IETS OVER LECTUUR. Uitgever: L, J. VEERMAN, Heusden. No3725. Woensdag 21 November 1917. FEUILLETON. I)c Itoode Bastide. UND VAN ALTENA Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.90, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag 4 uur ingewacht. Wat hebben we er tegen opgezien, tegen die sombere, naargeestige herfstdagen. En nu zijn ze daar weer. Buiten drupt de regen zoo zachtjes aan neer zoo nu en dan valt een enkel laat geel blaadje met de drup jes zacht ritselend op den grond; een licht waas van vochtigheid hangt over boom en struik en huis. Even een klein wandelingetje om een beetje frissche lucht te happen en het bloed wat sneller te doen vloeien en dan flapde huisdeur weer achter ons dicht. De kilte en de vocht buiten gesloten binnen ademt alles gezel ligheid en rust Wat nu te doen? Wat praten? Och, onder huisgenooten is men zoo gauw uitgepraat. Een spelletje domino, ganzenbord, met de kinde ren Die gezelligheid komt straks als de lamp aangestoken is Nee onwillekeurig grijpen onze handen naar de boeken. Wie kan zich iets gezelligers voorstellen dan zoo'n Zondagmiddaguurtje neer te zitten bij een zacht brandende kachel (ter eere van den Zondag wat vroeger aangestoken dan anders) met een mooi boek in de handeen lekker kopje thee voor zich, zoo nu en dan een enkel woord wisselend met de familieleden, die zich evenzeer ver kneuteren als wij. Wat lezen we nu op zoo'n sombe ren middag, nu alles buiten a. h. w. een domper op onze opgewektheid wil zetten Zullen we een boek opnemen, waarin gesproken wordt over menschen, even somber als deze die dingen niet evengoed als del jarigen leeftijd in 1874. herfstdag Een boek b.v. „Bleeke Levens" geheeten, waarvan de titel alleen ons al zegt hoe kleurloos en geurloos, vervelend en slap die le vens zijn Of trekt het ons aan, een boek te lezen, waarin de oorlogs gruwel zoo scherp wordt beschreven Een boëk waarin ge al de ellende mee moet maken van loopgraven, van koude en nattigheid, van gewond neerliggen en duldelooze pijn door staan, van wanhoop over het verminkt zijn en van ontroostbaarheid over ledige plaatsen, die ledig zullen blij ven Och, nee: weten we eigenlijk 24 (Uit het Fransch Naar gewoonte was den bezoekers een overdadig rijk diner voorgezet, maar zoo dra het eenigszins geoorloofd was, had den de dames Meursanges Fleuriaux met zijne vroolijke bloedverwanten alleen ge laten, en Maurice had haar spoedig gevold. Zij hadden een heerlijk plaatsje uitge kozen. Het kleine priëel van zwaar beladen oranjeappelboomen, verhief zich aan den voet der steile rots, waarvan Maurice zich in dien vreeselijken nacht had laten afda len. De zon, die al ter kimme neigde, ver gulde de toppen der grauwe leirotsen en de hooge boomen, die de Bastide omring den. Door de weinige openingen in het gebladerte zag men de blauwe golven der Middellandsche zee, hier en daar door een dansend wit zeil afgebroken. Een frissche bries deed het dichte loof der granaatappel en kapperboomen ruischen. Van tijd tot tijd hoorde het stille drietal het gelach en de grappen van Fleuriaux en zijne gasten in de groote tuinzaal der Bastide. Madame Meursanges had op een houten bank plaats genomen en zat te borduren. Elisabeth zat naast haar en luisterde be- geerig naar het zoete gfluister van haren Maurice, die met den rug tegen een wel- riekenden oranjeappelboom leunde. schrijver van het boek; zegt bij iets wat wij niet a. h. w. reeds doorvoeld hebben. We weten dat dat alles er is, maar laten wij er ons niet in gaan verdiepen. Want twee dingen zijn mogelijköf onze ziel blijft onbewo gen bij het aangrijpende van zulk groot leed, en wij worden er des te oppervlakkiger om óf wij voelen het zoo diep, dat onze ziel er bij ineen krimpt en het uitsniktMijn God, dat kan ik niet verdragen. Als Gij óns toezendt, om deze ellende te doorleven, dan zullen we het uit Uw hand aanvaarden; maar zich noode- loos te verdiepen in het leed dat Gij anderen op de schouders hebt gelegd, neen, dat kan niet goed zijn. Wat dan Wat zal ons dan bezig houden, ons verkwikken? Och, jij oude vriend, kom jij nog eens hier weer bij mij, en laten we samen nog eens weer een paar ge noeglijke uurtjes hebben. Je ziet er niet mooi meer uit Toen ik een jaar of 17 was, maakte ik met je kennis, en na dien tijd ging ik je telkens nog eens opzoeken, en konden we het telkens weer even goed met el kaar vinden. Ik wilde wel dat ieder een hem kende, dien onvergelijkelij- ken Fritz Reuter. Hij is al bij velen bekend, maar hij moest nog meer gelezen worden, om zijn gezonde vroolijkheid de' innige goedheid, die er uit zijn personen spreekt om het talent, waarmee hij de eenvoudige dingen des levens beschrijft, zóó dat ze óf diep tragisch, of hoogst komisch worden; maar altijd zóó, dat ze le vend, diep doorvoeld door ons worden meegeleefd Fritz Reuter heeft een veelbewogen leven achter zich. Hij werd in 1810 in Mecklenburg geboren. Hij stu deerde in de rechten, nam deel aan woelige studentenvereenigingen, werd gevangen genomen en ter dood ver oordeeld, welk vonnis de koning in 30 jaar vestingstraf veranderde. Na 7 jaar verkreeg hij amnestie. Vervolgens ging hij in Heidelberg studeeren, waar hij aan den drank zich verslaafde. Door zijn vader teruggeroepen, legde hij zich op de landbouw toe. Later werd hij nog gymnastiekleeraar, en stierf op 64- Een waas van stil geluk lag over de zachtblozende gezichten der beide jonge lieden uitgespreid, maar plotseling stak moeder Meursanges de borduurnaald dwars door het stramien en sprak op nijdigen toon »A1 dat gesjilp en gekwinkeleer is wel heel aardig jongelui, maar kan niet altijd zoo voortgaan wij moeten eindelijk tot eene verklaring komen »Er gebeuren om ons heen zulke rare dingen, dat men er het hoofd bij zou kun nen verliezen Aangezien mijne dochter aan hare moeder behoort, hoop en verwacht ik, dat men niet zonder mijn verlof over haar zal beschikken. Daar mijnheer Lin- guard tot een man van niets is afgedaald, daar hij mij bedrogen heeft met zijne be- driegelijke voorspiegelingen van rijkdom, vind ik goed, dat hij vergeten worde Zijn gedrag tegenover ons is niet loyaal geweest zich uitgeven voor millionair en eigenlijk geen centieme bezitten 1 Dat is geene fatsoenlijke handelwijze, daarom heb ik, hem mijne achting ontnomen, Maar dat is nog geen reden, mijnheer Longpré, om u de hand van mijne dochter te geven niets toch toont aan, dat gij in staat zijt een gezin fatsoenlijk te onderhouden Daar om zal ik spoedig dat verliefde gefluister onoe zijn, en er een eind aan maken, ais uien niet eerlijk en ronduit ter zake komt.® Elisabeth zuchtte, want het deed haar pijn, hare moeder zoo te hooren spreken. »Maar, mevrouw,® riep Maurice met eene Hij schreef in het plat-Duitseh. Behalve zijn meest bekende„Ge droogde kruiden", en „Uit mijn Ves tingstijd", schreef hij nog zooveel, dat er 13 deelen mee gevuld werden. Voor mij ligt „Gedroogde kruiden". Hij noemde het: ut mine Stromtid. Hij beschrijft daarin den tijd, dat hij landbouwkundige was, geheel en al op het platte land leefde, omging met de eenvoudige plattelandsbevol king, en er zich vermaakte. Het begin is overigens gansch niet ver makelijk. Eenvoudig, ontroerend een eenvoudig man, Haverman, wiens vrouw gestorven en nog boven de aarde staat, en wiens boeltje voor schuld verkocht .wordt. Hij trekt nu de wijde wereld in, hqpend zijn kind bij zijn zuster te kunnen bren gen en zelf daar in de buurt werk te vinden. Hij komt bij zijn zuster en vindt daar een oud vriend van hem, den ouden entspecter Brasig. Zoo'n entspecter is iemand, die toe zicht houdt op de groote goederen van een rijk heer. Dien Brasig, dat is de hoofdpersoon uit het boek. En wie dit boek ge lezen geeft, vergeet zijn leven lang dien goeden ouden baas niet meer. Een kleine dikke tnan, leelijk maar vriendelijk gelaat. Hij gebruikt graag vreemde woorden en mishandelt ze op de gekste manieren. Upvliegend van aard, is hij eerlijk gezegd wel eens wat ruw in den mond, maar zijn overgroote goedheid, en zorg voor de menschen van wie hij houdt doen hem veel vergeven. Als Haverman binnen komt, is hij juist bezig met zakkentouw een muts te herstellen, waarmede de kleine Mientje en Lientje, nichtjes van Ha verman, gespeeld hebben, en die toebehoort aan de grootmoeder van de kleintjes, die met haar man, samen een stel kribbebijters (zooals Brasig zegt) bij hun zoon Jochem inwonen Haverman vertelt alles wat hem over komen is aan Brasig en zegt dan Ja 't is me slecht gegaanen jij krijgt ook nog 200 daalders van me; maar drijf me niet, als God mij 't leven laat, zul je ze eerlijk weer hebben. -Karei Haverman. Karei Haver- pijnlijke verbazing, »u zijt toch zoo goed geweest, mij onlangs hoop te geven en de vrijheid nu en dan eens in uw bijzijn met Elisabeth te spreken Weet ik wat ik toesta en wat ik ver bied sedert de aankomst van dien mijnheer Fleuriaux, terecht bijgenaamd Dwarskop, of liever Draaikop, want de heele wereld draait naar zijn wil Hij brengt hier regen en mooi weerhij is rijk en hij is het niethij komt hier gekleed als een bede laar en smijt het geld met handen vol het venster uit. Op een nacht valt hij als uit de wolken in onze kamer en komt ons vertellen, dat Linguard u, lieve mijnheer wil vermoorden, en den volgenden morgen ziet men jelui driëen heel gezellig en een drachtig aan het ontbijt zitten, en gij ver telt heel leuk, dat die drukte van den gepasseerden nacht niets dan een misver stand geweest is Linguard ziet den vreemdeling aan alsof hij hem verscheuren wil, en hij gehoorzaamt hem als een slaaf wie dat begrijpt, moet het maar zeggen I Enfin, Linguard is Elisabeth niet meer waard, goed, dus dat is afgedaan, want wij willen niet ons geluk verspelen met een man, die zijn aanzien verloren heeft. Het schijnt, dat mijnheer Fleuriaux mees ter is van zijn heele vermogen, ik begrijp niet goed waarom maar men verzekert het mij, ik zie het met mijne eigen oogen en moet hel dus wel gelooven «Toen mijnheer Fleuriaux de hand van mijne Elisabeth vroeg voor mijnheer Mau- man." zei Brasig, en wischte zijn oogen droog en begon met zijn kok kerd van een neus sterk te snuiven, „Je bent je bent een schapekop. Ja, zei hij en stak heel deftig zijn zakdoek in den zak en zijn neus nog fierder in de lucht dan anders, je bent nog net zoo'n schapekop als je vroeger was. Niet ieder handelt zoo met zijn schuldenaars Een volgend maal hoop ik nog enkele treffende passages uit dit boek aan te halen BÜITENLANDSCH OVERZICHT. In Italië is de zegetocht der centraler) tot staan gebracht. Aan de Piave blijven de Italianen stand houden. In het gebergte wijken de verdedigers nog langzaam terug en zoolang zij niet bij machte zijn den oprukkenden vijand tegen te houden, kan men er nauwelijks op rekenen dat de Piave anders dan een voorloopige halte in den terugtocht is. Aan den benedenloop dei- rivier zijn pogingen des vijands, om door te dringen, verijdeld. Daarom hadden de centralen tot dusver van die pogingen ook maar gezwegen tot eindelijk een bericht kwam van een succes op den linkeroever, hetwelk scheen aan te kondigen, dat de opmarsch nu aanstonds zou worden hervat. Maar den volgenden dag sprak Berlijn van verkenningsgevechtenDat klonk al du,uelijk verdacht. Men weet, boe een poging tot oprukking bij mislukking in een geslaagde verkenning pleegt te veranderen. Men begint altijd met verkennen, en als men het bij dat begin moet laten blijven, nu, dan is de verkenning althans gelukt. Oogenschijnlijk is het den Italianen reeds gelukt, de uiteengeslagen deelen van de verslagen Isonzolegers achteruit te brengen, om een reorganisatie te ondergaan, en hoe langer de Piave weerstand biedt, hoe groo- ter wordt de kans op verder herstel, op de hervatting van den stellingoorlog. Of dat achter de Piave of de Brenta gebeurt is van secundair belang. Want als dat maar gebeurt, dan hebben wel de Italianen een vreesehjke nederlaag geleden, met als ge volg daarvan het wegglijden van de kans op een gelukkig offensief tegen Triëst en de ontruiming van een rijk stuk grondge bied maar er is dan tenminste een rede lijke kans, dat het bij die eene nederlaag blijft, en er geen sprake is van een bui- rice Longpré, liet hij in zijne woorden iets doorschemeren maar daar blijft het bij die man spreekt niet ronduit en ik zie niet in, waarom ik nog langer dat doellooze gevrij zou dulden Elisabeth werd rood en zag hare moeder smeekend aan. Ik begrijp u niet, moeder,sprak zij, «mijnheer Fleuriaux heeft toch het voor nemen te kennen gegeven Niets heeft hij te kennen gegeven, jongejuffrouw die quaesties gaan boven uw begrip. Maar dit wil ik u wel zeggen, als uw rijke Nabob voortgaat, zijne tallooze neven en nichten zóó te fêteeren, weet ik niet, hoe hij zijne beloften zou kunnen vervnllen.® Het meisje stond driftig op. «Moeder,® hernam zij aangedaan, «gij wilt ioch niet zeggen, dat mijnheer Fleu riaux voornemens is in mijn gebaek aan fortuin te voorzien «En als dat eens zoo was mejuffrouw »Dan zou mijne eer en mijn fatsoen ver bieden, zelfs de geringste som van een vreemdeling aan te nemen. «Hahaha, romanfrasen, anders niet Maar buitendien als jij zoo overkiesch bent, kan mijnheer Fleuriaux zich nog wel voor zijn jongen vriend interesseeren en een weinig dien onmetelijken dienst vergelden, dien die jonge vriend hem, volgens zijn eigen zeggen, bewezen heeft «Neen, mevrouw,® sprak nu Maurice met een fleren blos, «mijn vriendschaps ten gevecht stellen van Italië Italië blijft dan meetellen onder de oorlogvoerende staten. Aan den anderen kant mag men ook niet uit het oog verliezen, dat de centralen dan toch groote voordeelen hebben behaald, een rijk land bezet, grooten buit behaald, hun front verkort en troepen ter beschik king hebben gekregen. Wolff vestigt er de aandacht op, dat de centralen door de verovering van de Ita- liaansche provincies Udine en Belluno voor deelen hebben behaald, die voor hun eco nomische versterking de grootste beteeke- nis hebben Udine heeft een belangrijke veeteelt. In vredestijd waren daar 200.000 runderen, ruim 60.000 varkens en onge veer 50.000 schapen, bovendien een me nigte paarden en ezels. De provincie Udine produceert alleen 125,000 ton maïs. De provincie Belluno heeft een rijken ooft-en wijnbouw. Eenige jaren geleden telde de veestapel daar 70.000 runderen, 20.000 geiten. Verder bezitten de twee provincies een ontwikkelde weefnijverheid. In Rusland is de rust nog niet weder gekeerd. Te St. Petersburg hebben de Bolzjewiki (de uiterste linkerpartij) de overhand. Kerensky is voortvluchtig. Zijn verblijfplaats is niet bekend. De voorma lige dictator schijnt algemeen in discrediet gekomen te zijn Waar het te St. Petersburg tamelijk kalm is afgeloopen, is Moskou door een week van verschrikking geteisterd. Er hèët'sekt op 'v oogaablik vrede, maar het is een vrede van uitputting. Een lid van den gemeenteraad heeft daaromtrent eenige bizonderheden meegedeeld Het comité voor openbare veiligheid hield zitting op het raadhuis bij het Kreml en beheerschte dit paleis en de naburige stra ten. De regeeringstroepen bestonden uit ongeveer 3000 militaire kweekelingen, eenige officieren en een in der haast gevormde witte garde van studenten. Zij hadden drie kanonnen, volop geweren en patronen enz. Slechts 15000 man van het garni zoen van 400000 vochten met de bolzje wiki mede. Van Zondag af ontsnapten duizenden soldaten uit Moskou. De Roode Garde van de bolzjewiki bestond meeren- deels uit jongens van 12 tot 48 jaar, zij had ongeveer 15 veldstukken, waarmee zij een voortdurend vuur onderhielden van den Musschenberg en andere gunstig gelegen punten af. Het vuur was zeer slecht ge richt. De projectielen verwoestten parti- diensten zijn niet te huur of te koop. Ik wil de hand van mijn Elisabeth niet als een handelsartikel ontvangen Tranen van geluk welden Elisabeth in de oogen en innig drukte zij Maurice de hand. Mevrouw Meursanges zag hem een oogen- blik in stomme verbazing aan «Op mijn woord,® borst zij uit, »de jeugd is tegenwoordig dol van onver stand Denk jelui, dat de verandering van mijn oordeel over jelui vereeniging zoo maar van zelf ontstaan is, zonder dat men mij deugdelijke beloften gedaan heeft Is er dan iets werkelijk veranderd in onze wederzijdsche positie Kan mijnheer Long pré mij en mijne dochter beter waarborgen voor de toekomst geven dan veertien dagen geleden Immers neen, en nu ik ge tuige ben van de bovenaardsche belange loosheid van beide partijen zullen wij er maar niet meer over spreken alles is uit. Ik hoop, dat mjjne dochter voortaan de kieschheid zal hebben, mijnheer Maurice Longpré te ontwijken en dat mijnheer Maurice Longpré ons verder van zijn bij zondere attenties verschoont Maurice trachtte zijne aanstaande schoon moeder te verteederen, maar Elisabeth, die de bekrompen zelfzucht van hare moe der beter kende, gaf hem een teeken, dat hij zich die nuttelooze smeekbeden wel kon sparen. NIEUWSBLAD M Hal van Heusüen an Altena, la Lanostraat an la Sommelerwaard. Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1917 | | pagina 1