01
ii Altm i§ Laiostrait ei
ggEsieierwiarl
MAGAZIJN
Hinthamerstraat 24,
BOSCH
rei
Und van altena
Uitgever: L, J. VEERMAN, Heugden.
No. 3809. Zaterdag 14 September. 1918.
EEDILLETON.
Kit AT ES,
BAHLMANN's
Heeren- en
Kinderkleeding.
Gorinclieiii.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 4.05,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel
meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4 uur ingewacht.
Tel. Int. 492
sïi
(bedrukt)
Alle soorten Sigaretten worden aan wederverkoopers tegen
fabrieksprijzen geleverd.
BÜITENLANDSCH OVERZICHT.
Op het oogenblik zijn de terugwijkende
troepen der Duitschers tot staan gekomen.
De Hindenburg-linie is bereikt en nu komt
het er op aan die te behouden. Het leger
moet wel zoo afgemat zijn van dat onop
houdelijke terugtrekken en afslaan der
vijandelijke aanvallen, dat een flinke rust-
pooze geen kwaad zal doen. Een overwin
ning behalen zal de Duitschers wel niet meer
weggelegd zijn, zeker niet in den eersten
tijd. Alles moet dus nu op haren en snaren
gezet worden om een nederlaag te vermijden.
De Eng. oorlogscorrespondent Gibbs meldde
daaromtrent.
»De voornaamste Hindenburglinie ten
Oosten van al deze achterhoedegevechten
schijnt nu door keurtroepen bezet te worden
gehouden, terwijl de in de laatste gevech
ten ontredderde divisies daarachter terug
gaan. Aldns kan de vijand op het oogen
blik [uitblazen en kan hij ria den baaierd
der laatste dagen, waarin zijn strijdkrach
ten, de groote bekwaamheid zijner aan
voering ten spijt, hopeloos dooreengehutsëld
raakten, hopen, zyu verdedigingsstellingen
volgens de tradities van den stellingoorlog
te ordenen en het geschokte moreel te
verbeteren.
Daarnaast kan men de volgende uitlating
plaatsen van Duitsche zijde, waarin bijna
juist hetzelfde wordt gezegd. Zij is van
generaal von Liebert.
In het algemeen gesproken is de oude
Siegfriedstelling weder bereikt, de troepen
zyn in een positie gebracht, die voordeeli-
ger is dan alle andere, waarin zij zich sedert
EEN LEVENSBEELD.
30
De toekomst lachte hem rooskleurig te
gen zijn hoogste wensch zou vervuld wor
den hy zou muziek hooren 1
Nauwelijks kon hij aan zooveel geluk
gelooven't overstelpte hem hij was
zenuwachtig en gejaagd en eerst toen hij
in den postwagen zat die hem naar de
stad zou brengen werd hij kalmer.
's Avonds laat kwam hij in het huis van
den muziekmeester Tournel, aan wiens zor
gen zijn beschermer hem had toevertrouwd
aan en toen hij in het kleine kamertje,
dat hem als verblijf werd aangewezen, ter
ruste zou gaan, zuchtte hij in stilte Als
het maar geen droom is. a
Neen 't was geen droom, daar lag im
mers zijn viool op tafel, daar stond in den
hoek een muzieklessenaar en daar, op den
stoel, hing een nieuw pak kleêren, zoo goed
als hij er nog nooit een had aangehad.
Toen hij den volgenden morgen vroeg
ontwaakte, scheen de zon warm en vrien
delijk in zijn kamertje, blonk glinsterend
op de daken, en speelde met het loof der
hoornen van het kleine tuintje achter het
huis. Zijn oude viool scheen hem op tafel
het begin van het offensief hebben bevonden.
Onderkomen voor de reserve in bewoonde
plaatsen, in huizen, hebben zij stellig in
lang gekend. In de voorste linies vinden
zij wederom soliede onderstanden en dek
kingsloopgraven die hen tenminste tegen
de ergste werking van het vijandelijk vuur
beschutten en aan het oog van den tegen
stander onttrekken, a
Wat ook eén factor is die de Duitschers
te hulp komt, is het ongunstige weer.
Het raast en jaagt in de luchten, niet
alleen in Nederland, maar ook in Frank
rijk. Zoodoende kunnen de vliegtuigen al.
heel slecht tot verkenning uitgaan, terwijl
de tanks door de modderpoelen niet voor
waarts kunnen. Hoe noodlottig het werk
der entente-vliegtuigen voor de Duitschers
was, bleek wel uit wat Freitag von Lo-
vinghoven dezer dagen zeideDoor de
vijandelijke luchtverkenning is iedere ver
rassing (van Duitsche zijde namelijk) indien
niet onmogelijk gemaakt, dan toch zeer
moeilijk geworden.
In deze stormachtige dagen is natuurlijk
door de geallieerden slechts een beperkt
gebruik te maken van deze superioriteit in
de lucht. Hetzelfde geldt vermoedelijk
voor de tanks, waarbij nog komt dat de
Duitschers door overstroomingen het ope-
reeren met deze werktuigen op verschil
lende plaatsen vrijwel onmogelijk hebben
gemaakt.
Er is dus nu in het groote offensief
der geallieerden, dat van den 18en Juli af
geduurd heeft, een pauze gekomen. Eu
vanzelf komt de vraag naar voren Wat
nu Generaal Liebert zegt
toe te lachen, 't Was alsof zij hem toe
riep Goeden morgen zie je me niet
hier ben ik.
't Was nog doodstil in huis. Hij luis
terde, niets bewoog zich. Zonder gedruisch
opende hij het vensterzoel en geurig
stroomde de frissche morgenlucht in het
vertrekje, een vogel zong in den tuin en
een bij gonsde naar bipnen.
Hij ademde met wellust de heerlijke lucht
in. Snel kleedde hij zich aan en keek met
aandacht naar de bij, die vergeefsche po
gingen deed om weer buiten te komen.
aSzoemm szoemm gonsde het insect,
en stootte tegen dé vensterruit.
»Wou je er uit, kamerraad
»Waf! waf! waf!« klonk een kort
blaffen buiten.
Boppie Dorus boog zich uit het
venster.
Waf 1 waf k
»Ouwe jongen, ben jij daar? Hoe kom
je hier, ben je mij nageloopen
»Waf
»Koest dan Boppie, koest dan, spring
niet zoo op, je kunt toch niet bij mij,
koest dan Bop
't Blaffen buiten ging over in een zacht
gejank, 't Werd weer stil in den tuin.
»Dat's aardig®, lachte Dorus in zich
zelf, »hij is me nageloopen, goed beest k
Hij zag naar buiten. Boppie lag rustig in
't grasperk, en keek omhoog naar 't open
staande venster. Zijn stompje staart kwis
pelde onophoduelijk heen en weer, en toen
Opmerkelijk is het, hoezeer de Ame
rikanen in de laatste weken van den oor
log op den achtergrond zijn gebleven. Men
hoort veelal vragen naar de verblijfplaats
van de, met «zooveel bombarie aangekon
digde, massa's van de overzijde van het
groote water. Het eerste Amerikaansche
leger verlengde den rechtervleugel van het
aanvalsleger van Foch, heeft evenwel slechts
enkele divisies tusschen Aisne en Vesle
ingezet en nog geen groote actie onder
nomen. Wat voeren de helden van de
Delaware en Missisippi in hun schild Wij
moeten ons voorbereid houden op een plan
van beteekenis, juist omdat zij zich zoo
zeer den tijd gunnen, en niet hebben be
sloten, om tegelijkertijd met de massale
aanvallen van Foch los te stormen, maar
zelf hun tijd uit te kiezen. Zij kunnen
de Aisne-linie forceeren en den Chemin
des dames bestormen, f Dat zou evenwel
een herhaling van vroegere heldendaden
zijn.
Misschien lokt hen een aanvalsdoel ver
der naar het oosten, waar het in de Ar-
gonnen en in de streek van Verdun ta
melijk lang rustig is gebleven. Reeds
wegens dezen nieuwen vijand, die heimelijk
den weg naar Frankrijk heeft gevonden,
om nu als de laatste versche kracht de
Duitsche strijders aan te vallen, die al
vier- oorlogsjaren achter den rug hebben,
het van groot belang, dat de Duitsche
legerleiding^ het front aanzienlijk heeft ver
kort, de bedreigde flanken aan den tegen
stander heelt onttrokken en haar reserves,
opslagplaatsen, hoofdverbindingslinies enz.
is genaderd.
Wanneer de Duitsche geest ongeschokt
blijft laat het zich wel aanzien, dat de ge
allieerden nog een geweldige krachtsinspan
ning zullen moeten ontplooien om hun tegen
stander naar zijn eigen land terug te drijven.
De Duitschers zijn waarlijk nog niet aan
het einde van hun kunnen en zij hebben
in die oorlogsjaren die achter hen liggen
nog wel voor heeter vuren gestaan. Maar
toen was er nog niet de vrees dat zij wel
eens het onderspit konden delven. Doch
nu treedt het overal aan den dag, dat er
iets hapert, wijwezen reeds herbalde
malen op uitlatingen van generaals en staats
lieden die er op aandrongen dat èn de
burgea én de militairen hoofd en hart om
hoog gericht moeten houden. Nu is het
weer de Duitsche Keizer die zich geroepen
gevoeld heeft zijn voik tot taaie volharding
aan te zetten. In een rede tot de werk
bij Dorus weer aan 't raam zag, blafte hij
zachtjes.
ïDe viool op tafel ziet er vandaag heel
anders uit dan gewoonlijk,dacht de knaap.
»Ze is ve.l glimmendet' dan vroeger, ik
wou wel eens hooren of ze ook mooier
klinkt. Ze slapen hier nog allemaal in huis
ik durf niet, ze zullen wakker worden.®
Hij naderde de tafel. »Zouden ze het be
neden hooren kijk daar zit een ve
zeltje aan de kwint, dat moet er toch af.«
»Ting kwam de snaar, toen hij haar
aanraakt». Dat »ting« was beslissend, hij
nam de viool op en speelde pizzicato zachtjes
een paar noten. De strijkstok lag nog op
tafel, het zonlicht tintelde in het paarlmoe-
ren belegsel van den stok.
»'tls toch een mooi stokje,dacht hij
Hij greep er naar en woog het in de hand.
»Hè 1 licht als een veer en toch sterk
Beneden in den huisgang sloeg de klok
zeven uur, »'t is nog te vroeg om te spelen.
Och, maar als ik 't heel zachtjes doe, dan
hooren ze het niet.«
Luchtig en licht gieed de strijkstok over
de snaren, 't was een vluchtige oppervlak
kige melodie die zachtjes door het vertrekje
klonk.
Dorus speelde, en vergat allengs dat hij
niet alleen in huis washij speelde
voort, het heerlijke zonlicht, de frissche
morgenlucht bezielden hem.
»Waf! waf! waf!® blafte Boppie in
den tuin hij herkende de zangerige stem
lieden van Krupp heeft hij o. a. gezegd
In dezen langen oorlogstijd zal menigeen
zich hebben afgevraagd Hoe is dat kunnen
gebeuren, waarom moest ons dat overko
men, nadat wij 40 jaar in vrede hadden
geleefd M. i. is dat een vraag die een
antwoord wel waard is en die ook voor
de toekomst van onze kinderen en klein
kinderen moet worden beantwoord. Ik heb
er lang over nagedacht en ben tot het
volgende antwoord gekomen In de wereld
strijdt goed tegen kwaad, dat is van boven
eenmaal zoo beschikt. Het neen van den
twijfelaar staat tegenover het ja van den
ontdekker, het neen van den pessimist
tegenover het ja van den optimist, het
neen van den ongeloovige tegen het ja van
den geloofsheld, het ja van den hemel
tegen het neen van de hel.
Gij zult me gelijk geven als ik dezen
oorlog kenschetst als voortgevloeid uit de
groote ontkenning en als gij vraagt welke
ontkenning dat is dan antwoord ikhet
is de ontkenning van het recht van bestaan
van het Duitsche volk, het is de ontkenning
van onze geheele kuituur, het is de ont
kenning van onzen arbeid en yan onze
prestaties. Het Duilsche volk was vlijtig,
in zichzelf gekeerd, het streefde opwaarts
en vond op elk gebied nieuwe wegen, het
werkte zoowel met den geest als met het
lichoam. Er waren echter lieden, die niet
wilden werken doch op hun lauweren wilden
rusten. Dat waren onze vijanden. Wij
kwamen hen te na door onzen scheppenden
arbeid en de ontwikkeling van onze nijver
heid, wetenschap, kunst, volksopvoeding,
sociale wetgeving, enz. Daardoor kwam
ons volk in de hoogte en dat prikkelde
onze vijanden tot strijd tegen ons. Zoo
kwam de oorlog over ons.
Na ér op gewezen te hebben, hoe alle
pogingen der Duitschers om vrede te sluiten
met hoon en minachting beantwoord wer
den, besloot hij zijn rede aldus
Mijn verzoek aan u, mijn beroep op u
en door u aan de geheele arbeidersklasse,
die zich zoo uitstekend geweerd en zoo
bekwaam betoond heeft, en door hen aan
het geheele Duitsche volk, is de volgende
Voor mij en mijn verhouding tot mijn
volk geven mijn woorden van 4 Sept. 1914
den doorsiag »Ik ken geen partijen, enkel
Duitschers.® Het is tharis geen tijd voor
partijen wij moeten ons allen aaneenslui
ten tot een blok.
En hier is zekerlijk allereerst het woord
op zijn plaatsWordt sterk als staal.
DRAAGT
daarboven.
Öorus hoorde het niet, en fantaseerde
verder.
Bravo Bravo! mijn jongen,® klonk
eensklaps de stem van Dorus' mentor, den
muziekmeester Tournel, die zachtjes was
binnengekomen.
Bravoherhaalde hij, »heel aardig
gespeeld, maar 't is wildzang, en als je
daar mee doorgaat, komt er niets van je
terecht.Verwonderd zag Dorus den heer
Tournel aan, die hem een muziekboek voor
hield, en vervolgde »als je dit hebt door-
gestudeerrd moog je weer eens fantasee-
ren. Voorloopig moet je er mee ophouden.
Beloof je me dat
»Als het noodig is, zeker.®
»Goed berg dan nu je instrument maar
op, laat 'k het eens zien.® De muziek
meester hield de viool schuins voor het
venster, zoodat het licht door de S gaten
viel, zag opmerkzaam binnen in de kast,
en mompelde, een paar accoorden grijpen
de »'t is een aardige viool, 't lijkt mij een
Kuyper te zijn, en hij klinkt goed op de
D en de G. Kom, vriendje, nu ontbijten,
Augusta en Barbara wachten op ons.®
»Waf! waf!® klonk het buiten.
»Dat is Boppie, mijnheer
Verwonderd keek de muziekmeester op,
toen hij antwoordde
»Wat bedoel je
»Hij is me nageloopen
»Wie
»Mijn hondje, Boppie Mag ik hem hier
Toont uw kracht.Wie dus onder u be
sloten is aan deze wyze opwekking gevolg
te geven, wie het hart op de rechte plaats
draagt, sta op en belove men nu uit naam
van de geheele Duitsche arbeidersklasse
wij zullen strijden en volhouden tot den
laatsten man. Zoo helpe ons God. En wie
dat wil, die antwoorde »ja.«
De aanwezigen antwoordden met een
luid »ja.«
Met dank voor dit »ja« zeide de
Keizer ga ik thans tot den veldmaar
schalk. Het komt" er thans voor ieder van
ons op aan zijn plicht en gelofte na te
komen en zich met hoofd en hand tot het
uiterste in te spannen voor het vaderland.
Iedere twijfel moet uit hart en zin ver
bannen worden. Het is thans zaak dat de
Duitschers het zwaard hoog, het hart sterk
en de spieren gespannen houden, in den
strijd van alles wat tegen ons is, al zou
het nog zoo lang moeten duren, En daarbij
helpe ons God. Amen. En nu »leeftwel,
menschen.®
Een wonderlijk man, die Duitsche kei
zer. Hij is öf een volleerd huichelaar, die
zijn booze heerschzucht en duivelsche plan
nen onder een mom van vredelievendheid
en godvruchtigeid zoekt te verbergen, óf
een man die gelooft in het recht van zijn
zaak, die hij als heilig en onbesmet be
schouwt.
Ook graaf Burian, de minister van bui-
tenlandsche zaken van Oostenrijk-Hongarije,
heeft weer een toespraak gehouden. Hij
vroeg of het geen groote dwaasheid was,
bij mij houden
»Hm 'k houd niet veel van honden, ze
kunnen zoo slecht tegen muziekdat's
lastig.®
»0 hij niet, hij jankt nooit. Toe mijn
heer laat 'k hem maar houden Al joeg
ik hem ook weg, hij zou toch iederen keer
weerom komen en Dorus keek vrien
delijk lachend, maar met een zweem van
trots den heer Tournel aan. »'t Is geen
gewoon dierhij kan op de klok zien,
domino spelen en tellen.
»Dus een professor onder 't hondenge
slacht,® lachte Tour nel.
»Waf! waf!®
Eensklaps boog Dorus zich uit het ven
ster en riep »Bop.®
Waf
»Geef attentie, Bop hoeveel is tweemaal
twee Dorus maakte een bijna onmerk
baar teeken met de hand, en sprak op den
echten kermistoon.
»Wafwaf! waf!®
»Hoort u 't?«
»Heel aardig! Nu houd hem dan maar
bij je, maar je moet afwennen om zoo
raar met hem te spreken.
»Ja, meneer
De oude heer Tournel, aan wien voor
loopig door dokter Abels Dorus' opleiding
was toevertrouwd, leefde stil en bedaard
met Augusta, zijn kleindochter, een wees,
in ue provinciestad, aan welks uiteinde de
villa van den dokter stond.
Wordt vervolgd.)
MM
CUBA
n ft fft.
d Koest