1 MAGAZIJN
Hinthamerstraat 24,
's-BOSCH.
Gros» Sigaren, Sigaretten, TM, Sigareniais
UND VAN ALTERA
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No, 3803. Zaterdag 24 Augustus1918.
FEUILLETON.
KlUTBS,
MtAAGT
SSAIII.HAWs
Heereii- en
ümilerkleetfing.
(xorincliein.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.05,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 46 regels 60 cent. Elke regel
meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4 uur ingewacht.
Tel. Int. 492
(bedrukt)
Alle soorten Sigaretten worden aan wederverkoopers tegen
fabrieksprijzen geleverd.
BUITENLASJDSCH OVBitZÏCHT,
Verbitterd is de strijd in Frankrijk. Ge
neraal Foch, die eerst zoo wist te dralen,
zijn tijd en gelegenheid afwachtende, ont
popt zich nu steeds meer als een man van
onvermoeibare doortastendheid.
Hij blijft niet lang op een eenmaal aan
gevallen frontstuk naknagen, maar nauw-
lijks is zijn offensief tegen een bepaald
vak voltooid, of hij valt al weer op een
nieuw gedeelte aan. Zoodoende dwingt hij
den vijand steeds en overal op zijn hoede
te zijn en ontneemt hy hem den tijd om
zich voor te bereiden op een tegenstoot,
die hem het verloren initiatief zou kunnen
hergeven.
Want daarom is het wel, waar het bij
den tegenwoordigen grimmigen strijd in
Frankrijk om gaat. Van Maart tot Juni
streefden de Duitschers naar een beslissing
in het Westen, en zij brachten den tegen
standers geweldige slagen toe. Dat streven
heeft het* tegenoffensief van Foch volkomen
gefnuikt. Het heeft niet de geringste kans
op verwezenlijking meer. Daarbij hebben
de Duitschers het initiatief verloren. Wei
doet de Duitsche berichtgeving krampach
tige pogingen om het anders voor te stel
len door hun strijdkrachten te sparen
zouden de Duitschers, in het groot gezien,
nog steeds liet initiatief hebben, maar dat
dit slechts praatjes blijven, daarvoor wil
Foch blijkbaar zorg dragen, door een aan
houdende voortzetting van zijn aanvallen,
links en rechts. Hij spaart daarbij zijn
manschappen minder dan de Duitschers
doen, dat is waar. Doch keerde hij tot
EEN LEVENSBEELD.
24
Geruimen tijd heeft Strijkman in het
spreekkamertje zitten wachtenhij heeft
in zichzelven nog eens overdacht wat hij
doen en zeggen zal, en ziet éindelijk tot
zijne vreugde de deur der wachtkamer
openen.
Keesje verschijnt en met de woorden
wilt u maar binnenkomen,gaat hij hem
voor naar het kantoor.
De koffie is gedronken, de broodjes zijn
verorberd en de pennen krassen weer over
het papier.
Als hij binnentreedt wendt de heer
Verhagen het hoofd om en zegtïCornelis,
geef mijnheer een stoel
»0, dank u, het is niet noodig doet
uwé geen moeite, jongeheer antwoordt
de oude man, maar neemt toch op den
aangeboden stoel plaats.
>U heeft verlangd mij te spreken
»Om u te dienen, mijnheer de avekaat.«
»U is mynheer Philip Strijckman
ïZooals u zegt
^Pandjeshuishouder in de Egelantiers
dwarsstraat
»Met uw welnemen, dat is het woord
niet. Ik heb een huis van verkoop met
werkloosheid terug, spoedig zouden de
Duitschers hem het initiatief weer afhandig
maken.
Het is te verwachten, dat de geallieerden
het volgend jaar een ongehoord numeriek
en materieel overwicht in het westen zul
len hebben. De beste voorbereiding, om
met die overmacht een definitief succes te
bevechten, is een veldtocht, waardoor men
het initiatief behoudt. Dat is in deze om
standigheden meer waard dan het sparen
van manschappen. Immers hieven de ge
allieerden uit zuinigheid werkeloos, de
Duitschers zouden spoedig weer tot den
aanval overgaan, en dan kwam er van
het sparen van manschappen toch niet
zooveel. En welk een voordeel een offen
sieve periode voor een latere verdediging
geven kan, dat leeren de gebeurtenissen
van deze weken.
Reuter's correspondent bij het Britsche
leger in Frankrijk geeft b ij z o ri d e r h e-
d en over den s t r ij d in A r t o i s.
Op een front van ongeveer 10 mijlen heeft
het 17de Duitsche leger onder Olte von
Below, een hevigen klap gekregende
vele tactische successen hebben ten slotte
tezamen een belangrijk strategisch resul
taat opgeleverd. Wij drongen voorwaarts
over een aanzienlijken afstand en bezetten
plaatsen wier namen wel niet meer ver
geten zullen worden. Het aantal gevan
genen en de buit riemen steeds toe en stij
gen tot een groote cijfers, terwijl 's vijands
verliezen zeer zwaar zijn. Onze infanterie
en tanks vechten onweerstaanbaar waar
de Duitschers tegenstand boden, leerden
zij onze troepen eerst recht kennen en
recht van wederinkoop,«
Maar u leent toch geld op pand
Tegen een zeer matige rente, mijn lieer
de avekaat.«
»Hm, hm
»'tls een karig stukje brood. Wan
neer men medelijdend van aard is, zooals
ik, is het tegenwoordig geen winstgevende
zaak
Cornelis ziet Van Blaak aan en lacht
zelfs Krasser kijkt even om, om kennis
te maken met een medelijdenden pandjes
baas.
Waarover wenschte u mij te spreken ?<r
Eenigszins verlegen antwoordt Strijkman
ïEr is gisteren -iemand van wegens uw
kantoor bij mij geweest, orn naar een
zekeren Makko, die op een bovenkamer
bij mij in huis heeft gewoond, te infor-
meeren.e
De kalme bedaardheid van den procureur-
doet Strijkman niet op zyn gemak zijn
hij antwoordt dus eenigszins haperend
»Ik, ik, hm I weet alleen dat hij dood is.
«Dat is niet veel, Heeft u den man
goed gekend
ïJawel mijnheer de avekaathij kwam
zoo 's avonds wel eens bij me inloopen
't was nog al een conversabel man, en
dan rookten we samen een pijpje en
»En dronken samen een glas.®
aExcuceer, mijnheer I Ik gebruik hoogst
zelden iets.«
»Die Makko anders wel, niet waar
leden de zwaarste verliezen.
Da mist trok, na ons uitstekende dien
sten bewezen te hebben, later in den och
tend op en liet de zon schijnen over een
roemrijken dag.
Het 18e Duitsche leger heeft verschrik
kelijk geleden drie jaar geleden al riepen
de Duitschers om een oorlog in het open
veld, nu worden zij ook verslagen in den
oorlogvoering, die zij als hun monopolie
beschouwden en waarin zij orioverwinbaar
meenden te zijn.
Tusschen Moyenville en Archiet-le-Petit
ging de aanval blijkbaar zeer snel in zijn
werk, wat gedeeltelijk toe te schrijven was
aan de omstandigheid, dat de voorste stel
lingen des vijands maat' zwak bezet waren.
De voornaamste linie van tegenstand loopt
over den spoorweg Atrecht-Aibert, die van
Archiet-le-Graiid tot voorby Moyenville vol
komen rechtuit loopt. Hier was het vol
met machinegeweren en verderop schenen
talrijke troepen ingegraven te zijn. Een
gerucht wil, dat tanks den spoorweg over
gestoken zijn en achter de Duitsche linies
aan het werk zijn. Aan den Noordkant
houden eenige van onze batterijen de Duit
sche stellingen onder een gestadig flankvuur.
De indruk van hedenmiddag is die van
algemeene tevredenheid met de resultaten
van den slag. Vele zeer jeugdige gevan
genen zijn blij, krijgsgevangenen te zijn
gemaakt en verklaren eenparig, dat de
oorlog nooit zoo impopulair was in het
Duitsche leger als de laatste paar weken.
De gevangenen zeggen, dat, ofschoon zij
voor een aanval reeds eenige dagen had
den gevreesd, zij er niet op verdacht wa
ren, dat hij hedenochtend zou loskomen.
Zy hoorden de tanks niet in hun stellingen
komen.
Dat de Duitschers echter verwoeden te
genstand bieden, melden de Frarischen zelf.
Deze weiden zoo uit over de hardnekkig
heid, waarmee de Duitschers hen te woord
of liever te wapen staan, dat men er ge
rust een erkenning in kan zien van de
bloedige verliezen, die zij zelf hebben ge
leden. Maar de Duitschers blijven terug
trekken. Zij zijn reeds over de Oise ge
weken en zullen nog wel verder terug
moeten.
In Rusland moet het lijden der bevol
king steeds meer ondragelijker worden.
Hans Vorst schrijft in het Berliner Ta-
gebl. over de stemming in Moskou. Een
sombere, ongezonde spanning heeft zich
van de bevolking meester gemaakt, zegt
Ik meen te hebben gehoord, dat hij zelfs
in een aanval van délirium gebleven is.«
Daar had ik me bijna vergaloppeerd,
denkt Strijkman, hij schijnt goed op de
hoogte te zijn ik moet uit een ander
vaatje tappen. Hij vervolgtj>Och mijn
heer, omdat 't zoo'n goeie vrind van me
was, sprak ik er niet over jadat
was treurigdie drank, die drank weet
watIk heb hem wat dikwijls gewaar
schuwd en gezegd: »Klaassie, Klaassie,
dat gaat den verkeerden weg op met jou,
man Maar 't hielp niet. 't Was anders
een goede vent, mijnheerhartelijk en
vriendschaphoudend hij heeft me wat
dikwijls gezegd»Strijkman, als jij zoo
vaderlijk met me spreekt, dan ben ik een
heel ander mensch.« Omijnheer de
avekaat, ik heb er zoo'n hartzeer van gehad,
dat hij nog zoo akelig aan zijn eind is
gekomen.Hier haalt de pandjesbaas zijn
bonten zakdoek uit en wischt zich de
roode oogen.
»U schijnt dus nogal met hem bevriend
te zijn geweest
i>We waren, om zoo te zeggen, als
twee broêrs. Kort voor zijn dood liet hij
me een brief zien van zijn broêr Janus
uit Amerika, die schreef er ook nog over
en toen zei hij Strijkman, ik wou dat
ik het laten kon ik won dat ik zoo matig
was als jij. Die broer van hem, mijn
heer de avekaat, was een net mensch.«
ïHeeft u dien ook gekend
ïNog beter dan Klaas, mijnheer Hy
hij. Het heerschende gebrek aan voedsel
is daar in hoofdzaak de schuld van.
Alleen brood, dat van overheidswege wordt
gedistribueerd is tegen een behoorlijken
prijs te krijgen, maar het rantsoen is veel
te gering, Vs Russisch pond per dag. Ove
rigens kan men slechts op achterbaksche
wijze en tegen fabelachtige prijzen aan
levensmiddelen4 komen. Tarwe kost bijv.
300 400 roebel per poed (16 K.G.)
suiker 20 tot 25 roebel. In de enkele eet
huizen, die nog open zijn, betaalt men voor
een middagmaal 70 a 80 roebel.
Het geld heeft alle waarde verloren
een roebel is niet meer waard dan vroeger
een kopeke.
De sowjetregeering treft, naar verluidt,
omvangrijke maatregelen om hongeroproe
ren, die te morgen of te avond weljnoeten
uitbreken, te onderdrukken. Zij wantrouwt
voornamelijk het oude officierskorps, dat
van een oproer gebruik zou kunnen maken
om haar ten val te brengen. Zij heeft dan
ook alle officieren van Moskou en St. Pe
tersburg gedwongen zich te laten inschrijven
en van die gelegenheid gebruik gemaakt,
om enkele duizenden gevangen te nemen.
Hij wyst er ook op, dat het een nood
lottige vergissing is te meenen, dat er in
Rusland eigenlijk geen animositeit meer
tegen Duitschland bestaat. De onverzoen-
lijken ziet men pas wanneer men zijn ge
zichtskring uitbreidt. Als een symptoon dei-
vijandigheid tegen Duitschland vertelt schr.
hoe dezer dagen te Moskou Duitsche krijgs
gevangenen, die op de tram hun moeder
taal spraken, door het publiek werden
gedwongen, de tram te verlaten.
De schrijver zegt, dat er een deel van
den haat, dien het grootste gedeelte van
het Russische volk jegens de bolsjewiki
koestert, op Duitschland is overgegaan, daar
men in de meening verkeert, dat Duitsch
land de bolsjewiki steunt. De nationale
opwinding tegen Duitschland vindt echter
haar oorzaak iu de politiek van Brest Li-
tofsk. Schr. meent evenwel dat, zoolang
er nog geen grondslag is gelegd voor een
politiek, die door de meerderheid van het
Russische volk wordt gebillijkt, het voor
barig zou zijn van Duitschland zich van
de bolsjewiki af te wenden.
Dezer dagen heeft Balfour in het Lager
huis een rede gehouden, waar hij het
koloniale vraagstuk besprak, een rede die
thans beantwoordt door Dr. Soiff, den
Duitschen staatssecretaris van koloniën. Deze
verklaarde o.a. dat het waarborgen van
was een jaar of zeven in Amerika toen
de andere stierf. Ja dat was een werk
ezel, jammer dat hij zoo'n teringachtige
vrouw had en geen kinderen.
De procuceur ziet hem van ter zyde
aan en denkt »Je schijnt met al de om
standigheden goed bekend maar toch
vraagt hij met een zeker wantrouwen in
zijn stem ïHeeft u de oproeping in het
Handelsblad gelezen
Strijkman spert zóó verwondert zijn
oogen open en zet zoo'n dom eerlijk gezicht,
dat Verhagen oogenblikkelijk overtuigd is,
dat hij de oproeping niet kend. Daarom
zegt hy tot Van Blaak «wil u die .op
roeping even voorlezen.®
Terwijl Van Blaak leest, glijdt een bijna
onmerkbare vreugdetrek over Strijkman's
gelaat. Niemand bemerkt het, en mee
warig klinkt zijn stem als hij antwoordt
»Och, is die goede Janus dood Och,
en kinderloos overleden. Dus het is zeker
een erfenis, die Klaas zou gekregen hebben,
als
De procureur valt hem in de rede door
te zeggennMaar uw vriend Nicolaas
Makko had toch kinderen
»Een zoontje, mijnheer 1 och een hart
van een jongen, maar een beetje speelsch
en wild. Hij is op straat geloopen juist
dien dag waarop zijn vader stierf en waar
hij gebleven is weet niemand, 'k Ben nog
dikwijls heen en weer door de buurt ge
sjouwd om het kind te zoeken. Overal
heb ik naar hem gevraagd, want ik had
Duitschlands koloniale toekomst een volks-
doel was. Tot diep in de arbeiderskringen,
zoo zeide hij, is heden het bewustzijn
levendig, dat het behoud van het koloniaal
bezit voor Duitschland een levenskwestie
is. Nu wil Engeland, volgens Balfour, zich
de Duitsche koloniën tóeëigenen. »Kunnen
wij jullie niet militair vernietigen, zoo ver
nietigen wij jullie door den volkerenbond.
Alle staten zulien zich aaneensluiten om
Duitschland te nekken »Zie,« zegt Dr.
Soiff, uindien ik geloofde, dat de gezind
heid, welke heden Engeland schijnt te
regeeren, en die duidelijk uit de rede van
Balfour spreekt of de gezindheid, die uit
het proces Pemberton Billing sprak, voor
alle eeuwigheid de overhand in Engeland
zou hebben dan zou ik er ook voor opkomen,
dat de strijd op leven en dood moet wor
den uitgevochten. Ik ben echter vast over
tuigd dat vóór het einde van den oorlog
overal een geestelijke opleving tegenover
deze knock-out gezindheid moet en zul
komen.
Dr. Solfi heelt dus blijkbaar nog hoop,
dat zich eerlang een betere gezindheid zal
baan breken, al ziet op liet oogenbiik de
toekomst er nog allerminst rooskleurig uit.
Wij hopen met hem, dat de onverzoen
lijke haat in zeer korten tyd zal worden
gedoofd. Doch letten wij op de stemming,
die overal de volkeren beheerschfc, dan
vreezen wij, dat de hand der verzoening
vooreerst niet zal worden toegereikt noch
aangenomen.
zoo'n medelijden met den stumper, ik was
om u de waarheid te zeggen, van plan ge
weest den jongen te benaderen.
»Zoo, ei! was u dat van plan geweest.
»Ja, mijnheeren ik heb waarachtig
alles gedaan wat ik kon om hem terug
te vinden maar u begrijpt zoo'n kind van
elf jaar loopt weg - vindt zijn huis niet
weerom zwerft rond en de goede God
weeU hier begint Strijkman weer te
huilen »of het arme sshaap niet in het
water is geloopen Och God, mijnheer,
't was zoo'n lief jongetje, het is toch zonde
aEn heb je nooit meer iets van hem
gehoord
ïGeen taal of teeken, mijnheer.
»En heeft dien Makko niets nagelaten,
geen papieren
»Neen, mijnheer de avekaat. 't Was
bij hem' 't spijt me dat ik het zeggen
moet, een nakende boel hij had in den
laatsten tijd, zonder dat iemand het wist,
alles zijn huis uitgebracht. O die onge
lukkige drank Voor dat er iemand van
de buren kwam, heb ik nog gekeken of
er ook iets van waarde was in de oude
latafel, die er nog stond, want ik dacht
je kunt nooit weten, als er onbetrouwbare
handen aankomen maar er was niets
in of op de kamer, anders niet dan
paar hondenhokken, die we lot brar.dhou
hebben geslagen. Hij was van zijn vak
hondendressT-ider.
WorJt vervolg-i
t Lifil van Heusilëo n Aitene, u Langstraat en it Boiisierwaarl.
CUBA
d Juisten wat weet u van dien Makko