Und van altena
lil it if, lilert m ioepi,
F. N. m POFFEL
DAMES- EN
HEERENKLEEDING i
Uitgever: L* J, VEERMAN, Heusclen.
No. 3885. Zaterdag 14 December1918.
Geurige oude Vorstenlanden 1© cent
Prima belegen oude Vorstenlanden 12
Heerlijke Sumatra sigaar 12
i
FEUILLKT0S.
Si RATES,
BAIILMAYVs
Heeren- en
Hiüderkleeding.
am
TIJDELIJK NOG VERKRIJGBAAR:
:wm
Uitsluitend naar maat.
DRAAGT
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
A b o n n e m e n t s p r ij sper 3 maanden 1.20,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel
meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4 uur ingewacht.
99
99
Bij 300 stuks franco rembours door geheel Nederland.
Gelieve kleur op te geven: licht, middel of donker.
's-BOSCH.
Hia thamerstraat 04,
rJCel- iiit. 41>3.
:eeu
9K
mi mm
BUITBNLANDSCH OVER&ICHT.
Oioot nieuws is er op het oogenblik niet.
En dat zal voorloopig ook wel uitblijven.
De toestand is toch op het oogenblik zoo,
dat heel de wereld vol spanning uitziet naar
de dingen die komen moeten. Wat zal
de vredesconferentie uitwerken Dat is de
vraag die een ieder bezighoudt. Hoe zal
de kaai t van Europa er uitzien als de ge
associeerden hun besluiten hebben genomen,
En wat zal over Nederland worden be
schikt door de groote heeren die straks
samenkomen om over het lot der volkeren
te handelen
Nog steeds is men in het buitenland met
angstwekkende belangstelling vervuld voor
de toekomst van Limburg en Zeeuwsch-
Vluanderen. Zoo heeft de Kamer van Ivoop^
handel te Brussel met, algemeeno stemmen
zich aangesloten bij de resolutie, welke de
Cercle Mariürna den 30en November heeft
aangenomen en waarin de annexatie van
Zeeuwsch-Vlaanderen en de enclave van
Maastricht bij België wordt geëischt.
De bekende rechtsgeleerde professor Nys
gaat in de Independence Beige in het kort
aan de hand van de tractaten en van de
historische ontwikkeling na, hoe de tegen
woordige toestand ontstaan is. Volgens
prof. Nys heeft on^ land de belangen van
Zeeuwsch-Vlaanderen steeds op nalatige
wijze behandeld, dit gebied eigenlijk als
stiefkind beschouwd en uitsluitend op het
oog gehad, de belangen van het oorspron-
EEN LEVENSBEELD.
55
De Donderdag-morgen is daar. Op het
kantoor van den procureur Verhagen kras
sen de pennen niet sneller of langzamer
dan gewoonlijk. De heeren Krasser en
van Blaak zijn even te- voren door hun
patroon genoenzaam ingelicht over hetgeen
weldra gebeuren zal en Keesje, die iritus-
schen van jongste bediende klerk werd, is
er trotsch op, dat ook hij deelgenoot is ge
worden van het plan, dat lieer Verhagen
en dokter Abels, ingelicht door Dorus zelf,
maakten om Philip Stnjkman c. s. in de
val te krijgen. Hij zit op zijn hooge kruk
te popelen van ongeduld.
,»'tls juist een kolfje naar mijn hand,«
denkt hij, en als hij door de mand valt,
zal ik hem nog eens ferm de huid vol-
schelden,* zegt hij in stilte.
»Laat Janus eens even hier komen waar
is hij zegt de heer Verhagen, die voor
zijn bureau zit.
»Hij zit in de keuken zijn boterham te
eten, meneer.a
x>Roep hem hier
Een oogenblik later staat de looper met
den hoed in de hand voor zijn patroon,
»Wat is er van uw orders, meneer
keiijke moederland te dienen. Hij vindt
de kwestie van de volledige bevrijding van
de Schelde van het hoogste gewicht voor
België en beweert, dat de sluiting van de
rivier voor oorlogsschepen van groot nadeel
voor België is geweest. Intusschen wil
hij volstrekt geen pijnlijke en gevaarlijke
incidenten tusschen de beide landen uitge
lokt zien, maar zou veeleer het vraagstuk
op minnelijke wijze willen regelen. Want
zijn de Belgische argumenten juist, dan
moet zulk een schikking bij gemeen over
leg niet moeielijk te vinden zyn.
Terwijl Paul Hijmans. Belgisch minister
van builenlandscbe zaken die België ter
vredesconferentie zal vertegenwoordigen, zich
ook al op een voor Nederland onaangename
wijze over deze kwestie heeft uitgelaten.
Hij moet beweerd hebben dat eertijds
België beroofd is van Limburg en van de
beneden-Schelde. De vredesconferentie zou
aan dit onrecht een einde moeten maken.
Ja er zijn er al die zeggen dat schier heel
Limburg met brandend verlangen uitziet
naar hot oogenblik waarop het bij België
zal gevoegd worden. In verband hiermee
is het goed er op te wijzen dat uit alie
dringen en standen in Limburg één stem
opgaat om te protesteeren tegen al dat
drijven der geallieerden.
Zoo hebben de Provinciale Staten in
Limburg de volgende motie aangenomen.
De jProv. Staten van Limburg, gezien
de in omvang toenemende actie, die in het
buitenland en voornamelijk in de pers open
lijk en onbelemmerd wordt gevoerd, en
waarvan het doel is da inlijving van Lim
burg geheel of gedeeltelijk bij een ander
»Heb je die juffrouw Ram nu gevonden
»jawel, mijnheer 't is een heele toer
geweest, zè woont al sedert een jaar of
derde half niet meer in de buurt en
»'tls goed. Ze zal komen
»Jawel, meneer ze had er eerst geen
fiducie in »ik heb nooit met de heeren
van 't gerecht te doen gehad,zei ze en
ze begreep niet, wat u van haar wou,
maar toen ik haar vértelde, dat er
»Dankje voor 't overige ga, voor meer
dere zekerheid dat zij komt, nog eens naar
haar toe, om haar te herinneren dat ze
tegen half twaaf hier dient te zijn.«
»Bestig meneer
»Je hebt gisteren bij dokter Abels een
paar maal boodschappen gedaan en dien
jongenheer gezien, die met hem logeert,
niet waar
»Orn u te. dienen, meneer
»Heb je in zijn tegenwoordigheid ook
iets van juffrouw Ram gezegd of haar naam
genoemd
ïln 't geheel niet
»Goed, je kunt gaan.«
Morgen, meneer,
Tot Van Blaak en Keesje zich wendend,
vervolgt de procureur Wanneer dokter
Abels eg dat jonge mensch komen, ver
zoekt u hen beleefd zoolang op de boven-
vooikamer te wachten. Als juffrouw Ram
komt, laat u haar in 't spreekkamertje en
zorgt dat zij alleen blijft. Hebt ge dat be
grepen
Van Blaak en Cornelis antwoorden be
land overtuigd, dat de overgroote meer
derheid van Limburg's bevolking een af
scheiding van overig Nederland volstrekt
en onvoorwaardelijk verwerpt, protestaeren
met alle kracht tegen elke poging daartoe
verklaren nadrukkelijk met vooropstelling
van de nationale eenheid en saamhoorigheid,
dat Limburg een en onverdeeld verbonden
wil en moet blijven met Nederland.
Om nog een ander blijk van aanhanke
lijkheid te geven.
De Koningin heeft het volgende telegram
uit Maastricht ontvangen
Negen-en-veert.ig ter vergadering van de
Zuid-Limburgsche distributievereeniging
aanwezige burgemeesters van Zuid-Limburg,
overtuigd mede te spreken namens al de
niet aanwezigen, uiting gevende aan hun
verontwaardiging over het streven van
sommigen om een afscheiding van een deel
van Limburg uit het Nederlandsche staats
verband te bevorderen, boden Uwe Majesteit
de eerbiedige verzekering aan hunner hechte
trouw en innige verknochtheid.
Gelukkig gaan niet alle Entente bladen
met de onmiddellijke beweging tegen Ne
derland mee.
Het Laatste Nieuws van Brussel schrijft
Eens zal ten volle blijken wat het Neder
landsche volk, dat zelf in de treurigste om
standigheden verkeerde, voor onze uitge
weken landgenooten gedaan heeft. Het
Nederlandsche volk heeft in zijn diepe ge
ledingen met ons meegevoeld, en zoo de
Nederlandsche regeerfug het - land buiten
den oorlog te houden met een beleid, dat
aan sommigen, al te angstvallig scheen,
dan geschiedde zulks gedurende ruimen
tijd tot voordeel van de entente in het
algemeen en van ons land in het bij
zonder.
Er is over Nederland veel onzin vel-
's-bosgh
Vughterstr. 87, Tel. No- 657
vestigend.
»Meneer Krasser, wil u zorgen dat wij
niet gestoord worden. U kunt alles be
handelen, wat er komt.« Krasser draait
zijn hoofd om en knikt met de pen tus-
schen de lippen, terwijl hij een brief dicht
lakt.
In juffrouw Juttner's kamertje zit Strijk-
man in zijn gewone zondagsche pak met
zijn onafscheidelijke parapiuie tusschen de
knieën en de weduwe, alias juffrouw Blorn-
mers, geeft haar zoon Kobus nog, zooals
zij het noemt, een pil in, door te zeggen
ïNou niets vragen of zeggen, alleen ant
woorden, hoor je
»Ook niet zeggen van Dorus, moeder ?<r
Dorus, zoo heet je immers en hoe nog
meer ?c< vraagt Strijkman.
»Makko.«
»Goed, heel goed.«
»Maar waarom heet ik nou Makko
«O Kristenziele, wat een os, wat een
stommerd als hij dat daar zegt, loopt
alles mis.»
»Hij zal zen eigen wel stilhouden, Strijk
man, rnaak je maar niet benauwd wat
ben jij toch voor een kerel, bah 1 ,<c
»'t Is kwart voor elf. we moeten gaan.
Zeg Dorus, zal je je goed houden ?<x vraagt
Strijkman nog eens. De parels van angst
staan op zijn voorhoofd.
De onnoozele jongen ziet hem wezenloos
aan en vraagt»Niemendal zeggen
»Hou nou asjeblieft op met zeuren,
spreid géworden.
Onwaar is het, dat in Augustus 1914
Duitsche soldaten over Nederlandsch Limburg
getrokken zijn om ons land te overrompe
len onwaar is het, dat gansch het Neder
landsche volk in een toestand van voor
spoed en welvaart verkeert. Veel menschen
ziji; er integendeel ten onder gegaan. De
kleine burgerij en de werklieden hebben er
honger geleden. En zoo eenige kooplieden
zich verrijkt hebben, dan hoeft men daar
van stellig aan Nederland in zijn geheel
geen verwijt te maken, waar wij hier in
ons eigen land kunnen vaststellen, hoeveel
Belgen op misdadige wijze geld gewonnen
hebben door een al te voordeeligen handel
te drijven met den vijand.
Tegen den onzin en de leugens, die over
Nederland verspreid worden, maken wij
front, en wij zullen niet dulden, dat er
ongehinderd aan het kleine land een twist
gezocht wordt dien men best zou kunnen
bestempelen »Une querelle d'Allemand«.
Waar men het thans bijzonder heeft over
de outwapende Dultschers, die door Neder
landsch gebied teruggetrokken zijn, nadat
de Nederlandsche regeering de gezanten
van de geallieerden verwittigd had, kunnen
wij slechts de opinie voorstaan, dat hoe
sneller die tuchtlooze plunderende en vech
tende benden ons geteisterd land verlieten,
hoe liever wij het zagen.
't Is te hopen, dat deze bezadigde stem
gehoor moge vinden bij de verantwoorde
lijke regeeringsmannen en èr een einde
kome aan het kuipen tegen ons land.
In Duitschland is het nog verre van
rustig. Wie er nu straks de lakens zal
uitieelen is nog niet te zeggen. Wel
schijnen de soldatenraden 'met eiken dag
aan invloed te verliezen.
Allervvege is verzet tegen hen groeiende
en vooral onder de van het front gekomen
troepen is de tegenzin tegen de saldaten-
raden zeer groot. Men verwijt hun minder
foutieve regeeringshandelingen, dan wei
een totaai gemis aan actie. Aigemeen
waardeert men, dat ze met krachtige hand
de or'e hebben gehandhaafd, maar daarmede
is dan ook alies te hunnen voordeele ge
zegd. Organiseerenden arbeid hebben ze
tot nu toe vrijwel niet verricht en door
hun wijze van samenstelling lijken ze hiertoe
ook onbekwaam.
Het dringt door tot het publiek dat deze
soldatenradfen niet de meest ideale regee-
riiigslichamen zijn en de frontsoldaten voor
al achten het noodzakelijk dat zoo spoedig
Strijkman, je bederft er meer mee dan je
goed maakt,zegt vrouw Juttner, terwijl
zij met de anderen de straat opgaat.
Onderweg bespreken zij nog het een en
ander en staan eindelijk op de stoep bij
Verhagen.
't Slaat elf uur. »Ringelingeling,« klinkt
de huisschel.
Keesje springt^ op van zijn kruk en fluis
tert nog even tegen Van Blaak»Daar
zullen ze zijn.«
De procureur, die het schellen eveneens
heeft gehoord, staakt da lektuur van het
stuk, dat hij onder handen heeft en zegt
»Laat ze op het zaaltje en blijf in het
kamertje er naast, tot dat ik schel
»Best, mijnheer
»Ga nu maar open doen
Uitermate beleefd en vriendelijk wordt
het drietal door Keesje aan de deur ont
vangen en met de woorden »Wi!tu maar
zoo goed zyn en op het zaaltje komen
mag ik u maar voorgaan wijst hij hun
deu weg naar de opkamer achter de gang.
Strijkman en vrouw Juttner wisselen
eer» veelbeteekenenden blik, als zij binnen
treden. Keesje geeft hun stoelen.
»Neemt u zoolang plaats, asjeblieftik
zal mijnheer dadelijk waarschuwen, dat u
er is.«
Als" hij zich verwijderd heeft, ziet Strijk
man om naar de deur, staat op, opent die
op een kiertje en ziet oplettend in de gang
niemand ziende, gaat hij weer zitten en
fluistert»Zeg dat's andere thee, hoor 1J
(xorinclieui.
mogelijk de Nationale vergadering bijeen
geroepen wordt.
Maar of hetnu alles in het reine zal
zijn als die vergadering er is Adolf Hoff
mann, Pruisisch minister van onderwijs en
eerediensten liet zich als volgt over deze
Nationale vergadering uit
De vruchten van de revolutie zal het
volk zich niet weer afhandig laten maken.
Leveren de verkiezingen geen socialistische
meerderheid op, dan moet, kort en bondig
de Nationale Vergadering uiteengejaagd en
de dictatuur van het proletariaat gevestigd
worden. Ieder partijgenoot moet dan be
reid zijn, de barrikaden te beklimmen en
het pleit van het socialisme met zijn lichaam
te verdedigen.
De revolutie heeft zonderlinge menschen
naar voren geschoven en wij kunnen er in
komen door de Koeln. Volks Ztg. op de
vraag Wat heeft de revolutie ons geschon
ken, ten antwoord geeft.
I. Een weerloos Duitschlanduitleve-
veririg aan de vijanden op genade en on
genade.
II. Een op aangematigde en ruwe macht
steunende sociaal-democratische regeering
zonder wettelijke reden van bestaan, een
onwettig op willekeur berustend bewind,
III. Een uitschakeling van alle anders
denkenden, met name van de christelijke
volkskringen.
IV. Het gevaar om de beschavingsgoe
deren der vroegere christelijke staats-inrich-
tingen kwijt te raken. Den »Kulturkampf«
om het christelijke geloof in den meest kras-
Zoo heeft hij ons nog nooit ontvangen
»'k Weet niet, Strijkman, maar ik ben
niets op mijn gemak 't is nu al te
mooi.«
»Ben je dolwaarom
»Dat weet ik niet, maar ik heb zoo'n
idéé, dat
Verder komt zij niet, want de procureur
treedt binnen, legt dossier, dat hij in de
hand hondt, op tafel en neemt met een
kort »goeden morgens: tegenover hen in
een armstoel plaats.
Allen zwijgen, alleen Strijkman schraapt
zich de keel en hoest achter zijn rooden
zakdoek.
»Ik heb u verzocht hier te komen, ten
einde nog eens over de erfenis van Dorus
Makko te spreken,
Juist, meneer.
»Er is lang en breed overleg toe noodig
geweest om in deze zaak eenig licht te
verkrijgen. We hebben dat nu en alles
kan geregeld worden, wanneer u voldoende
de identiteit kunt bewijzen van dit jong-
mensch, die u noemt Dorus Makko, den
wettigen zoon is van Nicolaas Makko, in leven
hondenkoopman te Amsterdam.
Strijkman heeft reeds de hand in den
zak gestoken en grijpt uit gewoonte naai
de papieren, maar hij trekt ze ledig terug
en op de weduwe Juttner wijzend, zegt
hij Juffrouw Blommers heeft ze
»Wat
»De pampieren, de bewyzen, meneer !<s
Wordt vervolgd.)
st Liil
using uAltena, is Lannstraat en in Bommeterwaard.