Onze vogels in den herfst '"AND van altena Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3916. Woensdag 24 September. 1919. Zij, die zich van heden af op deze Courant abonnee- ren, ontvangen de nog deze maand verschijnende nummers GRATIS. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.20, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 46 regels 60 cent. Elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag 12 uur ingewacht. Verleden week genoten we nog van het haast al te warme zomerweer en nu (ik durf hot haast niet te zeggen) nu hebben we de kachel aangemaakt en warmen er onze verkleumde han den en voeten bij. Een verschil van 20°, van 78°58° is dan ook niet voor de poes. Verleden week hadden we in den tuin gezeten, dikwijls het oog op de zwermen vogels die 's morgens en 's avonds de lucht met hun kwet terend geschreeuw vervulden. Nu is het winterdienst en behalve de uren die wij buiten af wandelende door brengen, zijn wij gedwongen de na tuur van onze huiskamer uit te be spieden. En dat is wel jammer, want och wat geeft het najaar veel moois en aardigs te aanschouwen. Vooral voor de vogelwereld is het* een bij zondere tijd. Het is de tijd van het reizen en trekken van onze kleine gevederde gasten. Niet dat dit pas in den herfst begintneen in Juli zijn er al enkele vogels die de reis naar het Zuiden gaan ondernemen, maar de zomer geeft zooveel te ge nieten, dat we die enkele voortrek kers niet opmerkten en ze ook niet misten. Maar nu, nu de boomen beginnen te tinten en de bloemen beginnen schaarsch te worden, zien we een aardige beweging in de vogelwereld, Verleden week zagen we de zwalu wen in eindelooze reeksen op de te legraafdraden zitten met hun witte buikjes glinsterend in de zon en hun staartjes in gedurige beweging om het evenwicht te bewaren op den wiegelenden draad. Steeds talrijker werden de scharen, 't is verzamelen, vóór de groote reis een aanvang zou nemen. Heeft de zwerm eindelijk een zekere grootte bereikt, dan trek jVÏI iü I 67. Dat zou boven haar macht zijn. Maar waarom bracht hij dit onderwerp ter spra ke Hij wilde toch niet een gevoel van verontwaardiging kwam bij haar op neen, hij had immers niets gezegd, dat dit vermoeden rechtvaardigdezij had hem toegevoegd, dat hij niet meer leven mocht in de herinnering, dat hij niet meer mocht denken aan de dagen, doorgebracht met haar zij verbood hem dat, en zij, dacht zij niet dagelijks daaraan En was dat dan niet even verkeerd van haar »Ik geloof,zeide Henriette, »dat de edele zelfopofferende liefde van Elise mis schien grooter is dan van iemand anders, maar van zooiets als waarop gij schijnt te doelen, kan ik mij geen denkbeeld maken. ^Waarschijnlijk omdat je eene andere natuur hebt. Maar geloof me, er zijn za ken, die niet uitgesproken worden, maar- die toch waar zijn, er zijn dingen, die on- geloofelijk schijnen, maar die toch gebeu ren. Maar wat doet het er ook toe, of wij daarover langer spreken Wij zijn verplicht ons te schikken in de omstandig heden, waarin we nu zijn, en te trachten te vergeten hoe wij het zouden hebben, in dien wij alles hadden kunnen voorzien.* ken ze heen. Soms heeft eerst nog een monstering der troepen plaats. Van nu tot het einddoel der reis be reikt is, blijven dezelfde vogels zoo veel mogelijk bij elkaar. Gedurende de reis behouden ze een bepaalde rangorde Ze zijn gewoonlijk wig vormig gerangschikt, ze vliegen achter elkaar in twee lijnen, welke samen een V vormen. Zwakke vogels maken onderweg van bosschen en kreupel hout gebruik om zich te beschermen en vliegen zooveel mogelijk van boom tot boom, van bosch tot bosch. Wanneer het zoo uitkomt gebruiken de vogels om te trekken liefst dalen en rivierbeddingen. De hooge dalen in het gebergte dienen den reizigers als passen. De zwakken vliegen des nachts, de sterken overdag. Meestal lijkt de tocht buitengewoon gejaagd. Het lijkt of ze voortgejaagd worden en zelfs „gevangen" trekkers worden in den trektijd onrustig. De vogels die het eerst vertrekken keeren het laatst terug. Verscheiden vogelsoorten trekken aldus weg," Allen volgen min of meer zuidelijke richting. Wonen ze op de oostelijke helft der aarde, dan gaan ze zuid-westwonen ze op de wes telijke dan liever zuid-oost, O, die Septembertrek wat is het een vreugde voor de vogeltjes. Van barheid of gevaar is geen sprake en er is over vloed van voedsel. Al die heerlijke bessen wat doen ze er zich aan te goed. Niet alle vogels trekken zoo in groote zwermen soms is het één ge zin of zelfs een enkele vogel die zoo in eenzaamheid de groote reis onder neemt. Zoo komt het dat het soort vogels in een bepaalden streek in September zoo kan verschillen. Den eenen dag zijn er b v. haast geen roodborstjes en dan opeens zit alles er vol van. Dat zijn gasten uit het oosten die onze eigen roodborstjes, we[ke ons in Augustus verlieten, ko men vervangen. In het begin van October vertoont zich de eerste bonte kraai en daar mee beginnen ze te komen bij dui zenden en duizenden. Als die komen dan is het de eigenlijke tijd van de groote vogeltrek, dan zien we niet meer die kleine troepjes zangvogel De blik, dien Edgar bij deze laatste woorden op Henriette sloeg, was zoo veel- beteekenend, dat zij weer geheel onder den invloed zijner persoonlijkheid kwam. Zij kon zich daaraan niet onttrekken, hoe wel ze wist, dat zij verkeerd handelde. Die man had een macht over haar, waarvan zij de oorzaak niet kon ontdekken. ïJe weet niet,* antwoorde zij zacht, ïhoe je het d&n gehad zoudt hebben. Misschien zou je dan nog verder van het geluk ver wijderd zijn.* Henriette dat geloof je niet,cc riep hij hartstochtelijk uit, terwijl hij hare hand vatte en die innig drukte ditmaal trok zij die niet terug »je weet even goed als ik, dat wij gelukkig zouden zijn ge weest je gevoelt, dat zulk een verhouding als nu tusschen mijne vrouw en mij be staat, niet tusschen ons zou kunnen ont staan.. »Neen,« zeide hij, toen zij een po ging deed om hare hand los te maken, »neen, laat mij je zeggen, dat ik, nu ik je wederzie, eerst recht gevoel, hoe dwaas ik gehandeld heb. Nooit zullen wij be reiken wat we wenschen, maar toch laat mij het uitspreken, jij bent en blijft de vrouw, die den diepsten indruk op mij heeft gemaaktwij zouden samen gelukkig zijn geweest. »Stil, stil,* riep Henriette harstochtelijk uit, terwijl ze hare aandoening nauwelijks kon bedwingen, »spreek niet meer over hetgeen had kunnen zijn, want het leidt tot niets. Ik kan alleen je vriendin zijn tjes, maar dan komen die groote legers, die millioenen en millioenen sterk, in beweging zijn van uit het hartje van Siberië tot aan de aller zuidelijkste punt van Kaapstad. Die groote vogeltrek en dat eigen aardige vogelleven is niet in alle deelen van ons land even goed waar te nemen. Het ware land voor de vogelliefhebbers zijn de duinen en de eilanden langs onze kust. Heel vroeg in den morgen of laat in den avond is er het meest te zien. Vooral in de duinen waar de groote vinkentrek is, loert de mensch om er zijn voor deel mee te doen. Daar zijn de vin- kenbanen, waar de#vinken onder groote netten gevangen worden. Door middel van meestal blinde lokvogels worden ze gelokt naar een plek waar zaad gestrooid ligt en als ze daar rustig rondpikken, trekt de vinker met een forschen ruk het net over hen heen. Maar waar blijven nu al die vogels Ja, hun winterkwartier is niet erg begrensd. Van sommige soorten we ten we niet waar ze heengaan. Ver- scheidenen overwinteren in Zuid-Eu ropa, velen in Noord-Afrika, niet wei nigen gaan tot de kusten van de Roode Zee of van den Indischen Oce aan. Een ander winterkwartier wordt gevormd door Indië, China en Japan. De hoogte waarop de vogels trek ken hangt van verschillende omstan digheden af. Vinden ze de beneden ste luchtlagen ongeschikt om te trek ken, dan verheffen ze zich zoolang tot ze een betere hebben gevonden. Een droge lucht en weinig wind is het best en om die te vinden ver heffen ze zich soms tot 25 a 30 dui zend voet. Door die groote Jioogte komt het dat wij niet altijd het trek ken van de vogels zien. De snelheid waarmee de vogels trekken is onbekend groot Het beste voorbeeld is dat van het blauwbor'stje. Dat vogeltje leeft 's winters in Egypte Tegen het vallen van den avond ver laat het Egypte en komt tegen zons opgang in Helgoland aan. Die afstand (400 geografische mijlen) wordt dus in één voorjaarsnacht afgelegd. Zou het beste vliegtuig hiermee kunnen wTedijveren? en als vriendin moet ik je den raad geven Leef voor Elise, tracht in de omstandig heden waarin je bent door je liefde haar het ieven zoo aangenaam mogelijk te ma ken misschien vindt je dan bij dat lief hebbend hart wel wat je zoekt.« »Het is onmogelijk,antwoordde Edgar somber. »Maar je hebt gelijk, wat helpt het ons elkander nog ongelukkiger te ma ken dan wij reeds zijn Ik ben nu een maal aan mijne vrouw geketend, zeker niet door haar, want zij is veel te liefderijk om zoo iets ooit te willen, maar door de maat schappij. Ik heb mijne vrouw lief, innig lief, niet als echtgenoot, maar als eene zusterwanneer wij niet gehuwd waren, zou ik haar even, neen, ik zou haar nog meer lief hebben, want thans moet ik haar beschouwen als de onschuldige oorzaak, waardoor mij het ware huwelijksgeluk is afgesneden. In zijne opgewondenheid had h\j niet gezien, dat zij weder dicht bij de villa wa ren gekomen. Henriette bespeurde het, en fluisterde hern nog toe »Ik dank je voor die openhartige ver klaring van je gedrag jegens mij ik heb je van harte vergeven, maar mijn verstand zegt mij, dat we moeten vermijden met el kander alleen te zijn geloof me, het zal ons meer rust en voldoening geven wanneer wij slechts voor oogen houden wat onze plicht is.« BUITENLANDSCH OVERZICHT »'t Is een diplomaat 1* Als we dat van Iemand zeggen bedoelen we daar waarlijk geen loftuiting mee. Het wil zoo veel zeggen alsWees op je hoede voor hem hij heeft 't achter zijn elleboog. Dat diplomaten met de waarheid nog al eens op een gespannen voet staan, is be kend heeft niet een hunner zelfs de stelling verkondigd, dat woorden er zijn om de gedachten te verbergen Maar dat de geheime diplomatie met haar gekonkel kon leiden tot zulke schrikkelijke gevolgen als de oorlog die achter ons ligt, had wel niemand kunnen bevroeden. Pas is weer een tipje opgelicht van het zwarte gordijn dat het nog zwarter verleden verborgen houdt. Gelijk men weet hebben de oor logvoerenden, kort na het uitbreken van den oorlog, hun politieke bescheiden, die betrekking op de voorgeschiedenis hadden, gepubliceerd in de bekende boeken, die naar de kleur van het omslag rood-, wit- of blauw-boeken worden genoemd. De Oostenrijksche regeering liet de onder haar berustende bescheiden verschijnen in een z.g. Roodboek. Natuurlijk deed ze daarin alleen opnemen wat te haren gun ste pleitte. Doch nu is er een vervolg op dat Roodboek verschenen van de hand van Dr. Roderich Gross, samengesteld uit de documenten van het ministerie van buiten- landsche zaken te Weenen. Uit dit boek blijkt, dat het eigenlijk één man is die met betrekking tot den oorlog een ont- zachelijke schuld op zich geladen heeft en wel graaf Berchtold, die in het jaar 1914 minister van buit. zaken in het toenmalige Oostenrijk-Hongarijsche kabinet was. De Beflijnsche corr. van de N. R. Ct. schrijft dienaangaande Indien de documenten de waarheid spreken en niet tendentieus zijn verzameld, indien tevens de commentaren juist zijn, zal het moeilijk zijn tot eene andere con clusie te komen, dan dat Berchtold met opzet het plan had gemaakt om de atmos feer gedurende de kritieke maand (Juli 1914) nog drukkender te maken, opdat de oorlog die verwacht werd zou komen. Een van de overwegende indrukken is, dat in tegenstelling met de algemeene opvat ting, dat Beilijn de drijvende kracht was, die Weenen er toe aanzette om aanvallend tegen Servië op te treden, Weenen in werkelijkheid Berlijn onwetend liet met het Twintigste Hoofdstuk. Niet lang had Elise gerust, of zij werd door een zacht kloppen aan hare kamer deur gestoord. Het was Anna, die haar een brief kwam brengen uit Indië zij wist dat haar mevrouw wel zóó verlangend zou zijn naar tijding van haar broeder, dat ze zeker zou willen gestoord worden. Haastig stond Elise op en nam den brief aan. »Dank-je wel, Annaje heht juist gedaan zooals ik wenschte.* Als ik mevrouw nu nog niet kon zeide Anna met een lachje en verliet het vertrek. Elise verslond haar brief. Hij bracht goede tijding van Albert, maar tevens het minder aangename nieuws, dat hij nog maals naar Atjeh zou vertrekken. Slechts zeer korten tijd was hij in Batavia terug geweest na zijn verblijf in de binnenlanden van Borneo. Aan het slot van zijn brief meldde hij, dat hij te Batavia Van Dormen had gesproken dat deze in den laatsten tijd aan het sukkelen was geweest en de doctoren hadden voorgeschreven, dat hij met verlof naar Europa moest vertrekken, waar hij waarschijnlijk wel spoedig geheel zou herstellen. Van Dormen had hem be paald beloofd, dat hij dadelijk na zijn aan komst Elise zou komen opzoeken. Dit be richt deed haar veel genoegen zij had al tijd te veel van Van Dormen gehouden, dan dat het haar onverschillig had kunnen laten, dat hij gedurende zijne geheele af doel, Duitschland tot den oorlog te voeren. In dat opzicht schijnt Berchtold bewust of onbewust te zijn ondersteund door den 74-jarigen Oosten rij kschen gezant te Ber lijn, Graaf Szögyeny. De rapporten van dezen laatsten wijken dikwijls zakelijk af van de instructies, die Bethmann Holweg aan den Duitschen gezant te Weenen, von Tschirsky, gaf, en bewijzen bijna duidelijk, dae Szögyeny van Berlijn rapporten zond in dien geest, dien Weenen verlangde te hooren. In een van de belangrijkste do cumenten spreekt Szögyeny bij vergissing van Servië,, terwijl hij de mogendheden meent. In een ander stuk spreekt, hij van Tsaar Nicolaas, terwijl hij slechts kei zer Wilhelm kan bedoelen. In een derde stuk geeft hij eerlijk toe, dat zijn rapport niet duidelijk is. Berchtold, die op dat oogenblik met den gewezen keizer Karei in de buurt van Genève vertoeft, is het middelpunt en tevens nog meer een voor beeld van een gewetenloos staatsman. Wat hem eigenlijk het denkbeeld tot zijn plan gaf is niet duidelijk, maar uit de documen ten blijkt, dat Berchtold reeds enkele da gen voor den moord op Ferdinand aan Baron von Hoetzendorfï, den chef van den Oosteririjkschen generalen staf, had gevraagd om een memorandum op te stellen aan gaande de militaire kansen bij een oorlog met Rusland, speciaaal rekening houdend met de mogelijkheid, dat Roemenië tot de vijanden zou behooren. Op 7 Juli werd te Weenen een minister raad gehouden, die van de ernstigste ge volgen was. Berchtold opende de vergadering met een verslag over den toestand. Hij zeide o. a. dat de besprekingen te Berlijn tot een zeer bevredigend resultaat hadden ge voerd, aangezien zoowel keizer Wilhelm als Bethmann-Hollweg den meest volledigen steun hadden toegezegd voor het geval het tot een militair conflict met Servië zou komen. Graaf Tisza, de Hongaarsche minister president, verzette er zich heftig tegen Servië onverhoeds aan te vallen, met het gevolg, dat zoo gaat dr. Goose verder de andere ministers er tenslotte in toe stemden het bevel tot de mobilisatie niet te geven, alvorens concrete voorstellen aan Servië zouden zijn gedaan en alvorens deze voorstellen door Servië zouden zijn ver worpen. Het protocol zegt dan »alie aanwezigen, met uitzondering van de Koninklijke Hon- wezigheid nooit een woordje aan haar of haar man had gezonden. Wel had zij nu en dan van hem gehoord niet alleen een enkele keer door Albert, maar aan haar vader had hij soms geschreven. Het ver heugde haar zeer, dat zij dien ouden vriend, die toch ook nu nog veel van haar hield, daarvan was zij zeker, spoedig terug zou zien. Doch aan de andere zijde vreesde zij eenigszins eene ontmoeting met hem, want zij wist zeer goed, dat zij in de twee en een half jaar, dat zij hem niet gezien had, veel veranderd was. Van Dormen met zijn scherpen blik zou dit zeker op merken, en zou het dan niet kunnen ver moeden, hoe het met haar huwelijksgeluk gesteld was Het was haar alsof zij eenige schuld tegenover hem gevoelde, omdat zij, ,_j die hem in zooveel om raad vroeg, juist in den tijd, waarin Ravening haar het hof maakte, zoo zelden met hem had gesproken. Maar hare vreugde hem spoedig weder te zien behield de overhand wat zou het een genoegen voor haar zijn om weer in die trouwe oogen te zien en met hem uitvoerig over Albert te kunnen spreken. Elise dacht niet meer aan rusten zij zou toch hare gedachten niet hebben kunnen afleiden van den inhoud der juist ontvangen brief. Zij trachtte een raam op te scbuiven, maar het gelukte haar nietde inspanning gaf haar zelfs een korte hevige pijntoen ge voelde zij plotseling weder hoe zwak zij was. Wordt vervólgd.) rlttLii ümelerwaar j uwj fi. sj? li

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1919 | | pagina 1