ONZE AARDE.
Und van altena
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3953. Woensdag 4 Februari. 1920.
FEUILLETON.
DE MISDAAD ZIJNS
BROEDERS.
Omhoog en omlaag.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.25,
en franco per post beschikt f 1.40. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel
meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen
10 uur ingewacht.
Dat de oppervlakte van onze aarde
niet onbeweeglijk is en altijd dezelfde,
blijkt duidelijk uit de talrijke uitbar
stingen van vulkanen, die zoo nu en
dan plaats hebben. Dat een voor
beeld van werking in den aardbodem
zoo dichtbij te vinden was, is mis
schien niet zoo algemeen bekend.
Even ten Westen van Den Haag
bevindt zich een beek, die de Beek
wordt genoemd er leidt een pad langs
dat Moerweg heet, en dat voert naar
den weg tusschen Rijswijk en Wate
ringen. Die beek loopt tusschen dij
ken en wordt gebruikt als afvoer-
water van het lage polderland.
Het water in die beek nu staat
hooger dan de oppervlakte van het
weilandtoch is het nog drie d.M.
beneden Amsterdamscb peil. Het
vloeit af naar de Noordzee, maar kan
daar alleen komen bij ebbe. Nu is
die Beek een historische beek oor
spronkelijk bad zij haar bron in de
duinen, en haar mond in de Rotter-
damsche Maas. Hier bij Den Haag
moet dus baar water, in den tijd dat
ea nog geen sluizen en watermolens
waren, hooger hebben gestaan dan
bet water van de Maas, en dit weer
hooger dan de Noordzee, terwijl bet
land aan de oevers van de Beek na
tuurlijk hooger was dan het water.
Dat land moest dus stellig eenige d.M.
hooger zijn geweest dan de zee, en
tegenwoordig is datzelfde land onge
veer een Meter lager dan de zee
Twee feiten, die niet tegen te spreken
zijnhet land lag eenmaal hooger
dan de zee, anders zou er geen beek
ontstaan zijnen het land ligt nu
lager dan de zee. Daaruit volgt een
van beiden de zee moet gerezen zijn
of het land moet gedaald zijn. Wan
neer bet eerste bet geval was, moet
dat ook te bemerken zijn aan de na
burige kustenbovendien staat de
zee met alle wereldoceanen in ver
band, en dan zouden alle tegelijk
gerezen moeten zijn, wat niet waar
schijnlijk is. Er blijft dus alleen over,
dat bet land hier bij Den Haag min
stens anderhalven Meter gedaald moet
8.
De eerste getuige was natuurlijk de oude
huisknecht, de eenige inwonende van Raven-
woud, die op het oogenblik in staat was
te verklaren, dat de vermoorde werkelijk
de heer Wilson was. Toen volgde de
conducteur, die het lijk had ontdekt, daarna
de policie-agent, die Frank Muurse had
ondervraagd en naar het bureau had ge
bracht. Daarna kwam dokter Mitchel, die
verklaarde, dat hij bij onderzoek van het
lijk een kleine wonde in de rechterborst
ontdekt had, waardoor een kogel recht
streeks zijn weg naar het hart had ge
vonden en onmiddellijk den dood had ver
oorzaakt. Daar echter de wond inwendig
verbloed was, was er eerst geen teeken
van geweld te bespeuren.
Dit verklaarde het feit, dat de agent
eerst niets van een moord had bespeurd.
Hij vertoonde ook den kogel, dien hij in
het lijk had gevonden en sprak als zijne
stellige overtuiging uit, dat de dood door
genoemden kogel was veroorzaakt en dat
én door de houding, waarin het lijk was
gevonden, én door de richting, die de kogel
door het lyk had genomen, onmogelijk was,
dat de overledene zelf het doodelijk schot
zijn.
Nog iets anders spreekt daarvan,
en dit geldt gebeel het lage deel van
Nederland, gelijk ook in datgansche
deel overal wel dergelijke beken aan
te wijzen zijn, wier oppervlakte be
neden den zeespiegel ligt. Dit name
lijk, dat de lage landen bij de zee
bewoond waren, voor dat er dijken
bestonden. In een land, dat lager
ligt dan de zeespiegel, vestigden zich
geen menschenhoogstens wierpen
ze tegen de extra hooge vloeden, die
soms het land overdekten, vlucht
heuvels of terpen op, die we immers
nog kennen, maar alweer de men
schen woonden op het vlakke land,
voor ze vluchtheuvels opwierpen.
Toen Kaninefaten en Marezaten en
Friezen zich vestigden in de lage
landen, lagen deze streken niet een
Meter beneden de oppervlakte. Dat
is zoo duidelijk, dat we ook daaruit
kunnen besluiten, dat ons land in de
laatste twee duizend jaren een tot
twee Meter en misschien nog meer
gedaald is.
Stellig nog meer. Ik ken een huis
dat staat op palen van vier M. lang,
die geslagen zijn door den weeken
veengrond daaronder ligt een laag
zand van eenige Meters dik. Laag-
veen echter is ontstaan in stilstaande
zoetwaterplaatsen. Er is dus een tijd
geweest, dat bier zoet water stond,
aangebracht door de rivieren. Doch
onder die zandlaag bevindt zich op
nieuw laagveen. Dat zand blijkt dui
delijk zeezand te wezen. De geschie
denis is dus deze. In tijden, ver ver
leden. was bier zoet water dat werd
gevuld door planten, die bet veen
leverden. De bodem daalde zoo laag,
dat de zee er over stroomde en bet
veen met zand overdekte. Later be
letten de duinen bet zeewater bier
te komende grond bleef echter da
len en op het zand kwam rivierwater
te staan, bet werd weer een meer,
en ook dat meer werd met veen ge
vuld.
Er zijn intusscben wel plaatsen op
aarde, waar van het dalen en het
rijzen der aardoppervlakte duidelijker
sporen te zien zijn dan hier. Als
een der fraaiste voorbeelden gelden
de zuilen van den Serapistempel te
Puzzuoli in de buurt van Napels. Van
gelost had.
Toen werden een paar nieuwe en zeer
belangrijke getuigen voor geroepen, name
lijk twee spoorwegarbeiders. Zij hadden
op den middag van den moord dienst
gedaan, om mistsignalen te geven en nadat
de trein van 5.15 uit Londen voorbij was,
hadden ze een vijfloops-revolver op den weg
gevonden, waarvan één loop ontladen was
en die uit den trein scheen gevallen te
zijn. Deze revolver werd nu door een
politiedienaar uit Londen, die voor het
verhoor was overgekomen, ter tafel gebracht
en het bleek, dat de kogel, die uit het
lijk was gehaald, daarin paste. Verder
deelde de Londensche politiedienaar mede,
dat de zaak in zijn handen was gegeven
en dat hij de vertrekken van Frank Muurse
op Ravenwoud had onderzocht. Hij had
daar een kistje gevonden, dat bestemd was
voor twee revolvers, doch waarvan er nu
één ontbrak. Dat kistje was gemerkt F.
M. en de revolver, die er nog in lag, was
van hetzelfde model en maaksel, als8 die,
welke op den weg was gevondenook wa
ren de kogels, die in het kistje lagen, van
dezelfde grootte, als de kogel, die den dood
van den heer Wilson had veroorzaakt.
Na het ter tafel brengen van dit be
wijsstuk werd de oude huisknecht weder
voor geroepen en nadat hem de wapens
waren getoond, beide, dat welk op den
spoorweg en dat welk in het kistje was
gevonden, was hij wel gedwongen, hoeveel
het hem ook kostte, te getuigen, dat zij
dien tempel staan nog drie marme
ren zuilen van veertig voet boogte
overeind, terwijl de buizen der rijke
Romeinen in de buurt evenals de
tempel zelf tot puin geworden zijn.
Die zuilen nu zijn tot een boogte van
twaalf voet onbeschadigddaarboven
ziet bet marmer er uit als wormste
kig bout, negen voet boog, en daar
boven draagt het bet gewone voor
komen van verwering door zonne
schijn, regen, droogte, enz. Dat worm
stekige is nu duidelijk het werk van
een boormossel, die daar nog in de
zee woont. Hoe kan nu een zeedier
die zuilen beschadigd hebben, en waar
om niet hooger dan tot ruim twintig
voet Het eenige antwoord isdie
zullen hebben in bet water gestaan'
De tempel is gebouwd ongeveer 100
jaren vóór onze jaartelling, natuurlijk
niet in zee, maar op het droge, en
allicht op grond, die zich eenige voe
ten boven zee verhief. Daarna is de
daling gekomen, en bet is bekend,
dat de Serapistempel in het jaar 900
in zee stond, Toen hadden de lytho-
domen, de boormossels, gelegenheid
hun krachten te beproeven op bet
harde marmer. Doch daarna kwam
de rijzing, ook weer zonder schokken
of stootende zuilen zijn immers over
eind gebleven. En die stijging is
doorgegaan, tot ze nu weer op het
droge staan. Dat is dus in twee dui
zend jaar tijd een daling en een stij
ging, beide van meer dan twintig voet.
Dergelijke voorbeelden heeft men
in Italië vele. Er zijn Romeinscbe
wegen onder water ruïnes van oude
paleizen zijn door het water bedekt,
en men wijst het werk van boormos
sels aan in rotsen, op plaatsen die
tegenwoordig tien Meter boven water
uitsteken.
Een voorbeeld van gebeel anderen
aard is het ontstaan van den vulkaan
Jorullo in Mexico. Zes dagreizen ten
W. van de stad Mexico ligt in het
landschap Valladolid een zeer vrucht
bare streek, waar rijst, mais en ba
nanen welig wassen, Men is daar
achthonderd Meter boven zee, daar
door is het klimaat heerlijk, en dat
lokte reeds vroeg veLe bewoners. Van
vulkanische werkzaamheid van den
bodem had men nooit gehoord aard
bevingen kende men niet. Eensklaps
beide aan zijn jongen meester, Frank
Muurse, toebehoorden.
De advocaat, de heer Spence, was ook
bij dit verhoor tegenwoordig geweest en
had den ganschen tijd uitvoerige aantee-
keningen gemaaktnaast hem bevond zich
de heer Jonathan Havik, aan wiens luiste
rend oor geen enkel woord ontsnapt was.
Toen echter de twee revolvers te voorschijn
gehaald en herkend waren, namen zijn
gelaatstrekken een uitdrukking van groote
verwondering aan.
Na een kort gefluisterd gesprek tusschen
Havik en Spence, antwoordde de laatste
op een vraag tot hem gericht, dat hij voor
't oogenblik niets ten voordeele van den heer
Muurse in het midden wenschte te brengen.
Daarop stond de voorzitter op en sprak
de volgende woorden »Heeren, het is een
uitgemaakte zaak, dat de overledene dood
gevonden is bij zijn aankomst aan het
station alhier; het is ook bewezen, dat
niemand anders bij hem was, dan de ge
vangene, de heer Frank Muurse verder
is uitgemaakt, dat de dood veroorzaakt is
door een kogel, afgevuurd uit een revolver.
Gij hebt de getuigenis gehoord van hen,
die den gevangene hebben aangehouden en
de getuigenis, die hij van zichzelf heeft
gegeven. Ik breng dus tegen den.heer
Frank Muurse de beschuldiging in van
moord met voorbedachten rade, terwijl het
in een volgend verhoor zal moeten blijken,
of de gevangene bewijzen van onschuld
leveren kan of niet.®
begon in Juni 1759 een geweldig on-
deraardscb gerommel, dat dagen en
weken aanhield, waarop in Juli he
vige aardschokken volgden, die met
tusschenpoozen duurden tot bet begin
van September. Toen werd de aarde
weer rustig, en de inwoners kregen
nieuwen moed. Doch toen kwam de
groote gebeurtenis. In den nacht van
28 op 29 September begon een stuk
land van ongeveer drie uren gaans
in middellijn zich koepelvormig op
te heffen, ongeveer honderdvijftig M.
hoog. Dat ging niet rustig en kalm
de aarde golfde als een zeeduizen
den heuveltjes van tien tot twintig M.
hoogte ontstonden en verzonken, en
eindelijk scheurde een groote spleet,
waaruit rook en vlammen, gloeiende
steenen en asch de lucht in sloegen.
In die spleet vormden zich zes ber
gen, en onder deze rees één, de Jo
rullo, op tot vierhonderd M. boven de
omgeving, die reeds 150 M. opge
rezen was.
Ook zulke plotselinge verboogingen
van de aardoppervlakte zijn niet zeld
zaam. Ze hebben dan echter altijd
vulkanische werking tot oorzaak.
Wat de oorzaak is van de langzame
opheffingen en dalingen van de aard
oppervlakte, is geheel onbekend, en
het is dwaas er naar te gissen. Als
een enkel sprekend voerbeéld willen
we nog even er op wijzen, dat de
Zwarte Zee eenmaal in verbinding
stond met de Noordelijke IJszee, zoo
dat een deel van de Russische laag
vlakte zee was. Evenzoo is de plaats
waar de Israëlieten door de Schelf
zee zijn getrokken, thans landde
bodem is er hooger geworden.
Doch ook van de vulkanische wer
king, die bergen opheft uit de vlakte,
kan niet met zekerheid een verkla
ring worden gegeven. Er zijn enkel
gissingen en vermoedens, terwijl bet
eveneens nog altijd een vraag is, of
aardbevingen van vulkaniscben oor
sprong zijn.
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Een. van de vele lastige kwesties die om
oplossing vragen en waar de heeren te
Parijs nog altijd mee in hun maag zitten,
is de Fiumekwestie. 'tls den twistappel
tusschen Italië en de Zuid-Slaven. Nu wa-
IV.
VRIJGESPROKEN.
Hoewel de advocaat Spence en de gehei
me politiedienaar Havik het niet noodig
hadden geacht, bij het eerste getuigen
verhoor iets te zeggen, moet men niet
veronderstellen, dat zij niets in het belang
van hun cliënt uitvoerden. De beschuldi
ging van moord met voorbedachten rade,
die tegen Frank Muurse was ingebracht,
en het te voorschijn brengen van de re
volver, waarmede de moord klaarblijkelijk
volbracht was en die als de zijne was
herkend, waren twee zaken, waarop
zij niet voorbereid waren geweest en die
de zaak een hoogst ernstig aanzien gaven.
Desalniettemin schenen deze twee heeren
geen oogenblik den moed te verliezen, dat
de gevangene vrijgesproken zou worden en
zij werkten dus geduldig en bedaard voort
om al de bewijsstukken bijeen te verza
melen, die zij noodig zouden hebben bij
hunne verdediging in de volgende rechts
zitting. Toen de belangrijke morgen dus
aanbrak, was de verdediging geheel in
orde en duidelijk op schrift gebracht. De
advocaat Spence had verlof gevraagd, eenige
getuigen te mogen medebrengen, hetgeen
hem was toegestaan. Ook was hij naar
het politie-bureau geweest en had daar
verzocht al de voorwerpen te mogen zien,
die op den gevangene gevonden waren op
het oogenblik, dat hij in hechtenis was
genomen hij nam toen onder anderen het
ren de wereldbezitters in Frankrijks hoofd
stad er voor eenige weken in geslaagd een
overeenkomst te ontwerpen, waarvoor de
Italiaansche regeering wel te vinden was
en toen de drie geallieerden het onderling
volkomen eens waren, zonden zij de Zuid-
Slaven de mededeeling hoe zij de Adria-
tische kwestie opgelost wenschten te zien.
Doch te Belgrado, Servie's hoofdstad,
bleek men voor die schikking niet te vin
den. En daar de geallieerden nu toch ein
delijk eens een eind willen zien aan deze
hoogst onverkwikkelijke zaak, besloten zij
de Zuid-Slavische regeering eens wat for-
scher aan te pakken Zuid-Slavië kreeg
een ultimatum thuis, waarop het binnen
vier dagen te antwoorden had de aan de
hand gedane oplossing moest worden aan
vaard of het verdrag van Londen trad in
werking.
De Zuid-Slavische regeering vroeg ver
lenging van den termijn en de geallieer
den waarschijnlijk blij, dat de zaak daar
mede althans nog niet afgewezen was, gaf
die gewenschte verlenging. Intusschen we
ten wij, dat die verlenging niets geholpen
heeft en dat de Zuid-Slavische regeering
ten slotte toch nog de eischen van de hand
gewezen heeft. Dat geschiedde wel niet in
onbeleefde, integendeel zeer vriendelijke be
woordingen, maar het antwoord als zoo
danig is dan toch een afwijzing. En zoo
is men doch nog niet van de moeielijkheid
af. Nitti gaat nu weer naar Parijs, om met
de andere geallieerden te overleggen en
zoo lijkt het er weer volkomen op, dat de
onderhandelingen weer zullen worden voort
gezet met even weinig kans van slagen
als tot nog toe het geval is geweest.
Naar het Zuid-Slavische persbureau uit
Belgrado verneemt, ontving de regeering
nog eiken dag tal van telegrammen tegen
de oplossing van het Adriatische vraag
stuk, zooals die te Parijs was voorgesteld.
De bladen hielden zich ook nog druk met
de zaak bezig. De Epoca schreef o a.Voor
dat de regeering haar antwoord te Parijs
had laten kennen, had het volk al uitspraak
gedaan, luisterende naar zijn instinct, dat
nimmer bedriegt, en dat antwoord was
duidelijk en beslist. Het luidt: »Neen!«
Wij hebben lang genoeg gezwegen, wij
gaven al te veel toe, vertrouwden te veel
op anderen en hadden te veel vertrouwen
in ons goed recht. Na een zoo lang stil
zwijgen en zoo'n krachtsinspanning om ons
zelf te beheerschen was het antwoord, dat
uit ons benard gemoed opsteeg, tamelijk
spoorwegkaartje mede.
Toen nu de rechtszitting was geopend,
verzocht de heer Spence eerst den agent,
die Frank Muurse in de wachtkamer had
opgesloten, van de getuigenbank, waarop
hij had plaats genomen, op te staan. Toen
vroeg hij hem
»Hebt gij den gevangene op den na- i
middag van 29 Nov. in hechtenis genomen
en hem opgesloten in de wachtkamer van
het station te Norwood
»Ja, mijnheer.®
»Welken naam gaf hij u op
»Frank Muurse.®
Welke was de juiste tijd van zijn
inhechtenis-neming
»Tien minuten vóór zessen.®
ïHoe lang was dat, nadat de -trein het
station binnenkwam?®
Ongeveer drie of vier minuten.®
»Hoe laat was de trein uit Londen
vertrokken
ïOm 5.15.«
»Nu verzoek ik u den gevangene nauw
lettend aan te zien en te verklaren, of hij
dezelfde persoon is, dien ge in de wacht-
kamer hebt opgesloten.®
De beambte glimlachte vol vertouwen
en zag den gevangene aan.
ïJa dat geloof ik wel.®
»Dat is niet voldoende. Zie hem goed
aan. Zijt gij zeker, dat hij de persoon
is, dien gij gevangen genomen hebt
Wordt vervolgd
ïoorhetLandvaiiHeusdeienAltena, doLgBistraateideBommelerwaari!