Uitgever: L« J. VEERMAN, Heusden. No3742, Woensdag 23 Januari 1918. FEUILLETi EEN KOLONIAAL. Wat zijn de Kazaks, oftewel Kozakken? Und van altena Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.05, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag 4 uur ingewacht. Verkeeren zij daarentegen in gunstige finantieele omstandigheden, dan blijven zij schijnbaar geacht en geëerd, want zulke menschen vinden altijd klaploopers genoeg die, hen vleiende, op hun zak teren, en zoo slepen zij hun schandelijk leven voort als schadelijke wezens in de maatschappij, tot veler ongeluk en ondergang, daar zij in hunnen liederlijken hartstocht noch jeugd, noch reinheid ontzien hebben zij invloed rijke familieleden, dan worden zij in 't vaderland nog wel eens belast met het een of ander baantje dat hen in het oog der wereld ten minste eene positie geeft, al zijn zij ook daarvoor ten eenenmale onge schikt, of wel, heeft de familie invloedrijke relaties in Indië, dan leidt ook wel den uitweg daarheen en wordt onze heerlijke en rijke kolonie met zulke nuttelooze afge sjouwde sujetten begiftigd, die daar weldra door hunne voortgezette liederlijke levens wijze vroegtijdig hun graf vinden en daar door die schoone, zegenrijke gewesten den naam bezorgen van ongezond te zijn. Om eindelijk van hem bevrijd te zijn, had de familie van den heer Markholt Seggers door invloed en geld voor hem eene plaatsing op eene der talrijke lande lijke ondernemingen op Java gevonden, om Dag aan dag brengt de telegraaf! ons berichten over het doen en laten der Kazaks Het lot van Rusland schijnt er van af te hangen en indi rect het lot van geheel Europa. Maar wat die Kazaks eigenlijk zijn, daar van hébben wij, westerlingen, dik wijls de meest zonderlinge en ondui delijke voorstellingen Toch zijn zij niet uitsluitend de helden en de schurken der legende. Nog niet zoo heel lang geleden hadden wij ze in ons midden, denk aan den Franschen tijd. Maar het schijnt, dat juist dit bezoek der Kazaks aan Nederland het misverstand eer vergroot dan verkleind heeft. De vreeselijkste anecdoten over de Kazaks zijn in omloop. Toen ik een kleine jongen was, thuis in de graafschap, vertelde men mij van een familielid, die in zijn bloemenhof bezig was met het van gen van meikevers op de heg en een voor een deze schadelijke insecten doodtrapte. Buiten op den weg komt een Ka- zAk voorbij. „Bwrrr!" gromt de vreeselijke man het traditioneele Kazakkengeluid bij alle ontroerende gelegenheden en werpt zich met passie op de heg. Snip, snap, basse- lure; visen er ude! de eene mei kever na den andere kreeg zijne knap perige schalen gekraakt tusschen 's mans grage kiezen. Dat was je nog eens ware Kazakkenkost (ik heb er echte Kazaks naar gevraagd, maar die wisten er niets van, of gaven voor er niets van te weten Op den Wildenborch, waar destijds de dichter Staring nog woonde, was men benauwd voor een bezoek der Kazaks, die in Lochem lagen. Om te voorkomen, dat ze gelijk men in de graafschap zegt, op den schobberde bonk zouden trekken, werden iederen dag twee mannen met een vat erw tensoep en bijbehoorende ingrediën ten naar Lochem gezonden. En de groote weg tusschen de stad en het landgoed werd halverwege opgebro ken en met dennetjes vol geplant. Tusschen die dennetjes lag de jacht oppasser met zijn kleine zoontje op wacht, om dadelijk te kunnen alar meeren, wanneer er Kazaks zich ver toonden. Die jongen heeft er volgen de geslachten van verteld, toen hij op zijn beurt jachtoppasser was In Zutphen komt een Kazak den winkel binnen van Hallegraaff, den apotheker. De vreeselijke maakt een gebaar van te willen drinken iets krachtigs moest 't zijn blijkens het toe gevoegde „Bwrrr!" Men geeft hem alcohol van 100 pCt. In éénen slok is het op „Bw", blaast de Kazak, hoofdschuddend kennelijk was het niet sterk genoeg. Men geeft hem alcohol met zóóveel peper er in, dat het vocht zwart ziet. „Bw", weder om Toen schonk de stoutmoedige apotheker zijnen gast een glas zout zuur in. Eén slok en de rook sloeg sissend 's mans keelgat uit. „Bwrrr!" brulde de barbaar met vroolijk hoofd- geknik dat was Kazakkenkost. Maar wat zijn nu die Kazaks in werkelijkheid? Kazaks, schrijf ik, niet kozakken, hetgeen een gallicisme is. Kazak is een Tartaarsch woord, dat vrijbuiter beteekent. En deze naam, hen door hunne vijanden ge geven, komt hun toe. Avonturiers en pioniers der Europeesche cultuur zijn de Kazaks van oudsher geweest Aan hen is het te danken, dat ons een tweede geesel Gods, een tweede At- tilla, bespaard bleef, dat de Moham- raedaansche horden uit Azië tegen gehouden, en weldra al verder en verder oostwaarts teruggedrongen werden of getemd onder de gevreesde naghajka. Behalve in het feit van zijne verstandhouding met de Turko- Duitschers, ligt hierin de verklaring waarom Lenin in zijn strijd met de Kazaks, de erfvijanden van dezen, de Mohammedanen van Centraal- Azië, tot opstand heeft aangespoord. Steeds hebben de Kazaks van ver volging te lijden gehad en het is dan ook geen wonder dat zij zulk een bij uitstek militant volk zijn geworden In de !3e eeuw woonden zij, in Oe kraïne, hetgeen grensgebied betee kent, waar zij door de Tartaren uit verdreven werden. De heidensche Lithauen, die den vloedgolf der Tartaren weerstonden, werden toen de overheerschers dezer daar als 't vijfde rad aan een wagen hin derlijk te zijn, doch zijn tractement te ge nieten en geduld te worden, daar natuur lijk de chef der plantage 't niet gaarne bij de invloedrijke familie verkerven wil, waardoor hij zijne eigene belangen in de weegschaal zou stellen. Zijn aanmatigend optreden, zijn bijtend sarcasme en zijne stuitende uitspraken, die van zijne minderwaardige levensopvattingen getuigden, hadden spoedig de medepassa giers er toe gebracht om zich van hem terug te trekken en in den algemeenen intiemen kring werd hij alleen geduld om des lieven vredes wille één passagier slechts was hem getrouw gebleven, een jong mensch dat zich alles van den roijalen mak ker liet welgevallen, omdat deze het geld van »z'n ouwe,« zooals hij 't cynisch uitdrukte, rollen liet en er alleen waarde aan toe kende, naarmate het hem dierlijk genot verschafte. Vooral tusschen den kranigen, degelyken luitenant en dit verloopen sujet heerschte de sterkste antipathie, zooals elk eerlijk gemoed 'n af keer heeft van lage karakters en deze laatsten weder edele menschen haten, als zij gevoelen dat die hen in al hunne liederlijkheid doorzien. Hadden de passagiers der eerste klasse in hunne betrekkelijk frissche salon en goed geventileerde hutten veel te lijden gehad van de drukkende hitte bij dat gedwongen beneden blijven in de afgesloten ruimte gedurende die stormachtige dagen, des te Oekraïensche boeren. Zij waren voor hen goede en verdraagzame regeer ders. Anders werd het bij de ver- eeniging van Lithauen met Polen. De christelijk-Poolsche cultuur voerde het systeem in der befaamde „szlach- ta", een half adellijk instituut gelijk dat onzer „welgeboren mannen" in middeneeuwsch Holland. Nu werd het leven der Roeski of Oekraïensche boeren zwaar. Evenals later de Zuid- Afrikaansche boeren gaven de moe digsten er de voorkeur aan te „trek ken", de ontvolkte steppen in, het rijke land in der Zwarte Aarde, des tijds het slagveld van Europa in Azië. Bovendien werd deze „trek" in de hand gewerkt door de Poolsch- Lithausche vorsten zelf, die ter ge makkelijke beloor.ing voor bewezen diensten velen hunner edelen land streken in de steppen gaven, welke deze dan eerst van rondzwervend Tartaarsch gespuis mochten zuiveren en daarna met kolonisten bevolken. Om kolonisten te lokken boden deze edelen dan hunnen hoorigen de vrij heid aan benevens, gedurende eeni- gen tijd, vrijdom van belasting en straffeloosheid. Het Ottomaansch- Turksche Sultanaat eenerzijds en het Tataarsche Chanaat van de Krim anderzijds lieten zich echter niet zoo maar grenslanden ontnemen, welke deze Mohammedanen als hun «eerlijk veroverd" eigendom beschouwden. Dat gaf strijd tusschen de Europee sche kolonisten en de steppenhorden, eenen strijd even bloedig als die tusschen de Roodhuiden en Cowboys der prairies, het geliefkoosde onder werp der bioscoop. Om zich te kun nen handhaven, vormden toen de Oekraïenei^ de beroemde militaire gemeenschap of „vojsko" (van vojn, krijgsman) der Zaporoghische Kazaks (van za, aan gene zijde van en po- roghi, de stroomversnellingen in den Dnjeepr.) Strengste tucht en stoï- cijnsche doodsverachting waren hare hoofdkenmerken. Zij had zooveel succes, dat gelijdelijk heel de zee kust tusschen Donau en Don van Aziaten gezuiverd en door Oekraïe- ners gecoloniseerd werd, behalve de zuidpunt der Krim, waar nog heden Tataren wonen. Evenals het Engelsche juk de erger was dit geweest voor de soldaten van het detachement, wier gemeenschap pelijk verblijf, vóór aan den boeg gelegen, aan ventilatie veel te wenschen overliet, wijl daar alles zooveel mogelijk gesloten moest blijven wegens de overkomende stort zeeën, die het schip, door zijne krachtige machine voortgestuwd, zooals men dat noemt recht tegen den storm in bokste. Opgehoopt in die bekrompen ruimte, hadden die misdeelden der maatschappij de grootste ellende doorslaan, en telkens had de luitenant Volken, op 't gevaar af om door de overkomende golven in den koken den afgrond die het schip omringde te worden medegesleurd, zich naar zijn troep begeven om, al kon hij ook in dezen bijna onhoudbaren toestand geen verandering brengen, er toch door het betuigen van deelneming en een vriendelijken woord van belangstelling den moed in te houden dit doel had hij ten volle bereikt, want de brave soldaten, dankbaar voor elk vriende lijk opwekkend woord, zagen dat hun of ficier, al stond hij- ook machteloos tegen over de omstandigheden, niets ontzag om hun te toonen dat hij alles voor hen over had en hen hielp waar hem dat mogelijk was. En nu op dezen* kalmen avond genoten zij dubbel, zooals alleen menschen genieten kunnen die gedurende twee etmalen niets dan heete benauwde lucht ingeademd had den en eindelijk volop van de frissche zuivere atmospheer genieten kunnen. trekkende Boeren al verder en ver der de Afrikaansche binnenlanden in volgde, zoo ook breidde het Poolsche gezag zich uit over de Oekraïensche landen en drukte al zwaarder en zwaarder. Eindelijk hadden de Za poroghische Kazaks er genoeg van. Onder Bogdan Sjmelnietski bevrijd den zij zich, stichtten een modernen staat met eene in het Latijn zeer goed geschreven grondwet en een voor zijn leven verkozen Attaman (Hetman), en sloten te Perejaslav in 1654 een verbond met Moscovië ter beveiliging zoowel tegep Tataren als Polen. Wat zijn de Kazaks Toen het betrekkelijk zwakke Moscovië onder Peter den Groote een sterk Rusland werd, trachtten de van oudsher imperialistische Moscovieten het bondgenootschap in eene over- heersching om te zetten Meer en meer mengden zij zich in de interne zaken der Oekraïeners, wat den toch al niet erg makken Kazaks aanleiding gaf tot herhaald energiek verzet. Het einde was eene verbreking van wat de Moscovieten onderdanen trouw en de Zaporoghische Kazaks bondge nootschap noemden. De bekende Attaman I van Mazeppa sloot zich toen aan bij Zweden, destijds naast Polen, Turkije en Rusland, de groote mogendheid bij uitnemendheid van het Oost-Europeesche vasteland. De slag bij Poitava maakte echter een einde aan Zwedens macht en aan het verzet van Mazeppa. Peter de Groote onderwierp de Oekraïensche Kazaks. Voortaan zouden niet zijzelf, maar de Tsaar hunnen Attaman aan wijzen. En Catharina II hief het beroemde vojsko zelfs geheel en al op. De meest ontembaren onder deze laatsten bedankten er ondertusschen voor om gewone moezjieks te worden van den Tsaar of Tsarietsa te Peters burg en zetten aan de Donaumonden den strijd tegen het Tsarenrijk voort in Turkschen dienst, wat hun te gemakkelijker was, daar immers Mazeppa in vereeniging met Zweden en Turkije Peter den Groote beoor loogd had. Op den duur echter viel hun deze samenwerking met de Mo hammedanen tegen de medechriste- Het leed was weder vergeten en overal waar 't hen geoorloofd was, waren zij op de harde planken of opgerold touwwerk neergevleid allen gaven hun hart lucht in een luid en vroolijk gezang, afgewisseld door kwinkslagen en uitbundig gelach, toonende met hoe weinig deel van aardsch geluk zij tevreden waren, en welke goede geest onder hen heerschte, dank zij het kameraadschappelijk voorbeeld van hun kommandant. Toen de luitenant Volken, die weder eenige oogenblikken onder zijne mannen vertoefd had, op de campagne in het ge zelschap zijner medepassagiers terugkeerde, werd algemeen met de meeste belangstel ling naar den toestand der soldaten geïn formeerd, waarbij het niet aan hartelijke woorden van deelneming in hun lot ontbrak. Te midden van een oogenblik daarop gevolgde stilte klonk eensklaps op den ge wonen cynischen, minachtenden toon de stem van den heer Markholt Seggers, die met zijn eenigen vriend op een afstand stond. Blijkbaar als antwoord op betuigingen van deelneming van dien vriend in het lot der soldaten, riep hij zoo luid mogelijk, schei toch uit kerel met dat vervelend ge klets wat gaat mij dat tuig aan 't kan me niks verdommen ze ver dienen niet beter 't zijn immers maar kolonialen Nog was de klank dier bittere en min achtende woorden niet verstorven onder nen te zwaar, en gaarne gingen zij derhalve in op het aanbod van Ca tharina II, die, onder erkenning van hun vojsko, hun land aanbood in de steppen ten Noorden van den Kau- kasus, welk land zij echter eerst moesten veroveren op de Mohamme- daansche Tsjerkèssen (Circassiërs). Dit deden zij in den loop van eene eeuw. In 1864 was de verovering afgeloopen. Slot volgt. BUITENLANDSCH VERZICHT" Het moet een eigenaardig man zijn, die Trotzky de Russische volkscommissaris voor buitenlandsche zaken. Eigenlijk heet hij Leon Dadydowitsj Bronstein zooals zijn ambtgenoot voor binnenlandsche zaken zich Lenin, noemt, doch feitelijk Wladimir lljitsj Oeljanof heet. Twee mannen, die in de geschiedenis van hun land waarschijnlijk nooit anders zullen worden aangeduid, dan bij de namen die zij hadden aangenomen, om zich in de dagen van ballingschap te onttrekken aan de al te ijverige naspeurin gen van de geheime agenten der Ochrana.. Trotzky, om hem dan bij den aangeno men naam te blijven noemen, is een fijne kop, een handig diplomaat, die bezig is om de diplomaten van het vak, Külhmann en Czernin en de rest, een lesje te geven in de kunst. Hij gaat daarbij van het be roemde recept uit, dat Bismarck zoo vaak niet altoos toepaste, om volkomen eerlijk zijn meening te zeggen, altoos on middellijk te doen voelen waar de schoen wrong. Het is Bismarck vaak uitstekend gelukt, om daardoor groote .diplomatieke voordeelen te behalen op zijn tegenstanders. Hij verbaasde steeds door de zeldzame ver binding der merkwaardigste openhartigheid met groote diplomatieke berekening, zijn profetischen blik naast de groote bekwaam heid en de taktische behandeling van po litieke quaesties. Waarschijnlijk zou Bismark het echter hebben moeten afleggen in diplomatieke handigheid tegen een man als Trotzky, die geen diplomatieke handigheidjes gebruikt en juist daardoór zoo bijzonder sterk staat. De meening, die aan Talleyrand wordt toe geschreven, dat een diplomaat de spraak gekregen heeft, om zijn gedachten te ver bergen, is niets voor Trotzky. Hij wil van de leugen geen beginsel maken, integen deel onmiddellijk en overal de waarheid van zijn meening doen uitkomen. een algemeen afkeurend gemompel, of de luitenant Volken sprong ziedend van toorn en verontwaardiging op den onverlaat toe en stond eensklaps met opgeheven vuist voor den spreker, de van woede schitteren de staalblauwe oogen vol verachting op zijn tegenstander gericht, terwijl het lidteeken zich helder rood als een gloeiende streep tegen het wit van zijn gezicht afteekende. Theo klonk tegerlijkertijd biddende de stem van mevrouw Volken en op dat met zooveel liefde tosgeroepen woord, dat zoowel een verzoek als eene vermaning inhield zonk de dreigende arm van den luitenant naar beneden en scheen zijne grootste woede te bedaren, althans hij trachtte zich te bedwingen, doch zijne diepe verachting bleef in alles merkbaar. Tot zijn tegenstander, die wel een hoofd grooter was, met scherpen doorborenden blik opziende, voegde hij hem met van ingehouden woede bevende stem toe, ter wijl zijne woorden als zweepslagen klon ken. Mijnheer!... Dank het mijne vrouw,, die mij tijdig tot het besef bracht hoe verkeerd ik ging bandelet), dat ik u hier geen ernstige en gevoelige kastijding toe dien want bij God, ik had u voor uwe laffe, eerlooze en onbeschaamde uit drukking neergeslagen zij had gelijk met mij te waarschuwen hoe gaarne men ook giftig gedierte vertrapt u is zelfs die eer niet waard Wordt vervolgd tear Hst lui van Heasdan en AUeni, Is Langstraat en Is Bommelerwaarl.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1918 | | pagina 1