Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3920. Woensdag 8 October. 1919. De keizerlijke post in Nederland voor honderd jaar. m Land van altena Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.20, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag 12 uur ingewacht. „Holland wordt bij het keizerrijk Frankrijk ingelijfd.1' Dit was de kei zerlijke machtspreuk welke in 1810 een nieuw tijdperk voor ons vader land opende Een van de eerste re glementen regelde de Nederlandsche post naar Fransche voorschriften. Het is wel aardig deze voorschriften eens na te gaan die samen vervat waren in een machtig kwartodeel van over de 400 bladzijden, links in het Hol- landsch, rechts in het Fransch gesteld, gul van ruimte en letter, klaar en duidelijk in haar bepalingen. In de eerste van haar afdeelingen begint het boek met de woningen der directeuren. De ligging daarvan mid den in de stad is noodig, omdat de directeur het postkantoor in eigen woning heeft in te richten en wel „gelijkgronds" en zoodanig „dat het zelve tegen de nieuwsgierigheid van het publiek, van zijn huisgezin en zijn huis bedienden beveiligd zij. Te dien einde scheidt hij zijn bureau door een houten of ijzeren tralie af en spreekt alleen door een daarin gemaakt venstertje met het publiek." In den gevel van het huis kwam een opening, door een schuinstellende goot met een in het kantoor geplaatste bus in gemeenschap. De bus moest „verscheidene reizen" per dag gelicht worden, het laatst des avonds acht uur. De gelichte brieven moesten duidelijk gestempeld worden en - nog actueel voor onze dagen, waarin de correspondentie op briefkaarten niet zelden tot onleesbaarheid wordt bestempeld zoodanig geplaatst dat het adres vrij bleef. Voor de behandeling der stempels had men veel zorg. De bepalingen daaromtrent veronderstellen bij de directeuren weinig begrip op dit punt „De schrijfinkt is niet geschikt om te stempelen, hij is te vloeibaar en zijn zuur ontbindt het ijzer en doet het JUG' ii. 71. »Het is goed van je,« ging hij voort, »dat je aan mijn vader hebt geschreven, wat er aan je geluk ontbreekt. Voor mij was het zeker weinig bemoedigend, want wil je gelooven, Henriette, dat toen ik uit Indië terugkwam, er nog hoop bij mij be stond, dat je mogelijk veranderd zoudt zijn. Nu weet ik, dat het onmogelijk is.« 3 Arme Albert,® zeide zij zacht, maar zij gevoelde zich oneindig verlicht. »Ik heb geleerd, ik heb het wel moeten leeren, dat niet een ieder het geluk hier op aarde vindt, zooals hij dat wenscht. Wij moeten ons dus schikken in het on vermijdelijke. Toch zou ik dat nooit doen, voordat ik mij overtuigd had, dat het on vermijdelijk was.® Zij zag verwonderd op. »Ik zou althans zeker willen zijn, dat ik niet vrijwillig af stand deed van het geluk, dat ik maar voor het grijpen had,« ging Albert voort. »Wij doen soms schijnbaar vrijwillig, wat toch een zwaren strijd kost,® antwoord de zij. Juist, maar ik zou zeker willen weten, dat die strijd noodig is.® 3 Alleen ons eigen gevoel kan ons zeggen, wat wij moeten doengeen ander kan daarin een oordeel vellen.® Dat hoop ik ook niet te doen, Henriette maar zeg mij, mag ik eens oprecht met je spreken Waarom zou je dat niet doen, nu je roesten de beste stoffe daartoe is de drukinkt. De directeurs, die de ge legenheid niet hebben zich dien te verschaffen, kunnen dit gebrek ver helpen met rookzwart (Lampzwart) te vermengen met goeden olie, totdat het deeg door dit mengsel gevormd, niet te dik, noch te dun is." De behandeling der brieven gaf meer te doen dan tegenwoordig. Het grootste deel der brieven werd onge- frankeerd in de bus gestokende directeur moest, na ze geordend te hebben naar de richting waarin ze ver zonden moesten worden, den vracht prijs berekenen, volgens het voor zijn kantoor vastgestelde tarief. Dat was geen gering werk, want er bestond niet een uniform tarief als thans, doch een, berekend naar den afstand in verband met het gewicht. Voor één soort brieven was fran keering door den afzender geboden, n 1. voor die naar vreemde landen. Onder de over zeesche staten nam Engeland, gelijk te verwachten was, bij het Continentale stelsel, ook in de posterijen een bijzondere plaats in, n.l. die van volledig uitgeslotene. Alle briefwisseling met Engeland was ver boden. Een weldadige tegenstelling met deze bepaling vormen de alge- meene bepalingen betreffende het brievengeheim. Het was den direc teuren zelfs verboden een verklaring te geven dat een brief in de bus ge stoken was, of al of niet gefrankeerd was geweest, terwijl aan alle post ambtenaren de grootste omzichtigheid werd aangeboden, om ruimer vragen te beantwoorden door wie ook gedaan tot ontdekking, of deze of gene per soon brieven ontvangt, van wie hij die ontvangt, of aan wien hij dien adresseert. En dan over de bezorging der brie ven. Daarvoor geldt: „Uitdeeling aan het Venstertje" in de eerste plaats n.l daar, waar den directeur geen geld is toegestaan voor den besteller. Hij moet dan alle gelegenheden die zich aanbieden aannemen en zelfs zoeken om de personen voor wie hij mij gezegd hebt, dat je dat je »Dat ik mij bij het onvermijdelijke neer leg, bedoel je. Welnu, Henriette, laat mij je dan open de vraag stellen Waarom neem je den man niet, die jou vurig schijnt lief te hebben en dien jij ook bemint, al jaren lang, want ik weet nu ook, waarom je mij niet kondt nemen. sKun je niet nagaan, Albert, waarom ik je weiger »Neeri, of ja, misschien vermoed ik de reden wel, maar die zou ik toch niet goed kunnen keuren. Albert, je weet wat de eigenlijke oor zaak van den dood van Elise was?« 3 Ja, maar ik geloof niet dat jij je iets omtrent haar behoeft te verwijten. »Neen gelukkig niet, maar ik zou mij zeker wat verwijten als ik deed, waar jij op doeldet. Ik zou het gevoel hebben alsof ik eraan medeplichtig was, alsof ik haar haar man had ontroofd. aHenriette, als Elise thans haar raad aan je kon geven, wat zou je denken, dat zij zeggen zou »Dat is niet twijfelachtig, maar daarom zou het haar misschien in haar hart toch hinderen. Maar waarom stel jij zulk een groot belang daarin, Albert Het is wel edelmoedig van je tegenover Ravening.® »Niet voor Ravening doe ik dat, maar omdat ik zie dat jij ongelukkig bent en dat je misschien gelukkig kunt worden, door hetgeen ik je kom zeggen.® Ik ben wel altijd je vriendin geweest, Albert, maar dat is toch meer, dan ik had mogen en kunnen verwachten. Dank voor je goede bedoeling.® Zij stak hem de hand toe, die hij hartelijk drukte. Maar daarmede ben ik niet tevreden, brieven ontvangen heeft, hiervan te verwittigen en hem te verzoeken zich te zijnen kantore te vervoegen of er iemand heen te zenden. Bij die uitdeeling is dan zorg te dragen, dat diegene aan wie de brie ven afgegeven worden, de adressen der nog uit te leveren brieven niet kan lezen. Zijn er wel bestellers aan een kan toor verbonden, dan moeten deze de uitdeeling doen. Het is hun verboden in de huizen de trappen op te klim men, alleen moeten zij de personen voor wie zij brieven hebben roepen en hen den benoodigden tijd geven om naar beneden te komen. Vond de directeur niet-aangetee- kende brieven van welke hij ver moedt dat zij geld, edelgesteenten of andere zaken van waarde bevatten, dan moest hij die ambtshalve aan- teekenen. Liberaler dan thans, eischte men dan niet, dat het verhoogde port zou worden betaald, ofschoon dezelfde zorg als voor een aangeteekend stuk werd besteed. Het goedkoopste tarief voor gewone brieven, n.l. die te bestellen binnen de stad van afzending bedroeg 15 gr. 10 cents; van 15—30 gr. 20 cents en van 30 - 60 gr 30 cent. Als die brieven door den directeur gesorteerd waren en in verschillende zakken te zamen gedaan, wachtten zij op den courrier om door hem te worden vervoerd. Deze. een post beambte, met als waardigheidsteeken op de linkerborst een wapenschild, waarop de gekroonde adelaar met de woorden „Courrier des Dépêches", was de man van de wegen. Te paard af tusschen de wielen, legde hij de vastgestelde route af naar het kan toor van zijn bestemming en terug. Zijn ambt is er een van vertrouwen en van gevaar. De wegen zijn nog niet veilig en daarom is hij voorzien van wapens, zoowel voor eigen vei ligheid dan voor die der hem toever trouwde dépêches, welke hij, volgens voorschrift, bij een aanval met gevaar van zijn leven moet verdedigen. Maar Henriette, Ik ga niet van hier of jij moet me belooven, dat jij je aan Ravening zult verbinden.® »Ik kan niet, ik mag niet, Albert. Dwing mij niet tot iets, wat ik zoo graag zou willen, maar wat de nagedachtenis van Elise mij verbied t.« »En als je nu eens wist, dat het juist de vurigste wensch van Elise was, dat Ra vening door jou gelukkig zou worden Toen kwamen Henriette de woorden in de gedachten, die Elise op haar sterfbed tot haar had gesproken. 3 Als ik dat wist, ja, dan zou het wat anders zijn als ik wist dat haar wensch niet alleen uit zelfopoffering voortvloeide, maar dat zij het werkelijk gaarne zou ge wild hebben 1 »Lees dan dezen brief, Henriette. Het was een van de laatste dagen van haar leven toen zij dien geschreven heeft. Daar uit zul .je zien wat Elise toen wenschte.® Gretig nam Henriette den brief en ver slond hem met de oogen beurtelings werd zij rood en bleektoen zij aan het einde was gekomen blonken de tranen haar in de oogen en plechtig zeide zij 3 Die innig lieve engel 1® Je bent nu ovretuigd wat de wensch van Elise was »Ja,« knikte zij, en een zalig gevoel doorstroomde haar. Toen dacht zij aan de daad van den man, die tegenover haar zat, en die zoo koelbloedig zijn eigen laatste hoop afsneed. Albertriep Henriette innig geroerd uit, 3hoe zal ik je kunnen danken voor het geen jij gedaan hebt 3Ik verdien geen dank,® antwoordde hij, 3ik heb alleen aan den laatsten wil hij kan dan ook geleide van gendar mes of militairen eischen. Was de last niet te groot, dien de courrier had mede te nemen, dan kon hij te paard gaan, altijd vergezeld van een postillon. De courrier kon te paard meenemen, wat in de zadel- tasschen te bergen was. Een valies echter kwam achterop bij den pos tillon, mits het niet meer woog dan 15 KG. Voor zwaardere vracht was dus een wagen noodig. Zulk een postwagen was ook het goedkoopst middel van vervoer voor reizigers. Een reiziger moest voor zijn plaats 2 frs per post betalen, d w z. per gedeelte van den weg. Van Parijs naar Nijmegen b.v. staat opgegeven voor 72 Ys post, deze reis kost dus 7272 X 2 frs. 145 frs. Van Utrecht naar Zwolle was 107s post en duurde ongeveer 10 uren. Laten we hier nog maar eens aan denken als we soms in Utrecht voor f 3.een le klasse kaartje naar Zwolle nemen, om daar in 1 Va uur aan te komen. We zouden niet willen ruilen, maar toch heeft die courrierdienst en dat aankomen van den postwagen een eigenaardig bekoorlijk cachet. Zooals onze grootvaders ons zoo smakelijk vertellen kon van het gewichtig oogen- blik als daar in de verte de postillon zijn nadering deed kennen en oud en jong zich naar de deur spoedde om te zien wie de reizigers waren. Ofge denkt aan een stadje, stil ingeslapen, alleen, in de stal der postmeesters brandt een licht en is de wacht wakende, om straks den courrier niet te laten wachten. De courrier met zijn postillon komen aan gesneld, terwijl de postillon lustig zijn hoorn ter waarschuwing doet schallen. De paarden komen uit den stal, de courrier stapt over, laadt zijn dé pêches over, de nieuwe postillon stijgt op, de geluiden klinken in den nacht en verder gaat het weer. Dan is alles weer stil, de wacht waakt, het licht schijnt vredig in de verlaten straat, wachtend op nieuw aankomenden, van mijn zuster voldaan toch, ook voor jou zou ik het gedaan hebben,voegde hij er met bewogen stem bij. 3lk geloof het, Albert, nogmaals dank.® Tien minuten later houdt een coupé stil voor de deur van het huis op de Keizers gracht. Haastig wipt mevrouw Van Hoo- gendal er in, en geeft den koetsier het adres op. Voor het huis van Ravening, op den Singel, houdt het rijtuig stil. Zonder zich te laten aandienen, stormt het vrouwtje de kamer binnen, waar Ravening zich be vindt, en voordat deze tijd heeft om zijne verwondering lucht te geven over dat on verwacht bezoek zijner tante, zegt deze 3Wat heb ik je gezegd, eigenwijze blaag? De zieke is genezen. Watroept Ravening verbaasd uit, heeft uw geneesmiddel toch geholpen?® 3 Het was probaatToch moet ik bekennen dat er nog een andere dokter bij de zieke is geweest,® voegde zij er droogjes bij. Ravening keerde onmiddelijk met zijne tante naar haar woning terug, waar hij Henriette alleen in het salon vond. Of schoon mevrouw Van Hoogendal zonder iets te zeggen was uitgegaan, had Henriette wel begrepen, waar zij zoo haastig heen gereden was. In zalige spanning had zij de komst van Ravening afgewacht, en toen hij nu haastig de kamer binnenkwam, trad zij hem te gemoet met oogen, stralende van liefde, en stak hem beide handen toe met de woorden 3Nu behoor ik je toe, mijn,..® Maar hij liet haar geen tijd tot spreken. Hij sloot haar hartstochtelijk in zijne ar- „lieflijk in de Meinacht ligt het stille steeked." BUITENLANDSCH OVERZICHT De wereld wordt er niet prettiger op. Wellicht zegt de een of andere Nurks 3Nu, we zijn ook niet voor plezier op de wereld.Dat geven we volmondig toe. Nee, het leven is ons niet geschonken om er een vacantiedag van te maken. Wij zijn hier om door strijd en moeite heen onze krachten te stalen en onze innerlijke vermogens te ontwikkelen, om, ja dat ook, door lijden geheiligd te worden. Niettemin de wereld wordt er niet prettiger op. We kunnen het ook anders zeggen de menschen worden er niet beter op. Ze maken het elkander wel moeilijk om wat gelukkig te zijn. Denk maar eens aan neen, niet aan den oorlogdaar weten we genoeg van. Hoe beestachtig de menschen zijn en hoe onwaarachtig de staatslieden en hoe schijnheilig de over winnaars. Maar nu na den oorlog, om iets te noemen wat een gemeene woeker zucht. Wat een opdrijven der prijzen. Wat onverantwoordelijke afperserij bij groot- en kleinhandelaren. En denk eens aan de verhc"^ schen werkgevers en arbeiders, hebben geen lust om als ongel, te ftmgeeren, maar dit ziet tocl zooals het nu gaat moet het sp< Die ontevreden stemming onder nemers. Die geprikkeldheid a: den. Dat opjagen van de loon :n. maar dadelijk het werk neerwerpen niet terstond aan de eischen wordt Wij gelooven, dat het hier nog niet zoo erg is als in het buitenland, maar zooals de werkgevers soms geringeloord kunnen worden door de leiders der vakbonden, loopt 't toch de spuigaten uit. Hoe het in 't buitenland toegaat toont ons een bericht uit Bottrop (Duitschland). Een opzichter, die tevens lid was van den bedrijfsraad van de mijn Welheim bij Bottrop was door de directie ontslagen omdat hij door de rechtbank wegens dief stal van drijfriemen tot gevangenisstraf was veroordeeld. De directie was van oordeel, dat zoo iemand niet meer als opzichter kon men en bedekte haar gelaat met vurige kussen. Zij weerde hem niet afhet was haar een ware weelde, eindelijk zich aan hem te mogen geven zonder voorbehoud. Een zalig gevoel doortintelde haar, en na zoo lange jaren, waarin zij steeds haar gemoed in bedwang had moeten houden, gaf het haar een onbeschrijvelijk genot, dat zij thans haar liefde niet meer behoefde te onderdrukken, dat zij thans mocht toonen, wat er in haar omging. Na de eerste oogenblikken van sprakeloos geluk zette hij zich naast haar neder, den rechterarm om haar middel geslagen, terwijl hij hare hand in de zijne geklemd hield en haar hartstochtelijk in de oogen zag met een blik, zoo innig en zoo lang alsof hij haar in de ziel wilde lezen. 3Mijn Edgar,® zeide zij half luid, sein- delijk I 3lk heb lang moeten wachten, maar nu heb jij er ook vollen vrede mee, niet waar, lieveling?® »Volle, volle vrede,® antwoordde zij en zag hem daarbij aan met zulk een innig gelukkigen blik, dat hij niet meer kon twij felen. 3Maar Edgar, ik had nooit geloofd, dat iemand zich zoo geheel zou kunnen opofferen.® Het is ook bijna onbegrijpelijk zij kon het alleen, omdat ze ons beiden zoo lief had. Wij zullen haar nooit vergeten.® 3Neen, nooit,® zeide Henriette, 3zy moet altijd ons voorbeeld blijven, want zij heeft ons geleerd, waartoe de liefde in staat is,® Einde. t Land van Beüsdon Lanastraat eg ominelcmanl

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1919 | | pagina 1