DE BIOSCOOP. land van altena Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3874. Woensdag 30 April1919. FEUILLETON. 1ST HUWIi IIIÏÏWJ Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.20, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag 4 uur ingewacht. Er zijn al heel wat woordjes ge sproken over de bioscoop. Felle tegen standers en hartelijke voorstanders hebben zich laten hooren, of eigenlijk de voorstanders hebben zich laten zien en niet laten hooren. Want de drommen menschen die avond op avond hun pleizier zoeken in de bi oscoop, ze laten het zien hoe deze vermakelijkheid hun liefde heeftter wijl degenen die er tegen zijn zich laten hooren in kranten en geschriften. Is de bioscoop dan op zichzelf zoo verderfelijk? Ik zou met een weder vraag willen antwoordenkan een uitvinding, een zaak op zichzelf slecht zijn Me dunkt „neen." 't Is alleen de mensch die er een slecht gebruik van maakt en het daardoor verlaagt tot iets verderfelijks. Is de bioscoop geen heerlijke uitvinding Als ge daar op het doek ziet gebracht, het wonder van het laDgzaam ontkiemen en tot plant worden van een zaadje als ge op een film ziet afgebeeld een reeks natuurtafereelen zoo heerlijk mooi dat ge er stil van wordtals ge een zonsverduistering moogt aan schouwen, zoo prachtig opgenomen, dat wetenschappelijke mannen er hun waarnemingen naar kunnen doen en daar zijn bioscopen die speciaal op scholen gebruikt worden, zullen we dan nog zeggende bioscoop is zonder meer af te keuren. Ik wil zooeven vertellen van een film, die ge misschien net als ik ook wel eens zoudt willen zien als straks zullen we over het als spreken, eerst even vertellen van dien film, In bioscopen te Londen brengt men tegenwoordig een onderzeeschen tocht op het doek, De toeschouwers kun nen zich dan verbeelden de reis mee te doen, en z& krijgen hetzelfde te zien, dat de broeders werkelijk zagen, of liever door hun toestel opnamen. Dat toestel bestond uit een onder- zeesch kamertje, waarin men afdaalt door een koker, natuurlijk zoo inge richt, dat het water den koker niet samendrukt en de kamer niet vult. Die koker bevindt zich in den bodem van een schip, en dat schip vaart met 27. Waarom zeg je helaas?® vroeg Elize, terwijl haar gezichtje Betrok. «Albert's vermoeden bleek dus wel waar te zijn,® liet zij er met een treurig stemmetje op volgen. «Welk vermoeden «Nu, dat hij de eenige niet is, die naar Henriette dingt.® »Wat?« roept Van Dormen op zoohef- tigen toon uit, dat Elize ervan verschrikt, want ze heeft hem zoo nog nooit hooren spreken, «geloofd hij mij dan niet meer, zelfs wanneer ik hem mijne woorden met een handdruk bezegel «Dus is er niets van aan vraagt Elize verheugd. «Wat geeft het mij, of ik het nogmaals zeg, "als hij mij niet gelooft «Och, hij gelooft je wel, maar hij meen de, dat het mogelijk kon zijn, Van Dormen, want zulk een hoog denkbeeld heeft hij van de vriendschap die je voor hem koes tert, dat je met dien handdruk hem plechtig had willen beloven, dat van het oogenblik af waarop jou gebleken was, dat hij vues op Henriette had, jij hem geen hinderpaal zoudt zijn.« «Dan heeft hij te hooge gedachten van matige snelheid voort en voert de onderzeesche kamer mee. Die kamer nu heeft een groot rond raam, waardoor men uitzicht heeft, en voor dat raam staat het fotogra fietoestel. Twee mannen bevinden zich in de kamerde fotograaf, die aan het toestel draait, en dus de voort durende reeks van foto's opneemt, en de bestuurder, die naar boven seinen geeft aan den bestuurder van het schip. De opnemingen zijn gedaan bij de Bahama-eilanden in West-Indië, in de buurt, waar Columbus indertijd land de. Men wist, dat daar de bodem aan de kusten uit koraalrotsen be staat, die natuurlijk het bekijken waard zijn. En toen kreeg men op de film het onderzeesche landschap het koraal in zijn grillige vormen en fraaie kleuren de plantenwereld on der water en de groote en kleine visschen, die de onderzeesche weiden en wouden bevolken. In ons troebele Noordzeewater ziet men niet ver vooruithet West-In-' dische water is zeer helder, en men kon foto's nemen tot op een afstand van vijftig en van honderd Meter. Bovendien had men er voor gezorgd, dat men de onderzeesche wereld des- gewenscht kon verlichten. Een elec- trische kwikzilverlamp kwam te han gen in het water, met een kap, die het licht naar beneden wierp juist voor het kijkgat uit Die lamp werd van het schip uit aangestoken. En al wat zoo op den tocht werd gefotografeerd, kan op het doek wor den geprojecteerd en door de toe schouwers bewonderd, waarbij natuur lijk de kleuren verloren gaan. Maar nu komt het „als De vertooners wenschten echter nog wat meer levendigheid op het tooneel, en lokten daartoe de haaien aan. Een' dood paard werd aan een touw neer gelaten voor het venster van het toe stel, en de haaien naderden, eerst zeer schuw, maar langzamerhand wat driester, zoodat ook deze roofdieren der zee bekeken kunnen worden. En de vertooners wisten wel, dat de meeste bezoekers een vertooning eerst mooi vinden, zoo er te griezelen valt. Een gevecht van een man en een haai moest men hebben. En een mijne vriendschap, Elize. Want dat zou ik nooit doen.® «Niet roept Elize eenigszins verwon derd uit. «Ik val je tegen, niet waar «Misschien wel wat. Je weet niet, Vari Dormen welke goede gedachten ik van je heb.® «Maar is het daarom noodig, dat ze nu verminderen «Je erkent toch zelf, dat je den hoog- sten graad van zelfopoffering nooit zoudt bereiken,® Ja dat erken ik volmondig, maar ik geef niet toe, dat het goed is, dien hoogsten graad te bereiken. Vergeet niet, Elize, je spraakt van goede gedachten. Als ik er ooit toe zal overgaan, een meisje ten hu welijk te vragen,® ging Van Dormen op langzamen, ernstigen toon voort en hij zag Elize hierbij recht in de oogen, «dan moet ik op dat oogenblik de innige overtuiging hebben, dat haar en mijn geluk van de vervulling van mijn vriend afhangtlet wel op, in de eerste plaats van zijn geluk, en eerst daarna het mijne, omdat het huwe lijk, hoe hoogst belangrijk ook voor den man, toch nog veel gewichtiger is voor de vrouw, want de man kan nog afleiding vinden in zijn betrekking, in zijne zaken, in zijne werkzaamheden, .maar voor de vrouw, ten minste voor de vrouw, die hare roeping begrijpt, is het huiselijk leven het alles beheerschende. Maar heb ik eens die overtuiging, dan zal mij ook niets ter we- inboorling-duiker, niet in een duiker pak, maar zooals wij ze kennen van de parelvisscherij, sprong, met een dolk gewapend, in het water, en zwom onder een haai, tot hij het rechte punt gevonden had, en het dier het hart doorboorde. Ongelukkig voor het doel had dat gevecht plaats bui ten het gezichtsveld van het toestel, zoodat het niet op de foto kwam. Toen besloot een der broeders het vreese- lijke spel te herhalen. Ook hij dook, ook hij streed tegen een haai, ook hij doodde het monster. De man kwam heelshuids weer bovende haai lag op den bodem zieltoogend met zijn vinnen te slaan. En nu kunnen de bezoekers van de bioscoop zich ver maken in het aanschouwen van dien strijd En daarom keuren wij zulk bios coopbezoek zoo beslist af Dat men opnemingen doet van het onderzee sche leven dat men met een dood paard de haaien lokt, om ook deze dieren in hun natuurleven te zien, wie zou hot afkeuren Maar dan wagen twee mannen hun leven. Er was evenveel kans, dat de man door den haai verslonden werd, als dat de haai werd gedood. Maar men wist hetom natuurtafereelen te zien, gaat het groote publiek niet naar den bi oscoop. Men wil schokkende dingen zien, gelijk men in den Romeinschen keizerstijd te Rome de gevechten van menschen en wilde dieren wilde zien. Zoo maakt men een menschenleven tot prijs voor een spel. En niet alleen dit, maar zulk schonw spel werkt verlagend op het gemoed van den toeschouwer. De mensch is nu eenmaal belust op schokkende ge beurtenissen voor oog of ooren, deze begeerte wordt zeer aangekweekt door de bioscoop. In de doorsnee bioscoop- verhalen volgen: moord, echtbreuk, diefstal, ontvluchting, liefdestooneelen en dergelijke elkaar op 't Is voor de verbeelding! als te sterk gekruide spijzen voor ne maag: ze vraagt naar steeds sterker prikkel en gaat in zie kelijke toestand verkeeren. Het ge moed" wint niet bij dergelijke voor stellingen en de verbeelding wordt er door overprikkelt. En we kennen allen uit de kranten die treurige ver halen van jongens, trouwe bioscoop- reld weerhouden om mijn doe! te bereiken als ik mij dan door iets van mijn voornemen liet afbrengen, dan zou ik zeker geen goede daad verrichten, want naar mijne innige overtuiging zou ik daardoor het levensge luk van twee menschen verstoren ik zou dan ook nooit, alleen om dien hoogsten graad van zelfopoffering te bereiken, waar van je spreekt, zelfs voor mijn besten vriend van mijn plan afzien, altijd indien ik de vaste overtuiging had dat zij met mij en ik met haar gelukkig zou wezen. Is dat verkeerd «Neen, dat geloof ik niet,® zeide Elise zacht. «Maar in dit geval is hiervan geen sprake. Ik vind Henriette heel lief, heel verstan dig, heel mooi, maar voor mijn vrouw zou ik haar niet begeeren.® «En als je dat alles van Henriette vindt, waarom zei je dan straks «helaas,® toen ik je vroeg of mijn broer je in zijn vertrou wen had genomen «Moet je dat nog vragen, Elise, na het geen ik je daar juist ontwikkelde Kan bij je broer, na eene zoo korte kennisma king, die vaste overtuiging bestaan welke, ik noodig oordeel alvorens men tot zoo'n belangrijke stap besluit «Neen, maar gelukkig ken ik Henriette goed; ik weet, dat hij er een beste vrouw aan zou hebben.® Neem mij niet kwalijk, Elize, maar dat kun jij niet beoordeelen. Jij kunt al de goede eigenschappen van je vriendin ten bezoekers, die daardoor bedorven van gemoed, ook misdadigers werden ging stelen, brandstichten, zelfs moor den. En daarom is dit mijn vasten regel ik ga naar geen bioscoop, tenzij ik weet wat ik te zien zal krijgen en het vertoonde niet van het hierboven besproken slechte allooi is. BUITENLANDSCH OVERZICHT. We weten dat de Zuidelijke volken op gewonden standjes zijn. Wij koelbloedige Westerlingen geven nauwelijks een teeken van verwondering als die anderen reeds moord en brand schreeuwen. Moet men daarom het hartstochtelijk lawaai, dat de Italianen op het oogenblik maken maar niet al te ernstig opvatten en voor het grootste deel toeschrijven aan hun warmbloedigheid, die wel evenzeer bekoelen zal als ze boven het kookpunt gestegen is Wanneer men leest, wat het volk in Italië zoo al zegt en doet, nu de Italiaan- sche delegatie Parijs verlaten heeft en naar Rome teruggekeerd is zou men het ergste vreezen. Gelijk de lezer zich herinnert gaat het om het bezit van Fiume. Wilson wei gert hun deze stad met omliggend land af te staan. Italië eischt het als rechtmatige buit voor zich op. Er zijn nu al heetge bakerde Italianen die de zaak in handen van generaal Diaz willen geven, d. w. z. als de Zuid-Slaven Fiume niet willen afstaan dan maar een leger er op af te sturen, en zoo, met geweld van wapenen zich «recht® te verschaffen. Toen Orlando te Rome aankwam zeide hij o.a. in een toespraak tot de menigte Het is geen oogenblik voor ijdele woor den. Tegenover de wereld, die ons oor deelt, moeten wij vastberaden, zelfbewust, kalm en bezadigd zijn. Er zijn twee vraag stukken. Het eerste is, of de regeering en de Italiaansche afvaardiging den uitge sproken wil van het Italiaansche volk ge trouwelijk hebben vertolkt. (Eenstemmig gejuich en geroep.) Ik heb daar nooit aan getwijfeld, want ik ken mijn volk maar ik had een bevestiging noodig, die heb ik nu (gejuich). Maar zoo ging hij voort, bedenk wel dat wij staan voor een ernstige beslissing. Wij moeten toonen, dat wij op het ergste voorbereid zijn. Na vier jaar van onnoe melijke ontberingen en opofferingen is Italië op dit oogenblik gereed en groot, meer hoogste apprecieeren, en nog kan het wezen, dat zij volstrekt niet voor je broer past. Dat kan mijns inziens alleen door de per sonen in quaestie zelve, na een larigdurigen omgang, bepaald worden,® «Als dat waar was, hoe weinig geluk kige huwelijken zouden er dan gesloten worden, want hoe weinig bestaat er ge legenheid in de wereld om elkander zoo te leeren kennen als jij verlangt.® «Geloof ook maar vrij, dat er veel min der gelukkige huwelijken bestaan, dan jij denkt. Maar vergeet niet, dat nog meer malen door het toeval twee personen trou wen, die wèl voor elkander geschikt zijn.® «Zeg iiever door de wijze beschikking van de Voorzienigheid.® «Goed en zoo kan het heel wel gebeu ren, dat ais Henriette toestemt, zij en je broer een heel gelukkig paar worden. Maar ik vind het een roekelooze daad. Kijk, als ik een lot in de loterij neem, dan kan ik de honderdduizend trekken, maar als ik weet, dat wanneer ik een lot neem en den eersten prijs niet trek, ik diep ongelukkig zal zijn, dan speel ik toch liever niet meê.® «Er zijn ook kleine prijzen,® merkte Elize op. «Ja, bij de loterij wel, en daarom is mijne vergelijking niet zuiver, maar in het huwelijk niet. Een klein prijsje zou daar bij moeten beduiden, dat men niet bepaald ongelukkig was, maar dat man en vrouw, zonder elkander nu juist te hinderen, naast elkander voortleven, maar daarmede zou dan ooit, meer dan op 15 Mei 1915 (Ovaties). Wij moeten over ons besluit goed nadenken. Onze levensmiddelenvoor ziening is gebrekkig, maar Italië, dat honger gekend heeft, heeft nooit oneer gekend. (Levendige toejuichingen.) Ik wil u niet het gevaar van dat zeer ernstige oogenblik verhalen. (Geroep Wij willen aan alles het hoofd bieden 1) Ik ben hier temidden van u als een broeder onder broeders en als een leider, die u verzoekt den wil van het volk te gehoorzamen en te volgen. Het kan zijn, dat wij alleen zullen staan, maar het is noodig dat Italië eensgezind is en een enkelen wil heeft. Italië zal niet ten onder gaan. Nu zeggen al die woorden en al die verontwaardigingsuitingen natuurlijk nog niets. De vraag is en aan wat de regee ring en het parlement willen doen. Som migen zijn van meening dat Orlando den koning zijn ontslag zal aanbieden, ook dat de koning dit niet zal aanvaarden maar het oordeel van het parlement zal vragen. En als dit nu eenstemmig zal verklaren dat het niet als één man stelt achter Orlando dan zal deze naar Parijsch terug- keeren om Wilson de vraag voor te leggen of hij nu wel de openbare meening van de Vereenigde Staten vertegenwoordigd. Weer andere zijn van oordeel dat Fiummu noch aan Italië noch aan de Zuidsch Slaven zal worden toegewezen maar dat het zal worden geinternationaliseerd. We zullen moeten afwachten. Maar dit is zeker, dat als President Wilson handelt overeenkom stig den wil va zijn volk, de Amerikanen door het weigeren van voedsel en steen kolen, de Italianen leelijk in het nauw kun nen brengen. Het is niet van belang ontbloot hier te wijzen op het Duitsche concept van den volkenbond, dat zich volgens het Berliner Tageblatt onderscheidt van het ontwerp der geallieerden door de nauwkeurige vorm en door den rechtvaardigen, democratischen bouw. In een gesprek, dat professor Schikking, een der Duitsche vredesonderhandelaars gehad heeft met een vertegenwoordiger der United Press omschreef deze het con cept als volgthet Duitsche ontwerp voor den Volkerenbond was in groote haast vol tooid voor het debuut te Versailles. Het plan van Wilson, dat te Parijs is aange nomen, bevredigt niet, omdat het veel meer een bond van regeeringen is dan van volken. Volgens ons plan worden de vertegenwoor- ik niet tevreden zijnneen, dan trouw ik liever nietals ik alleen op mijne karner zit, dan hinder ik ook niemand.® «Dus je hebt het Albert bepaald afge raden «Neen, raad geeft toch niets, als iemand in dien toestand is ik geloof eerder dat het hem aangespoord zou hebben.® «Hij zal het nu toch ook doen.® «Ja, maar nu heb ik ten minste de sa tisfactie geen woorden verspild te hebben.® «Ik kan het niet helpen, maar ik zou toch zoo do'graag willen dat hij haar kreeg.® Van Dormen schudde langzaam het hoofd. «Ik geloof het niet,® zeide hij. «Waarom niet vroeg Elise gejaagd. «Misschien heb ik het mis, maar ik heb zoo den indruk, dat Henriette wel veel van hem houdt, gaarne met hem omgaat, maar toch geen zweempje liefde voor hern ge voelt. Ik heb Albert gevraagd of hij iets bespeurd had, waaruit hij kon opmaken, dat dit wel het geval was.® En wat zeide hij «Hij moest wel een ontkennend antwoord geven.® Ik ben er ook wel een beetje bang voor. En toch wil ik hem dit niet zeggen, want ik zou zoo dolgraag willen, dat het tot stand kwamik heb er nog een reden voor, maar die kan ik niet zeggen Van Dormen zag Elise glimlachend aan. voor hst Land van Heusden en Altena. Ie Laaostraat en Ie ervaar! Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1919 | | pagina 1