ÖÖUD MAKEN
Uitgever: L. J. YEEEMAN, Heusden.
No, 3820, Woensdag 23 October1918.
K
KRATHSS;
m.'
UND VAN ALTENA
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 tnaanden 1.20,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel
rneer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4 uur ingewacht.
Ze zijn er maar op uit om geld te
maken, die menschenWat is er al
geknoeid, gesmokkeld om maar van
dat heerlijke geld machtig te worden.
ISiog nooit is de wisseling van fortuin
zoo groot geweest als in onzen tijd
Door daling of waardeloos worden
van geldswaardige papieren zijn ge
■fortimeer.de families tot den bedelstaf
gebracht. Door smokkelarij, ketting-
handel, zijn menschen die niets be-
zaten rijk-geworden, 't Geldt daarbij
ook wel weer zoo gewonnen zoo ge
ronnen, en wie vandaag rijk geworden
was, is morgen misschien weer arm
maar het is en blijft een feit dat het
geld een eigenaardige piaats inneemt
in onze hedendaagsche maatschappij
'k Heb meer dan eens hooren zeggen
wie op het oogenblik een beetje geld
heeft en een niet al te groote domkop
is, die moet in den handel rijk
worden -'t Geld ligt eigenlijk op straat
opgeschept en 't is maar voor het
grijpen. En wat heeft iedereen het
toch graag. Want ik geloof niet dat
er velen zullen zijn die het er werke
lijk mee eens zijn dat: Goud en Zilver
maar slijk is. Iedereen spant zich in
om een beetje van dat aardsche slijk
machtig, te wordenliefst nog wat
meer dan hij strikt noodig heeft. Want
die ronde schijfjes van dat gele metaal
ze stellen een mensch in staat te
koopen veel wat begeerlijk is. En al
zijn bet geen ronde schijfjes, maar
een klomp goud, dan is het ook nog
zoo erg niet.
Zoo is het in de vroegste tijden al
geweest. Maar in die vroegste tijden
poogde men op nog makkelijker wijze
er aan te komen dan numen zocht
in vroegere eeuwen niet goud te
verdienen, maar goud te maken.
En het is ook wel de moeite waard
f 1650 per K.G.1 L. goud heeft een
waarde van f31,000 Met een vijfkop
ben je klaar. En er waren er genoeg
van die goudzoekers, of alchimisten
zooals ze met een vreemd woord ge
noemd werden.
Het vraagstuk van de alchemie
was voornamelijk gericht op de ver
vaardiging van een tweetal geheim
middelen. Een daarvan zou het ver
mogen hebben om onedele metalen
in goud te veranderen. Dit middel,
welks bestaan men aannam, droeg
den naam van „den rooden leeuw",
van „de roode tinctuur", en men
schreef daaraan de hoogste kracht
toe, niet alleen om metalen te ver
anderen, maar ook om alle kwalen
te genezen en het leven te verlen
gen, Men noemde het daarom ook
„den steen der wijzen" en „het le-
veoseliair Het tweede middel noemde
men „de witte leeuw", „de witte
tinctuur,", en diende om alle onedele
metalen in zilver te herscheppen.
Het is te begrijpen dat er onder
de alchimisten veel bedriegers waren,
die voorgaven de kunst van goud te
maken gevonden te hebben, en die
er eenvoudige luidjes in' lieten loopen.
Zoo hadden de rondtrekkende al
chimisten steeds zwavelgoud of goud
poeder bij zich, om die bij hun
werkzaamheden ongemerkt met on
edele metalen te vermengen, of' ze
bezigden holle staven, die met goud
stof gevuld eü van onderen met was
dichtgemaakt waren. Wanneer zij
daarmee het lood in de smeltkroes
omroerden, smolt het was en de
kostbare inhoud stortte er zich in
uit. Door een aanhoudende gloei
hitte verbrandde het lood tot asch
en het goud bleef nagenoeg zuiver
achter.
Eerst in de 18e eeuw kreeg de
alchemie een gevoeligen knak en de
wijze negentiende eeuw heeft uit de
hoogte neergezien op die menschjes
van vroeger, die vermoedden, dat ze
van zilver of van kwikzilver of van
lood, zegge lood, goud zouden kunnen
maken. Maar de twintigste eeuw, die
nog een beetje verder heeft onder
zocht, durft niet meer zoo boud zeg
gen, dat een ding onmogelijk is. Me
talen zijn elementen, zei de negen
tiende eeuw, én een element is niet
samen te stellen uit andere stoffen,
want dan zou het geen element zijn
Halt, roept de twintigste, en ze toont
het element radium, dat het element
helium afgeeft en nog wel andere
emanaties, en waarbij ten slotte het
element lood zal achterblijven. Ja,
lood, waarop de goudzoekers van vroe
ger. eeuwen een kijk hadden, bijna
even begeerig als op „den vluggen
H.
EEN LEVENSBEELD.
40
«'k Zal die paraplui maar meenemen,
de mijne is weg, en meteen neemt zij
het regenscherm onder den arm.
«Slaap wel, Strijkkie droom ereis van
me,«
«Geef m'n parapluie op, gauw I« hij
grijpt te vergeefs naar zijn eigendom.
»Mis," poes Zal je om 't broekkie den
ken, ouwe heer Wel te rusten,en
met .een grijnzenden lach gaat zij de deur
uit, die Strijkman werktuigelijk heeft ge
opend. «N'avend Strijkman Kijkt 1
't regent.®
Op straat gekomen, lachte zij er hei
melijk om, dat zij den ouden vrek zoo
heeft beetgehad, en denkt er over na, hoe
zij t aanleggen zal om haar prooi altijd
zekerder en vaster te verstrikken.
Strijkman is na haar vertrek moedeloos
op zijn stoel neergevallen, en zucht«'k Ga
op de flesch wat moet ik beginnen, 'k heb
niets geen recht tegen haar.® Hij schreit
van woede en spijt, en slaat de magere
knokkelige handen herhaaldelijk tegen zijn
voorhoofd. «Wat te doen, wat te doen
Boven in huis op een der kamers is
het onrustig geworden. Er is ruzie, hevige
ruzie, allerlei verwarde stemmen schreeuwen
dooreen, en duidelijk verstaat hij de woor
den «Vrouwenbeul je moest je schamen
je vrouw zoo te slaan.
»Ik kan myn eigen vrouw slaan als ik
wil, ze moet doen wat ik zeg, en anders.
Strijkman luistert aan de trapdeur staande.
Wederom hoort hij die schrille stemmen.
Ze klinken onheimelijk door den nachthij
hoort hoe de vrouw gilt en huilt, hoe de
basstem van den man zich telkens weer
verheft, en eindelijk, hoe er opnieuw klap
pen vallen.
Op zijn gelaat komt een duivelachtige
uitdrukking, er is bij hem een gedachte
opgekomen, die hem doet glimlachen als
een sater, «als ik haar eens trouwde, dan
had ik recht, hm 1 die suffe bochel heb
ik dan op den koop toe, maar 't is mis-
•schien toch de wijste weg, hè hè I hè hè
Hij lacht en schurkt zijn schouder heen
en weer. «Ik trouwen, 't is zot, maar toch
de beste weg ik heb meteen iemand die
den boel aan kant kan houden, en als zij
sporreling maakt, dan hij slaat met
de hand door de lucht, «hèhèhè
hè
't Is een goed idee. De jongen heb ik
altijd bij de hand, het wijf kan mij niets
meer maken ze kan toch haar eigen man
niet aangeven en de rest zal ik wel met
haar vinden. Hè hè, hè,® nogmaals klieft
hij de lucht, ditmaal met de pook, die hij
van de kachel'heeft genomen, «'k zal haar
trouwen, hè, hè, hè 1 en dan ,c
Mereurius", kwikzilver.
Ze zochten goud te maken, de on
derzoekers van tientallen eeuwen. De
oude Egyptenaren hielden er zich^al
mee bezig en de wijze Grieken en
Romeinen doden er zoo druk aan, dat
een Romeinsch keizer het zelfs dien
stig achtte, de geheimzinnige boeken te
laten, verbranden. De monniken der
kloosters besteedden er ook wel meer
dan een verloren uurtje aan, en nog
in de achttiende eeuw was er een
man, die goud zocht en porselein
vond wie weet, hoeveel nuttige
uitvindigen wel gedaan zijn door de
mannen die hoopten, goud te maken
Ze zochten goud te maken eri ze
meenden, dat het kon. En bij de
proefnemingen hebben ze stoffen sa
mengesmolten en samengemengd, heb
ben de stoffen door verhitting ontleed
en in zuren opgelost, en daarbij heb
ben zo de eigenschappen der stoffen
ontdekt en de wetten gevonden, waar
aan de grondstoffen gehoorzamen, en
ze hebben langzamerhand de belang
rijke wetenschap opgebouwd, die wij
thans chemie, scheikunde, noemen,
en die misschien meer dan eenige
andere wetenschap invloed heeft uit
geoefend op het dagelijksch leven.
Dat de Duitschers door een „wereld
van vijanden" nog niet overwonnen
zijn, dat hebben ze aan hun schei
kunde te danken, die hen voor alle
dingen een Ersatz doet vinden, tot
voor levensmiddelen toe. En voor
die wetenschap is de grond gelegd
door den goudzoeker, door den man,
die met zooveel ernst onderzoekt, wat
het resultaat zal ziju van de werking
der stoffen in zijn glazen kolf. Eere
aan den goudmakerHij was een
wetenschappelijk man, of liever, werd
het. Dat hij zich honderden malen
vergist ttèeft, is hem niet ten kwade
te duiden de natuur legt haar ge
heimen niet bloot aan den eerste den
besce, maar dat hij ondanks alle te
leurstellingen volhield, neen, dat is
waarlijk niet alleen, omdat de win
zucht hem dreef, dat was ook de
drang, de loffelijke drang om het doel
te bereiken. En daarom nog eens:
Eere aan den goudmaker
XII
Bij oude vrienden.
.»'t Wdrdt mij hos langer hoe duide
lijker, beste vriend, dat ik nog in heel veel
zaken bij anderen achtersta. Hoewel ik
mijn best doe om in te halen, wat ik in
mijn kinderjaren heb verzuimd of niet kon
aanleeren, toch schijnt het mij alsof ik er
nooit zal komen. Soms bekruipt mij een
gevoel van moedeloosheid, als ik hier de
andere jongelui zie, die reeds zoo vroeg
ruimschoots zijn vtforzien geworden van alles
wat ik mis, en 't kost mij inspanning om
niet jaloersch te zijn. Ik troost, mij met
de gedachte langzaam gaat zeker. Hier
op 't conservatoire heb ik veel gestudeerd
en nog meer te studeeren, maar ik ga
vooruit en ge zoudt er u over verwon
deren als gij mij hoordet spelen, hoeveel
beschaafder en rijker mijn toon is gewor
den. Mijn Cremona is heerlyk en wekt
de afgunst van het halve conservatoire op.
Wat heeft die beste dokter Abels mij daar
toch een heerlijk geschenk mee gemaakt
a propos, heb ik u reeds medegedeeld, dat
juffrouw Aibertine mij met haar man op
haar huwelijksreisje heeft bezocht, 'k Was
blij haar te zien en te vernemen, dat zy
gelukkig ,is. Haar vader schreef mij ook
dezer dagen. De goede man blijft steeds
mijn beschermgeestik wou maar dat ik
bij machte was hem te bewijzen, hoezeer
ik gevoel welke verplichtingen ik aan hem
BÜITENLAN3SCH OVERZICHT.
Met een bijna onbeteekenend feit ving
de huidige wereldkrijg aaneen moord
aanslag op een vorstelijk persoon. Maai
bij gaat eindigen met verbijsterende ge
volgen. Met bijna verdoofde zintuigen
nemen wij het gekraak in ons op, waar
mede de groote rijken van het Oosten van
ons werelddeel ineenstorten. De keizerrijken
van Oost-Europa verbrokkelen. Daar is de
Donaumonarchie. Ze is bezig uiteen te
vallen. Daar zal misschien weinig van
overblijven. Wilson heeft nl. zijn antwoord
gezonden op de vredesnota van Oostenrijk-
Hongarije. Wij kunnen er van zeggen,
dat dit nu eens niet vaag en onduideiyk
is. Met ronde woorden verklaart de pre
sident, dat hij weigert te bemiddelen ten
behoeve van den vrede, op grondslag van
zijn eigen program, omdat het inmiddels
zijn program niet meer is. Daar hebben
dingen plaats gegrepen sedert zijn betoog
van 8 Januari die, zoo zegt hij, noodza
kelijkerwijze de houding en de verant
woordelijkheid der Ver. Staten hebben
veranderd.
Onder de veertien voorwaarden voor
vrede, die de president op dat tijdstip ont
vouwde, kwam ook de volgende voor
aan de volkeren van Oostenrijk-Hongarije,
wier piaats onder de natiën wij gewaar
borgd en verzekerd wenschen te zien, moet
da meest vrije gelegenheid tot zelfstandige
ontwikkeling worden toegekend,®
Sedert deze uitspraak op papier gesteld
en voor het congres der Ver, Staten geuit
was,, heeft de regeering der Ver. Staten
erkend, dat de staat van oorlog bestaat
tusschen de Tsjecho-Slowaken en de Duit-
sche en Oostenrijksch-Hongaarsche keizer
rijken en dat de Tsjecho-Slowakische nati
onale Raad de facto een oorlogvoerende
regeering is, bekleed met eigen zelfstandig
gezag voor de leiding van de militaire en
politieke zaken der Tsjecho-Slowaken. Zij
heeft ook op de volledigste wijze de recht
vaardigheid erkend van de nationalistische
verlangens der Zuid-Slaven naar vrijheid.
M. af. w. Oostenrijk-Hongarije moet
ophouden te bestaan. De Tsjecho-Slowaken,
zooals men wee't, hebben een leger. Dit
leger bestaat uit soldaten, die vroeger tot
het Oost.-Hongaarsche leger behoorden,
die in Rusland gevangen genomen of over-
geloopen zijn, later bevrijd en thans
vechten tegen de Bolsjewiki. Deze nieuwe
staat heeft ook al een regeering, voorloopig
je, Augusta, dat doet me genoe-
heb.
«Zie
gen, als ik zoo iets lees. Die jongen is
dankbaar en hartelijk ik verlang er zeer
naar orn hem weer te zien,« zegt de heer
Tournel, die in zijn huiskamer zit en een
brief van Dorus hardop voorleest.
«Schrijft hij niet of hij spoedig komt,
grootpapa?® vraagt het meisje, dat, met
eenig borduurwerk bezig, bij 't venster
plaats heeft genomen en aandachtig luistert.
«Zeker zoo dadelijk zul je 't hooren.®
Tournel vervolgt met lezen Ik ver
lang er ook naar u allen weer te zien en
voor u te spelen. Juffrouw Barbara zal
«Wat zal juffrouw Barbara vraagt
eensklaps de huisgeest van den muziek
meester, met een stapel borden in de han
den en een paar opgerolde servetten onder
den arm binnenkomend.
«Stoor me niet.« Tournel vervolgt
«Juffrouw Barbara zal nu niet meer over
mijn gezaag te klagen hebben, zelfs mijn
fantaseeren zal, hoop ik, nu genade vinden
in haar oogen.®
«Zoo, denkt hij dat,« pruttelt de ma
trone, »hm hij kan zich wel eens ver
gissen wat wordt die jongen pedant!®
«Pedantgeen zweem er van, Barbara
«Ja, jij kunt geen kwaad van hem hoo
ren maar je zult zien, 't wordt later een
kwast dat zijn artisten toch allemaal I®
«Zoo dank je voor het compliment.®
«Niet te danken, Tournel, 't is tot je
dienst.®
te Parijs.
Uit dit alles blijkt we dat Wilson met
zijn vroeger vredesprogram gebroken heeft.
Ais de vijand verklaartlk wil op grond
van de voorgestelde voorwaarden mij onder
werpen, dan zegt hij Dat is best, maar
ik heb ook nog andere eischen. Als dat
zoo voortgaat beteekent dit niets meer of
minder, dan dat de tegenpartij zich onvoor
waardelijk moet overgeven.
Wij noemden Oostenrijk-Hongarije dat
opgelost wordt.
Vervolgens is daar Rusland. Hoe zeer
de gebeurtenissen in dit gebied van het
viervoudig verbond ons gespannen houden,
wij kunnen daarbij toch niet vergeten den
chaos die er heerscht in het oude Czaren-
ryk. Vaneen gescheurd, tegen zich zelf
verdeeld, aan de gruweiykste willekeur van
de mannen van Lenin overgeleverd, moordt
het zich zelve uit.
Dan Turkije. Ook dat schijnt zijn einde,
als groote staat tegemoet te gaan.
Dan is daar de Balkan. Het is er een
heksenketel. Wat daaruit te voorschijn
zal komen is nog niet te zeggen. Dit weten
wij tenminste uit de puinhoopen van mid
den- en Oost-Europa zal het oude Poolsche
rijk weer verrijzen. Maar hoe groot dit
zal zijn is nog onbekend.
En nu te midden van al die omwente
lingen staat daar nog het Duitsche rijk.
Wat zal daarmede geschieden Dit besef
fen wij allen het is een hard gelag en
een hoog spel zich te moeten toevertrouwen
aan de welwillendheid van zijn vijanden,
die overwinnaars zijn. Het kan niet anders
of Duitschland zal verschrikkelijk moeten
bloeden. Wilson speelt met zijn slacht
offer als d£ kat met de muis. Hij geeft
het ongelukkige land telkens hoop om den
dans te kunnen ontspringen, maar nauwe
lijks doet Duitschland pogingen om den
doodelijken greep van een oneervollen vrede
te ontgaan of daar is de klauw alweer die
het pijnlijk doet gevoelen dat het zich op
genade of ongenade heeft over te geven.
Voor heden kunnen wij meedeelen, het
lang verwachte antwoord van Duitschland
op Wilson's laatste nota. Wij herinneren
ons dat de President de eisch stelde geen
wreede oorlogvoering meer, ophouden met
de duikbootactie en dat hy de verklaring
aflegdeniet ik kan u de wapenstilstand
doen geworden, daarover hebben de gene
raals te beslissen. Welnu Duitschland
onderwerpt zich. Het zegt«de methode
bij de ontruiming der bezette gebieden
«Grootpapa 1 lees verder als 't u belieft.®
«Mijn professeur, monsieur Vianol, heeft
zich onlangs met lof over een fantasie,
die ik gecomponeerd heb, uitgelaten. Hij
zeiC'est fort bien 5a parle au coeur
(wat zegt gij van myn fransch Ja, ik
moet het hier wel leeren, er wordt niets
anders gesproken. Ik heb ook een kleine
burlesque geschreven, die in zijn smaak
viel.
«Wat is die compositieleer toch moeieiijk
en strengik leg er nog dikwijls mede
overhoop, maar ik gevoel en begrijp ge
makkelijk en dat helpt. Ik wou, dat u
eens hoorde wat ik geschreven heb;'kzal
u hierbij een afschrift zenden, dan kunt
gij 't eens spelen en mij uw oordeel zeg
gen
«Heeft u die kopij al
«Ja, kind.®
«En is 't mooi
«'t Ziet er goed uit, maar ronduit ge
zegd 'k waag er mij niet aan.« Tournel
leest verder
.de dubbele flageolletten liggen niet
gemakkelijk, maar ik kon ze niet anders
maken daarom schreef ik er een «ossia®
by.®
«Een ossia, wat is dat, Tournel
«Een andere, gemakkelijker passage,
Barbara.
«Zie je nu wel dat hij pedant is
enielerwaarl
Wordt vervolgd.)