als waarborg voor de uitvoe
ring der eischen van de Entente.
Opheffing was in uitzicht gesteld, als
aan de eischen was voldaan. Er werd aan
de eischen voldaan, maar de blokkade
bleef. Er ontstond hongersnood en de
pers vroeg ongeduldig, waarom blijft het
blokkade, waarom moeten wij nu nog uit
gehongerd worden De entente heeft nu
in een nota het antwoord gegevenom
de vijandigheid van de pers. Het ant
woord op de .vraag «waarom houdt u niet
op is dus deze »Omdat gij ontevreden
zijt, dat ik u blijf uithongeren.* Zoo kan
het lang blijven duren. De pers zal nu
wel wat anders gaan schrijven, maar zal
er dan niet weer iets anders worden ge
vonden Men krijgt sterk den indruk van
een strafoefening. (De oorspronkelijke
misdaad is, zooals men weet onzijdig blij
ven.) Voorts mag men wel vragen wat
er nog van de onafhankelijkheid van een
land overblijft, waar de regeerihg de pers
moet laten schrijven, zooals het buitenland
het wenscht voor te schrijven.
De Engelsche en de Duitsche minister
van marine hebben beiden hun oordeel
uitgesproken over de gevolgen van den
meedoogenloozen duikbootenoorlog. Gelijk
te verwachten is verschillen beider conclu
sies nog al een weinig.
De eerste, Carson, zegt dat in die onder
zeeëractie al heel weinig om het lijf heeft.
Van 1 tot 18 Februari zijn toch volgens
hem, 41.948 schepen de Britsche haven
in- of uitgevaren en werden er 134 ge
torpedeerd. Dus zoowat een op de honderd.
Maar volgens Duitschlands minister von
Capelle is er op de Noordzee zoo goed als
geen schip meer te zien. De onzijdige
scheepvaart is zoo goed als geheel stop
gezet. De resultaten van den verscherpten
duikbootoorlog overtreffen, naar zijn oordeel
alle verwachtingen. Het zal niet lang
meer duren zoo zeggen sommigen
visch kunnen verschaffen Geloof mij,
vader, maar, u weet dit immers zelf
al lang zeer goed, in ons land wordt
geen verstandig denkend mensch aangetrof
fen, die den smokkelaar als een misdadiger
beschouwt, en juist daardoor is het zóó ver
gekomen, dat bijna een ieder op hunne
zyde is en hen waarschuwt, waar het noo-
dig is, hen ondersteunt, waar daartoe maar
eenigszins de mogelijkheid bestaat. Is niet
die El Nero, ondanks zijne geheimzinnige
persoonlijkheid, als 't ware een lieveling van
het volk geworden, en ik zelf
»Nu gy zelf?"
Welaan, ik beken het rondweg, dat zulk
een man, die vermoeienissen en de grootste
gevaren, het ontzaglijke risico van onteerende
straffen op de meest belangelooze wijze
alleen daarom trotseert, om het arme volk
te helpen, dat die man myne achting bezit.
Zeer zeker zoude ik, indachtig aan myne
plichten als staatsdienaar, wanneer hij in
de uitoefening van mijn dienst vóór mi)
stond, hem bestlijden, zelfs zonder eenige
verschooning doch even gaarne zoude ik
hem de hand drukken en hem myne ach
ting niet onthouden, wanneer hij, wat
echter, helaasnu eenmaal totaal onmo
gelijk is, eens in het gezellige leven tegen
over mij stond."
Fraaie zienswijzen voor een tol-officier
van Hare Katholieke Majesteit," zeide don
Diaz half lachend, half boos.
Ook ik moet bekennen, dat Juan den
spijker op den kop heeft geslagen," mengde
dan zal Engeland door honger gedwongen
worden om vrede te vragen.
Of het waar is Hoe eer er een eind
komt aan den onzaligen strijd hoe beter.
Wat zijn ze toch verblindt de volkeren.
Daar moet wel een booze macht zijn die
de gewetens verstompt, de harten versteent
en het verstand verduistert. Anders is het
onbegrijpelijk dat men willens en wetens
zich zelf en anderen een onpeilbaren af
grond van verderf en ellende injaagt.
BUITENLAND.
Fuhrmann (nat.-lib.) verklaarde;
President Wilson wilde den wereldvrede
op vasten grondslag vestigen. Hoe vast
deze was is intusschen gebleken. Wat den
Bond voor wereldvrede betreft, wij willen
onze toekomst niet grondvesten op de Ver-
eenigde Staten, maar op onze eigen kracht.
Hindenburg heeft gewezen op het groote
belang van het erfsgebied van Brey en
Eongwy, daarom mogen wij onze hand van
dit gebied niet meer aftrekken.
Ook de soc.-derrocraten zyn van mee-
ning, dat sommige grenssteenen verplaatst
moeten worden* Een staatsman, die zon
der Briey, Longwy, België, Koerland en
het gebied van Lithauen uit den oorlog
terugkeerde, zou in de geschiedenis ver
meld worden als den doodgraver van de
macht en grootheid van Duitschland. Ons
volk mag niet uit dezen oorlog treden zon
der uitbreiding van zijn macht.
De voedselschaarschte in Engeland.
LONDEN. 21 Febr. (R. O.). Het de
partement van landbouw heeft bericht, dat
er terreinen zullen onteigend worden ten
behoeve van kleine landbouwers, om zoo
doende den voedselvoorraad op peil te
kunnen houden.
72 Jaar lang in bed en niet ziek.
In de Engelsche zeestad Scarborough
heeft dezer dagen een oude dame het tij
delijke met het eeuwige verwisseld, die 72
jaren van haar 94 jaren lange leven in
bed doorbracht. Toen ze 21 was, raakte
ze verloofd. Haar vader weigerde haar
echter toestemming tot het aangaan van
een huwelijk. Zooals andere teleurgestelde
vrouwen in het klooster gaan, zoo ging zij
naar bed en hield het bed tot haar dood
toe. Slechts éénmaal was zij genoodzaakt
op te staan en wel, toen ze van Cambridge
waar Scarborough moest verhuizen.
Pelloro zich in het gesprek, «en ik kan
niet nalaten, waarde vriend, om u voor
uwe zienswijze de hand te drukken."
Dit zeggende stond hy van zijn stoel op,
trad naar Juan toe en reikte hem met
eene zekere plechtigheid de hand.
«Ei ei," zeide don Diaz, »daar heeft
men nu waarlijk de generaaldirecteur der
tollen in het land van Hare Majesteit, twee
verbitterde staatsvijanden in zyne eigene
familie. Enfijn ge zijt beide jonge heet
hoofden en zult mettertijd nog wel eens
inzien, dat helaas niet alles zoo gaan kan
als men het wel zou wenschen."
Voor zyn schrijftafel zich neder zettend,
drukte hij op den knop van een zilveren
schel, en onmiddelijk ging de deur der
voorkamer open en een bediende trad het
vertrek binnen.
•Is er iemand in de voorkamer V' vroeg
don Diaz hem.
•Om u te dienen, sennor, een man, die
den generaaldirecteur wenscht te spreken."
Laat hem binnenkomen I"
De beide jonge mannen wilden zich ver
wijderen, doch don Diaz hield hen tegen
en zijde
•Ga maar zoolang in mijn archief hier
naast, denkelijk zal de man mij niet lang
ophouden, wy gaan dan een poosje samen
rijden en vergezellen don Pelloro een eind
naar zyne ouderlyke kluis."
Wordt vervolgd
1
1
Het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.