Het volkskarakter van
den Engeischman.
UND van AL.TENA
Uitgever: L, J. VEERMAN, Heusden.
No. 3951 Woensdag 28 Januari1920.
DE MISDAAD ZIJNS
BROEDERS.
'u v
T
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.25,
en franco per post beschikt f 1.40. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel
meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen
10 uur ingewacht.
Dat een Engeischman zich beter
acht dan iemand van een andere
natie is van vrij algemeene bekend
heid. De vraag blijft echter over
of dit een gepast gevoel van eigen
waarde is of dat er ongepaste hoog
moed achter schuilt, 't Is misschien
wel aardig om eens te zien wat een
geboren Engeischman over zijn eigen
volk schrijftin 't geheel, hij zegt in
elk geval veel waars en veel aan
trekkelijks.
„Door buitenlanders wordt het als
een der hoofdtrekken in ons volks
karakter beschouwd, dat de Engeisch
man zulk een sterk sprekende per
soonlijkheid heeft dat hij zich
nimmer vereenzelvigt met zijn in
stellingen, maar in zijn spreken,
denken en handelen er altijd vrij en
onafhankelijk tegenover staat.
Die krachtige persoonlijkheid^
waardoor de Engeischman waarlijk
vrij is en dus vrij blijft, is ook de
oorzaak van een krachtig maatschap
pelijk leven, Bij den krachtige slui
ten zich de overigen aan, zoodat uit
hem, als uit een levend middelpunt,
een vluggen geest zich mededeelt
aan het leven des volks.
En juist ook door die gedurige
openbaring van persoonlijke geest
kracht, in onze samenleving ontvangt
de Engeischman zijn beste opleiding
In vergelijking daarmee is het
onderwijs der scholen slechts een
onderricht in de eerste beginselen
Van oneindig hooger en blijvender
nut is de levensleer, die wij dagelijks
opdoen in onze woningen, op straat,
achter de ploeg, op het kantoor.
Bacon zeiEnkel door studie ver
langt men niet de kunst om hetgeen
men geleerd heeft toe te passendat
is een andere, een hoogere wijsheid,
die slechts door do ondervinding kan
worden verkregen.
In een zijner gesprekken met
Echermann zei Goethe eens: „Hetis
vreemd, en of het aan het ras, aan
het klimaat, den bodem of de op
voeding ligt, weet ik niet, maar de
Engelschen hebben toch iets, wat hen
6.
De Zigeuners, die des zomers in het
bosch of op de heide hun tenten opsloegen,
zagen zich genoodzaakt, gedurende de strenge
wintermaanden hun toevlucht te nemen in
eenige bouwvallige hutten, die zich op de
grens van dat gehucht bevonden. Onze
reiziger klopte op bijzondere wijze op de
deur van een dezer hutten, welk kloppen
dadelijk beantwoord werd.
Job Job Sudderland zeide de bezoeker.
ïJa ik ben Job. Maar gij Wat, Ro
many ?c riep hij uit, meenende in den
reiziger Herbert te herkennen. »Wat,
Romany Rye 1 Zijt gij hier weder Wees
welkom, mijn vriend I Wie zou u hier
verwacht hehben op dezen tijd van het jaar
En ook nog cp dezen tijd van den avond
Wat is er te doen
»Kom even buiten, Job, ik moet u
spreken.
ïBest mijnheer.
Job kwam buiten en had een gesprek
met zijn geheimzinnigen bezoeker. In het
begin scheen Job zeer verbaasd en verbluft
over de mededeelingen, die hem gedaan
werden, van welken aard ze dan ook wa
ren. Daarop werden er eenige teekenen
boven de meeste andere menschen
onderscheidt. Hier in Weimar zien
wij er maar enkelen en waar
schijnlijk niet de besten maar
wat zijn dat flinke kerels.
Ze komen hier als jongens van 17
jaar en voelen zich in dit vreemde
land volkomen op hun gemak. Toch
zou ik niet willen beweren dat ze
schranderder zijn dan de Duitsche
jongelui, maar ze hebben meer moed
zich te vertoonen zooals de natuur
hen gemaakt heeft. Er is geen half
slachtigheid in hen; het zijn heele
menschen. Dikwijls zijn het ook
volslagen gekken, ik geef het u
gaarne gewonnen, maar ook dit zegt
iets en heeft beteekenis.
Volgens Goethe behartigde de En
geischman Lessings wenk: „Denk
verkeerd, zoo gij verkiest, maar denk
zelfstandig."
Een ander buitenlander, de Duit-
scher Wiese, vergelijkt de Duitsche
en Engelsche opvoedingsstelsels met
elkander en maakt de opmerking,
dat in Engelsche levensbeschrijvin
gen veel meer gewicht gehecht wordt
aan de kracht van overtuiging, het
geduld, den moed, de volharding en
de zelfbeheersching van de helden
der geschiedenis, dan aan hun we-
tenschappelijken ijver, of aan de
leergierigheid in hun jeugd betoond,
kortom dat de Engeischman meer de
persoonlijkheid op den voorgrond
stelt en veel meer waarde hecht aan
iemands karakter dan aan zijn ver
stand welke opmerking niet alleen
volkomen juist is, maar tot belang
rijke gevolgtrekkingen aanleiding
geeft omtrent de hoofdkenmerken
onzer volkskracht, die ten slotte
slechts de som is van ons denken en
handelen en van de karakters onzer
burgers.
Wilt gij het oordeel van een
welbekend Franschman
Hij houdt het Engelsche opvoe
dingsstelsel voor het allerbeste tot
bevordering van het maatschappelijk
en persoonlijk welzijn, terwijl het
tevens als door overlevering, de na
tionale levenskracht bestendigt. Ter
wijl de Fransche instellingen
soldaten en ambtenaren vormen,
kweeken de onze burgers, omdat
zij aan iedereen, man of vrouw,
gewisseld, zooals die onder Zigeuners ge
bruikelijk zijn en liet de bezoeker eenige
muntstukken in Job's hand glijden, waarop
Job het antwoord nam.
U weet, Romany, het is niet voor mij
zelf, maar het is voor de anderen, om ze
stil te houden. God zegene u, voor mij
zelf zou ik niets willen hebben, Weet u
nog, hoeveel tochten we gemaakt hebben,
toen gij en uw broeder nog jongens waart
en ze ons uit het bosch joegen Wat een
heerlijke tijd was dat, toen u 's nachts er
met ons op uit placht te gaan Och, die
goede tijd komt nooit weerom U heeft
er mij meer dan eens heerlijk uitgeholpen
als u er niet waart geweest, zouden de
agenten mij dikwijls leelijk te pakken heb
ben gekregen, maar een woordje van u
kon heel wat uitwerken. U zijt mijn Ro
many en als ik u een dienst kan bewijzen,
zal ik het niet laten en, zooals ik gezegd
heb, ik verlang niets voor mijzelf, maar
ik meet iets hebben, om den mond van
de andere jongens te stoppen.
Om deze zonderlinge toespraak verstaan
baar te maken, zij hier vermeld, dat Her-
bert en Frank in hun jeugd zich in de
vacantie en bij andere gelegenheden dik
wijls bij de Zigeuners hadden gevoegd en
dat tusschen Herbert en Job Sudderland
een soort van vriendschap was ontstaan,
die weinig vermoed werd door Herbert's
voorname betrekkingen en vrienden.
Het was volstrekt geen uitzondering, dat
een Zigeuner vriendschap sloot met een
vrijheid vau beweging gunnen. En
al komen er op onze lagere en hoogere
scholen, even goed als op de Fran
sche en Duitsche, nu en dan voor
beelden voor van kunstmatige over
beschaving, in den regel levert ons
nationaal stelsel het grootste aantal
van dezulken dieaan de wereld
deze beide deugden vertoonen van
een koninklijk rasstandvastig stre
ven naar het eens gestelde doel en
onbezweken geestkracht.
Deze persoonlijke vrijheid en geest
kracht, zoo bereidvaardig door op
merkzame buitenlanders erkend, mag
de milde bron heeten ^van onzen
nationalen voorspoed, want niet tot
een enkelen rang of stand blijft zij
bepaald, maar allen rangen en stan
den is zij eveneens eigenden wellicht
vertoonen zich haar krachtigste ge
volgen nog meer onder de laagste
dan 'onder de^ hoogste klassen [der
bevolking. Mannen, groot in weten
schap, letterkunde, kunst, zijn opge
groeid op Engelsche landhoeven zoo
wel als op de Schotsche heuvelen, in
fabrieken en mijngroeven, in de
smidse en in den schoenlappers
winkel.
De voorbeelden van personen, die
door volharding en geestkracht zich
van den laagsten trap tot zulk
een hoogte hebben opgewerkt dat
het hun mogelijk was een groote en
nuttige invloed uit te oefenen op de
geheele maatschappij zijn zoo talrijk
dat ze niet meer als uitzonderingen
zijn te beschouwen. Indien men
sommige van die gevallen nagaat,
dan zou men bijna zeggen, dat tegen
spoed en ongeluk op jeugdigen leef
tijd ondervonden een noodzakelijke
voorwaarde van slagen is. Een lid
van het parlement hoorden we eens
een verhaal beginnen met deze
woorden: „Toen ik als jongen te
Norwich op de weverij was."
Toen een zekere Rrotherton, ook
lid van het parlement, eens sprak
voor een wet tot verbetering van
den arbeid van kinderen, vertelde
hij, dat hij vroeger als fabrieksjon-
gen zoo geleden had onder de slechte
toestanden.
Onmiddellijk daarop stond een an
der parlementslid op en verklaarde
onder toejuiching dat hij nooit trot
man uit beschaafder stand. Deze vriend
schap, eenmaal geschonken, werd door de
Zigeuners steeds trouw en eerlijk gehouden,
en zulk een vriend noemden zij hun «Ro
many® of »Romany Rye«, met welken naam
Job zijn bezoeker dan ook had begroet.
Onder deze Zigeuners werden dikwerf
menschen van allerlei stand gevonden, die
zich om verschillende redenen uit de maat
schappij hadden teruggetrokken en zich bij
de Zigeuners gevoegd hadden. Job Sud
derland was een van dezen. Hoewel hij
nu een landbewoner was, had hij vroeger
gevaren. Toen het gesprek ten einde was
bracht Job zijn bezoeker naar een der hutten
en stelde hem aan de overige bewoners
voor als zijn eigen Romany, die een paar
dagen onder hun dak wilde vertoeven.
Eenige geheimzinnige teekenen werden ge
wisseld, een paar geldstukken veranderden
van eigenaar, een paar woorden werden
gesproken en de bezoeker, zich van zijn
militaire jas ontdoende, begaf zich ter
ruste.
Den volgenden morgen werd de gevan
gene naar het gerechtshof gebracht en op
de bank der beschuldigden voor den rechter
geplaatst. De beschuldiging werd voorge
lezen en geen vragen gedaan, behalve de
gebruikelijke aan het eind, nl. of de be
klaagde iets had in te brengen, waarop
deze antwoordde
»Ik heb een zeer afdoend antwoord op
de beschuldiging, doch ik zou dit liever
niet uitspreken, eer ik myn advocaat heb
scher op het Lagerhuis was geweest
dan nu, nu hij wist dat iemand van
zulk een afkomst in de gelegenheid
was om er zitting te nemen op gelij
ken voet met de edelsten van het
land.
Dit over Engeland door een En
geischman geschreven. 't Is wel
aantrekkelijk. Vinden wij ons volks
type misschien in enkele opzichten
in het hunne terug Het is niet te
ontkennen dat, wat hun goede karak
tertrekken betreft, wij iets van hen
kunnen leeren.
BUITENLANDSCH OVERZICHT
In een kranig stuk (wat is onze Hol-
landsche taal toch mooi als ze goed ge
bruikt wordt) heeft onze regeering geant
woord op het verzoek van Engeland en
Erankrijk om den Duitschen keizer uit te
leveren. Het heet daarin
Harer Majesteits Regeering kan in het
tegenwoordige geval geen anderen plicht
erkennen dan dien, welken haar de wetten
des Rijks en de nationale traditie opleg
gen.
Welnu, noch de op de alom erkende
rechtsbeginselen gegronde fundamenteele
wetgeving des rijks, noch eene eerbied
waardige traditie van eeuwen her, welke
van dit land te allen tijde een toevluchts
oord heeft gemaakt voor hen, die in
internationale conflicten het onderspit heb
ben gedolven, veroorloven aan de Neder-
landsche regeering gevolg te geven aan het
verlangen der mogendheden om aan den
gewezen Keizer de bescherming van die
wetten en die traditie te onttrekken. Het
recht en de nationale eer, welke te eer
biedigen een heilige plicht is, verzetten
zich daartegen. Het Nederlandsche volk,
geleid door gevoelens, waaraan de geschie
denis der wereld recht heeft doen weder
varen, zou het vertrouwen niet kunnen
beschamen van hen, die zich op zijn vrije
instellingen hebben verlaten.
Harer Majesteits Regeering vertrouwt
dat de mogendheden de gegrondheid zullen
erkennen van deze overwegingen, welke
zich boven eenige beoordeeling van men
schen verheffen en welke haar zoo afdoende
voorkomen, dat zij redelijkerwijze geen
vrijheid kunnen geven Nederland in een
verkeerd daglicht te stellen.
Waardig en sober worden hier de be
weegredenen, die tot weigering van het
geraadpleegd, hoe ik dat antwoord moet
inkleeden. Is het mij veroorloofd, tot zoo'
lang te zwijgen
«Natuurlijk,® antwoordde de rechter.
Hierop werd den gevangene aangezegd, dat
hij een week in voorloopige gevangenschap
zou gehouden worden, welken tijd de politie
noodig had, om verdere inlichtingen aan
gaande de droeve gebeurtenis in te winnen.
IN DE GEVANGENIS.
De gevangene werd in een dievenwagen
naar de gevangenis overgebracht en nadat
de groote poort zorgvuldig gesloten was,
werd hij in een ruimen, steenen gang ge
leid waar hij door den directeur en eenige
oppassers werd opgewacht.
Nadat zijn naam aan den directeur was
opgegeven, werd de beklaagde naar een
kleine, doch nette badkamer gebracht. Zelfs
te midden zijner ellende gleed een glim
lach over de trekken van den gevangene,
bij de gedachte hoe noodzakelijk zulk een
schikking was ten opzichte van de meeste
bezoekers, die binnen deze muren ontvan
gen werden.
De treurige omstandigheden in aanmer
king genomen, waarin de gevangene ver
keerde plotseling gescheiden van vrouw
en thuis en vrienden, terwijl zijn oom dood
lag en hy beschuldigd werd zijn moorde
naar te zijn was deze wonderlijk, on
natuurlijk kalm en wist hy zich voortref
felijk te beheerschen hy was een geheel
verzoek hebben geleid, aangegeven.
Over 't algemeen is de buitenlandsche
pers met Neerlandsch handelwijze ingeno
men. In Engeland, de Northcliflepers
uitgezonderd, begrijpt en billijkt men ten
volle ons standpunt.
De Westminster Gazette zegt:
De Nederlandsche regeering geeft in
verheven stijl het antwoord, dat verwacht
kon worden. Sober denkende Engelschen
moeten toegeven dat Holland's houding
juist dezelfde is, welke Engeland zou hebben
aangenomen. Wij gelooven, meent het
blad, dat het Engelsche volk als geheel
zal erkennen, dat Holland geen anderen
weg had kunnen inslaan.
De Observer De weigering van Holland
is zeer vastberaden en gegrond op onaan
tastbare argumenten.
De Star zegtDe tusschentijdsche ver
kiezing in Paisley is juist bijtijds gekomen
om getuige te zijn van de inzakking van
de derde groote verkiezingsbelofte, de larie
van Hang den Keizer op Die leuze van
de «huizen voor helden® heeft tengevolge
gehad dat er tweehonderd huizen in twaalf
maanden gebouwd zijn.
De herrie over «Duitschland moet ge
dwongen worden om te betalen« is met
een hopeloos fiasco geëindigd. Er bleef nog
een enkele bloesem aan den coalitie-boom,
de leus van Hang den Keizer op
Nu heeft Holland in allen vorm gewei
gerd om den Keizer aan de rechtbank van
de geallieerden over te leveren. De leiders
van de coalitie moeten in de eerste plaats
geweten hebben, dat geen souverein van
een onafhankelijken staat er ooit in zou
toestemmen aan zyn vijanden een politiek
vluchteling over te leveren, wiens misdaden
bedreven zijn in zijn hoedanigheid van sou
verein regeerder. Zou de gewezen Tsaar
uitgeleverd zijn, als hy naar Nederland
ontkomen was, en de sowjet-regeering ge-
wenscht had, hem in Rusland terecht te
laten staan voor zijn verantwoordelijkheid
voor de doodenlijst van het stelsel van de
verbanning naar Siberië Alle goedioge-
lichte personen wisten, dat deze belofte van
Lloyd George om den Keizer voor het ge
recht te brengen, apekool was. Alle om
slachtige argumenten van de pleitbezorgers
van de coalitie en hun kornuiten in Parijs
zullen de klucht niet langer in stand kunnen
houden. Het laatste redmiddel van een
proces zonder den Keizer zal de laatste
steen zijn, die een groot verkiezingsboeren-
bedrog zal dichtdekken.
ander wezen dan de ternedergeslagen man,
dien wij voor zijn gevangenneming zagen.
Hij sloeg vol belangstelling de gansche in
richting der gevangenis gade en naar zyn
uiterlijk te oordeelen, scheen de gelegen
heid, om de gebruiken en gewoonten in
een gevangenis te leeren kennen, hem eerder
aangenaam dan het tegendeel.
Nadat hij zich lang genoeg naar den zin
van zijn bewaker gebaad had werd hij ver
zocht, dien man voor te gaan langs een
breede trap, die op een groot portaal uit
kwam. Dit portaal had een glazen dak en
aan beide zijden waren boven elkander ver
diepingen met genummerde vertrekken. Op
elke verdieping was een opzichter. De be
waker van den gevangene riep nu met
luider stem een nummer af, waarop een
opzichter kwam toegeloopen en hem het
vertrek, dat voor hem in gereedheid werd
gebracht, binnenleidde. Een gedrukte lijst
van de regels werd hem aangewezen, ter-
wyl hij last ontving, deze te lezen en ze
niet te verbreken. Toen sloten zij de deur
achter hem toe. De cel was volstrekt geen
onaangename plaats. Het was een heerlijk,
koel vertrek, twaalf voet lang en zeven
voet breed, met helder gewitte muren.
Een koperen waschkom, die glom als
goud, was aan den muur bevestigd, evenals
een kleine kleptafel.
Wordt vervolgd.)
-
'V z+r s?:
1
t Laid van Hetisden en Altena. de Laiiistraat ei eIb Bomnielorwaar