GEPAST GEVOEL VAN EIGENWAARIE. De villa Borghese. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3703 Woensdag 5 September 1917. FEDÏTLETOH. Und van AL-TE^ Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.90, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag 4 uur ingewacht. „My Lord", zei William Pitt in 1757 tot den hertog van Devonshire, „ik ben verzekerd dat ik dit land redden kan en dat niemand anders er toe in staat is." En hij redde het;. Groote mannen hebben gewoonlijk groot vertrouwen in hun bekwaam heid om te bereiken, wat zij zich voorstellen. Wordsworth was zeker van zijn plaats in de geschiedenis en aarzelde nooit dit te zeggen. Dante voorspelde zijn eigen roem. Kepler zeide dat het er niet op aankwam, of zijn tijdgenooten zijn boeken lazen of niet Ik kan wel pe een eeuw wachten op een lezetr, daar God zoo lang gewacht heeft op een opmerker Zijner wetten zooals ik er een ben Zelfvertrouwen is een bewijs van innerlijke kracht. Het kan doen zien dat men tegen moeite en gevaren is opgewassen. De wereld bewondert moed en mannelijkheid en veracht den mensch die rondgaat met een gezicht waarop een voortdurende verontschuldiging te lezen ligt voor de onvergeeflijke zonde, dat hij in de wereld is. Wat al uitspraken over het we- reldoverwinnende gevoel van eigen waarde dat de meeste flinke persoon lijkheden kenmerkt. Er waait ons een frissche wind van „strijden en overwinnen" uit tegen. We denken nu ook even aan dat bekende kinderversje „Ik kan wel, zegt de vlugge, Hij deinst voor niets -terugge, Het werk is hem een spel;" dat denzelfden geest ademt. En als we dan ons een oogenblik heelemaal in de kinderwereld verplaatsen dan moeten we zeggenzelfgevoel, zelf vertrouwen, is haast alle kinderen eigen. Hoor b.v. jongens praten. Ze hebben het bijna altijd over hun eigen Ik. Ik kan veel harder loopen dan hij. Als ik maar eens groot ben Ik kan best over dien sloot springen. Praatjesmakers zijn het, zou Nurks zeggen. En zeker, ze zullen nog wel eens achterblijven, en als ze groot zijn zullen ze wel een toontje lager 6 Humoristische schets door JOH. WILDA. Een voorbij trekkende vreemdeling had zich kunnen verbeelden in Amerika ver plaatst te zijn. Er werd zand gezeefd, kalk gebluscht, steenen aangevoerd, en ge metseld met eene vlugheid, die nog nooit in Europa was gezien. Oom Meinhard, de geestelijke schepper van dit bouwkunstig tooverwerk, geleek, in zijne geelgroene, verschoten jas, een commandeerend generaal. Arnolds in zijn hemdsmouwen, de platge drukte vilten hoed luchtig op het hoofd en de troffel in de hand, werkte met een ijver, dien Herkules hem benijd zou hebben, toen deze zijne twaalf werken moest volbrengen. En de jeugdige opzichters bleven niet ach ter bij de bonte, bij elkander geraapte schaar van werklieden en handlangers, die in uitgelaten vroolijkheid een ijver aan den dag legden, alsof er goud mede te ver dienen was. En zoo geschiedde het wonderdat Donderdags middags, de «villa® van eene verdieping, met eenige welwillendheid, ge reed mocht worden genoemd. Maar het was een vreemdsoortig, wonder geworden. De jeugdige opzichters lachten, dat hen de tranen over de wangen liepen. Het geheel oppervlakkig vastgesteld plan de bonte ver zingen, en ze zullen nog wel eens een natten voet halen als ze midden in den sloot springen, maar er zit toch iets goeds inze willen, ze denken dat ze het kunnen, ze pro- beeren. Later, als ze hun eigen krachten wat beter gaan schatten, zullen ze dat jongensachtig blufferige wel verliezen, en zal er uit hen groeien mannen, die met een gepast gevoel van eigenwaarde de wereld intreden. Tenminste dit hopen wij. Maar nu wij opgemerkt hebben dat kinderen dikwijls dit zelfgevoel bezitten verbaast het ons, dat wij in de groote-menschen-wereld zoo dik wijls personen aantreffen van die soort, waar wij hierboven over spra ken van die menschen, wier gezicht een voortdurende verontschuldiging is dat zij in de wereld zijn. Zou de maatschappij, of liever zouden de opvoeders van het kind daar misschien ook schuld aan heb ben? Is niet eigenlijk in vele gevallen de geheele opvoeding er op aange wezen, het ware zelfgevoel van het kind niet tot zijn recht te laten ko men; zijn gevoel van afhankelijkheid tegenover den volwassene al te zeer te versterkende opvoeding met haar voorschriften voor elke behandeling, ook voor de kleinste, met den niet altijd rechtvaardigen eisch van on voorwaardelijke gehoorzaamheid, met haar pijnlijk nauwkeurig toezicht op al het doen en laten van het kind? In tegenstelling met de Engelsche en Amerikaansche opvoeding wordt bij ons en in Duitschland te weinig re kening gehouden met het zelfgevoel. kvToch ligt er in de juiste waarde schatting van het eigen ik de oor sprong van elk gevoel van kracht en het gevoel van kracht is zoo noo- dig voor de vorming van een zelf standigen, krachtigen wil. De nieu were opvoedkunde eischt uitdrukke lijk zedelijke zelfstandigheid voor het kind en leert duidelijk, dat men ze" tot zelfstandige individuen met groote persoonlijke waarde moet op voeden, dat men het kind meer uit zichzelf moet laten opgroeien, in plaats van het altijd weer in de oude platgetreden banen te sturen, waar zijn eigen ik zich niet kan laten menging van de meest verschillende bouw materialen, het gering aantal deuren en vensters en de naar verhouding weinige ornamenten hadden een wangedrocht van stijl doen ontstaan, dat door het nachtwerk en de groote overhaasting, waarmede de muren gezet waren, er niet beter op was geworden. Evenwel toonde oom Meinhard de grootste liefde voor zijn wanstaltig kind. Ook Ar nolds gelaat glom van genoegen al had dit ook eene andere oorzaak. Eene zoo buitengewone en onder zulke bijzondere omstandigheden gebouwde villa moest ook volgens aller meening door een behoorlijk feest worden ingewijd eri met bekwamen spoed werden daarvoor dan ook de noodige maatregelen getroffen. Het feestpubliek, voorgesteld door de verschillende leveranciers der materialen, evenzoo Magda en de erfdochter waren reeds aanwezig alleen de als «eeregast® uitgenoodigde heer Pistor was nog niet gekomen. Magda nam den arm van haar echtge noot. «Zie je nu wel, schat, dat ik gelijk heb gehad Het huis staat, en nu zullen wij ook wel over den, voor onze omstandig heden grooten berg van schulden komen. Nu ben ik niet meer bang.® «Ik ook niet, kind, ten minste op het oogenblik niet. Maar., .drommels, daar heb ik een goeden inval gekregen!® riep hij, zich zei ven in de rede vallende, tot oom Mein- gelden. Bij kinderen is een sterk zelfgevoel in de eerste plaats een teeken van lichamelijke gezondheid en van levenslust. Als bij het kind dit gevoel soms daarin tot uiting komt, dat het de dingen niet precies zoo doet, als ze hem worden voor gedaan, of zooals de opvoeder het wenscht, als het niet wil meedoen aan alles, wat zijn speelkameraden doen, wanneer het in het gevoel van zijn kracht neigt tot overmoed, en strijdlustig is wat heel zoete kin dertjes nooit zijn dan moeten wij deze uitingen niet dadelijk veroor- deelen als eigenzinnigheid, trotsch, heerschzucht of eerzucht, maar er ons over verheugen, dat het kind niet steeds aan den leiband loopt, maar zich vrij wil bewegen. Later, als het er op aan komt, bestand te zijn tegen de verleiding van anderen, moet de mensch toch ook zelfstandig zijn. Laten wij dus van jongs af aan bij het kind het fiere gevoel van zelfstandigheid ver sterken en niet door spotten en voortdurend berispen zijn zelfgevoel verkleinen. Laten wij blijken van waardeering geven bij bijzonder ge slaagde verrichtingen, en laten wij elke gelegenheid gebruiken, om Ijet zelfvertrouwen van het kind te ver sterken. Zulke gelegenheden doen zich in het dagelij ksch leven telkens voor, als wij het kind kleine werkjes laten verrichten en kleine handrei kingen laten doen. Wordt vervolgd. BUITENLANDSCH OVERZICHT We hooren tegenwoordig tot de centrale mogendheden het verwijt richten, dat zij de democratie in den weg staan. Keer op keer wordt gezegd indien de centrale rijken en dan met name Duitschland democratisch werden geregeerd, zoo zouden wij met hen kunnen en willen onderhandelen over vrede. Maar zoolang dat niet het geval i-, is alle vredespoging onvruchtbaar. Daarbij worden dtui allerlei hatelijkheden aan het adres van den Duit- schen keizer en zijn ministers gedebiteerd. Zoo ook is het antwoord van President Wilson op de Pauselijke vredesnota. De Köin. Zeitung schrijft dienaangaande De Duitsche lezer zal op het eerste ge hard die juist een paar linnen manchetten aandeed, hetgeen voor hem het bewijs was, dat hij zich in eene plechtige stemming bevond. HÖ wist, dat de verheugde uitroep in verband stond met het vinden van een passenden naam voor de »Villa«, waarover de kunstenaars langen tijd met elkander getwist hadden. Nu verzamelde zich het feestpubliek in eeri halven kring om den bouwmeester, die als feestredenaar optrad. Door de om standers met luid gejuich begroet, stak Arnolds den schilderachtigen kop uit een klein dakvenstertje, en, in de uitgestrekte hand een glas wijn houdende, begon hij. Vooreerst bedankte hij, diep ontroerd, allen, die zoo goed hadden gejiolpen en in 't bij zonder oom Meinhard. In geestige bewoor dingen verhaalde hij de geschiedenis der bouwerij. «Maar nu,« besloot hij, blijft er nog over, om aan het sierlijke gebouw een passenden naam te geven. Zoo doop ik u dan, mijn geliefd huis, omdat gij doorluch tig zijt, als de Italiaansche Palazzo, en vooral ook, omdat het kleinste nageltje geborgd is.... Villa Borghese.® Het stukgeworpen glas bezegelde deze spotternij van eigen arbeid en verwekte een luidruchtig gejuich. Met vorstelijke waardigheid kwam Arnolds naar beneden, en ontving hij aller gelukwenschen, en toen nam men voor het huis plaats op eene een weinig in orde gebrachte ruimte om het feestmaal, bestaande uit bier en brood, onder gezelligen kout te verorberen. zicht geneigd zijn in een hartelijk gelach uit te barsten over den krassen onzin, dien Wilson omtrent het Duitsche volk en zijn verstandhouding jegens de Duitsche regeering ten beste geeft. Dwazer kon het beeld der werkelijkheid niet worden misvormd. Toen Wilson omstreeks Nieuwjaar in twee groote staatsdocumenten zijn oordeel over oorlog en vrede te kennen gaf wist, hij niets van een tegenstelling tusschen het Duitsche volk en de Duitsche regee ring. Tegen beter weten in maakt hij deze tegenstelling en stelt hij de Duitsche regeering als roofzuchtig en onbetrouwbaar voor, want slechts met dergelijke leugens kan hij het Amerikaansche volk verder in den oorlog zweepen, dien hij voor Arneri- ka's kapitalistische en imperialistische be langen noodig heeft. De slimme Yankee denkt: als men eens eene revolutie naar Russisch model in Duitschland kon aan stoken, zou het spel gewonnen zijn. Laat ons daarom het Duitsche volk den vrede aanbieden ten koste van den val zijner regeering. De uitwerking van die truc zal echter het tegendeel zijn van de be doeling. Het Duitsche volk laat zich door niemand belasteren en smaden en 't aller minst door een president, die herkozen is op vredesbeloften en daarna zijn volk in den oorlog heeft gestort. Wat er onder democratie wordt verstaan is bekend. Demos beteekent volk. Een democratie is dus een regeering die van het volk uitgaat. Engeland, Frankrijk, Italië, de Vereen Staten, om bij deze grooten te blijven, vertellen ons, dat ze democratiën zijn, en dat Rusland er in Maart ook een geworden is. Daarentegen zouden dan Duitschland en Oostenrijk autocratiën zijn, staten, waarin de vorst het gezag in handen heeft. Frankryk en de Vereen. Staten hebben geen vorster staat een gekozen president aan het hoofd, in Frankrijk voor zeven, in Amerika voor vier jaar gekozen. En geland en Italië daarentegen hebben wel een koning, die het koningschap verkregen bij erfrecht. Het blijkt dus, dat een land een demo cratie kan hebben met of zonder een koning. Wanneer een regeering rekening houdt met den wil van het volk, zooals die door het kiesrecht uitgesproken wordt, dan spreekt men van een democratie. Ons eigen land is een voorbeeld van een Men mag den dag echter niet voor den avond loven. De hemel bedekte zich eens klaps met zwarte, dreigende wolken, die zich weldra in een plasregen oplosten. De villa Borggese«, werd dadelijk op eene zware proef gesteld. «Vlug, naar het salon 1« beval Arnolds, terwijl hij met Toni en zijn bierpul in de hand in het huis vluchtte. En met groote vroolijkheid werd het feest in het salon voortgezet, waarin men snel van tonnen en planken, tafels en banken had opgeslagen. Spoedig werden zij echter gevolgd door twee ongenoode gasten. Dat de wind zich vrijen toegang verschafte, baarde geene verwondering, maar dat ook de regen in de ruimste mate dit voorbeeld volgde, deed toch menigeen het hoofd schudden. Ja ze deed werkelijk, of er geen dak of muren meer bestonden. «Heb maar geduld, dat komt wel weder in orde, als het buiten maar eerst ophoudt!® troostte oom Meinhard. »Zeker dat komt alleen maar van de nieuwigheid voegde Magda er by. «Verduiveld, eigenlijk kan niemand hier wonen,® riep Arnolds onvoorzichtig. «Niet antwoordde eene luide stem bij de deur. «Welnu, mijne heeren, dan begrijp ik ook niet, waarom gij u met het oprichten van deze luchtige vogelkooi zoo zeer hebt ingespannen. Daar geen voor bewoning geschikt huis op dit bouwterrein is gezet, heeft de heer Arnolds, zooals ik hier uit- vrijwel zuivere democratie. Wij hebben een Tweede Kamer, door het volk gekozen bij uitgebreid en binnenkort bij algemeen kiesrecht, en een Eerste Kamer, gekozen door de Provinciale Staten, die op hun beurt gekozen zijn door de kiezers. In Amerika en in Frankrijk is het al onge veer hetzelfde. Toch is er ééne zaak, en wel een zeer belangrijke, welke, ook in de democratisch geregeerde landen, geheel onttrokken is aan den invloed van het volk. Dat is de verhouding, tot andere mogendheden. De Engelsche koning, de Fransche president, ook onze koningin, hebben het recht oorlog te verklaren, vrede te sluiten, verbonden aan te gaan, gezanten te benoemen. Over deze zaken,, die zooveel invloed hebben op het wel en wee der volken, worden de volksvertegenwoordigers niet geraadpleegd, en nog minder wordt er eerst een verkie zing uitgeschreven, om den wil des volks vooraf te weten. Alleen de president van Amerika moet de volksvertegenwoordiging raadplegenhet volk zelf wordt er echter niet geraadpleegd; d. w. z. er wordt in zulk een geval geen nieuwe verkiezing uit geschreven of volksstemming gehouden. Het is dus maar gedeeltelijk waar wanneer men in onze dagen spreekt van een democratie. Over oorlog en vrede beslissen alleen de koningen en presidenten. Ons dunkt, wan neer het volk eerst geraadpleegd moest worden, menige oorlog, ook de huidige wereldoorlog, niet zou zijn uitgebroken. Maar of dan alleen de vorsten schuld heb ben? Ach, ifmdom de staatshoofden be vindt zich een leger van raadslieden, heel vaak ook onbetrouwbare lieden, die een machtigen invloed uitoefenen. Dat blijkt b.v. uit het proces Soechomlinof dat reeds geruimen tijd in Rusland en daarbuiten de aandacht trekt. Soechomlinof was een van de mannen die in Juli 1914, dus vlak voor het ontbranden van den Europeeschen volkerenkrijg, den Tsaar van Rusland ter zijde stonden. Uit de onthullingen in dit proces blijkt nu dat genoemde Soechom linof, in strijd met, den uit druk kelijken wil van den Tsaar, de mobilisatie van het leger liet voortgaan, waardoor de laatste moge lijkheid op bijlegging of begrenzing van het conflict werd te niet gedaan, Bij de bepreking van de vraag, wie de schuld is van dezen oorlog, zullen deze onthullingen niet voorbijgezien mogen worden. Er kon wel eens uit blijken dat niet Duitschland gelijk steeds weer beweerd wordt - drukkelijk constateer, ook alle recht op het bezit van den grond verloren. De spreker was natuurlijk de heer Pistor, die met opgeslagen kraag, onder eene drui pende parapluie bij de deur stond achter hem stond een andere heer, zeker zijn zaakwaarnemer. «Dit noemt men de afgunst der goden I® zuchtte oom Meinhard, met een tragisch gebaar. En Arnolds zag Magda en Magda Arnolds aan. Beide lazen de wanhoop op eikaars gelaat. De overige gasten waren intusschen vol strekt niet van plan zich te laten storen. «Er uiter uitklonk het van alle kan ten den »eeregast« te gemoet, en de heer Pistor, die zijn protest had uitgesproken en andere, voor zijne waardige persoon, minder aangename gevolgen vooruitziende, verdween met zijn metgezel buiten het bereik dei- versmade vrucht van moderne bouwkunst. Toen hij vertrokken was, nam oom Meinhard met stentorstem het woord «Niet het hoofd laten hangen, mijne heeren I Tot middernacht, wanneer de termijn verstre ken is, hebben wij nog tijd genoeg. Ik rijd dadelijk naar de stad. Wacht allen hier op mijne terugkomst ik zeg u gij zult eene witte raaf zien.® De vertrouwenwekkende toespraak van Meinhard, die snel door den regen weg rende, herstelde weder het wankelend ver trouwen op den goeden uitslag der zaak. (Slot volgt.) NIEUWSBLAD ïoir lit lui vïi Hoysaei ti Alten, ie Liipstraat a is Sosnnelerwaard.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1917 | | pagina 1