NIEUWJAAR.
Und van altera
Uitgever: L, J. VEERMAN, Heusden.
No. 3736. Dinsdag 1 Januari 1918.
FEUILLETON.
Pe Eooile ilastiile.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.05,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel
meer 40 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4 uur ingewacht.
Daar zitten ze weer, die velen,
die het zich tot gewoonte hebben ge
maakt, den Oudejaarsavond niet
slapend, maar wakend door te bren
gen. Het gedruisch op straat is
allengs verstomd, maar in vele huizen
wordt de kachel nog eens extra op
gestookt men zal nog een paar uur
tjes opblijven om weer dat bijzondere
oogenblik te beleven, dat de twaalf
dreunende slagen der torenklok het
nieuwe jaar inluiden. De kleine
bezigheden, die dien avond zijn ter
hand genomen, het boek, dat gelezen
werd, worden op zijde gelegd, als de
avond ten einde spoedt; de oogen-
blikken zijn zoo vol gedachten, dat
de hand en het hoofd behoefte heeft
aan rust, om alles te verwerken wat
deze bijzondere avond aan ons op
dringt.
Ja, vol van gedachten is de Oude
jaarsavond en de weemoed speelt er
de hoofdrol in. We denken terug,
en al mochten we nog zooveel lief
lijks ontvangen, wie onzer heeft niets
of niemand te betreuren in het jaar
dat voorbijging
Wie heeft niets te betreuren? Zou
er wel één avond zijn, waarin wij
ons meer bewust zijn van de zonden,
het kwaad dat wij deden jegens God
en de menschen Hoe voelen wij
het onherroepelijke van voorbij dit
jaar behoort u niet meer toe; gij
hebt deze bladzijde van uw levens
boek volgeschreven, en gij kunt er
niets meer aan veranderen.
Wie heeft niet iemand, een ledige
plaats te betreuren Vooral bij het
klimmen der jaren, en al is het niet
in ons eigeji huisgezin, dan toch zeker
wel in den grooteren kring van
familie en bekenden, moeten we en
kelen missen. Ja, al is het hart nog
zoo met dank vervuld voor al de
zegeningen, die het in het afgeloopen
jaar mocht ondervinden, de grondtoon
der gedachten blijft weemoedhet
vluchtige, brooze, vergankelijke van
het bestaan beklemt het hart van
ieder menscb. De geloovige moge
het heensnellen der tijden zien in
het licht, dat God hem schenkt en
31 Uit het Franscli)
Brommend raapte Linguard een grooten
keisteen op en sloeg er woedend met zijn
vuurslag tegen aan, zoodat de vonken er
afspatten. Onmiddellijk werd dit sein door
eene onzichtbare hand op zee herhaald.
«Daar zijn ze eindelijkmompelde Lin
guard met een zucht van verlichting. «Als
de kotter hare vodjes van zeilen gereefd
heeft, ziet men het ding niet op dertig
pas afstand! Eene echte smokkelschuit
Nu, we hebben maar weinig tijd verloren,
en als ik niet nog een beetje ongerust was
ten aanzien van die domme vrouwtjes. Bah,
ik zal mijn wil doordrijven, want ik moet,
ik heb niemand te ontzien eene laatste
krachtsinspanning
Gedurende deze korte alleenspraak was
de kotter snel den oever genaderd. De
romp verhief zich ternauwernood boven de
toppen der strandgolf, maar met een wei
nig oplettendheid onderscheidde men hare
beide ranke masten en het samengestelde
netwerk van haar want. Een enkel zeil,
weinig grooter dan eene kussensloop diende
om hem door den sterken bries naar het
strand te laten stuwen.
Weldra was ook dit ingehaald en werd
eene dreg uit geworpen, die sterker bleek
dan de van het strand terugkeerende gol-
zingen
Snelt dan jaren, snelt vrij henen,
Met uw blijdschap en verdriet
Welk een ramp ik moog beweenen,
God, mijn God, verandert niet;
de wereldling moge een oogenblik
aangegrepen worden door de gedachte
dat het leven, waar hij zoo vast op
bouwt, hem door de vingers glipt
beiden moeten een oogenblik stilstaan
en met ontroering luisteren naar het
voortschrijden der eeuwigheid.
Hoort, daar klinken ze, de twaalf
slagenze luiden een doode uit, en
een nieuwgeborene in. Het jaar
1917 is gestorven en het jonge jaar
1918 staat 'in al zijn jeugd en frisch-
heid voor ons.
De nacht en een verkwikkende
slaap hebben de Oudejaarsavondin-
drukken weggedoezeld en we ont
waken met een blij gevoelhet Le
ven staat daar weer op ons te wach
ten, en vol hoop en blijde verwach
ting, met heldere blikken de toekomst
inziende, beginnen we den nieuwen
dag en het nieuwe jaar. Hoe heerlijk
is het dat we nog leven mogen, dat
God ons nog weer de gelegenheid
geeft om opnieuw te beginnen.
Op den Oudejaarsavond wordt op
vele plaatsen in buiten- en binnen
land de bazuin gestoken en klinkt
hetDankt, dankt nu allen God over
de aandachtig luisterende menigte.
Welaan, dan nu ook met aankinhet
hart het nieuwe jaar aanvaard. Het
jaar is nieuw, er moet 90k in ons
wat nieuws karnen. Het nieuwe jaar
wil nieuwe menschen. We moeten
een nieuw lied zingen. God geeft
ons een nieuwe tijdkring en nü wil
Hij dat uit dien nieuwen tijd een
nieuw strijdlied gehoord worde. Wat
voorbij is, is voorbij. Vandaag leven
wij en vandaag willen wij hem dan
ken voor alles wat Hij voor ons deed.
En nu moge ieder voor zijn per
soonlijk leven zijn dank uitspreken,
maar laten wij vooral niet vergeten
God te danken voor wat Hij aan het
Nederlandsche volk aan zegeningen
schonk. In vrede bewaard voor
groote rampen gespaard tot hier
toe voorzien van het noodige voedsel.
Het danken valt ons niet moeilijk bij
zooveel zegeningen.
Maar nu, hoe zal het verder
ven, want de kotter bleef liggen.
Een oogenblik later danste een echte
notedop van een boot op de maat der bre
kers, voortbewogen door twee roeiers, en
bestuurd door een derde persoon.
Linguard snelde naar het punt van den
oever, waar de notedop vermoedelijk zou
landen.
»Zijt gij het, kapitein vroeg hij met
eene stem, die boven het geklots der bre
kers uitkwam.
«Ja, ja,«' werd er even luid geantwoord.
De sioep stiet tegen het strand en de
kapitein sprong aan land.
Waarmee heb jelui je zoolang geamu
seerd zei Linguard knorrig, «we hadden
al lang onder zeil moeten zijn.«
De kapitein monsterde de zee met een
opmerkzamer» blik.
«Driedubbele donder, patroon, dat kan
ik niet helpen U had mij bevolen voor
zichtig te zijn en onopgemerkt hier te ko
men, maar het is of de duivel zelf mij in
de gaten heeft.
«De duivel vroeg Linguard verschrikt.
«Ja, ik ben ten minste bang, dat hij
aan boord is van het jacht, dat ons van
de baai de la Joliette af bijgehouden heeft.
Op het oogenblik, dat wij het anker licht
ten, hee:«ch hij ook zijne zeilen en bleef
brutaal in ons zog sturen. Toen ik den
steven wendde, deed hij het ook, en toen
mij de spionnage begon te vervelen, stuurde
ik recht op hem aan, om hem te vragen,
wat hij moest. Maar toen zette de lee-
gaan Als het jaar 1918 teneinde
is, hoe zal het dan met Europa en
met Nederland zijn Gelukkig de
mensch, die bij alles wat komen zal,
in zich die kracht voelt om den
zwaarsten strijd te strijden en het
grootste offer te brengen en daardoor
hoopvol de toekomst tegenblikt.
BUITENLAND.
Oct tweede vredesaanbod der Centrale».
Men schrijft ons
De Centrale Mogendheden hebben het
Russische vredesaanbod beantwoord met
het voorstel om ook de overige staten der
Entente aan de onderhandelingen te iaten
deelnemen, ten einde op deze wijze wel
licht tot eenen algemeenen vrede te gera
ken. Dit is op zichzelf beschouwd reeds
een zeer karakteristiek feit. Want niemand
zal wel willen ontkennen, dat de militaire
positie der Centralen op het oogenblik aan
merkelijk gunstiger is dan een jaar geleden
het geval was. Voor de «militairisten®
moet dan ook op het oogenblik het denk
beeld zeer aantrekkelijk zijn, om thans zoo
spoedig mogelijk der» lokkenden afzonder
lijken vrede te sluiten, waardoor men in
staat zou zijn zich met volle kracht op het
Westelijk front te werpen. Die zooals de
engelsche minister-president Lloyd George
den knock-out® wenscht voort te zetten,
zou zeer zeker aan deze verzoeking geen
weerstand kunnen bie.den. In tegenstel
ling met de vechtlustige Engelsche regee
ring, heeft Duitschland zich echter op het
standpunt gesteid, dat de Oosteririjksche
minister-president graaf Czernin in zijne
bekende vredesrede zoo duidelijk heeft
aangegeven.
De uitnoodiging die de Centralen thans
op het oogenblik, dat zij met hunne oos
telijke naburen tot overeenstemming kunnen
geraken, tot alle oorlogvoerende partijen
richten, spruit dan ook uit geen andere
overwegingen voort dan eene verstandige
en humane zelfbeperking, terwijl anderer-
zijds de aanneming van het voorste! ten
nadeele van een der belligerenten, in het
minst niet als een teeken van zwakte kan
worden uitgelegd. liet antwoord, dat zal
hebben te beslissen over de vraag, of de
thans voor een algemeen overleg geefïende
baan ook werkelijk zal worden betreden,
is thans aan de Westelijke Mogendheden
Nog eenmaal hebben de Centralen den weg
hiertoe voor hen opengesteld, doch dit zal
lijkert een man of zes aan de riemen, en
in een ommezien was hij uit het gezicht.
Toen heb ik mijn ouden koers hervat en
alle zeilen bijgezet, zoodat ze ons, vermoed
ik, uit het oog verloren hebben, want ik
heb niets verdachts meer opgemerkt.a
»Hahaha,« lachte Linguard, «de een of
andere visscher die u kende, zal u een
beetje voor het lapje gehouden hebben, of
u hebt je laten verschrikken door uwe
eigene schaduw, kapitein
«Niet onmogelijk in ieder geval de
recherche-schuit van de douane was het
niet, maar dan begrijp ik niet, hoe in zulk
weer Hagel en bramstengen, patroon,®
liet hij er met driftig uitgestrekten arm
op volgen, «daar is die schuit nog
«Waar dan
«Daar, daar, recht vooruitZijn kop
duikt telkens achter de baar Hij drijft
alleen op zijn fok.«
«Neen, neen,® ging hij na
eenige oogenblikken turens voort, terwijl
hij den arm liet zinken, «ik zal het mij
verbeeld hebben, want nu zie ik niets. En
buitendien, we hebbenniets te vreezen,
patroon, want dezen keer hebben wij geene
uitgaande rechten te ontduiken, is 't niet
«O neen, maar toch wensch ik liefst
niet bespied te worden, kapitein. Ook dit
reisje moet strikt geheim gehouden worden.®
«Niemand van het volk is in het laatste
etmaal van boord geweest.
«Uitstekend maar versta mij wel,
kapitein, ik moet aan boord kunnen doen
dan ook wel de laatste maal zijn.
Indien zij niet willen deelnemen aan het
streven om de wereld den vrede te schen
ken, dan zal overeenkomstig den wil van
Lloyd George het beslissende woord op het
Westelijk 001 logstoóneei door het zwaard
worden gesproken. In het Oosten zai eene
dergelijke onverzoenlijke houding der Wes
telijke Mogendheden, alle Engelsche intri
gues ten spijt, niet in staat blijken den
loop der geschiedenis te stuiten
Daar zal in ieder geval vrede worden
gesloten, aldaar is trouwens reeds de eer
ste band gelegd voor eene gemeenschap
pelijke samen werking op oeconomisch ge
bied tusschen Rusland en Centraal-Europa.
0
De stemming iu Engeland.
Het Londensche Weekblad »Wor!d«
vestigt de aandacht op een toespraak die
het Lagerhuislid J. H. Thomas dezer dagen
in Aldwych Club heeft gelfBuden over de
oorzaken der verminderde belangstelling
voor den oorlog in Engeland. Mr. Thomas,
die naar het blad betuigt, een der wel
sprekendste en machtigste Engelsche arbei
dersleiders is, zeide 0. a. het navolgende
«Hoeveel zouden wij er thans niet voor
willen geven, indien wij er nog van over
tuigd konden zijn, dat hetzelfde principe
en enthusiasme, dat ons in 1914 leidde,
ook nu nog tot het geheele volk doordringt.
Dit is echter niet het geval, en het kan
geen nut hebben ons voor dit feit blind
te houden. Wat is de oorzaak van den
teruggang van ons moreel? Wij bevinden
ons in een toestand, dat-Hiet volk zijne
staatslieden niet langer gelooft
De »Avanti« weet mede te deelen, dat
er in Italië een nieuw broodrantsoeneerings-
systeem zal worden ingevoerd. De meer
gegoede standen, kooplieden en industrieelen,
zullen 200 gram, alle andere burgers 250
gram brood krijgen, in plaats van de 350
gram, die zij thans hebben.
0
Kussisclt schip geïnterneerd.
Het «Holl. Nwsb.« verneemt uit Genève
«De Matin« verneemt uit New-York, dat
het Russische koopvaardijschip Sj i I k a,
dat een bemaniyng van Ro'sjewiki aan
boord heeft, in een haven van den Grooten
Oceaan is aangekomen. De Arnerikaansche
regeering heeft besloten, dat het schip
voorloopig moet worden geïnterneerd. De
manschappen worden aan boord gehouden
en het schip staat onder strenge bewaking.
en laten, wat ik wil. De heele equipage
moet mij gehoorzamen, zonder een woord
te zeggen.
«Natuurlijk de reeder staat boven
den kapitein, behalve bij het manoeuvree
ren in een halven storm. Wij zullen u
met uwe bagage brengen, waar gij wezen
wilt» en zoo noodig met ons bloed verde
digen.®
«In de eerste ltaliaansche haven de beste,
die wjj binnenloopen, zal ik u naar ver-
diénste beloonen, kapitein. Ik verlaat Frank
rijk, maar niet met ledige handen, dat
begrijp ge, héhehe
«Goed, laten wij er een eind aan ma
ken,® sprak de Corsikaan driftig, «waar
staat uw bagage
Linguard bracht hem bij een uitstekend
rotspunt, waarachter verscheidene goed ge
vulde dichtgenaaide zakken stonden te wach
ten. Op een wenk van den kapitein, droe
gen de beide roeiers, de dappere Sampi-
nelli en nog iemand, ze stuk voor stuk in
de sloep.
«Is dat alles vroeg de kapitein.
«Dat zijn de doode passagiers, maar nu
hebben wij nog twee levende te halen.
Volg mij met Sampinelli naar de Bastide.«
«Waarom ?c
«Vraag niet, maar gehoorzaam.®
«Best, mijnheer, als ik maar zeker weet,
dat die boksersbaas niet meer op de Bas-
tide is.«
«Santé Madonna riep Sampinelli, «moe
ten we hem nog eens te lijf
Een scheepraartdeskundige over den
dnikbootoorlog.
Een vertegenwoordiger van de «Sundav
Times® heeft een onderhoud gehad met
den bekenden Engelsehen scheepvaartdes-
kundige, het Lagerhuislid mr. R. P. Hous
ton, die wegens ziekte niet in staat was
in het Lagerhuis tegenwoordig te zijn, toen
Sir Eric Geddes op 12 December j.l. zijne
optimistische rede over het scheepvaartvraag-
stuk hield.
«Ik merk op, zoo zeide hjj dat
de vijand sneller duik booten bouwt, dan
wij hen vernietigen, en verder dat de vijand
onze schepen in een sneller tempo tot
zinken brengt dan wij er nieuwe kunnen
bouwen. Ik vrees echter, dat noch het
Lagerhuis, noch het Engelsche volk ten
volie doordrongen zijn van de betêekenis
dezer beide feiten voor ons en onze bond-
genooten
De moeilijkheid schuilt in de vijandelijke
duikbooten, eri een afdoend geneesmiddel
werd hiervoor nog niet door de admirali
teit gevonden, of althans in practijk ge
bracht. Reeds twee jaar geleden wees ik
er op, dat het van meer belang is afweer
middelen te vinden dan nieuwe koopvaar
ders te bouwen, wanj het is nutteloos
nieuwe schepen van stapel te laten loopen,
wanneer deze noch maar door den vijand
tot zinken worden gebracht.
Sir Eric Geddes verklaarde voorts, dat
het duikbootgevaar wel in toom wordt
gehouden, doch dat het nog niet over
meesterd is. Dit laatste is duidelijk, doch
ik kan niet begrijpen hoe men kan be
weren, dat de duikbootbedreiging in toom
wordt gehouden. Evenmin kan ik inzien,
hoe een blik op de algemeene lijn diede
ontwikkeling van het vraagstuk sedert 1
November jl. vertoont, zoomede op de
neerwaartsche lijn der verliezen aan koop
vaarders tot bevrediging kan stemmen.
Volgens de publicaties der Admiraliteit
omtrent de oorlogsverliezen aan Engelsche
handelsschepen sedert 1 November jl. werd
gedurende de week, geëindigd 11 Novem
ber j.l., 1 groot en 5 kleine schepen tot
zinken gebracht. Verder werden in de
week geëindigd 18 November, 11 groote
en 7 kleine schepen, in de week geëindigd
24 November 13 groote en 7 kleine sche
pen, in de week geëindigd '1 December
16 groote en 1 klein vaaituig(en), in de
week geëindigd 8 December 14 groote en
7 kleine schepen tot zinken gebracht.
Ik wil niet dat men denkt, dat ik den
«Nu, wat zou dat dan
«Dan moest Sampinelli eerst mijne pisto
len halen
«Voor geen gondmijn van 100 voet
diepte zou ik weer tegenover dien langen
raapsteel willen staan,grilde Sampinelli.
«Acht dagen lang heb ik onder de plei
sters gelegen. Nu zou hij mij afmaken
«.Jelui hebt geen kans, hoor,« lachte
Linguard geruststellend, «die hardhandige
schooier zit op 't oogenblik ver genoeg van
ons af, om niet meer aan ons te den
ken Volg mij dus, want wij verliezen
een kostbaren tijd
Zoo voortpratende, richtten zij hunne
schreden naar de enge, houtrijke vallei,
waarin de Roode Bastide gebouwd was.
De kapitein liep achteraan en wierp af
en toe nog eens een bespiedenden blik op
de zee, maar toen hij niets verdachts be
merkte, hield hij gelijken tred met zijn
patroon en zijn stuurman.
Linguard stak eerst het vrij natte zand
pad over en beklom vervolgens een steil
rotspad, dat zich slangsgewijze naar boven
kronkelde.
Binnen vijf minuten daalde het edel drie
tal in de vallei af. Daar was het stikdon
ker onder het geboomte, maar zij kenden
hun weg zoo goed, dat niemand hunner
zich eene enkele maal tegen een blok lei
steen of een boomstronk stiet.
Spoedig bereikten zij een onder struik
gewas verborgen poortje in den tuinmuur.
NIEUWSBLAD
ïoor Hsl Laai van Heusdei en uittil de Langstraat in de Bomielerwaard..
Wordt vervolgd