IJDELHEID.
Und van altena
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3699. Woensdag 22 Augustus 1917.
FEUILLETON.
De villa Borghese
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.90,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel
meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4 uur ingewacht.
Waarom is er zooveel ijdelheid
onder do zon Misschien wel om het
eene gedeelte van 't menschdom wat
pret te gunnen ten koste van het
andere, en omgekeerd, want deze
veelal onschuldige ondeugd is zoo
algemeen, dat er waarschijnlijk geen
enkel mensch gevonden wordt, die
er niet een kleinigheid van bezit.
En ze heeft bij die algemeenheid de
wonderlijke macht in 's menschen
ziel een woonplaats te kiezen, zonder
dat de drager van die ziel er iets
van bemerkt. Er zijn duizenden en
nogmaals duizenden die in gemoede
betuigen zullen„we zijn volstrekt
niet ijdel; we hangen niet aan't ijle,
't vergankelijke, we hechten niet aan
schaduwen die verdwijnen en kiezen
alleen 't onvergankelijke, 't eeuwig
blijvende", en die toch, van nabij
bekeken, aan de godin IJdelheid of
feren, zonder dat ze 't zelf weten of
vermoeden dat 't door anderen op
gemerkt wordt. De ijdelheid heeft
ons allen eenigszins te pakken, 't zij
we er voor uitkomen of nieter is
niemand die geheel los is van allen
schijn, en zoo kunnen we zeker zijn
te eeniger tijd ten doel der spotlust
van anderen te strekken, wier ijdel
heid op haar beurt onzen lachlust
opwekt. Bij dit „leer om leer" hebben
alleen zij te klagen, die met 'tijdele
te hoog loopen en de algemeene aan
dacht trekken, 't Is tot hun bestwil,
wanneer we ons om hen vroolijk
maken, want de ijdelheid kan nooit
met meer vrucht bestreden worden
dan met het wapen van spot. Het
ijdele tentoonstellen in al zijn naar
heid, helpt beter dan de meest logi
sche redeneering; 't uittrekken
van de veeren der ijdelheid geschiedt
het best en het zekerst door dit al
spelende te verrichten.
En zijn van die onschuldige ijdel
heden, die niemand hinderen en den
bezitter volstrekt niet tot schande
verstrekken. Wie ziet b.v. niet met
genoegen hoe een jong soldaat, uit
de residentie met verlof thuiskomen
de, zijn flinke gestalte doet uitkomen,
Humoristische schets
door JOH. WILDA.
Zich in een hoek van de canapé wer
pende, waarop hij met zijne vrouw zat,
woelde hij met beide handen door het dik
golvend hoofdhaar.
«Ziezoo, nu spelen wij de omgekeerde
wereld, Eduard Nu wordt gij wanhopend
en moet ik je troosten. Wil ik je eens
wat voorfluiten
«Zoover behoeft je edelmoedigheid niet
eens te gaan. Wat echter de muziek aan
gaat, daarin heb je gelijk, door haar word
ik altijd weder opgewekt. Kom ga voor
de piano zitten, dan zullen wij een vroolijk
liedje zingen I Begin met den »Rodensteiner.«
«Pfaffenbeerfurt, is weg, Pfaffenbeerfurt
is oord
Pfaffenbeerfurt, het vorme, het meest
kuische woord
Pfaffenbeerfurt is verdronken
«Een vroolijk liedje I Onbemerkt streek
Magda over het gladde politoer van het
geliefde instrument. Zou Eduard kunnen
vermoeden, dat zij haar piano voor de huur
wilde opofferen Dapper begon zij weder
het accompagnement te spelen en spoedig
klonk het grappige iiedje door de diepe
basstem vroolijk gezongen.
Luister eens, hoe die Arnolds boven
zijn blinkende knoopen in de oogen
der meisjes doet schitteren en met
welbehagen zijn donzig kneveltje op
strijkt Wie zal niet met genoegen
zien dat een schoon meisje in alle
eer en deugd een beetje ijdel is op
de gaven van moeder Natuur? Wie
zal 't een moeder kwalijk nemen als
ze een weinig meer dan noodig is
pronkt met haar „dotje van een
kindje" En wie zal 't den held
euvel duiden dat hij gaarne nog eens
opsnijdt van zijn daden en de goed
keuring zijner meerderen?
Wanneer de ijdelheid nooit erger
streken uithaalde, zou haar bewind
niets verontrustends hebben. Maar
ze blijft niet altijd zoo onschuldig.
Dat schoone meisje van zooeven b.v.
zij op hare hoede. Wanneer ze een
maal weet dat ze schoon is, voegt
de ijdelheid er al spoedig bij hoe
benijdbaar die schoonheid is en hoe
kostbaar, brengt haar jonge hart
daardoor in woeling en vestigt haar
oogen naar een weg, waar veel on-
geluks verborgen ligt. In andere
gevallen drukt ze op den mensch
met onuitwischbare letteren den
stempel van onvolkomenheid, van
een gesloten ruil, waarbij de ernst
van 't leven verkwanseld of wegge
moffeld is voor schijngestalten en
droombeelden, voor klatergoud en
verguldsel, waaronder het hart koud
en leeg blijft.
Niet weinigen zijn ijdel op een
naam, anderen op hun geërfd geld;
die op een titel, deze op zijn fami
liede een op geleerdheid, de ander
op zijn onkunde. Er zijn er ook die
ijdel zijn op hunnen eenvoud en op
volkomen gemis van ijdelheden
De mode brengt tegenwoordig mee
dat men een eenigszins klinkenden
naam geve aan al wat eenigermate
de aandacht trekken moet. Wil men
zelf de aandacht trekken dan diene
men ook met een naam voor den
dag te komen, die de aandacht waard
is. Iemand die „de Dood" heet, en
we kennen zoo iemand, zal dat slecht
gelukken. Onze geleerde landgenoo-
ten uit vroeger tijd wisten daar een
middeltje op. Ze namen eenvoudig
een nieuwen naam aan. De bekende
Erasmus heette eigenlijk Gerrit Ger-
weder aan het zingen zijn en zij moeten
er zoo slecht aan toe zijn zei eene ver
dieping lager de vrouw van den belasting
ontvanger Hinkelden tot haar zwaarhjvigen
man.
«En altijd kroegliedjes,bromde de ont
vanger.
«Dat maakt juist alles duidelijk. Na
tuurlijk is alles door het keelgat gegaan,
met zulke menschen kan en mag je geen
medelijden hebben.
Den volgenden morgen Arnold had
juist een brief ontvangen ging hij met
opgeblazen wangen, de handen, diep in de
ledige zakken gestoken, voor zijne vrouw
staan «Hoe zie ik er uit, Magda
Afschuwelijk verwaand
«Dat ben ik ook 1 Gij kunt het ook
zijn I Toni als de erfgename ook I Ja, kijk
mij maar niet zoo verbaasd aan, Mevrouw
lees maar eerst eens dit door mij ontvan
gen schrijven. Lees dat eerst en beken
dan, dat ik alle reden heb om mij als een
groote Hans voor te doen. Ik ben grond
bezitter geworden.
Terwijl Magda las, wandelde haar man,
haai1 scherp in het oog houdende, met on
navolgbare verwaandheid de kamer op en
neer.
Het schrijven luidde
Waarde Eduard,
Gij zult mij van oneerlijkheid beschul
digen, omdat ik je in den steek liet. Als
ritse, en ofschoon nu's mans geleerd
heid meer dan genoeg was om hem
een onsterfelijken naam te geven,
vond hij het zeker al te onnoozel
zijn roem aan dien dubbelen Gerrit
te verbinden en teekende zich Eras
mus.
In onzen tijd wil men in de lengte
van den naam vinden, wat in het
wezen van den drager te kort komt.
C. P. de Wolf, die in zijn jeugd Piet en
later meneer de Wolf heette, was
volmaakt met zijn naam tevreden,
totdat hij op zekeren dag de reden
ontdekte, waarom het lot hem dien
eersten, aan een Romeinschen rede
naar ontleenden, geschonken had.
Van het oogenblik af, dat hij iets
van dit wereldberoemde genie in zich
gevoelde, vond hij 'tniet meer dan
natuurlijk ook het publiek met die
verwantschap in kennis te stellen.
Sedert teekent en noemt hij zich
Cato P. de Wolf en is hij een gevierd
spreker geworden.
Dit voorbeeld kan elk lezer met
nog vele vermeerderen, want de
ijdelheid om den naam te verlengen
door 't voluit schrijven van een der
voornamen wordt groot onder de
menschen.
De natuurlijke weg om tot be
roemdheid te geraken loopt anders,
dat gevoelt ieder en vandaar dat de
poging om door eenige letters meer
daartoe te komen, in elk opzicht be
lachelijk is. Niet de naam is 't waar
mee de staat of de maatschappij of
de wetenschap gediend is, alleen de
persoon komt daartoe in aanmerking
Wanneer deze, door uitstekende ta
lenten op eenig gebied eer behaalt,
dan is zijn naam groot geworden, ook
al bestaat die slechts uit een paar
letters. Maar dan zal hij 't ook niet
in 't hoofd krijgen zijn naam kunst
matig te verlengen, om de eenvoudige
reden dat die naam van volkomen
ondergeschikt belang is.
Andere ijdelheden uit onze dagen
zijn titel. We hebben hier niet te
doen met een bui die opkomt, maar
met een, die hoewel zeer langzaam,
verdwijnt. Toen de adel voorrechten
bezat, was 't de moeite waard te
dingen naar een titelthans is het
alleen om dien klank, zoo iemand
men echter door een slecht mensch, als
een stuk wild wordt opgejaagd, moet wel
de braafste kerel een schobbejak worden.
Wie het zelf niet heeft ondervonden, kan
er niet over medepraten. Kortom het is
mij onmogelijk je de 5000 Mark terug te
geven. Kom zelf bij mij en zie mijne
boeken naIk wil echter niet, dat je
edelmoedigheid je zelf schade berokkend.
Aan den landweg naar Poppelfelde bezit
ik een stuk grond van 250 vierkante roe
den. Voorheen kostte de roede gronds in
dien omtrek twintig Mark en dekt de
waarde van den grond dus je vordering.
Wanneer gij het goed vindt, laat ik het
grondbezit op uw naam overschrijven en
dan hebben wij met elkander afgerekend.
Breekt de storm over mij los, hetgeen
onder ons gezegd, niet lang meer zal du
ren, dan zou ik geen penning voor je kun
nen redden. Besluit dus spoedig I Vrij
willig had ik het stuk grond nooit ver
kocht en ik raad je bepaald aan om het
ook te houden. Ik weet uit vertrouwbare
bron, dat in Poppelfelde eene kolonie van
villa's zal worden gebouwd en daardoor
dus de waarde van den grond buitenge
woon zal rijzenik sta je borg, dat over
twee jaar de waarde verdriebubbeld zal zijn.
Vergeef mij en laat mij, zooals ik je
verzocht, spoedig je beslissing vernemen.
Uw oude vriend G.
«Nu, Magda, wat zegt gij er van
»God zij geloofd en gedankt, dat niet
alles schjjnt verloren te zijn, stamelde zij.
staat naar 't jonkheerschap of 't ba-
ronaat. Doch die klank ruischt zoo
welluidend in de ooren van onze
vermogende, uit burgerluidjes ge
sproten, landgenooten, dat ze er
gaarne wat voor over hebben om
't liefelijke Jhr. of Baron voor hun
naam te plaatsen.
Doch dat gaat zoo gemakkelijk niet.
Onze Koningin verleent adeldom en
voor geld alleen is zij niet te krijgen.
De omstandigheid dat een adelijke
titel buiten het bereik van velen valt
doet de oogen van hen, die zich graag
onderscheiden van Jan en alleman",
slaan op iets anders dat hun ijdelheid
streelthet hengelen naar een kruis
of lintje, naar een wetenschappelijken
titel of 't lidmaatschap van eenig ge
leerd genootschap is aan de orde van
den dag en een jas met een lintje is
een begeerlijk iets in de oogen van
velen.
BUITBUJLANDSCH OVERZICHT.
Het is om er beu van te worden. Altij
weer de zelfde berichten van gevechten te
land en ter zee, van of- en defensieven,
van doodslaan en moorden, van hongerlijden
en toenemende benauwenis. En dat al drie
jaar lang. Het is te begrijpen, dat de le
zer niet een zekere apathie, met een ge
voel van lustelooze weerzin zijn blad ter
zijde legt, mompelendWaartoe zou ik
van al die narigheden kennisnemen Er
komt over de menschheid langzamerhand
een geest van onverschilligheid en onaan
doenlijkheid. De vreeselijkste voorvallen
schokken niet meer en wat in vroeger tijden
ons tot in het diepst van ons wezen ont
roerde, gaat nu schier onopgemerkt aan
ons voorbij.
En als de afschuwelijke ellende ons toch
niet loslaat dan trachten wij er een be
hoorlijke gedaante aan te geven, het af
grijselijke er uil weg te praten. Zoo trof
ons dezer dagen een beschouwing »ovel
den dood op het slagvekk voorkomende
in de Daily Maikt geschreven door een
soldaat.
»De oorlog heeft den dood zijn juiste
plaats gewezen. Hij is neergestort van den
arigstwekkenden top, waarop hij vóór den
oorlog prijkte, omgeven door hartverscheu
rend geween en tandengeknars, en heeft
hem, als ik dat woord gebruiken mag,
huiselijker, gewoner, meer een voltooiing
»lk kan natuurlijk niet beoordeelen of die
grond zooveel waard is. Ik zou denken,
dat je oom Meinhard er eens over moest
gaan spreken, en dan van daag Gumprecht
opzoeken.
Arnolds had zijne grappige verwaandheid
afgelegd en weder een ernstig gezicht gezet.
«Zoo denk ik er ook over; Magda. De
voormiddag moet voor dit doel worden op
geofferd. Kind, je zal het zien, dat alles
nog goed terecht komt.«
Arnolds liet dus zijn teekenplaat liggen,
daar hij de kapel voor de firma, die hem
thans werk verschafte, vroeg genoeg ge
reed hoopte te hebben, en haastte zich
weg te gaan. Bij den ontvanger in het
benedenhuis kon men niet denken, dat het
een grondbezitter was, die zoo vroolijk
fluitend de trap afliep.
Toni, loop toch niet zoo voortdurend naar
de deur, papa komt dadelijk terug! Speel
nu zoet met je pop Hemel Wat heb
je daar nu weder Moet je je dan met
alle geweld vergiftigen
Met deze woorden ontrukte Magda aan
den kwikzilverachtigen schat fier familie,
het met blauwe verf gevulde penseel, dat
Toni op een stoel had gevonden, en dade
lijk in den mond had gestoken om den
smaak te proeven.
«Niet lekker, in het geheel niet lekker
zei ze het kopje schuddend en met eene
uitdrukking van den grootsten afkeer op
het ernstige gezichtje.
»Zoo 1 maar waarom steek je het penseel
dan een afsnijden van het menschelijk leven
gemaakt.
«Zoo ik mocht sterven, denk dan alleen
dit van mij, dat er ergens een hoek van
een vreemd veld is, dat voor eeuwig En
geland is«, en ook dit: «De dood zal de
lente niet beletten te komen,t woorden,
welke geschreven zijn door soldaten, die
misschien reeds begrepen hadden dat de
dood de glanzende kroon is van een groot
leven.
Wij zijn te beschaafd geworden, »te
zacht«, zeide een man van de wereld tot
mij vóór den oorlog; en dan schudde ik
liet hoofd en lachte. Maar hij had gelijk.
Wij hadden van den dood alleen het lu
gubere en niet het. romantische leeren zien,
alleen het afschuwelijke en niet het roem
rijke. Maar de oorlog heeft ons terugge
voerd naar den tijd van het duel, toen de
eer voor meer gold dan het leven en recht
vaardigheid voor meer dan gemakzucht.
De aangeboren avontuurlijke neigingen,
het ingeboren patriottisme en de geest van
Engeland, die langen tijd slapende daar
lag, wachtend op het trompetgeschal, heeft
onze jonge mannen spoedig veranderd. De
smart om hun dappere dooden en de
trotschheid op hunne daden hebben de ver
andering gebracht voor degenen die thuis
zijn achtergebleven. Ik acht het een groote
gunst dat ik hier in Frankrijk brieven heb
ontvangen van de bloedverwanten van kame
raden van mij, die gesneuveld zijn. Er is
er een bij van een vader, die onmiddellijk
na ontvangst van het doodsbericht zijn leed
zoo ver kon op zijde zetten, dat hij alle
mannen van het bataillon van zijn zoon
een geschenk kon zenden. Eu een ander
schreef dapper
»Het bericht schokte mij hevig, maar
verraste mij niet.« En dan die brief van
een dame, die hare beide talentvolle jongens
had verloren en schreef:
»Ik gun hun de eer van te rusten in
een soldatengraf. Ik weet dat het hun
wensch was, zoo te sterven.
De dood moet vol schaamte het gelaat
verbergen, als hij zulke overwinningskreten
hoort.
Een van mijn liefste vrienden zei mij
voor wij naar Frankrijk gingen: »Voor
Engeland te sterven zou het beste zijn dat
ik ooit heb gedaan, mijn troefkaart.»
Hij is gestorven en zijn gedachten leven
nog om ons heen.
Deze oorlog heeft voor den Engelschman
het sterven tot een roemrijke voltooiing
dan in den mond? Ondeugend kind! Kijk,
hier heb je een warmen aardappel, die
smaakt beter
Eindelijk kwam Arnolds terug, den spits-
toeloopenden hoed schuin op het hoofd en
gereed om de grootste dwaasheid uit te
halen. Waarschijnlijk zouden Magda en
Toni dezen hoogen barometerstand der
vaderlijke opgewondenheid door allerlei
grappen ondervonden hebben, wanneer oom
Meinhard hem niet had vergezeld.
Oom Meinhard, trouwens maar een oom
»honoris-causa,« was ook bij het bouwvak
geplaatst, en mocht zich in een weinig
financieele kracht verheugen. Zijn voor
komen was minder schoon, dan in het
oogvallend. Zijn hoofd kon wedijveren met
een glimmende biljardbal bovendien bezat
hij een paar kleine, goedmoedig kijkende
oogen, en een vertrouwen wekkenden roo-
den wipneus, en als bijzonder kenteeken
een geschoren peper en zout gek leurden
baard. Toni vond oom toch mooi, waardoor
zij reeds vroegtijdig haar talent a ls menschen-
kenster aan den dag legde.
«Afgemaakt, alles in orde, Magda I Vol
gens wet en recht de stukken opgemaakt
jubelde Arnolds. «Meinhard zegt, dat wij
er wel bij varen, niet waar Meinhard
Oom Meinhard knikte bevestigend, doch
voegde er voorzichtig aan toe
«Slechts betrekkelijk kun je er veel aan
verdienen, natuurlijk Had je contant geld
gekregen, dan was het wel zoo verkieselijk
geweest. wordt vervolgd.)
NIEUWSBLAD
voor Hel Lii( vm Hensden ei Altena, ie Langstraat en ie Bom mi: Ier waard,