ONS DRINKWATER. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3910. Woensdag 3 September. 1919. FEUILLETON. Ilï IlïïWïi IÏ1ÏÏW1 ^AND VAN AITENA Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.20, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag 12 uur ingewacht. Laatst zeide iemand tegen mij zoo'n kleine stad of dorp heeft toch wel veel gezelligs. Men kent ieder een, en ieders aangelegenheden, men leeft er met ieders wel en wee mee (dat nu heeft ook wel zijn schaduw zijde tenminste dikwijls bemoeit men zich té veel met zijn stadsgenoo'ten) Men groet iedereen op straat en maakt een praatje met Jan en alle man. Ja, gezellig is zoo'n stadje wel en men zou er met genoegen wonen, maar dat drinkwater, dat drinkwa ter, dat is een onoverkomelijk be zwaar. Ja dat drinkwater, wat is het gemis er van gevoeld in dagen van ziekte typhus, cholera. Maar ook in gezonde dagen. Wat is een glas goed water niet een verkwikking. Weet je hoe veel drinkwater d. w, z. water voor het schoonmaken van groenten, rei nigen van vaten, wasschen van het lichaam men per dag en per hoofd ongeveer noodig heeft 17.5. L. Als water echt om te drinken IV2 L. Ge zoudt niet zeggen dat het zooveel is, wel? Hoe komen de menschen aan het water dat zij drinken Wij drinken water uit den grond. Wij hebben in Nederland tal van rivieren en kanalen en meeren, maar we drinken daarvan het water niet Een enkele kwajongen mag nog eens drinken op de manier van Diogenes, zoo maar met de hand uit de sloot wij anderen weten te goed, dat wij op die wijze geen water zouden drin ken, maar water plus stof en vuil, plus vergane plantendeelen, plus le vende dieren, plus cholera- en typhus- bacillen misschien ook wel. Sommigen onzer drinken het water uit regenputten. Maar dat is bij gebrek aan beter. Dat water immers bevat het stof uit de lucht en het stof van de daken het bevat even zeer bacillen als het rivierwater, en in den regenput ontwikkelt zich ook gediertewie zich met regenwater behelpen moet, doet goed met het te filtreeren. De meesten onzer drinken water, dat uit de wolken op de aarde is 61. Bij beiden had steeds de wensch bestaan zich naar elkanders wil te schikken. Wat bleef haar dan nog te wenschen over Slechts dit eene, dat haar nog eens de gelegenheid mocht gegeven worden om haren man te toonen hoe oneindig lief zij hem had en dan, dan zou zij in vrede kunnen heen gaan. Toen Henriette langzamerhand geheel op de hoogte kwam van den zielstoestand van Elise, ontroerde dit haar diep zij kon wel niet begrijpen hoe iemand met zulk een lief karakter als Elise bezat, ongelukkig kon zijn met een man als Ravening, maar zij stond voor het feit. De gedachte kwam in haar op of, als zij zelve met Ravening getrouwd was, de toestand dezelfde zou zijn in haar hart geloofde zij dit niet. De hartstochtelijke liefde, die Ravening ge hoopt had bij zijne vrouw te vinden, kon Elise hem niet gevenmaar zij, zij ge voelde het dat het in haar binnenste gloei de, dat zij misschien even harstochtelijk was als hij. Misschien zou er dan menig maal reden voor oneenigheid zijn geweest, waarschijnlijk zou hun leven niet zoo zacht 2ijn heengevloeid als nu met Elise, maar zij zouden althans den vollen rijkdom van gevallen, daar met allerlei vuil is besmet, en in den grond is gezakt. Maar de aarde doet tweeërlei dienst zij filtreert het water van zijn onrein heden, en het water uit de grootste diepten is dus het zuiversttevens geeft zij het water gelegenheid om zout en zand en kalk en ijzer in zich op te nemen en daarmee ons beter te voldoen, dan wanneer wij aqua distillata of aqua pura dronken. De zuivere verbinding van twee deelen waterstof en ;een deel zuurstof smaakt ons niet. Nu is het echter de vraag, of de bodem het water goed kan filtreeren en goed kan aanvullen met minerale bestanddeelen. De aard van het water hangt dus van de aard van den bodem af. En nu blijkt, dat zand de beste filter is. Veen bevat veel te veel vergane plantendeelen, en klei bevat meestal te veel zout, om zuiver water te kunnen geven. De bewoners van den zandgrond zijn er dus in den regel het best aan toe, en daarom halen Amsterdam, Den Haag en vele andere steden hun water dan ook uit de duinen of van de zandgronden. Intusscheu hebben wij een bodem van wonderlijke geaardheid Het kan best gebeuren, dat iemand, die een diep gat graaft, achtereenvolgens verschillende lagen ontmoet van zand, klei en veen. Ik ken b.v. een huis dat op laagveen gebouwd ishet huis staat op palen van drie M, lang en die rusten op een ferme laag zand. Maar daaronder ligt weer een dikke laag veen. Waar dat veen ontstaan is in zoet water, en het zand er neer gelegd is door de Noordzee, blijkt waar Den Haag ligt, in den loop der eeuwen bij afwisseling land geweest is met waterplassen, en dan weer zee. Iets dergelijks kan men vertel len van de meeste streken in het lage gedeelte van ons land. En nu blijkt, dat men bij diep boren in deze streken bijna overal ten slotte op een kleilaag komt, en daaronder op een laag van zand en grint met water van de kostelijkste hoedanig heid. En uit die diepte kan men het water ophalen door middel van Nortonpompen. Vroeger groef men putten. Wie in het lage veen graait, krijgt den het leven genoten hebben. Maar welken troost kon Henriette aan Elise geven Kon en mocht zij haar het uitzicht voorspiegelen, dat alles nog wel zou veranderen, dat het gevoel, 't welk bij een echtpaar wederkeerig moest bestaan, nog wel eens bij hen zou opkomen Mocht zij dat zeggen, terwijl zij zelve er niets van geloofde Neen, dat kon zij niet, maar daarom gevoelde zij ook te goed, hoe wei nig troost zij hier kon brengen. Iets had hare komst toch uitgewerkt, en wel dit, dat het Elise goed had gedaan haar hart eens geheel te kunnen uitstorten, vrij te kunnen uit weenen aan den boezem van haar vriendin voor ééne persoon althans niet gedwongen te zijn hare smart te ver kroppen, iets, wat haar zoo uiterst moeilijk was geweest. En hoe weinig Henriette ook kon doen, zij kon deelnemen in het verdriet van Elise, en dit deed zij van har te trouwens wie zou niet diep geroerd zijn geweest bij het zien van wat die twee jaren zelfs op het uiterlijk van het arme vrouwtje hadden teweeggebracht En die deelneming deed Elise goed nauwer dan ooit te voren gevoelde zij zich aan haar vriendin verbonden. De dagen gingen te Dennenheuvel rustig voorbij. Was het goed weder, dan brach ten de vriendinnen het grootste gedeelte van den dag in de geurige dennenbosschen doorjuist achter den tuin van de villa waren steeds hangmatten gereed, om wan neer Elise van hare kleine wandeling eenigs- kuil terstond vol water, en kan dat oppompen, maar voor drinkwater deugt het niet Als men in zand graaft, komt meestal het water niet zoo spoedig voor den dag, en dan gebeurt het meestal, dat het op zekere diepte plotseling komt en den kuil, vult, zoodat de werkers snel moeten vluchten. Tegelijk met het graven heeft men in het rond een muur ge metseld, zoodat de put gereed is, als het water verschijnt. Zoodra het water bezonken is, kan men het op scheppen, of, wat voorzichtiger is, oppompen, en men heeft water. Of het echter goed drinkwater is, kan men van te voren niet zeggen, en als de put gereed is, moet men te vreden zijn met hetgeen hij geeft. Niet alzoo bij de Nortonpompen, die naar hun uitvinder alzoo genoemd, zijn. Wie een Nortonpomp plaatst, graaft geen kuilhij slaat eenvoudig een buis den grond in. Die buis eindigt in een punt en het ondereind is van gaatjes voorzien. Gewoonlijk is die punt nog omkleed met koper gaas. Is de eerste buis van een paar M. lengte den grond in, dan wordt er een tweede opgeschroefd, dan een derde, enz., en af en toe onderzoekt men met een pomp, die men er op plaatst, de kwaliteit van het water. Vindt men water van goede hoeda nigheid en voldoende hoeveelheid, dan laat men de pomp 'tis een ijzeren pompje er op staan en men is gereed. Zoolang men geen goed water heeft, blijft men voortgaan met telkens nieuwe buizen op fe schroeven. Wanneer men echter voorziet, dat men zeer diep zal moeten gaan, of wanneer men beslist het water van onder de diepliggende kleilaag wil hebben, dan gaat men eenigszins anders te werk. Men slaat dan een wijdere buis in den grond, tot op bijv. twintig Meter diepte. Binnen deze slaat men een tweede buis, die in het eerste gedeelte gemakkelijk naar beneden gaat, en dan weer een twintig M. dieper den grond wordt ingedreven daarna een derde, enz. De laatste buis, die ingeslagen wordt, heeft de punt met gaatjes onderaan. Op deze wijze kan men zeer diep gaan en krijgt men bijna altijd goed zins vermoeid terugkeerde, aan haar en Hen riette eene gemakkelijke ligging te ver schaffen. Daar werden de vertrouwelijkste gesprekken gehouden, daar, waar geen an dere getuigen waren dan de stille rijzige boomen met de vroolijke vogeltjes, die be drijvig af en aan vlogen. Henriette,zoo begon Elise eens, nadat zij weder hare gewone plaatsen hadden in genomen, »we hebben zoo altijd over mij gesproken, dat alles wat jou betreft eigen lijk nooit werd aangeroerd zeg mij eens hoe is het met jou gesteld Denk je nog wel eens aan hem je weet wel wien ik bedoel De vraag kwam Henriette zoo onver wacht, dat zij licht bloosde, en niet dade lijk een antwoord gereed had. Elise merk te hare verlegenheid op, en zeideïlk ge loof, dat ik geen antwoord noodig heb, lieve, niet waar? Je denkt dus nog altijd, altijd aan hem?« »Ik geloof, Elise,zeide Henriette zacht, adat ik dat altijd zal blijven doen. Maar toch, ik ben wat ouder geworden ik heb, hoop ik, niet vergeefs die laatste jaren doorgemaakt0 het waren verschrikkelijke jaren, Elise, maar ik heb misschien wel wat meer macht over mij zelve gekregen ik heb meer voor mijne betrekking kunnen leven ik heb misschien mijn hart meer in bedwang leeren houden. En toch. »En toch vroeg Elise, toen Henriette den zin niet voltooide. »En toch komt het oude gevoel nog wel en overvloedig water. Er is op de Veluwe in een soldaten- kamp twee Nortonpompjes, die samen tweeduizend mannen van drinkwater, waschwater en reinigingswater voor zagen. Er werd aan gepompt onop houdelijk van 's morgens zes tot 's avonds negen uur, en toch werden de pompjes niet lens. Zóó groot is de watervoorraad in de diepte. Hoe de toestand aan de oppervlakte is, doet er ten slotte niets aan toe, zoo men slechts de goede laag in den ondergrond bereikt. Om dat te be wijzen, werd eenige jaren geleden te Zandvoort in het natte strand in de Ebbetijden een Nortonpomp gesla gen tot onder de kleilaag, de eemlaag, zooals de deskundigen ze noemen. En toen dat klaar was stond het pompje bij vloed temidden van de golven der zee en gafzoet water. Waaruit ten volste bleek, dat men voor goed drinkwater slechts naar de diepte behoeft te gaan. Een andere wijze van watervoor ziening is die waarbij men rivierwater kunstmatig pompt op weiden en het water daarna in buizen onder den grond op te vangen. De snelheid waarmee het water door den bodem zakt is 1,2-2 M. per jaar. Voor een dagelijksch gebruik van 5000 L. Zou er reeds een vloeiweide van 1 K M2, noodig zijn. Toch schijnen dergelijke groote oppervlakten in de praktijd geen bezwaar op te leveren, alleen kostbaar blijft dit alles wel. Doch, kostbaar is ook de volksge zondheid. Moet men beide in de weegschaal leggen, wat dunkt u zou het zwaarste wegen 8UXTENLANDSCH OVERZICHT Als er in de kinderkamer geen toezicht van ouderen is, kan het er Spaansch toe gaan. Rustig is het er zeker nooit, en kans op de dolste uitgelatenheid of ver- woedste gevechten is er altijd. Dat geldt ook van de Enropeesche kin derkamer. Zoo werd vóór den oorlog de Balkan altijd betiteld, 't Gaat nu weer over Montenegro. Het geheele land moet in staat van revolutie verkeeren. Overal ontstaan gevechten, die door de Serviërs niet rnet succes kunnen worden tegenge gaan. Het ingrijpen der Serviërs maakt eens met een alles overweldigende kracht terug. O Elise, als je wist hoe ongeluk kig ik mij dan kan voelen als men na al die moeite, al dien strijd om zijn hart rus tig te houden, dan op eens moet voelen, dat alles eigenlijk bij het oude is gebleven, dat men niets anders gedaan heeft, dan de vulkaan dekken, die vroeg of laat toch weer losbarst. »Arme Henriette 1 Misschien ben je nog meer te beklagen dan ik.« Henriette meende van neen, maar zij wilde dit niet zeggen. a Komen die oogenblikken dikwijls vroeg Elise. aOngelijk hoe meer ik werk des te beter is het.« >Dus je verblijf hier is er zeker niet goed voor a Misschien niet,« antwoordde Henriette, amaar dat komt er niets op aan hoor Ik ben dol graag bij jou, en dat staat er tegenover, a Uit de hangmat van Elise werd Henriette een fijn, bleek handje toegestoken. Hen riette drukte een kus daarop. a Wil je wel gelooven, Henriette 1 dat ik in die twee jaren, sedert ik getrouwd ben, nog nooit zoo gelukkig geweest ben als in die dagen O het is een vreeseljjk gevoel, alles te moeten opkroppen. Met jou heb ik ronduit gesprokenik weet dat het niet goed iseen vrouw moet met niemand spreken over iets wat alleen haren man en haar zelve betreft. Maar Montenegrijnen nog woedender. Gelijk men weet, werken op den Balkan ras- en nati onaliteitsverschillen ontvlambaar op het gemoed. Toch niet alleen op den Balkan. Heel Oostelijk Europa wordt verteerd door na- tionalistischen naijver. Wij denken nu aan de vroegere Donau-monarchie. Daar heerscht weer een zeer opgewonden stem ming. De vredesconferentie zou n.l., zoo luidde het gerucht, bepaald hebben dat Tsechen aan Polen zou komen. En dat bericht heeft de poppen aan het dansen gebracht. Overal worden protestvergade ringen gehouden. Te Ostrau in Moravië heeft een betoo ging plaats gehad, die door meer dan 20.000 lieden van alle partijen bezocht is. Ook te Orlou had een groote, stormachtige betooging plaats, die tot a'gemeene staking besloot. Een afvaardiging van mijnwerkers uit Ostrau heeft aan de geallieerde kolen- commissie meegedeeld, dat de mijnwer kersstaking was uitgebroken, die reeds 26 mijnen in de streek van Ostrau en Karwin omvat en zich nog uitbreidt. De ambte naren en opzieners zijn met de werklieden één van zin. Goodyear, de voorzitter der commissie ging met de afvaardiging naar een volksbetooging en drong op het her vatten van het werk aan waarbij hij ver zekerde, dat nog geen beslissing genomen is en dat hij de Tsjechische wenschen aan de vredesconferentie zou meedeelen. De Widensky Donnik dreigt Polen met wraak en schrijft 0. a. Met den roof van Tsechen teekenen de polen het doodvonnis van hun land. Zij zullen voortaan omringd zijn door volken, die hen van roof beschul digen, en de dag zal komen, waarop die volken opstaan om het hun ontroofde te hernemen. In de vergadering van de commissie voor buitenlandsche zaken heeft minister-president Tussar (de minister-pres. van Tsecho-Slo- wakije) medegedeeld, dat een definitieve beslissing der conferentie wel is waar nog niet is ingekomen, maar dat anti-Tsjechische invloeden bij de vredesgedelegeerden de overhand kregen. De vertegenwoordigers der partijen verklaarden eenstemmig, dat de Tsjechische natie een uitspraak ten gunste van Polen zou moeten beschouwen als een groot onrecht en een benadeeling van de levensbelangen van den staat. De commissie besloot de regeeaing op te dra gen, den minister van buitenlandsche zaken Benes instructie te geven in dit geval ik kon het niet laten, en ik heb toch ook geen kwaad van mijn lieven, lieven man gezegd, niet waar aNeen zeker niet, lieveling en al ware dit ook zoo, alles blijft bij mij begraven. aDat weet ik, Henriette. Wat is 't toch heerlijk zoo'n vriendin te hebben als jij-« a Zal je man niet jaloersch op me worden, als hij ziet hoeveel zijn vrouwtje van mij houdt vroeg Henriette glimlachend. aNeen, nu niet meer,« antwoordde Elise. Henriette begreep dat gezegde niet, maar wilde er toch geene nadere uitlegging van vragen. Elise merkte haar verwonderden blik op en zeide aToen we nog geëngageerd waren, is hij misschien wel eens een beetjejaloersch geweest op je. Maar ik geloof niet, dat hij nu nog ooit jaloersch om mij zou kun nen wezen,voegde zij er op treurigen toon bij, azelfs niet op een man.« a Wat zeg je daar nu riep Henriette verwonderd uit. aHet is zoo,« antwoordde Elise, aik ge loof niet dat jalozie bij een man mogelijk is, als er geen vurige liefde bestaat en die heeft hij niet meer voor mij, dat kan ook niet; dat heb ik je immers al verteld Henriette knikte, maar zeide niets. Zij begreep zulk een toestand niet goed, maar ze gevoelde toch hoe innig treurig die was. Wordt vervolgd.) NIEUWSBLAD vior kit Laifi san UnUb en mtena, lie Langstraat en flu Bonslerwiard

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1919 | | pagina 1