n nr. J. C. JANSSEN Comb. PEEK CLOPPENBURG, 's-Bosch. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No, 3672, Zaterdag .19 Mei 1917. milLLETOV EL NERO. Und van altena Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.9CL franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag 4 uur ingewacht. BUITENLANDSCH OVERZICHT. Op Hemelvaartsdag vroeg ons iemand »Zou er vandaag onder de vechtende sol daten wel een zijn, die temidden van het krijgsrumoer gedacht heeft aan dezen Christelijken feestdag Het is moeilijk daarop antwoord te geven. Wie zal zeg gen wat er gedacht wordt door menschen die aan alle kanten bedreigd worden door den dood. Als'daar de kanonnen donderen en dë bommen springen en overal om u heen de makkers vallen als daar de doo- delijken haat, de booze verbittering woelt in uw ziel, of de doffe berusting en doo- dende wanhoop drukt u neerals daar liet smachtend verlangen naar huis, naar rust, naar vader en moeder, naar een geliefde, snerpt in uw gemoed en de bange gedachte in u heeft post gevatik zal wel nooit meer thuis komen hoe zult gij dan in die hel van gruwel, ellende en pijn nog denken aan Christelijke vierdagen Aan hemelvaart Ach, 't is voor die mannen daar aan de gevechtsfronten wel een schrikkelijk bestaan, 't Moeten ten slotte wel ontmenschte menschen worden. Het dier in hen moet wel de overhand verkrijgen en als zij dat bemerken, hoe zullen de fijnervoelenden, de teeraan- gelegden, daaronder lijden. Een hemel I Een opgaan naar den heme! 1 Een léven in de hemelsche din gen Waarlijk, het moet voor man nen, die dagelijks niets anders doen dan hun naasten naar ?t leven staan, wel heel moeilijk zijn hemelschgezind te wezen. 't Is een hel in Frankrijk, De strijd woedt er onverminderd voort. Al worden er geen belangrijke overwinningen bevoch ten, toch vallen er dag aan dag honderden op het »veld van eer.« Ook aan het ltaliaansch-Oostenrijksche front wordt het heet. De tiende Izonzoslag is er gaande. Gelijk wij ons herinneren veroverden de Italianen verleden jaar de hoogvlakte van Doberdo en Goerz en staan dientengevolge slechts een groote 20 K.M. meer van Triest af. Maar hun offensief begint nu onder minder gunstige omstandig heden dan toen. Ten vorigen jare toch vielen tegelijk met hen ook de Russen aan, zoodat de Oostenrijkers zich tegen twee vijanden hadden te keeren, terwijl de Ita lianen het nu stellen moeten zonder de 32) Het meerendeel {der samenzweerders ver schijnt gemaskerd en is aan onze lieden onbekend, doch er zijn er ook velen onder, die het masker versmaden, en »Ge gelooft werkelijk dat de zaak ge vaarlijk zoude kunnen worden »Zulke bijeenkomsten zijn steeds gevaar lijk. Ontevredenen zijn er in ieder land, en ook bij ons ontbreekt het daar niet aan, zoolang wij echter zeker zijn van het leger en zijne aanvoerders, kan er wel is waar van een rechtstreeksch gevaar geen sprake zijn, maar »Nu Wat moet uw »maar« beteekenen, mijnheer de minister Ik wil toch niet hopen, dat ge twijfelt aan de trouw van onze maarschalken De Minister van Politie haalde de schou ders op. (v »Hoe zoude ik dat kunnen doen ant woordde hij loerend en op een toon, die eerst recht twijfel verwekte. »En wat acht ge in deze aangelegenheid het beste, don Brabanto.® »Het, beste Uwe Majesteit? Welnu, men zoude dien heeren samenzweerders wel eens wat angst kunnen aanjagen, door dien men eenigen of ten minste een van hen onder de openlijk uitgesproken verden- hulp van dezen bondgenoot. Aan den an deren kant moet de voorbreiding ditmaal zeer volledig geweest zijn. Het Voorafgaand bombardement was van ongekende hevig heid. De eerste aanvallen hebben nog geen ander resultaat gehad dan eenige loop graafsuccessen, die voor een deel door tegenaanvallen weer verloren gingen. Een telegram uit Rome zegt Het huidige Italiaansche offensief is van meer gewicht dan al zijn voorgangers, we gens de ruimere hulpmiddelen en de groo- tere strijdkrachten, die thans gebruikt worden. Het offensief is zorgvuldig voor bereid, omdat het noodzakelijk was verde digingswerken aan te vallen en te vernielen geduchter dan op welk Europeesch front ook. Onlangs hebben Falkenhayn en Hin denburg nog hun vertrouwen betuigd dat de versterkingen ten oosten van Görz on neembaar zijn. Bovendien hebben de Oos tenrijkers hierheen hun beste troepen en een groot aantal kanonnen van het ooste lijk front overgebracht. De taak van de Italianen is dan ook uiterst moeilijk. De tot dusver bereikte resultaten zijn uitstekend. De opmarsch duurt voort over een front van ongeveer 60 mijl en reeds is de vijandelijke linie op verscheidene punten geschokt en zelfs gebroken. Hieruit kan men voldoende merken dat de successen niet bijster groot zijn voor- loopig. De Oostenrijkers berichten dan ook dat zij 2000 gevangenen hebben gemaakt o. w. ongeveer 50 officieren. Dit is dan het nieuws van de gevechts terreinen. Van meer belang is de rede door den Rijkskanselier v. Bethman Hollweg deze week in den Rijksdag gehouden. Hij was nl. door conservatieven en sociaal-democra ten gevraagd naar het oorlogsdoel. Namens de eerste zeide Roesicke o. a. Terwijl onze dappere troepen te midden van een bloedbad het gewonnen terrein vasthouden, dringt de soc. dem. partij bij den rijkskanselier aan op een onverwijlden vrede zonder schadevergoeding of inlijving. De rijksregeering is de s. d. eischen bui tengewoon ver tegemoet gekomen, zoodat de s. d. partij bij andere partijen wordt voorgetrokken en het woord van den kei zer »Ik ken geen partijend buiten om loop is gesteld. Wij voeren een verdedigingsoorlog, heb ben echter machtsuitbreiding noodig ter waarborging van onze verdedigingstoerus- king van hoogverraad gevangen liet nemen en hem zonder onderzoek, dat overigens toch tot geen resultaat zoude voeren, voor geruimen tijd in de eene of andere gevan genis liet verdwijnen. In de, der regeering onvoorwaardelijk toegedane bladen zoude men dan tevens kunnen laten zetten, dat men alleen een voorbeeld wilde geven tot waarschuwing aan de geestverwanten van den gearresteerde, wier namen de regeering kende. Ik geloof, dat zulk een maatregel een heilzamen schrik onder de samenzweer ders verspreiden zoude.® »En hebt ge daartoe al het oog gevestigd op een bijzonderen persoon »0«||jBwe Majesteit te dienen. En wel buitendien een man, tot wiens arrestatie ik daarom reeds besloten was, wijl hij gister in een duel een onzer trouwste en beste staatsambtenaren zwaar verwond heëft.® Opgewonden stond de Koningin op, welke beweging don Brabanto terstond volgde. «Een duel riep zij toornig uit, »en wie waren de duellanten?« »Hij, die zwaar beleedigd en niet alleen in zyn eer, maar ook zelfs feitelijk aan gevallen werd, was de graaf Estavan de Castilio de ruwe beleediger, de bovendien politiek sterk verdachte markies de Noielles, wiens vader reeds tot de verbitterste tegen standers van de regeering Uwer Koninklijke Majesteit behoorde. »De markies de Noielles, me dunkt, dat U::-, i PRACHT COLLECTIE NIEUWE MODELLEN, NIEUWE KLEUREN, CONCURREERENDE PRIJZEN. ting en versterking van onze volkskracht. Een afzien van schadeloosstelling sluit in, dat wij den last der milliarden tientallen jaren lang zouden moeten dragen. Zulk een afzien zou onzen vijanden een vrijbrief geven om derf oorlog te verlengen zonder iets te wagen, want zij zouden weten dat wij niets van hen verlangen. Als de Rijks dag echter weigert om van zulke eischen af te zien, zal dat een bewijs zijn van de kracht en den sterken wil om een stevi- gen vrede ter verzekering van de toekomst van Duitschland te bereiken. Het volk verlangt een duidelijk antwoord. (Storm achtige toejuichingen rechts, gesis links.) Voor de soc. dem. sprak Scheidemann, die uitriep Op een punt ben ik het met Roesicke eensWeg met alle onduidelijk heid. De kanselier moet zeggen wat hij wil. Onze taak is, dit spel met het leven der volkeren te ontmaskeren en alle regeerin gen toete roepen Het is genoeg. Wij zijn overtuigd, dat de middenrijken ter verdediging tegen de vernietigingsar gumenten hunner vijanden zullen stand houden, maar ook, dat de wenschen van de Fransche, Engelsche en Duitsche an- nexionisten onuitvoerbaar zijn. Zoo denken de socialisten, en millioenen met ons. De veroveringspolitici roepen om machtsuitbrei- ik zijn naam eerst kort geleden hebt ge hoord, d »Hij is dé verloofde van de dochter van den generaaltoldirecteur van Irun, don Diaz, dezelfde dame, die zich onlangs op het gemaskerde bal ten hove liet ontvoeren. Ontvoeren liet Men zeide mij toch »Na een nauwkeurig onderzoek hebben wij alle reden, om met zekerheid aan te nemen, dat die befaamde schaking met volle toestemming der jonge dame geschied de mogelijk dat deze zelfs hare ouders misleid heeft. Deze meening sprak dan ook graaf Castilio, zij het wellicht wat boutweg, in het adelijk casino uit. De markies, achter een groot vuurscherm voor den graaf verborgen, hoorde deze woorden en beleedigde den graaf op de grofste wijze, zoodat een duel onvermijdelijk was.« »En waarom hebt ge den markies al niet reeds gevangen laat nemen »Uwe Majesteit vergeet, dat er voor de arrestatie van een grande van Spanje, en dat is de markies, het uitdrukkelijke, schriftelijke bevel van de hand Uwer Ma jesteit noodig is, tenzij wij de duellanten op heeterdaad hadden betrapt.® »En dit was u niet mogelijk Ge kwaamt het duel te laten te weten De Minister van Politie hoestte ietwat verlegen. )Hm, zeide hij, »te laat eigenlijk niet, wij hebben onze spionnen en vernemen alles, ook had ik bijtijds maatregelen ge nomen, om het duel te verhinderen, ding, gebiedsuitbreiding, geld, grondstoffen. Dat kan alleen een nationaal georganiseerde rooverbendê willen. (Storm van veront waardiging rechts.) Indien Frankrijk en Engeland van inlij vingen mochten afzien, Duitschland daaraan echter mocht vasthouden, dan hebt ge re volutie in het land. (Storm van veront waardiging, foei-geroep, kreten: weg van de tribune). De president roept den spreker tot de orde. (Levendige toejuichingen). Nadat Scheidemann nog gezegd heeft dat het zoover nog niet is daar de vijanden ook nog niet afzien van inlijven, neemt v. Bethmann Hollweg het woord en zegto.a. De interpellaties, die daar zooeven zyn ge motiveerd, verlangen van mij een program verklaring. Een zoodanige verklaring zou niet dienstig zijn voor de belangen van het land (zeer juist) en daarom moet ik wei geren haar te doen. (Toejuiching van het midden). Sedert den winter van 1915/16 wordt ik dan van de eene, dan van de andere zijde aangespoord, onze oorlogsoog merken, liefst tot in bizonderheden (leven dig geroep rechts: Neen, neen) men verlangt ze eiken dag van mij (stem men van rechtsMaar niet in bizonder heden bekend te maken. Ik Regrijp volkomen de hartstochtelijke maar »Nu «Toen mijne beambten ter bestemder plaats kwamen vonden zij het boschje, waarin het duel plaats vond, in een grooten kring door een cordon soldaten bezet, die naar het heette, velddienstoefening hielden, doch bevel hadden, om niemand, wie het ook zij, door te laten.» »'tls ongehoord,riep de Koningin. »Onze eigen soldaten dus tot bescherming van duellanten. Wie voerde het commando over die soldaten »De commandeerende officier beriep zich op rechtstreeksche bevelen van den maar schalk Prim, Uwer Majesteits minister van oorlog.» »Wat? Het is haast onmogelyk.« Don Brabanto haalde de schouders op. En toch is het zoo. Ja, zoowel maar schalk Prim als maarschalk Serrano waren getuigen van het duel, en laatstgenoemde bracht den markies in zijn eigen rytuig naar de kampplaats en vandaar weder naar huis.c »Ha I riep de Koningin. »Z(j wagen dat tegen mij. Hebt gij een bevel tot gevangenneming van den markies medege bracht »Om u te dienen, Uwe Majesteit, »het heeft nog maar alleen de onderteekening van Uwe Majesteit noodig. Hij nam het stuk uit zijne portefeuille en legde het der Koningin voor, die weder plaats nam en er onmiddellijk hare hand belangstelling van het volk in de oogmerken van den oorlog en in de voorwaarden voor den vrede. Ik begrijp de kreet om dui delijkheid, die van rechts en links weder tot mij wordt gericht, maar bij het be spreken van het oorlogsdoel kan voor mij de eenige richtsnoer slechts zijn een spoe dig en tegelijk een gelukkig einde van den oorlog (levendige toejuichingen), meer mag ik niet zeggen, meer mag ik niet doen. Dwingt mij, zooals thans, de algemeene toestand tot terughouding, dan zal ik die terughouding betrachten en ik zal mij door geen aandrang, noch van Scheidemann, noch van Roesicke van mijn weg laten af voeren. (Daverende herhaalde toejuiching, handgeklap, geroep bij de Centrumpartij »Roesicke is begonnen«, luide vroolijkheid). Dus wat Duitschland najaagt of het ver overingsplannen heeft, of het schadever goeding zal eischen bij een mogelijken vrede dat blijft in het midden. De regeering zal zeker naar bewind van zaken willen han delen. Is er de kans toe, dan zullen de vijanden een schatting hebben te betalen. Het belangrijkste deel van de rede was dat toen de kanselier over Rusland sprak. Toen was er een nieuw geluid en wij zouden haast zeggen dat het uitzicht bood op een soort verrassing. Zoo toch luidden de woorden die wij op Ret oog hebben onder zette. »Ziehier,» zeide zij, terwijl de minister het stuk weer zorgvuldig in zijne porte feuille borg,» hebt ge me anders nog wat voor te dragen Wilt Uwe Majesteit niet een blik werpen op de lijst van hen, die verdacht worden van samen te spannen tegen den Staat en de regeering.® »Ach ja, 't is waar ook, ik vergat dat geheel en al. Geef me de lijst maar eens, don Brabanto.® Met een sluw glimlachje haalde de minis ter nu een lang, smal «papier uit zijne portefeuille te voorschijn en overreikte het aan de Koningin. Nauwelijks echter had deze een blik geworpen op de lijst, of zij verbleekte en zonk als verschrikt in de leuning van haar stoel achterover. Eindelijk wierp zij het papier vóór zich op tafel, richtte hare oogen doorboorend op den minister en riep toornig uit »Dat nimmer. Mynheer de minister, weet ge wien ge daar aan het hoofd uwer lijst hebt staan Don Brabanto knikte kalm bevestigend met het hoofd. »En ge waagt het werkelijk zulk een vermoeden uit te spreken. Wordt vervolgd. NIEUWSBLAD Hst Laad Til Heisdeii en Alteea, ie Laneslraat ei ii Boimelerwaard. ■5?.. •- V'/ -.'--'4.* r \S iWi. COLBERT COSTUUMS

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1917 | | pagina 1