ijl CUBA:
Bi dit or behoort een ivoepï
Draagt
Uitgever: L„ J. VEERMAN, Heusden.
No. 3708, Zaterdag 22 September 1917.
SUMATRA
's-BOSCK,
We Jtoode ffastide.
U A II li n A N N's
Und van altena
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.90,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel
meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4 uur ingewacht.
VORSTENLANDEN:
Uitschot 3 ct.
G
«Cnba« 4 a>
(Lichte vale pracht-
kleuren.)
Rita A 4 ct.
Rita B 5
Rita C 6
bc
O
Hinthamerstr. 24.
Tel. Int. 492.
Die zich voor het vol
gende kwartaal op deze Cou
rant abonneeren, ontvangen de
nog deze maand verschijnende
nommers gratis.
BUITENLANDS CE OVERZICHT.
De hoofdredacteur van de Daily News
zegt in een artikel over de vraag hoe de
oorlogskosten moeten worden betaald, het
volgende
«Laten we eens aannemen, dat de oor
log door een of ander wonder vanavond
eens plotseling ophield. Welken toestand
zouden wij dan onder de oogen moeten
zien Wij hebben, naar giobale schatting,
5.000.000.000 p. st. uitgegeven aan den
oorlog. Naar den huidigen maatstaf zou
ieder volgend oorlogsjaar ons 3.000.000.000
p. st. kosten. Van de reeds uitgegeven
5.000.000.000 hebben wij 1.000.000.000
p. st. reeds betaald in den vorm van be
lastingen en 4.000.000.000 p. st. geleend.
Van deze 4.000.000.000 p. st. hebben
wij aan onze bondgenooten en aan onze
dominions 1.000.000.000 p. st. geleend. Wij
mogen aannemen dat dit bedrag zal wor-
terugbetaald en het dus verder buiten
beschouwing laten.
Om de jaarl. rente van 3.000.000.000
p. st. te betalen, zullen wij jaarlijks
160.000.000 p, st. moeten opbrengen.
Maar dit is nog niet alles. De schuld
moet worden afgelost. Dus daar komt
ëkuillktoT.-
4 Uit het Fransch
«Mijnheer, gun mij het genoegen, zon
der u te kennen, u een kleinen dienst te
bewijzen. Als u het goedvindt, zal Cayou
het tekort van uwe vertering op mijne
rekening schrijven
De herbergier en zijne vrouw bedaarden
onrniddelijk, echter niet zonder de schou
ders op te halen. De vreemdeling zag den
voorkomenden jonkman aandachtig en vrien
delijk aan, maar zeide nog niets.
«Het spreekt van zelf,« hernam Mau
rice Longpré om zijne goede daad te ver
ontschuldigen, «dat een reiziger, die zoo
pas van boord gestapt is, zijne beurs in
zijne bagage gelaten heeft
«Ik heb noch beurs noch bagage, noch
huis noch haard,viel de vreemdeling hem
snel in de rede. «Ik strooi hèt goud bij
handen vol om mij heen, als ik 't heb,
en ik vergeet vaak, zooals nu, dat ik niets
heb. Enfin, ik neem uw aanbod aari, jong-
mensch, uw gelaat en houding bevallen
mij op het eerste gezicht trek je mij aan
je hebt een treffende gelijkenis inet
kortom, ik accepteer. Misschien zal het
geldstuk, door u voor een armen duivel
uitgegeven hebt, niet voor u verloren zijn,
misschien ook Maar ik droom, dank
je wel en goeien avond samen
ieder jaar nog 30 millioen pond bij Daarbij
dan nog de uitgaven voor andere doelein
den. Die bedroegen voor den oorlog 200
millioen pond. Nu alles zooveel duurder
is mag dat bedrag gesteld worden op 250
miilioen. Tel daarbij nog wat voor pen
sioenen enz. noodig zal zijn, dan komt ge
op een jaarlijksche uitgave van ongeveer
500 millioen pond.
Hoe zal men dat betalen Er zijn drie
mogelijkheden. De geheele schuld schrap
pen. Maar dat kan niet. Hel land dat
zulk een middel zou toepassen zou natuur
lijk geen crediet meer hebben en geheel
bankroet slaan.
Het tweede middel ishet bedrag in
belastingen opbrengen. In het afgeloopen
jaar is op die wijze 570 millioen pond
betaald. Maar hiervan vallen onder het
hoofd oorlogsbelasting 440 millioen. Deze
bron houdt dus op te vloeien als de oorlog
voorbij is.
Nu komt het derde middel
Wij moeten het bezit opvorderen. Wij
hebben geen medelijden gehad met men-
schenlevens. Wij mogen het nu ook niet
hebben met rijkdommen. Wij moeten onze
nationale schuld delgen door het overtollig
bezit van de particulieren weg te nemen
Wat is er in deez vreeselijke jaren ge
beurd Eenige millioenen van ons hebben
geleefd in modder en drek, in de schaduw
van den dood, met een shilling per dag.
En nog vele millioenen, mannen en vrou
wen, hebben onophoudelijk gezwoegd in de
smidse en in de mijnen om den oorlogsoven
witgloeiend te houden. En enkelen hebben
schatten verdiend aan de wereldramp. Ik
beschuldig niemand. De meesten van hen
Dit zeggende, trok dit geheimzinnige
personage de deur open, drukte zijne ge
voerde muts over oogen en ooren en ver
trok.
Maurice stond een oogenblik verbijsterd
van dit onverwachte vertrek, maar, na even
nagedacht te hebben, zei hij kortaf tot
Cayou, dien nacht niet thuis te zullen
komen en stapte de duisternis in, om den
vreemdeling in te halen.
II.
HET VOORSTEL.
Na de herberg De schoone Magdalena
verlaten te hebben, volgde de vreemdeling
den zandweg, die slangvormig de hoogte
besteeg. Hij liep met snellen pas, alsof hij
zich haastte, dat ongastvrije volkje te ver
laten en inderdaad, al hield hij zich voor
het uiterlijk onverschillig, zijne laatste ver
nedering had hem bitter gesmaakt. Zijn
levendige geest hield zich echter spoedig
met andere gedachten bezig hij vertraagde
zijn gang, en hetzij om zich rekenschap
te geven vari den te volgen weg, hetzij
om van ouds bekende plaatsen te herken
nen, hy bleef staan en keek aandachtig
om zich heen.
De labech blies met kracht, maar de
wolken waren weggeveegd en de hemel
schitterde van millioenen sterren. De maan
kwam groot en bloedrood aan den horizon
op. Bij dit spookachtige licht kon de vreem
deling eene onmetelijke uitgebreidheid over
zien beneden hem het bekken van Mar
seille met zijne duizenden bastides (buitens),
hebben gedaan, wat wij in hunne plaats
zouden gedaan hebben. De wind woei
naar hen toe en de vruchten vielen in
hunne tuinen.
Maar kan iemand zeggen dat het bil
lijk is, dat de eene man uit zijne winkel
wordt gehaald om te sterven voor zijn
land, en zijn gezin in behoeftigen toestand
achter te laten, terwijl een ander, die thuis
is gebleven, schatten verzamelde en in het
ongestoord bezit worde gelaten van zijn
geweldigen oogst
Volgens dezen schrijver is er geen ander
middel en de regeering zal er toe moeten
overgaan en dat boe eer hoe beter. Of de
bezittende klasse er ooren naar zal hebben
In de Duitsche pers is er een drukke
gedachtewisseling gaande over de vraag wat
met België moet geschieden. De eene partij
wil België annexeeren. De andere België's
onafhankelijkheid herstellen. Maar ook onder
degenen die België in zijn vroegeren toe
stand teruggebracht willen zien, is er ver
schil van meening. Duitschland, zoo oordeelt
men, heeft te groot belang bij de houding
die België in de toekomst zal innemen. Dit
land, aldus redeneert men, kan na den oorlog
te goeder trouw niet onzijdig blijven. Het zal
blijven den weg waarlangs öf de Duitschers
öf hun vijanden opmarcheeren. En daarom
kan geen Duitsche regeering verklaren, dat
zij geen belang heeft bij België. Er moe
ten dus afdoende waarborgen verkregen
worden, dat het zijn vestingen, spoorlijnen en
heel zijn krijgsmacht niet tegen deze nabu
rige natie kan gebruiken. En wat de zee
havens betreft Antwerpen en Zeebrugge
zijn van te groote beteekenis. Duitschland
moet daar zijn invloed kunnen doen gelden
Gelijk wij weten heeft de Paus in zijn
vredesnota voorgesteld het onafhankelijke
België te herstellen, 't Mag ons benieuwen,
wat de middenrijken in hun antwoord op
deze nota aangaande hun houding tegen
over onze zuidelijke buren zullen te kennen
geven. Wij gelooven, dat indien er over
dit punt eenstemmigheid is verkregen tus
schen centralen en geallieerden, de zaak
des vredes een iteel eind gevorderd zal zijn.
Hoewel. dan blijft nog de kwestie Elzas
Lotharingen. In de Fransche Kamer las
Poinlevé de volgende verklaring voor:
Indien Frankrijk dezen oorlog voortzet,
doet het zulks niet om veroveringen te
maken of om zich te wreken, doch slechts
om zijn vrijheid en onafhankelijkheid te
verdedigen. De »desannexatie« van Elzas-
Lotharingen, het herstel van de schade en
donkere, Italiaansche pijnbosschen en grauwe
rotsen, die hare kale kruinen boven een
mantel van tijm en balsem uitsteken
tusschen het bekken en de zee de derde
stad van Frankrijk, kenbaar aan hare
duizende lichtjes kale, hooge klokketorens
en haar bosch van nog hooger masten in
de havens, die donker tegen den nachte-
lijken hemel afstaken en daarachter de
Middellandsche zee, grootsch, majestueus,
oneindig. Hare anders zoo vroolijke golfjes
sprongen nu, opgezweept door den razen-
den wind, tegen het strand en botsten
woest tegen elkaar in de ontelbare nauwe
kreken tusschen de klippen. Af en toe,
wanneer eene windvlaag het zand van den
weg als eene wolk deed opstuiven, ver
dween het prachtige panorama eensklaps,
maar een oogenblik later vertoonden de
sombere vallei, de tintelende hemel en de
huilende zee zich weer in hare verheven
schoonheid.
De gelaatstrekken van den onbekende
hadden eene droefgeestige uitdrukking
aangenomen en een trafin trilde in zijn
mannelyk oog. Hetzelfde landschap, dat
de arme zwerver thans zoo somber en bar
terugzag, had hij wellicht voorheen stralend
van zonnegloed en leven bewonderd, ter
wijl hij zelf jong, rijk en vol vooruitzichten
was. Althans de herinneringen .schenen
hem te overweldigen, want met gebogen
hoofd en steunende op den gespleten bam
boe, dien de waard uit «De schoone Mag-
dalenac hem niet eens had willen afnemen,
de verwoestingen, door den vijand veroor
zaakt, het sluiten vari een rechtvaardigen
vrede, waarbij geen enkel volk, machtig
of zwak, wordt onderdrukt, een vrede,
waarbij krachtige waarborgen de vereeni-
ging van naties beschermen tegen eiken
aanval van één van haar, --- dat zijn onze
edele oorlogsdoeleinden. Zoolang deze niet
zijn bereikt, zal Frankrijk den strijd voort
zetten. Alle wilskracht, alle materieele
krachten des lands moeten worden gericht
op dit eenige doelden oorlog.
Derhalve, Frankrijk moet Elzas terug
hebben of het blijft doorvechten. Maar
eer Duitschland dien eisch inwilligt, moet
liet wel totaal machteloos zijn geslagen.
De krijgsverrichtingen op alle fronten
hebben zich in de laatste dagen bepaald
tot plaatselijke aanvallen, waardoor schier
geen veranderingen in den toestand zijn
ontstaan.
De Russische troepen hebben nieuwe
aanvalslust getoond door een bosch ten
N. W. van Friedrichstadt te heroveren.
Dat de Duitschers nog naar St. Petersburg
zullen oprukken is wel niet te verwachten.
De bezwaren en gevaren zijn te groot.
In het uitgestrekte Russische gebied zou
een dergelijke krijgsoperatie, vooral waai
de Duitschers reeds zoo ver verwijderd zijn
van bun basis, ongehoorde krachtsinspan
ning vereisehen. Buitendien zullen over
eenige weken de herfstregens de wegen
onbegaanbaar maken, terwijl de Russen
al vaak genoeg getoond hebben er niet
tegen op te zien, geheele landstreeken te
verwoesten om den vijand het gebruik van
alle daarin aanwezige hulpmiddelen te ont
zeggen. Waar op het westelijk operatie-
tooneel Franschen en Engelschen, in het
Isonzogebied de Italianen, op den Russischen
zuidelijken vleugel de Roemeniërs en ook
zelfs Sarrail's leger, reeds zooveel van de
strijdkrachten der centrale mogendheden
in beslag nemen, was de kans, dat voor
noordelijk Rusland nog voldoende troepen
konden worden afgezonderd, zeer gering
Zoo zal het Duitsche leger voorloopig wel
defensief optreden in de streek rondom
Riga.
BUITENLAND.
Het Anierikaauschc leger.
Washington, 49 Sept. Meer dan 300.000
man van het nationale leger zijn thans op
weg naar 16 verschillende kampen, ten
einde da'ar grondig geoefend te worden
vergat hij zijn weg te vervolgen.
Naderende voetstappen deden hem op
schrikken.
Hij keerde zich langzaam om en ver
volgde zijn weg, die nog altijd steeg. In
een oogwenk was Maurice aan zijne zijde
en groette hem beschroomd.
De vreemdeling scheen hem niet dadelijk
te herkennen. Hij had tijd noodig om zich
aan het verledene te ontrukken en tot de
werkelijkheid van het oogenblik terug te
keeren.
«Ah 1 is u het zei hij eindelijk op
ruwen, spottenden toon. Ik hoopte niet u
zoo spoedig terug te zien wel, wel
nu al berouw over uwe hulpvaardigheid
Hebt ge misschien berekend, dat mijn oude
bonten muts of mijn lakensch matrozen-
buis verkieslijk kon zijn boven de dank
baarheid van een avonturier
Deze driftige uitval maakte Maurice nog
beschroomder.
Mijnheer,stamelde bij op smeekenden
toon, «spaar mij die beleedigingen ik
heb ze niet verdiend. Ik geloof, datge
beter zijt dan uw costuum en daarom
kwam ik u een wederdienst vragen.
«Een wederdienst herhaalde de nabob
spottend gij vraagt verduiveld gauw ver
goeding voor die kleine beleefdheid Hoor
eens, kameraad, in den loop van mijn le
ven heb ik duizenden ropijen weggegeven
aan menschen, die ik minder kende en
achtte, zonder van ben een dankje te ver
gen. Maar komaan, laat eens hooren, ik
li (ceiling.
voor den dienst op de Europeesche slag
velden. Dit aantal vormt 45 proc. van
het geheele contingent van de eerste op
roeping.
Uit Rusland.
Uit Stockholm wordt aan de «Rhein.
Westf. Ztg.« van 14 September geseind, dat
de gemeentebesturen van Simbirsk, Samara,
Boesoeloesk, Brjansk, Saratow, Slobodska,
Iwanowo-Wosnosensk en Twer telegrafisch
aan Kerenski hebben verzocht, vrede te
sluiten. In deze steden heeft men de be
volking laten stemmen over de kwestie
«oorlog of vrede en bijna met algemeene
stemmen had men zich voor vrede uitge
sproken.
Volgens het Londensche weekblad »Truth«
beeft een woedende volksmassa het groote
historische museum van den Grootvorst
Michael Nikolajewitsj geplunderd, waarbij
voor eene waarde van niet minder dan
vijf milliard roebel aan kunstschatten ge
roofd werd.
Uit Bazel wordt aan de Duitsche bladen
bericht, dat men uit een telegram uit New-
York aan de «Daily Mail« den indruk
heeft gekregen, dat de te Washington ge
voerde onderhandelingen tusschen Amerika
en Japan tot het volgende resultaat heb
ben geleid: le. Japan neemt grootendeels
de verzorging van Rusland op zich 2e.
de Japansche handelsvloot vervo rt het door
Amerika aan Rusland geleverde oorlogs-
materieel f 3e. de Japansche oorlogsleve
ranties aan Rusland worden door Amerika
financieel geregeld.
De «Frankforter Ztg.« teekent hierbij
ben gloeiend nieuwsgierig welken dienst ik
onder de gegeven omstandigheden aan een
natuurgenoot zou kunnen bewijzen. Maar
het wordt laat, en mijn tijd is kostbaar.
«Laten wij dan voortloopen, mijnheer
antwoordde Maurice levendig. Dat spreekt
gemakkelijker.
Zij vervolgden dus hun weg en liepen
eene poos naast elkander voort. Maurice
scheen niet te weten, hoe de onderhande
ling het best aan te knoopen.
«Mijnheer,® hervatte hij eindelijk met
onvaste stem, «hebt ge daar ginds in de
herberg niet gezegd, dat ge naar den
beer Linguard op de Roode Bastide gingt
Dat heb ik gezegd.
«Als ik me niet vergis, zeidet ge ook,
dat de heer Linguard u persoonlijk be
kend was en dat ge invloed op hem zoudt
kunnen uitoefenen.
«Hm, niet onmogelijk. Als Linguard is,
die hij moet zijn, zal mijn invloed in zijn
huis groot zijn Maar, mijn jonge vriend
waartoe die vragen
«Dan mijnheer,® vervolgde Maurice met
warmte, zou ik uwe bescherming willen
afsmeken voor mij en een ander, die uwe
belangstelling veel meer waard is, een on
gelukkig meisje, dat ontzettend te lijden
heeft.
«Ei, ei waait de wind uit dien hoek 1
Wordt vervolgd.)
NIEUWSBLAD
inr lit Lui ui Heisdei ei Alten, Lnptria! t Biiieterwiird.
'TS
3
O