voor let land van Hsusden en ALtena, Ie Lanestraat en ie
erwaari
MAGAZIJN
Hinthamerstraat 24,
's-BOSCK
i
Grossier in Sisaren, Sigaretten, Tabak, Sigarenzakjes
Bij dit nr. behoort een bijvoegsel.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3775. Zaterdag 18 Mei 1918.
Fi:i ILLHTOV
Isa kotst verzsuk.
DRAAGT
ltAIIIUAVV>
Heeren- en
liiiulcrkleeiliiig.
Gorincliem.
UND VAN ALTENA
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.05,
p-anco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel
meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4 uur ingewacht.
Tel. Int. 492
(bedrukt)
Alle soorten Sigaretten worden aan wederverkoopers tegen
fabrieksprijzen geleverd.
BUITENLANDSCH OVERZICHT.
»Veni Creator Spiritus Zoo begint
een oud christelijk lied.
»Geest des Heeren daal van boven.
In dezen vreeselijken tijd van stofver-
goding, van practisch materialisme, van
het recht van den sterkste van de op
perheerschappij van den geest uit den af
grond klimt deze verzuchting op uit
menig geprangd gemoed.
't Is heden Pinksterdag. Het feest, dat
ons spreekt van den Heiligen Geest. Toen
op dien eersten Pinksterdag, bjjna 19
eeuwen geleden, werden zij allen vervuld
met dien Geest, en zij spraken èèn taal,
zoo lezen wij.
En nu op dezen Pinksterdag Allen
spreken een andere taal. De volkeren zijn
tegen elkander verdeeld. De liefde, die
alleen de menschen tot elkander kan bren
gen en de ware eenheid sticht, is wegge
vlucht van christelijk Europa. De haat, die
alle banden verscheurd, heeft alleen zeg
genschap.
Arme menschheid. Geroepen tot het
hoogste vol te worden van den Heiligen
Geest, is ze weggezonken in het laagste
afgunst, nijd, onverzoenlijkheid, tweedracht.
Daar is maar Eèn die het weer alles
anders, nieuw en rein kan makenniet
de geest van beneden, die een geest van
zelfzucht en dus van zelfvernietiging is,
maar de Geest van boven, de Herschepper,
de Geest des Levens.
Schets uit het Geldersche dorpsleven.
(Dialect van de Graafschap Zutphen.)
door
5 D. M. MAALDRINK.
Of haor wat schèlt Aorend Jan Ao-
rend Jan Hoe kui'j dat nog yaogen Of
hei'j oew oogen in den naozak
»Ie hebt mien nog gien antwoord op
mien vraog egèven, Aorend Jan
ïWal, mien beste dèrne, aj dat ver
langt ie hebt nooit met andere jongens
opeslaogen, ie hebt het altied met mien
eholden.«
»En denk ie dat ik, nao acht jaor met
oe egaon te hebben, oe zunder eenige ré
den zol laoten loopen veur een ander
Arend Jan staat stokstijf van verbazing,
evenals kort te voren tegenover Derk. 't Is
of 't van aovend in de lucht zit
»Laoten loopen veur een ander mom
pelt hij.
»Denk ie dat ik dat doen zol
»Nee, Dieke, nooit van oew léven
klinkt de taal van het vaste geloof ook te
midden der grootste verbazing.
»Maor, als er noe is een reden was...
een reden van zoo veul gewicht.
ïNooit, mien lieve Dieke Sprék er maor
aVeni Creator Spiritus
't Blijft, gelijk het al verscheiden keeren
luiddegeen nieuws van belang. Vol
spanning wacht men de eindworsteling af
die toch komen moet, maar er is nog
geen begin, 't Is alsof de oorlogvoerenden
terug beven voor de hel die ze ontsluiten
gaan. Wel is er verlevendiging van de
artillerie-actie, maar eerst de volgende
week zal de stormloop aanvangen, zoo
zegt men.
In de pers der geallieerden heeft men
het vooral druk over de bijeenkomst van
keizer Wilhelm en keizer Karei. Het een
stemmig oordeel in Engeland en Frankrijk
is, dat de Oostenrijksch-Hongaarsche mo
narchie aan den leiband van Duischland
loopt.
Zoo seint Reuter
Het ziet er uit als een stap naar het
formeel vaststellen en erkennen van de
ondergeschikte verhouding, waarin de Oos
tenrijksch-Hongaarsche monarchie tot het
Duitsche keizerrijk staat. Elke poging van
keizer Karei om de onafhankelijkheid der
Habsburgers opnieuw te verzekeren, is tot
mislukking gedoemd. Geheime aanbiedin
gen van keizer Karei aan de geallieerden
over een vrede als hij gaarne zou wenschen
hebben dezelfde beteekenis als dergelijke
aanbiedingen vanuit Munchen of Dresden
zouden hebben. Wij moeten er van over
tuigd zijn, dat alle pogingen, zoowel in
het vijandelijk kamp als in het onze,
waarbij met Oostenrijk-Hongarije gerekend
wordt, als met een aparten staat, op al-
geheele teleurstelling uit moet loopen. De
niet wiejer óver Dat dee'j nooit Daor
ken ik oe te best veur
Daor kente haor te best veur I Dat ook
nog O mien God 1
Dieke ziet in dat zij zoodoende niet ver
der komt. Het stuit alles af op dien trou
wen, eerlijken jongen, die voor haar staat
en die, zelf steeds een man van zijn woord,
niet gelooven kan aan het niet houden van
een belofte door een ander, het allerminst
als die ander het meisje zijner keuze is.
De omweg wordt daarom verlaten en thans
het naaste pad gekozen.
Nog een oogenblik van aarzeling en dan
haastig met trillende stem »Aorend Jan
Het spiet mien dat'k het oe zeggen mot,
maor tus?chen ons mot veurtaon alles oet
wèzeri.
Goddank Het heuge weurd is er oet
Als'door den bliksem getroffen staat de
jongeling met glazige oogen het doodsbleeke,
sidderende meisje aan te staren. Onwille
keurig beweegt hij de lippen om te spre
ken, maar de tong kleeft hem aan 't 'ver
hemelte vast. Hij is niet in staat één klank
te uiten het schot is hem recht door het
hart gegaan
Dieke grijpt haastig zijn stilzwijgen te
baat om dit pijnlijke onderhoud ten einde
te brengen. Zij vermant zich opnieuw,
hoewel het haar slechts ter nauwernood
gelukt zich verstaanbaar te uiten.
»Ik heb gistren-aovend mien zuster
op haor starfbed motten beloven
»Op haor starfbed motten beloven,* her
uitdrukking »De onafhankelijkheid van
Oostenrijk-Hongarije is een phrase, waar
achter zich deze gedachte verbergt»De
Duitsche souvereiniteitover Midden-Europa».
Dit staat wel vast dat tusschen de bei
de volken een nauw verbond is gesloten
en tusschen beide regeereude vorstenhuizen
een hechte vriendschapsband bestaat en
het moet Clemenceau, die zoo gaarne een
twistappel geworpen had tusschen hen en
hun volken wel een teleurstelling zijn dat
alie pogingen om het verbond tusschen
Duitschland en Oostenrijk-Hongarije uiteen
te rukken ten eenenmale mislukt zijn.
De stemming over de kiesrechtvoor-
stellen heeft in het Pruisische Heerenhuis
plaats gehad, maar had enkel een negatief
resultaat.
4lie voorstellen toch werden verworpen.
Nauwelijks had de voorzitter deze be
slissing bekend gemaakt, toen de onder
voorzitter van het staatsministerie opstond
en plechtig uit zijn portefeuille een blad
te voorschijn haalde en alle aanwezigen
zich van hun zetels verhieven. Friedberg
las daarop de mededeeling voor dat de
regeering het eerst nog met haar voorstel
in het Heerenhuis wilde probeeren en dat
zij, pas wanneer dit middel niet binnen een
bepaalden termijn tot een resultaat zou
leiden, het Huis zou ontbinden op een tijd
stip dat de oorlogstoestand zulks veroorlo
ven zal.
Afwachten dus wat het Heerenhuis zal
bepalen.
De Duitschers biijken harde meesters te
zijn. In België regeeren zij met strenge
hand. Gelijk wij weten hebben zij een
groep Vlamingen aan zich weten te binden
door hen te steunen in hun ouden strijd
tegen de Walen. Vlaanderen gelijk be-
rechtigd met het overige deel van België!
Vlaanderen een eigen hoogeschool Vlaan
deren los van Walenland
Dit laatste is de leuze van de Activistische
Vlamingen die opzien tot den Duitschen
overheerscher als hun reddenden engel.
Doch nu zijn er andere rasechte Vlamingen
die van Duitsche hulp niets willen weten.
En dien wordt nu op alle mogelijke wijze
door de Duitschers het leven bemoeilijkt.
Een dier slachtoffers is Louis Franck, de
bekende wethouder van Antwerpen.
Toen de oorlog uitbrak, bevond Louis
Franck zich in Zuid-Kongo, waar hij, naar
het voorbeeld van een aantal andere volks
vertegenwoordigers, een studiereis deed.
Onmiddelijk onderbrak hij zijn reis, en
haalt de jonge man zonder er bij te den
ken, terwijl hij daar nog even gevoelloos
staat,
ïUm de wille van de kinder
»Van de kinder.
Dat'k met oe de verkeering zol afbrè-
ken
»De verkeering afbreken.
ïEn met Derk trouwen.»
't Is volbracht. Het zwaorste elejeri. Maor
nee, nog niet
»Wat? Met Derk trouwen Ie, Dieke
stuift Arend Jan plotseling op, want dat
laatste deed hem uit zijn gevoelloosheid
ontwaken, en daarop uitbarstend in een
schaterenden lach »ha 1 ha een mooien
kérel um met te trouwen 1 Biej rao-
zend in de harsens, Dieke Dan schijnt hij
zich te bezinnen een gedachte vliegt hem
pijlsnel door het hoofd en spoedig daarna
herkrijgt hij zijn gewone kalmte. Toch hijgt
hij naar adem, als hij uitroept»Dieke
Dieke dat moj nooit wèr doen Nooit wèr
een mensche zoo laoten schrikken, beste
dèrne Maor, niet waor 't Is alles een
grap van oe, is niet, mien soekerzeute
dèrne
'Een grap van haor Groote God Ook
dat nog
Aorend JanAorend Jan is de vlijmende
smartkreet van het diep geschokte meisje.
»Jao, Dieke, ik wist het wal Maor ie
mot mien toch nooit wèr zoo laoten schrik
ken k En vóór dat zij er op bedacht is of
hem kan afweren, klemt hij het bevende
spoedde hij zich naar het vaderland terug.
In Engeland vernam hij, dat de overrom
peling reeds Antwerpen bedreigde. Hij
deed het tegendeel van zooveel andere Ka
merleden, die in vrijwillige ballingschap eene
vaderlandsche daad zagen hij bereikte de
Scheldestad zoo spoedig hij kon, en kwam
er aan, toen velen van zijne stadgenooten
de wijk reeds naar Holland hadden geno
men. Hij had het. geluk er Koning Albert
nog aan te treffen, met regeering en te
midden van zijn heldhaftig leger. Om de
omsingeling te voorkomen diende echter de
stad prijsgegeven te worden. De Koning
wilde op dat oogenblik Louis Franck
met eene belangrijke en eervolle zending
belasten deze echter vroeg als eene gunst,
zijne stadgenooten in de angstige uren die
komen moesten niet te moeten verlaten.
Welke diensten Franck dezen bewijzen kon,
zou weldra blijken onder de beschieting
van de stad. Het leger was uit de klem
ontkomen en om eene algeheele verwoes
ting van de stad te beletten, die drie da
gen en drie nachten dreigde gingen L.
Franck, burgemeester Jan de Vos en de
grijze senator Rijckmans met den belegeraar
onderhandelen.
Hij wist de Antwerp-che bevolking voor
inkwartiering te behoeden. Hij zorgde voor
het stoffelijk onderhoud der zoo zeer ge
troffen burgerij. De Duitschers wilden hem
graag kwijt zijn omdat hij telkens opkwam
voor de geschonden rechten der bezette
stad en ontbonden daarom de vereeniging
van liefdadigheid aan wier hoofd hij stond.
Daardoor hoopte men Frank tot werk
loosheid te doémen. De Gemeenteraad van
Antwerpen besliste er echter anders over
hij benoemde hem tot wethouder, hetgeen
hem toeliet weer namens de bevolking op
te treden.i Het gaf aanleiding tot allerlei
plagerijen huiszoeking, inhechtenisnemin
gen, vervolgingen werden hem niet gespaard.
Telkens werd hem echter het verdedings-
recht toegekend, en de uitgeslapen rechts
geleerde, die zich trouwens niets te ver
wijten had, dan dat hij werkte voor zijne
geboortestad en voor het Belgische vader
land, deed zich meer dan eens door het
Feldgericht vrijspreken of kwam er met
een lichte straf van af, als men aldus
noemen mag eenige dagen gevangenis of
enkele duizenden Mark boete.
Onvermoeid was Franck bezig zijn stad,
zijn volk te dienen met alle gaven en
krachten waarover hij beschikte.
Maar het beste zoo verhaalt de be-
meisje in zijn armen en overlaadt haar met
kussen.
Zoo schijnt het dan hopeloos dien man,
die nimmer zijn woord verbrak, te over
tuigen van trouwbreuk jegens hem gepleegd
Maar het is Dieke gelukt zich uit zijne
omhelzingen los te rukken. Zij beseft dat
zij op het punt staat voor de verzoeking
te bezwijken door zich te ontslaan van de
belofte, welke haar stervende zuster haar
heeft afgeperst. Maor gaot niet de belofte
aon een starvende bóven die aon een lé
vende
»Laot lös, Aorend Jan, laot lös of
ik roep Derk Nee, ik zei het niet oet
gekkigheid, maor 't is de waorheid Ik
mot Derk's vrouwe worden, wantik
heb het mien starvende zuster belófd!»
Zij kan niet meer. Slechts door een
allergeweldigste poging op zich zelve ge
lukt het haar een naderende bezwijming
te voorkomen.
Arend Jan heeft haar losgelaten, zoodra
hij uit haar mond den thans meer dan ooit
gehaten naam van Derk hoorde. Hij be
grijpt eindelijk dat het geen grap, maar
bittere werkelijkheid is. Toch is het hem
in een volgend oogenblik of bij de speel
bal is van een afgrijselijken benauwden
droom, waarop straks een geruststellend
ontwaken zal volgen. Ten laatste herstelt
hij zich en spreekt uiterlijk kalm»Met
toekomende karmse acht jaor elejen, Dieke,
hei'j mien ook wat belófd en acht jaor
lang hei'j die belofte tégen mien herhaold,
richtgever van de N. R. C. aan wiens arti
kel wij het een en ander ontleenen - dat
het Belgische land aan Louis Frank zal te
danken hebben, is zijn strijd tegen het
Aktivisme. Met Minister Paul Segers had
hij zijn naam gehecht aan de wet op de
vervlaamsching van het vrije middelbaar
onderwijs met Kamiel Huysmans en Frans
van Cauwelaert had hij den eed gezworen
der vervlaamsching van de Gentsche Hooge
school, en met Van Cauwelaert en Anseele
een wetsvoorstel dienaangaande op het
bureel der Kamer neergelegd steeds had
hij behoord tot de meestvooruitstrevenden,
maar tevens meest-klaarziende en politiek
begaafste Vlaamschgezinden. Thans zag hij
de Vlaamsche Universiteit, zooals hij ze
had gedroomd, bedreigd door Duitsche
smetten zij zou een bolwerk worden, niet
van Vlaamsche kuituur, maar van Duitsche
propaganda. En het griefde hem dan ook
diep, een aantal Vlamingen ze te zien aan
vaarden, die Vlaamsche Hoogeschool, uit
de handen van hen, die de Alma Mater
van Leuven aan vernieling hadden over
geleverd. Hij voorzag trouwens, hij, de
ervaren politicus, waartoe de samenwer
king van die Vlamingen met de Duitschers
leiden moesthet sprak immers vanzelf
dat deze laatsten in de eerste plaats aan
zichzelven dachten, en dat aldus de Vla
mingen hunne dupen konden worden tevens
dat het aanvaarden van Duitsche geschenken
medebracht, dat geteisterd en uitgezogen
Vlaanderen de zege moest wenschen van
de vijandelijke wapenen. En ten slotte
mèr als doezend maoi, elke keere awwe
met makare allennig waoren Ik had nooit
van oe edacht, daj daor zoo lichte óver
hen zollen stappen
Daor heij't al Juustement wat ze zoo
vreesde datte van haor denken zol
»Maor als dan oew eigen zuster op star
ven ligt» en Dieke wringt de handen
in wanhoop »en als ze anders niet ge
ruste de eeuwigheid in kan gaon, wat moj
dan doen? wat moj dan doen?«
»En ie hebt die zuster altied lief ehad
en ligte ook noe nog lief? vraagt Arend
Jan.
Dieke ziet hem een oogenblik vorschend
aan, niet begrijpende wat hij met die vraag
bedoelt, maar zij antwoordt op stelligen
toon »Boe wisse
»Dat,« herneemt de jonge man en hij
maakt zich gereed om heen te gaan, »dat
hef ze dan niet verdiend Want erstens
had oew zuster gien rechte liefde veur
haor man, umdat ze zoo iets kon vraogen
an een dèrne, die acht jaor verkeering had
ehaden tweedens had ze gien rechte
liede veur oe, umdat ze oew lèvensgeluk
opofferde an haor kinder
En daarop verdween hij in de scheme
ring van den avond.
Een paar dagen later was heel Starveld
er van vervuld dat Stollink's Aorend Jan
had eteikend veur saldaot naor de Oost.
IMIEUWSBL
CUBA
Wordt vervolgd.)