Het Onderlijs in China.
Vlucht en thuiskomst.
Land van AlTENft
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
FEUILLETON.
No3926. Woensdag 29 October1919.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.20,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
I
Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel
meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
12 uur ingewacht.
De tijd is thans voorgoed voorbij
dat China enkel van belang was voor
de kenners van China en dat de
kennis van China en de Chineezen
op eenigszins geheimzinnige wijze
beperkt bleef tot een klein kringetje
geleerden die er op geheimzinnige
wijze over schreven, terwijl het groote
publiek er zoo goed als geheel vreemd
aan bleef Het groote publiek wTist
zoo ongeveer dat de Chineezen
staarten droegen en scheeve oogen
hadden en opium rookten, en dat uit
China veel thee kwam en zijde en
porselein, maar daarmee hield de
kennis van China dan ook vrijwel op.
Nu echter is het laatste tiental
jaren zooveel veranderd in China,
nu, met millioenen afgesneden haar
vlechten, ook de druk van eeuwen
van duisternis en onkunde in China
wordt afgeworpen, nu er zich een
reuzenrijk gevormd heeftvan hon
derden millioenen van menschen,-
levend onder een moderne grondwet,
nu moeten de Westerlingen weten
wat China is en wat de Chineezen
zijn.
Wat raakt het ons, Europeanen,
wat de Chineezen doen en zijn? hoor
ik misschien zeggen.
Tóch wel, het raakt ons enorm, en
het zal ons nog veel meer gaan ra
ken. Millioenen en nog eens milli
oenen van kinderen en jonge men-
schen, wier vaderen nog in onkunde
leefden, gaan thans gretig westersche
wetenschap in zich opnemen, zich
toeleggen op alles wat onze bescha
ving groot maakt en voor we veel
verder zijn zullen diezelfde Chinee
zen, van wie we alleen maar wisten
dat ze staarten droegen en opium
schoven, op de Europeesche arbeids
markt als kolossale concurrenten
tegenover ons staan en op het
veld van wetenschap en kunst als
goede makkers en vrienden naast
ons.
Het spreekt vanzelf dat, wil men
een natie vooruitbrengen in kennis
en beschaving, men moet beginnen
met het lager onderwijs.
1.
Hijgend tobden Door Vercruys en zijn
vrouw, die een kindje op den arm droeg,
mee voort met de duizenden vluchtelingen
die den vuurgloed der op enkele plaatsen
brandende stad ros geteekend zagen tegen
den hoogen hemel, als ze 't waagden het
hoofd om te keeren- Zware droefheid of
bittere haat en verwenschingen stegen op
bij wijlen uit den menschentroep. Door
bekeek nu en dan eens het tengere vrouwtje,
dat met van angst verwrongen trekken
naast hem voortschokte, buigend d'r smalle
lijf door den last van 't kindje, dat zij
tegen zich aangedrukt hield. Zijn gedachten
waren weg en hij hoorde telkens weer,
heel duidelijk: »vluchten« hij kon er zich
geen rekenschap van geven. In allerijl
was hij van zijn werk naar huis geloopen,
had slechts gestameld »-vlu<;hten® en was
toen met Siska, die terstond 't kindje had
opgenomen, aan het draven gegaan door
de straten tot zij zich bij een troep ge
voegd hadden, die de stad uitdwaalde.
Lang moesten ze reeds op weg zijn, want
toen ze uittrokken, was 't nog licht als op
den dag en nu pinkelden vele sterretjes
aan den hemel, die rood zag, zoo wonderlijk
rood. Plotseling merkte Door, dat zijn
vrouw achter bleef en de opdringende massa
telkens even uiteen week om haar los te
Een dertigtal jaren geleden was
er geen enkele behoorlijke lagere
school. De Chineesche letters werden
op machinale wijze in de scholen
voor eerstbeginnenden opgedreund
door den meester en even machinaal
uit het hoofd geleerd.
En nu Sinds dien tijd is het
onderwijs geheel gereorganiseerd
Het meeste heeft er toe bijgedragen
een groote uitgevers- en boekhan
delsfirma. Deze uitgeversfirma, die
thans een staf van 70 Chineesche
letterkundigen onder zich heeft, enkel
voor de vertaling van Westersche
wetenschap in het Chineesch is sedert
jaren bezig al meer en meer kostbare
onderwijsschatten, tegen uiterst lage
prijzen,' onder het Chineesche volk
te verspreiden De vooruitgang van
de lagere scholen is dan ook enorm
Thans zijn het scholen met een
goed georganiseerd, door het Minis
terie van Onderwijs vastgesteld leer
plan, dat juist vooral algemeene ont
wikkeling beoogt, kennis niet alleen
van China, maar van de geheele
wereld
Wat aangaat het leggen en grond
vesten eener algemeene ontwikkeling
in den meest breeden zin, er is geen
enkel leesboek op de lagere school
gebruikt, dat het niet aflegt tegen
het Nationaal leesboek Er wordtin
behandeld zedeleer, hygiëne, mine
ralogie, telephoon telegraaf, sport,
geschiedenis, aardrijkskunde, lucht
vaart, kompas, postwezen, stoomvaart,
staatsinrichting, handel, nijverheid,
verschillende godsdiensten der we
reld, beroemde personen uit China,
Europa en Amerika, te veel om op
te noemen, alles in heldere, eenvou
dige lesjes, precies de grondgedachte
van een en ander rakend zóó, dat
de leerling, die op de Middelbare
school dit alles meer in bijzonderhe
den zal leeren, er een betrekkelijk
groote algemeene ontwikkeling door
krijgt
Hier en daar worden de weten
schappelijke onderwerpen afgewisseld
door "leerzame fabelen en verhaaltjes
Als men bedenkt dat een 30 jaar
geleden opstanden plaats hadden bij
het aanleggen van spoorwegen, om
maken. Maar hem zelf gingen ze ook
voorbij.
Hij voelde het aan de stooten, die hij
kreeg tegen zijn ellebogen.
De uitputting woog op zijn schouders,
die pijn deden en naar elkaar toe negen,
alsof hij er een half beest op droeg.
Eindelijk drongen de laatsten van den
troep hem voorhij en bleef hij staan midden
op den weg met Siska naast hem.
»Ik en kan nie meer, Door ik valle
haast,zei ze rillend van afgematheid.
»Neme gij 't kindje, ik houde 't niet
mier® en ze legde hem Franske in zijn
armen, die hij haar werktuigelijk toestak.
't Vrouwtje rekte zich uit de gebogen
houding, die ze om 't kind had aangenomen
en veegde met een punt van haar geruiten
voorschoot over 't hoofd en in de oogen.
Wat wilde ge dan, Siska,zeurde hij,
schor door 't stof dat hem benauwend in
de keel zat.
Ze legden 't kindje in de lange halmen,
die het bijna verborgen en gingen naast
hem zitten, de beenen uitgestrekt naar 't
koele water, dat nachtelijk koud omhoog
trok door hun geheele wezen en een lichte
huivering joeg door hunne uitgehongerde
lichamen.
»Ik heb honger, Door, flauwen honger,®
zuchtte Siska, terwijl ze haar hoofd rusten
liet op het dauwe nat gras.
Over het slapend wichtje heen reikte
dat het bijgeloof van het volk was
aangetast, en als men dan in het
Nationaal leesboek verhaaltjes leest,
als dat van een Chineesch jongetje,
dat met zijn zusje een tochtje mee
maakt in een bestuurbaren luchtbal
lon en door papa en mama beneden
werden bijgehouden in een auto, dan
lijkt het, alsof die 30 jaar eenige
eeuwen zijn geweest.
In de voorrede van dit leesboek
staat o. a.Wat het bijzondere ka
rakter van ons rijk aangaat, als
onze allervroegste beschaving, het
groote aantal van onze bewoners, de
schoone woorden van onze heiligen
en wijzen zullen wij met onze uiter
ste krachten mooi doen uitkomen.
De slechte gewoonten van ons Rijk,
als conservatisme en bijgeloof, het
inbinden van vrouwenvoeten, opium
schuiven zullen wij met onze uiterste
krachten aan de kaak stellen en
trachten om te komen tot de voor
uitgang van al onze broederschappen.
Wij verbeteren ven hervormen van
het ondiepe tot het diepe, van het
nabije tot het verre, van wat wij
weten tot wat wij nog niet weten,
zoodat dientengevolge de hersentjes
der kinderen van het eerste oogenblik
af langzamerhand leeren volgen en
vooruitgaan
De Chineesche lagere scholen
springen als paddestoelen uit den
grond en het. is begrijpelijk dat het
aantal goede onderwijzers, modern
gevormd, nog bij lange niet geëven-
redigd is aan het zoo overweldigend
toenemend aantal dezer nieuwe scho
len. Vandaar dat deze scholen zich
thans nog moeten behelpen met zeer
middelmatige, zoo niet onbevoegde
onderwijskrachten. Maar als ook
hierin voorzien is dan zal het Chi
neesche onderwijs het Europeesche
naar de kroon steken.
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Een merkwaardig boek heeft het licht
gezien en wel van de hand van Graaf
Czernin, den gewezen Oostenrijksch-Hon-
gaarsche minister van buitenlandsche zaken.
In een hoofdstuk getiteld Wilhelm II,
waarvan de N. R, Ct. een uittreksel geeft,
Door haar een boterham, die vastkleefde
aan 't papier, waarin 't vettige smeersel
gedrongen was.
»Ik hebbe ze nog van den noene, ik
hebbe geen tijd gehad ze te eten.«
»Neemde gij ze ten halve,® weerde zij
af, »ge hebt ook wel goeste.«
Met gretig verlangen knauwden ze de
droge, vettige stukken brood, die naar den
inkt der courant smaakten, waarin ze ge
wikkeld hadden gezeten.
»Zullen we nu wijders gaan, Doorke,
ten uchtend zijne we dan bij de grens,
daar kunnen we wel weer eten krijgen
We gaan naar tantes we zijn er wille-
kornme en ze hebben er een wieg voor
Franske.
Met moeite rezen ze op hun ledematen
waren stijf geworden en ongezeggelijk door
den kouden grond. Door droeg het ventje,
dat zijn oogskes flauw opende bij wijlen,
maar rustig bleef. Sukkelend kwamen ze
verder langs den donkeren weg, die door
bosschen leidde en karig beschenen werd
door de sterren, haar licht verbergend in
de hooge dennentoppen slechts een smalle
strook van den hemel was zichtbaar en
de maan zat weggedoken achter dikke
wolken.
»Ik hoore den hane, den dagewekker.«
zei eensklaps de man en de hoop, dat 't
gauw licht nu worden zou, deed hem met
meer moed voortgaan langs het zandige pad,
waarin hun zware schoenen wegzonken.
Daar vertoonde zich de eerste lichtstreep
in het oosten de baan werd allengskens
breeder tot ze den geheelen gezichtseinder
wordt ons de ex-Keizer van Duitschland zoo
scherp geteekend, dat wij ons nauwelijks
weerhouden kunnen er groote gedeelten uit
over te nemen.
Keiler Wilhelm, zoo begint de schrijver,
heeft zoolang zichtbaar in het middelpunt
van de wereldhistorische gebeurtenissen ge
staan, zooveel is over hem geschreven, dat
hij eigenlijk de heele wereld als bekend
voorkomt. En toch geloot ik, dat hij dik
wijls verkeerd beoordeeld wordt.
Om een mensch toch eenigszins te kun
nen begrijpen moet men niet vergeten, dat
hij het product is van zijn geboorte, op
voeding en ervaring. En bij de beoordee-
ling van Keizer Wilhelm II moet in reke
ning worden gebracht, dat hij van jongsaf
bedrogen is, en dat niet alleen door zijn
naaste omgeving, maar door heel zijn volk.
Hoevele millioenen, die hem nu slechts
vloeken achterna slingeren, wisten niet, hoe
diep ze buigen zouden, als hij in den glans
van zijn heerlijkheid aan den horizont ver
scheen, hoevelen voelden zich gezegend,
als er maar een keizerlijke blik hen trof
en tot deze allen is het nu nog zelfs
niet doorgedrongen, hoeveel schuld zij er
zelf aan hebben, den Keizer een wereld
voorgetooverd te hebben, die nooit heeft
bestaan en hem in een richting te hebben
gedreven, waarin hij anders nooit zou zijn
heengedobberd.
Niemand waagde het hem de waarheid
te zeggen. Ieder vleide hem. En daar
hij duidelijk toonde een afschuw te hebben
van onaangename betichten, waagde men
het ni^t hem den werkelijken toestand mee
te deelon. Hij leefde zoodoende in een
leugenwereld. Terwijl hij steeds meer het
vertrouwen van het volk verloor en de natie
voor het overgroote meerendeel zijn re
geering beu werd, juichte men hem toch
toe zoodra hij maar verscheen.
»lk heb den keizer en de keizerin ge
zien, omstuwd door weenende vrouwen en
mannen, haast bedolven onder den bloe
menregen ik heb menschen gezien, die
op de knieën vielen en de handen uitstrek
ten, alsof ze een godheid aanbaden en
ik kan het den slachtoffers van deze geest
driftige huldebetoogingen niet kwalijk ne
men, dat zij dit klatergoud voor echt hiel
den en vastgroeiden in het geloof, dat zij
persoonlijk door het volk werden bemind,
bemind ongeveer zooals een vader en een
moeder door hun eigen kinderen.
besloeg.
De warmte der komende zon voelden ze
in den rug en 't deed hun wel, na de ver
stijving van den nacht, die hunne bezweete
lichamen had lam gemaakt.
In de verte zagen ze reeds een toren
spits oprijzen in de blauwe lucht met 't
bewegelijke haantje op het hooge kruis.
De toren werd het doel van hun tocht,
vandaar zouden ze wel verder geraken.
Geen oogenblik dachten ze aan wat ze
achterlieten daarginds. Weg wilde Door
met vrouw en kind uit het komende gevaar.
Heel langzaam naderde het torentje, tot ze
plotseling bij de kromming van den weg
de eerste boerderijtjes zagen van 't dorp
dat ze gezocht hadden, sedert het eerste
zonnelicht hun den weg wees. In het
dorpje was 't al bedrijvigheid I Eenige uren
voor hen waren er reeds vele vluchtelingen
aangekomen, die in de huizen waren bin
nengehaald als gasten en, na een paar tassen
koffie met brood gekregen te hebben, in
de schuren der huizingen van uitputting en
geleden ellende te slapen lagen.
Ook hun kwam men tegemoet en zij
werden genood, binnen te komen bij den
pastoor, die in zijn grootste kamer tafels
met eten en drinken had gereed staan.
Met stof bedekt en bleek, zetten zij zich
aan tafel en legden 't kindje in een mand
met 'n kussen, die de oude dienstbode ge
bracht had. Een weelde kwam over hen,
toen ze hun lippen warm voelden door de
koffie en hongerig begonnen ze de met
kaas belegde boterhammen te eten. Toen
ze verzadigd waren, werden ze meegenomen
Het is begrijgelijk, dat de keizer en
de keizerin na zulke indrukken alles, wat
men hun over kritiek en ontevredenheid
onder het volk zeide, als zinloos gepraat
opvatten, en stijf en vast bleven gelooven,
dat gewelddadige omwentelingen wel in
andere landen mogelijk waren, maar bij
hen juist riiet voorkomen konden.
Keizer Wilhelm, die ongetwijfeld van
meer dan middelmatig talent en begaafd
heid is, zou, als hij als gewoon sterveling
ter wereld was gekomen, stellig een zeer
verdienstelijk officier architekt, ingenieur,
politicus of wat ook zijn geworden. Als
gewoon mensch zou de kritiek van anderen
een heilzame uitwerking op hem hebben
gehad. Als keizer voelde hij die rem nooit
en dat is zijn ongeluk geweest. Toen bij
den troon besteeg, was Duitschland op het
hoogtejunt van zijn macht gekomen. Hij
behoefde niet, als zijn grootvader, voor de
grootheid van het rijk al zijn werkkracht
in te spannen het viel hem alles zonder
moeite in den schoot en dit is op zijn ge
heele geestelijke ontwikkeling van grooten
invloed geweest.
Wij veroorloven ons nog deze aanhaling
de beslistheid, waarmee de keizer zich
steeds in woorden en gebaren uitte, heeft
menigeen in den waan gebracht, dat hij
een buitengewoon zelfstandige natuur was.
Hoe dit zij, zoowel tijdens den oorlog als
daarvoor is hij in zijn daden veel minder
zelfstandig geweest dan gewoonlijk wordt
aangenomen. Hij werd veel meer door an
deren vooruitgedrongen dan dat hij anderen
voortstuwde, en als de Entente zich het
recht aanmatigt, den keizer terecht te laten
staan en zoowel aanklager als rechter over
hem te spelen, dan is dat nog afge
zien van andere bedenkingen hoogst
onrechtvaardig, omdat de keizer noch vóór,
noch tijdens den oorlog den rol heeft ge
speeld, die de Entente hem toedicht.
Hoe dit zij om het karakter van zulk
een man te kunnen beoordeelen is het
zeker noodig iets meer van hem te weten
dan wat de straat van hem vertelt.
- In Rusland is de burgeroorlog nog in
vollen gang. De bolsjewiki schijnen tot
nieuwe krachtsontplooiing te zijn gekomen.
Joedenitsj, die eerst Petersburg scheen te
zullen innemen, wordt nu door hen in het
riauw gebracht, terwijl Denikin er ook al
niet gunstig voorstaat. Van verdedigers
zijn de bolsjewiki aanvallers geworden.
door een meisje, die hielp bedienen in het
drukke huis, om uit te rusten van den
langen, nachtelijken tocht en kregen de
boodschap dat ze mochten weeromkomen
voor een middagmaal in de school.
»Hoe ver is 't naar Putten vroeg Door
de juffrouw.
ïWel vier uur; ik zou eerst eens flink
gaan slapen voor ge derwaarts gaat. Heb
je er familie vorschte ze belangstellend.
»Mijn vrouwetantes is getrouwden we zijn
er willekomme,® zei Door.
Siska droeg de mand, waarin Franske
lag, die zijn bolleke schudde in het mollige
kussen en met zijn knuistjes tegen de rieten
wanden timmerde.
»Hie ligt er als'n prinske.® toonde Siska
d'r jonske, die wijd opende z'n oogjes, vol
welgezindheid.
In een boerenwoning vonden ze een bed
gespreid op den grond in de opkamer. Het
meisje wenschte hun een goeden slaap.
Ontkleed legde Door zich op den zachten
peluw, terwijl de moeder heur kindje ver
zorgde. Ze lagen nog wat te draaien en
te keeren, voordat de slaap hen goed pakte,
maar toen waren ze ook zoo vast in rust,
dat 't de boerin moeite van slaan op de
deur kostte om ze ontwaakt te krijgen
tegen d'ure, dat ze om eten naar de school
moesten.
Een heele poos bleven zij daar met ge-
vulden buik klappen met bekenden, die hen
te nacht gemist hadden in den hoop. Tegen
drieën nam een vrachtrijder hen op zijn
huifkar mee naar tante.
Wordt vervolgd.)
NIEUWSBLAD
veor dot Land van Beosden e&AStena, do Lanistraat en de Boiiiiiielerwaari
dRuste wille ik op den berm, daar
en ze wees met haar langen mageren arm
naar den slootkant, die eenige meters met
gras begroeid was.