STERRENREGEN.
Und van altena
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3914. Woensdag 17 September. 1919.
FEUILLETON.
Hf 1IÏÏWI& HEÏÏWi
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 4.20,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel
meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
42 uur ingewacht.
Ik heb eens een plaat gezien waar
op twee jonge mannen afgebeeld "wa
ren, die met groote aandacht naar
den donkeren nachthemel staarden,
waartegen zich een prachtigen sterren
regen afteekende. Die twee jonge
mannen zijn van meer dan gewone
beteekenishet zijn Alexander von
Humboldt, een Berlijner, en zijn vriend
en metgezel Aimé Bonplant, een Pa-
rij zenaar. De datum van het geval
is de nacht van 14 op 15 November
1799, en de plaats van waarneming
ergens aan de kust van Venezuela
in Zuid-Amerika.
Humboldt kan genoemd worden als
een der grootste natuuronderzoekers
in de vorige eeuw. Hij had een gron
dige wetenschappelijke opleiding ge
noten aan verschillende hoogescholen,
reisde daarna door Nederland, België,
Frankrijk en Engeland, maakte in
Parijs kennis met Bonplant, en ging
met dezen uit op een grooten onder
zoekingstocht door Zuid- en Middel-
Amerika in de jaren 1799 tot 1804
Later deed hij in opdracht van den
Russischen Tsaar een dergelijken
tocht door Siberië. Op velerlei terrein
was hij daarbij werkzaamgroote
platenverzamelingen legde hij aan
ij bestudeerde het klimaat met ther
mometer en barometerhij onder
zocht het aardmagnetisme, waarvoor
in Siberië waarnemingsstations wer
den gebouwd, en hij nam den sterren
hemel waar. En daarbij had hij, in
Amerika aangekomen, een buiten
kansje den grooten sterrenregen van
1799, die voor hem geheel iets nieuws
was. Van de inwoners vernam hij,
dat ze in 1766 iets dergelijks hadden
waargenomen, maar dat was geweest
drie jaar vóór zijn geboorte, en in
Europa had hij er niet van hooren
vertellen. In 1833 had men weer
een sterrenregen, die vooral in Noord-
Amerika duidelijk was, en nog eens
in 1866. Verwacht kon dus worden,
dat ook 1899 ons dat schouwspel zou
geven, maar toen was het in de No
vemberdagen heldere maneschijn, zoo
dat de sterrenregen niet te zien wras.
Om de 33 jaar dus een sterrenregen.
65.
Zij kon hem niet weerspreken, en toch
kwam haar meisjesgemoed in opstand, dat
hij met zooveel zekerheid over haar gevoel
voor hem sprak, Hij bespeurde wat in
haar omging, en zeide op dringenden toon
Waartoe zou het dienen dit voor u
zelve en voor mij te ontkennen Ik ver
lang geen antwoord van u, want dat is
geheel onnoodig. Ik wist het en stelde u
daarom des te hooger op prijs.
De overtuiging, waarmede hij sprak,
griefde haar, en gaf haar toch aan de
andere zijde een zalig gevoel. Want zóó
moest de liefde naar hare opvatting zijn,
los van alle weifelingen, positief, zeker.
Niettegenstaande al wat hij haar had aan
gedaan, gevoelde zij, dat zij hem nog even
lief had als vroeger.
»En nu moet ik u uitleggen,® ging hij
op treurigen toon voort, waarom, terwijl
ik dit gevoelde, terwijl ik dit wist, ik u
nooit meer iets van mij heb laten hooren.
Of ja, ik schreef u kort daarna een
brief, en zond u daarbij een medaljon.
Met dat medaljon had ik u eerst mijn por
tret willen geven, zoo zeker was ik,
dat het bezit daarvan u aangenaam zou
zijnik heb dit toen niet gedaan, omdat
Wel mag men van sterrenregen spre
ken als men bedenkt, dat er «lke
seconde één ster viel.
Wie in een maan- en wolkenloozen
nacht naar den hemel ziet, zal ge
middeld drie of vier vallende sterren
per uur zien, in den nanacht meer
dan in den voornacht. Dit laatste
staat in verband met de aswenteling
der aardein den voornacht gaan
wij in dezelfde richting als de val
lende sterren en in den nanacht gaan
wij er tegen in.
Een vallende ster is natuurlijk geen
ster, die valt. VYe zien op een plaats,
waar niets was, plotseling een licht
ontstaan, dat langs den hemel een
eindweegs voortgaat, en dan even
onverwacht verdwijnt als het geko
men is.
Die vallende sterren zijn betrekke
lijk dichtbijwij zien ze in de lucht,
die de aarde omgeeft. Eerst is zoo'n
lichaam buiten onze luchtwanneer
het er in komt, wordt het zichtbaar.
Het was n.l. een koud lichaam, maar
het gaat door onze lucht met een
snelheid van 20 of 30 K.M. per se
conde, en bij die groote snelheid loopt
het door de wrijving langs de lucht
warm, zoo warm, dat het gloeien gaat
en verbrandt, en daarmee houdt het
op te bestaan. De verbrande deeltjes
vallen langzaam neer, maar ze zijn
zóó klein, dat we ze niet bemerken
de stofjes echter, die we kunnen waar
nemen boven op de blanke gletschers
der Alpen, en die voor een deel uit
ijzer bestaan, hebben waarschijnlijk
hun oorsprong te danken aan de val
lende sterren.
Soms blijft de lichtstreep een korte
poos zichtbaar de stofdeeltjes, waarin
het voorwerp opgelost is, gloeien dus
nog wat na, vóór ze in de ijzig koude
lucht hun warmte verliezen.
Het gebeurt ook, dat zulk een voor
werp in de lucht niet geheel ver
brandt, en dan valt het op aarde neer
als een steen, die ijzer en nikkel be
vat. In museums bewaart men wel
dergelijke meteoorsteenen, soms met
een gewicht van honderden K.G. Doch
de meteoorsteenen zijn gelukkig
zeldzaam, de vallende sterren niet
en in sommige nachten zijn er zelfs
heele menigten.
Het meest bekend zijn de nachten
ik u nog zoo kort kende. Ik had echter
het vaste voornemen, zoodra mijne zaken
het mij zouden veroorloven, nogmaals naar
Zwitserland te gaan en u ten huwelijk te
vragen.
Ik heb, toen te Interlaken zijnde, nog
overwogen, rechtstreeks naar Clarens terug
t.e keeren en te zeggen wat ik voor u ge
voelde en u het medaljon met mijn portret
aan te bieden. Mijn hart dwong mij er
toe, maar royn verstand zeide mij, dat ik
u nog te kort kende Had ik mijn hart
toen maar gevolgd voegde hij er nauw
hoorbaar bij.
Als hemelsche tonen klonken deze woor
den Henriette in de ooren. Het was haar,
alsof daarin ruimschoots een vergoeding
lag voor al het verdriet, al de smart, die
hij haar had aangedaan. Zij gevoelde, zij
wist, dat zij hem zoo niet moest laten spre
ken, dat zij een gezegde als zijn laatste
uitroep niet mocht aanhooren, maar zij kon
zich er niet tegen verzetten zij zou niets
hebben kunnen uiten zonder zich te ver
raden en dan, het zou haar te veel ge
kost hebben om hern te bestraffen, als hij
zóó sprak.
Ook Ravening, hoezeer hij zich inspande
om kalm te blijven, was blijkbaar ont
roerd zijne stem klonk bevend toen hij
voortging
»Ik keerde terug naar Amsterdam, zooals
ik *eide, omdat ik aan de stem van mijn
verstand gehoor gaf. Dddr wachtte mij de
grootste drukte. Tot dien tijd toe had ik
van 14 tot 16 November, en die van
10 tot 13 Augustus. De eerste heeten
de Leonieden, omdat ze komen uit
de richting van het sterrebeeld de
Leeuwde laatsten heeten de Per-
seïeden, omdat ze uit de richting van
Perseus komen. Deze heeten ook de
tranen van den heiligen Laurentius
(St Laurens 10 Augustus) en onder
dien naam waren ze reeds in de Mid
deleeuwen bekend.
Maar ook de nachten van 23
Januari, van 2022 April, van 1—6
Mei, van 2728 Juni, van 1820
October, van 17—23 November en
van 10 -12 December hebben een
stroom van vallende sterren. Tot
sterrenregens worden deze stroomen
echter nooit. De Leonieden doen dat,
als gezegd is, om de 33 jaar, en ook
om de 11 jaar schijnt de stroom ster
ker te zijn.
Hoe deze verschijnselen te verkla
ren zijn Daarmede hebben de ster
renkundigen zich bezig gehouden en
ze zijn op een denkbeeld gekomen,
dat later door de ondervinding be
vestigd is.
De staart van een komeet bestaat
vermoedelijk uit stof, dat door de
komeet afgestooten is. Die stofdeel
tjes blijven de komeet volgen in haar
baan, al zijn ze niet zichtbaar, zoo
dra de komeet zich van de zon ver
wijderd heeft. Wanneer nu de aarde
op haar baan door zulk een massa
stofdeeltjes gaat, gaan enkele door
haar lucht en worden onder licht
verschijnselen vernietigd.
Dat is de verklaring, en ziehier de
ondervinding. In 1826 ontdekte Biela
een komeet, waarvan hij den omloops
tijd berekende op ongeveer zes en
een half jaar. Op tijd kwam de ko
meet eenige malen terug. In 1845
en nog sterker in 1853 merkte men
op, dat de komeet bezig was, zich
in twee deelen te splitsen. In 1859
en 1865, toen de komeet verwacht
werd, vertoonde ze zich niet, en in
1872, toen het wéér haar tijd was,
kwam ze evenmin, maar daar was
in de nachten van 17—23 November
een prachtige sterrenregen te zien,
die zich vroeger nooit, en na 1872
ieder jaar vertoond heeftj Deze regen
van vallende sterren is dus naar alle
waarschijnlijkheid ontstaan uit het
hoofdzakelijk voor mijne werkzaamheden
geleefd en juist toen ik in Amsterdam
terugkwam, werd ik als advocaat genomen
-in eene zaak, die de algemeene aandacht
trok. Dat prikkelde mijn eerzuchthier
was mijn naam als advocaat in het spel
met hart en ziel wierp ik mij in de studie
dier netelige kwestie en na ruim een half
jaar smaakte ik de voldoening, dat de zaak,
die ik had voorgestaan, zegevierde. Maar
tevens was daardoor het gevoel, dat mijn
geheele hart vervulde, toen ik te Amster-
sterdam terugkwam, op den achtergrond
gedrongen.
»Het herdenken aan mijn verblijf te Cla
rens schonk mij nog aangename oogen-
blikken, maar bij die liefelijke herinnering
bleef het, en toen er een jaar was ver-
loopen, kwam de gedachte in mij op, dat
het best mogelijk was, dat gij al met een
ander geëngageerd, misschien zelfs reeds
gehuwd waart. Ik trachtte mij zelve wijs
te maken, dat ik die enkele dagen te
Clarens in een zinsbegoocheling had verkeerd
ik vroeg mij niet af, of ik mij tegenover
u niet stilzwijgend verbonden hadmijn
verstand zeide mij, dat het dwaas was nog
te denken aan een meisje, dat ik zoo weinig
kende, en gij kwaamt hoe langer hoe meer
op den achtergrond. Helaas 1 thans blijkt
mij dat het geen zinsbegoocheling is ge
weest.®
Mijnheer Ravening viel Henriette
op zacht bestraffenden toon in, maar zij
vond geen woorden om verder te spreken.
stof van de komeet van Biela, die
daarbij geheel verdwenen schijnt te
zijn.
Het is dus zeer wel mogelijk, dat
ook andere groepen van vallende
sterren ontstaan zijn uit kometen.
Van sommige althans is het verband
wel na te gaan. De komeet, die
denzelfden loop heeft als de „tranen
van Laurentius," is gezien in 1866,
toen de omstandigheden voor baar
zichtbaarheid uiterst gunstig waren.
Die komeet kan eerst terugkomen
in 1985, wat de meesten onzer niet
zullen beleven.
Bij zulk een stroom van vallende
sterren als de Leonieden en de Per-
seïeden krijgt men den indruk, dat
de geheele kometenbaan gevuld is
met stof, en elk jaar, wanneer onze
aarde die baan snijdt, worden er een
groot getal zichtbaar. Bij de Leonie
den, die om de 33 jaar een sterren
regen vormen, moet dus op één plaats
van de baanf of misschien op meer
plaasen, een gro^e verdichting van
het stof bestaan^als we daar doois
gaan, hebben we den sterreDregen.
Of die vallende sterren, die we
eiken nacht wel zien, ook tot zulk
een stroom behooren, is niet uit te
maken.
BUITEfiïLASJJDSCH OVERZICHT
Het gaat er op lijken dat we op weg
zijn naar den vrede® Als men tenminste
het begrip vrede maar neemt in den zin
van »niet-oorlog« I Achtereenvolgens gaan
alle oorlogvoerende landen een onderteekend
vredes-lractaat bezitten. Duitschland heeft
bet, Oostenrijk-Hongarije ook. Nu komt
nog de beurt aan Bulgarije, en met Turkije
zal dan de grappen- we bedoelen
vredes-makerij gesloten worden. Gisteren
(Dinsdag) zoo meldt een draadloos beriehi
uit Parijs, zou de Bulgaarsche delegatie op
bet Fransche ministerie van builenlatidsche
zaken ontboden zijn, waar de vredesvoor
waarden dor geallieerden werden aange
boden met de mededeeling dat men 25
dagen krijgt voor het aannemen of ver
werpen daarvan.
Wat de vredesvoorwaarden behelzen,
weten wij nog niet nauwkeurig, doch uit
de berichten der laatste weken is over
tuigend gebleken, dat dit vredesverdrag is
samengesteld, naar de modellen der Duit-
»Laat mij openhartig spreken,zeide
hij op treurigen toon. Waarom nu de
waarheid verbloemd Wat ik toen wenschte
is voor goed onmogelijk maar waarom nu
niet gezegd wat ik denk
Omdat het mij niet.niet past, dat
aan te hooren voor mij zijt gij nu alleen
de echtgenoot mijner vriendin.®
»Nu, ja, maar in den tijd, waarvan ik
spreek, niet. Doch ik zal voortgaan. Ruim
anderhalf jaar had ik niets van u gehoord
ik wist niets van uik wist niet of gij
nog leefdet of nietik wist niet of gij nog
vrij waartin één woord niets. Toen ont
moette ik een jong meisje, dat mij, vooral
door haar kinderlijken eenvoud en haar on
schuldige naïeveteit, zoo hoogst bekoorlijk
toescheen. Bij nadere kennismaking zag
ik welk een liefderijk hart zij had en be
speurde ik ook al spoedig, dat ik haar niet
onverschillig was. Voor dat ik het wist
had het lieftallige kind mij geheel voor
zich ingenomen, en zonder te overwegen
of wij beiden wel voor elkander geschikt
waren, zonder na te gaan of hare wen-
schen wel geheel met de mijne overeen
kwamen, liet ik ditmaal alleen mijn hart
spreken. Ik had haar lief, en zij mij, en
gij weet het vervolg.® Met een lichten
zucht werd dit laatste uitgesproken.
»Toen ik mij engageerde,® ging hij voort,
dacht ik niet aan u Elise had u geheel
op den achtergrond gedrongen, ja, zoozeer
zelfs, dat het toen niet in mij opkwam, of
ik wel goed jegens u handelde. Maar op
sche en Oostenrijksche verdragen, m. a. w.
dat Bulgarije geducht geplukt zal worden
ten behoeve zijner Entente-gezinde buren.
Voornamelijk het kleine Griekenland zal
bevoorrecht worden in het verdrag en de
kuststrook van de Egeïsche Zee krijgen,
onder dit enkele voorbehoud, dat Bulgarije
een uitweg naar zee zal krijgen. Zoo
wilden althans de berichtgevers het, en
het zal ons al zeer verbazen, wanneer hun
berichten onjuist mochten blijken te zijn.
Of echter Griekenland en Roemenië, die
beiden belang hebben bij de regeling der
zaken met Bulgarije, tevreden zullen zijn
is nog te bezien want de Entente heeft
voor Bulgarije een zekere toegeeflijkheid
willen toonen, vermoedelijk wogens 's lands
algeheele bekeering van de afdwaling zijns
weegs. De Duitschgezinde partij van Ra-
doslawof is bij de verkiezing geheel en al
uiteengeslagen en als Bulgarije in een
verzoenlijke stemming tegenover de Entente
komt, kan het als wachtpost op den Bal
kan tusschen de elkaar bestrijdende naties
nog een belangrijke rol in het voordeel
van de Entente spelen. Maar over de
constellaties van de toekomst, die zich ook
binnen het volkerenverbond zullen laten
gelden, valt nu nog niets te voorspellen.
Zoo zal het dan spoedig in heel Europa
«vrede» zijn. En nu zal dan de gouden
eeuw van geluk aanbreken, gelijk we ons
gedroomd hebben Zoo was het toch in
de oorlogsjaren'Als het moorden maar
eenmaal geëindigd was zoo schreven de
kranten en zoo zeiden de menschen
dan zou er een wonderschoone tijd van
verbroedering aanbreken. Dan zou een
volkerenbond worden gesticht. Heel Europa,
ja heel de wereld zou worden één groot
huisgezin, waarin alle natiën door de nauw
ste banden van vriendschap en eensge-
zindbheid saamgesnoerd zijn. De legers
zouden worden afgeschaft. Wat politie
voor de binnenlandsche rust zou worden
aangehouden en ook wat troepen om een
ongehoorzaam volk, dat niet luisteren wil
de naar den volkerenraad, tot de orde te
roepen, maar voor 't overige zouden ge
weren en kanonnen nog slechts in een
museum van oudheden tentoongesteld wor
den als herinneringen aan een voorbijge
gaan barbaarsche tijdvak uit de geschie
denis der menschheid.
OefVrede
Hoe het in Duitschland is weten we.
Tot nu toe misère op alle gebied. Stakin
gen en arbeidsconflicten zijn er niet van
onzachte wijze werd ik plotseling er aan
herinnerd, toen Elise mij een paar maan
den vóór ons huwelijk schreef, of ik het
goed vond, dat wij u in Zwitserland gin
gen bezoeken. Tot dien tijd had zij wel
meer dan eenmaal gesproken van hare
Zwitsersche vriendin, maar zij had uw
naam niet genoemd. Wat moest ik doen?
Kon ik toen aan Elise gij weet hoe
teergevoelig zij is zeggen wat er tus
schen u en mij was voorgevallen Het
kwam mij toen welk een afschuw
ik er ook van had, om niet volkomen op
recht jegens haar te wezen onmogelijk
voor. Kon ik met mijn jonge vrouw naar
u toe reizen Zoudt gij dan geen gegronde
reden hebben gehad om mij mijne handel
wijze te verwijten
Henriette zeide niets, toen hij ophield
met spreken. Het deed haar goed, innig
goed, dat hij het noodig vond zich in haar
oog te verontschuldigen zij was in haar
hart zoozeer geneigd om dit te doen, dat,
ofschoon het haar diep griefde, te bemerken
dat het gevoel, 't welk haar al die jaren
geheel vervuld had, voor hem slechts een
zeer voorbijgaands iets was geweest, zij in
het door hem aangevoerde eene rechtvaar
diging, of althans eene verklaring van zijn
gedrag vond.
>Ik zweeg toen,® zoo ging Ravening
voort, »maar zorgde dat de reis naar Zwit
serland niet doorging.
Wordt vervolgd.)
WEIHSRLAB
voor hot Land oi leisdei sn Altens, iio Laosstraat en de Sonimelerwaarti