VOO r i 11 1 ipgpfs 1 Vanaf 300 sigaren franco per post. Sigaren-Magazij UND van altera Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3745. Zaterdag 2 Februari 1918. J» 's-BOSCH FEUILLET< EEN KOLONIAAL. M'F'1 1 v ImÊÊk A m iM w vk ■:'- i v? -• Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.05, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag 4 uur ingewacht. ONOVERTROFFEN ZIJN: Miss Annie4 ct. »Cuba" Vorstenlanden Rit? B Lichte vale Rita C prachtkleuren. 5 6 7 8 HEERLIJK, VOL AROMA, UIT DE FIJNSTE HAVANA TABAKKEN SAMENGESTELD ZIJN ONZE: Vuella Abajo10 ct. Carlotta10 Mariska12 Uitsluitend, bij ons verkrijgbaar. Hinthamerst. 24 Tel. in. 492. BUITENLANDSCH OVERZICHT. »En wat denkt u van den oorlog Zal het nu spoedig vrede worden Die vraag hoort men overal, waar de menschen bij elkaar komen. Kinderen zelfs, die helaas ook al aan den lijve de ellende van brood- rantsoeneering en ondervoeding gaan ge voelen, kunnen met een zucht bij u aan komen Wanneer mogen we weer eens eten zooveel we willen Spoedige vrede Ja, zeggen de men schen, die hun courant bijhouden, we zijn op weg. Al is het niet in de lente, dan toch zeker in den herfst. Dit jaar zal het gedaan zijn. Rusland ligt machteloos. Alle troepen worden samengetrokken naar het westen. Een worsteling, zooals de ge- schiedrollen niet vermeld hebben, zal los breken. Honderdduizenden zullen in het bloedbad ondergaan, en dan zal het einde er wezen. Zal het waar zijn Neen, zeggen anderen. De revolutie zal het doen. We zien in Rusland wat het volk vermag Daar is toch maar de regeering weggejaagd. Als het zoo overal gaat en daar is kans op wel dan hebben we binnenkort vrede op aarde. Zal het waar zijn Ach, wat we in Rusland t zien gebeuren, brengt ons tot de kreetde Heer beware ons voor zulk een vrede. Als het volk bandeloos geworden is, als è.lle gezag om- vergetrapt wordt, dan komt er een ty- rannie, erger dan ooit. Wie er een eigen meening op na waagt te houden, is voor de galg of het schavot bestemd. Een kleine groep in ieder geval een min derheid van ruwelingen knecht en ringeloort dan het nog bezadigde en be zonnen deel. Alle orde verdwijnt. Lees maar hoe het in Rusland gaat. Het is er een oorlog van allen tegen allen. Finland is het tooneel van den gruwelijksten strijd Want Finland wilde nu het zoo hoogge roemde zelfbeschikkingsrecht toepassen. Maar toen dat geschiedde in strijd met de rnaximalistische opvattingen, kwam daar de roode garde, benden der bolsjewiki, zetten de Senaat af, en riepen de rnaxi malistische regeering uit. Er heerscht nu volslagen anargie. Zelfs aan het Roode Kruis wordt niet toegestaan zijn plicht te doen. Hoe het er te St. Petersburg uit ziet kan blijken uit het volgende telegram De vlektyl'us woedt met ongekende hevig heid en deze ziekte acht men hier, bij de hoogst onhygiënische toestanden, gevaar lijker dan pest of cholera. Ongelukkiger wijs zijn alle lichamen die voor de open bare gezondheid hebben te zorgen, of ont bonden of lamgeslagen door een jaar van revolutionairen waanzin. Het bureau voor besmettelijke ziekten en de geneeskundige dienst bestaan niet meer er zijn in de hoofdstad geen specialisten meer te be kennen en maar heel weinig geneesheeren en die er nog zijn dreigen naar Duilsch- land te vertrekken als het onwetende tot het Russische proletariaat behoorende per soneel, dat het ruwe werk in de zieken- huizen verricht, voortgaat de geneesheeren en verpleegsters de wet te stellen. Bovendien is hier groot gebrek aan voed sel en de vervalsching van levensmiddelen Hij bedacht zich 'n oogenblik, mij on derzoekend aanziende en toen voegde hij mij toe, «Luitenant, geef mij gelegenheid over dat verzoek na te denken mor gen om dezen tijd beloof ik u, zal ik u mijn besluit komen mededeelen. U begrijpt zeker allen met hoeveel ver langen ik den volgenden dag te gemoet zag en dat ik er wel voor zorgde om op het afgesproken uur alléén te huis te zijn, want ik had de vaste hoop dat hij mij zijn vertrouwen zou schenken. En ik had mij niet bedrogen, Stipt als altijd meldde Frentsel zich op het bepaalde uur aan en toen hij mijn helder verlichle, gezellige achtergalerij bin nentrad, zag ik terstond dat ik gewonnen spel had. Luitenant, zoo begon hij dadelijk, ik ben overtuigd dat u uit ware belangstelling naar mijn verleden vraagt, al is dat ge voel ook niet van eenige menschelijke en dus vergeefeiijke nieuwsgierigheid vrij te pleiten. Ik heb lang en ernstig over uwe vraag nagedacht en ben tot het besluit gekomen om u mijn vertrouwen te schen ken, ten eerste, omdat het mij wel aan staat na zooveel jaren mijne herinneringen meê te deelen aan een belangstellend per soon, hoe smartelijk sommige gebeurtenis sen in mijn leven ook zijn, en ten tweede, omdat zich het geval kan voordoen dat ik bij deze expeditie sneuvel en dan zoude ik graag weten, dat er iemand gevonden wordt wien, 't bekend is, dat in mijn ge heimzinnig verleden niets oneerlijks te vin den is, om dan tevens het bericht van mijn dood aan mijne moeder mede te dee len, en haar de troost te kunnen geven, dat haar zoon altijd hare liefde waardig was. Op mijne bemerking dat ook ik kon sneuvelen, en dat men aan zulke dingen niet denkt als men de oorlogsgevaren te gemoet gaat, antwoordde hij. Dat is 'n opvatting, luitenant, waar ik het niet mede eens ben, maar bovendiert, u hebt zeker wel eens gehoord van voor gevoelens welnu ik heb een voorge voel dat ik ditmaal van den tocht niet terugkom, evenals ik bij vroegere gelegen heden altijd eenige zekerheid in mij voel de, dat niets mij kon deren. Toen ik hem het dwaze van dergelijke voorgevoelens voor oogen wilde houden, liet hij mij niet aan 't woord komen, doch vervolgde, Men mag zoo'n voorgevoel als dwaasheid beschouwen, maar al zoo dikwijls is 't juist gebleken. Denk daarom echter niet, luitenant, dat ik met vrees en beven mede uitruk Integendeel j Veel genot en veel verdriet heeft mij 't leven gegeven, ik heb geworsteld en gewerkt zoolang dat noodig was voor hen die ik me\ schadelijke stoffen heeft afmetingen aangenomen die bij tyfusgevallen het gevaar nog vergrooten, daar bij deze ziekte een streng dieet noodzakelijk is. Tal van men schen lijden aan chronische ontsteking van de epiglottis (keeldeksel) tengevolge van het vele kaf en gemalen stroo in het brood, waarvan het rantsoen nu */4 pond per dag is en dat dikwijls in het geheel niet te krijgen is. In Finland wordt brood ge bakken van mos, zaagsel en een beetje meel. Behalve de vlektyfus zullen weldra ook de buiktyfus en de pokken epidemisch worden. Deze ziekten grijpen snel om zich heen. Vele ziekenhuizen weigeren meer patiënten op te nemen omdat zij hun geen geschikt voedsel kunnen geven. In één militair hospitaal liggen 248 lijders aan viektyfus, waaronder eenige genees heeren en dagelijks neemt het aantal met 15 tot 20 toe. Wij die nog leven in rust en vrede, kunnen ons zulke ellende niet indenken. Maar dit alles doet ons niet begeeren maai de zegeningen van een maximalistisch be stuur. Ondertusschen gaat Trotsky voort zijn revolutiebeginselen te propageeren. Wel is hij haar Brest-Liiofsk teruggekeerd, doch met geen ander doel dan de onderhande lingen te doen misloopen. Hij heeft gezegd «Czernin en Kuehlmann onderscheiden zich in hoofdtrekken door niets van de kapitalistendienaars Lloyd George en Wilson De Russische delegatie te Brest zal vast op haar standpunt blijven staan en den strijd tegen het internationale kapitalistische blok hardnekkig en vastberaden voort zetten.® Dat is tenminste consequent gesproken. Lloyd George en Wilson. Kuehlmann en Czernin, zijn in oorlog, maar hen ver- deelen zulke scherpe tegenstellingen niet als er tusschen hen allen te zamen en de bolsjewiki bestaan. Maar wat is er van vredes«onderhan- delingen te verwachten, waar een van de partyen heen gaat, met de overtuiging, dat zij tot niets zullen leiden, dat zij al leen een geschikt middel zijn om oorlog te voeren, oorlog tegen degenen met wie zoogenaamd over vrede zal worden onder handeld, zoowel als met degenen, waar mede dezen weer op het moment nog in vollen oorlog zijn. t Het program der maximalisten zegt ons op dit punt dan ook genoeg lief heb, maar nu die zorg voorbij is, nu is mij niets liever dan om nog eenmaal van dat vrije, heerlijke oorlogsleven te ge nieten en als 't niet anders kan, als eer lijk soldaat in 't gevecht te vallen, strij dende voor 't eigen land en wetende dat ik aan hen die mij lief zijn een eerlijken naam nalaat. Op mijne uitnoodiging nam hij plaats en ontvouwde terstond een vrij lijvig pak ket, dat de noodige bewijzen bleek te be vatten om zijn verhaal kracht en geloof bij te zetten. Gaandeweg legde hij mij die bewijzen voor die in verschillende talen gesteld waren, en voor zoover ik die talen verstond, allen met den meesten lof van den zwerveling spraken, het bewijs leve rende dat hij, trots beproevingen en ver driet, de echte eerlijke Hollandsche jongen gebleven was. Het was voor mij 'n avond vol genot, zooals hij daar voor mij gezeten, mij in beschaafde taal en op kalmen toon z'n levensloop mededeelde, waarnaar ik met oprechte belangstelling en deelneming luis terde, en die ik u nu, ofschoon geheel verkort, gaarne wil mededeelen, hoewel daardoor 't verhaal niet zoo interessant zal zijn als wanneer de persoon zelf sprak, vooral omdat hij zoo diep gevoelde wat hij mij verhaalde en daarbij nu en dan de tranen in zijne stem niet ontbraken. Van zijne prilste jeugd af aan, ten minste voor zoover hij zich herinneren kon, had den de smalle straten van de kleine stad, «Het proletariaat behoeft geen oorlog te voeren voor de' bevrijding van de kleine volken. Het kent slechts één strijd, t. w. dien tegen het kapitalisme en imperialisme en als het proletariaat dien voert, zal de bevrijding van de kleine volken van zelf komen.® Wanneer men nu bedenkt dat er een partij in Rusland is, die het optreden der maximalisten nog lang niet kras genoeg acht, maar een gewelddadiger ingrijpen eischt, kan men zich voorstellen hoe hope loos verward er de toestand is. Een dei- leiders dezer groep, die steeds meer aan invloed wint, richtte zich in een manifest als volgt tot de huidige regeeiing: «Stoort ons niet in het organiseeren van onze krachten! Uw vijanden van rechts zullen in ons een meedoogenloozen vijand vinden. In den strijd tegen hen zullen wij u helpen, maar indien gij ons zoudt ver hinderen het volk op den weg tot anarchie en commune te brengen, zullen wij ook u vernietigen. Indien gij ware revolutionairen zyt, zoo zult gij tot ons overgaan®. Een volk dat aldus tegen zieh zelf ver deeld is, kan niet blijven bestaan. In Italië hebben de centrale troepen klop gehad. Eenige hoogtestellingen tusschen Asiago en Brente bleven na harden strijd in handen der Italianen. Dit succes is voor de Italianen van niet geringe moreele beteekenis. Gelijk in Oostenrijk hebben de arbeiders ook in Duitschland gestaakt onder de leuze een spoediger) vrede zonder annexatie en zonder schadeloosstelling, op grondslag van het zelf beschikkingsrecht der volkeren. Ook daar broeit het dus. Eigenaardig is de opvatting, die de Times over deze bewe ging heeft. Ze zegthet is een truc van Duitschland. Dit land ziet wel in, dat het nooit zal winnen. Maar nu wil het de meening ingang doen vinden, dat het een democratie is geworden. Want dat de militairistische regeering de betoogingen dei- arbeiders zoo kalm opneemt, vindt alleen hierin zijn oorzaak, om de wereld te laten zien dat in Duitschland de arbeidende klasse ook medezeggitigssohap heeft. Daarom ook spoort de Vorwarts de Engelsche en Fran- selie arbeiders aan, om door algemeene stakingen den verderen oorlog onmogelijk te maken. «Ziet ge wel zegt de Times, «ze worden in Duitschland bang voor het Amerikaansche leger dat op komst is. En daarom trachten ze de arbeiders in onze landen op te ruien, opdat de oorlog gedaan waarin hij geboren was en de enge boven woning, waarmede zijn vader, boekhouder op eene fabriek, zich moest vergenoegen, iets benauwends voor hem, en voelde hij zich meer tevreden en opgewekt als hij in 't vrije veld kon ronddwalen, zich in gedachten verplaatsende in de verhalen die hem uit de jongensboeken bekend waren. Zijn grootsten lust was 't altijd geweest om zeeman te worden en zoo de geheele wereld te doorreizen, maar zijne ouders en vooral zijn strenge vader kantten zich te gen dien wensch en gaven hem een zorg volle opvoeding ten einde eenmaal bij het onderwijs werkzaam te kunnen zijn, iets dat zij zich als 't hoogste geluk beschouw den. Daar gebeden noch vertoogen daartegen iets hielpen en een openhartig familielid, die hij gaarne mocht lijden, hem den raad gaf om veel te leeren, daar hem dat later altijd te pas zou komen, welke carrière hij, vrij zijnde, ook mocht willen kiezen, on derwierp hij zich voorloopig en studeerde vlijtig, met het heimelijke doel om, als hij eenmaal zijn eigen baas was, den onder- wijzersstaf aan den kapstok te hangen en elders zijn fortuin te zoeken. Toen hij voor de militie moest loten, had hij reeds zijn diploma als onderwijzer in den zak, doch hoopte dat hij, dienst plichtig wordende, van het door hem ge hate onderwijs ontslagen zou raken, en de kans zou krijgen om ten minste dan nog in den militairen stand carrière te maken. zal zijn vóór de hulp van de Vereenigde Staten aanwezig is. Maar het zal ze niet gelukken«. «En wat denkt U nu van den oorlog? Zal het spoedig vrede worden Wij vermoeden dat menig lezer, met bezorgden blik de toekomst instarend, bij zich zelf zegt: »Ik geloof er nog niet veel van®. BUITENLAND. liet Engelsche miiitairisme in de practyk. De Daily Mirror brengt het verslag van eene rede, die het Engelsche parlementslid Sfhallwood in het Lagerhuis heeft gehouden, en waaruit ten duidelijkste blijkt, dat het Engelsche militairisme in de praktijk niet aarzelt zich van methoden te bedienen, die al van eene heel geringe mate van mensche- lijkheidszin getuigen. Mr. Smallwood begon met te vertellen van een «jonge man, die niet sterk van gestel was«, maar die zich niettemin bij het uitbreken van den oorlog als vrij wiliger had aangemeld. Aanvankelijk werd hij afgewezen, doch toen hij bleef hij aanhou den, keurde men hem ten slotte goed. Negentien maanden stond hij aan het front, en keerde daarop als een naar lichaam en naar geest gebroken man, met verlof naar Engeland terug. Hij raadpleegde een dei- beste Engelsche geneesheeren, die hem vol slagen ongeschikt voor den militairen dienst bevond. In geen geval mocht hij echter in de eerste drie of zes maanden naar het front terugkeeren. De arts gaf hem een brief mede, aldus Mr. Smalwood, waarmede hij zich aan het Ministerie van Oorlog moest vervoegen aEen jong officier, die waarschijnlijk nooit in de oorlog was geweest anders zou hij hem nooit zoo behandeld hebben legde met een verachtelijk gebaar, dat zoo- velen dezer heeren eigen is, den brief ter zijde, en vroeg «Hoe lang hebt u verlof twee dagen «Ja® was het antwoord, waarop de of ficier hem zeide «Nu, als U over twee dagen nog niet beter is, kom dan nog maar eens terug. Twee dagen later ging hij weer naar het Ministerie van Oorlog. «Gevoelt U zich nog niet goed?« vroeg het jonge mensch. »Neen«. «Dan kunt U nog drie dagen verlof krijgen Hij had een brief van een eerste-klas Die hoop vervloog Hij trok 'n vrij nummer Toen zijn vader nu hoe langer hoe stren ger tegen hem optrad, hoe meer hij zon der eenige verbloeming zijn tegenzin in zijne betrekking toonde, toen kwam de lust naar een zwervend leven bij hem opnieuw met alle kracht boven. Hij nam een kloek besluit, verliet heimelijk de ouderlijke wo ning voorzien van de noodige wettelijke papieren, die hij van de verschillende sollicitatie's bewaard had, en ging met zeer weinig geld op zak de wijde wereld in. Het eerst voerde hem zijn weg naar Antwerpen, waar hij na eenige moeite er in slaagde om als zoogenaamde «duvels toejager® of «zwabber® aan boord van een schip aangemonsterd te worden, dat naai de Levant en de Zwarte Zee bestemd was. Wel was die betrekking niet bijzonder schitterend, doch de hoofdzaak die hij op 't oog had was bereikt, dat is, zijne vrije omzwervingen begonnen. Het onuitstaanbare leven dat hij aan boord leidde in die ondergeschikte positie te midden van dat ruwe zeevolk, aan wier willekeur en dwingelandij hij geheel was overgegeven, maakten dat hij van het eerst zoo begeerde zeemansleven spoedig meer dan genoeg had, en toen zijn schip bij Algiers strandde, was hij blij weder vrij te zijn en den vasten wal onder de voeten te hebben. '-M& 1 K 1 -.4,. - 1 1 1/ Land van Hens n1 Langstraat en Buiiltrviirl I a Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1918 | | pagina 1