Het Kasteel Nederhemert
Een rechterlijke dwaling.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Beusden.
No. 4027 Woensdag 20 October. 1920
FEUILLETON.
UND VAN ALTENA
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 4.25,
en franco per post beschikt f 1.40. Afzonderlijke
numbers 6 cent.
Advertentiën van 46 regels 90 cent. Elke regel
meer 45 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen
40 uur ingewacht.
In het geïllusteerd Weekblad „Bui
ten"; bekend om zijn keurige uitvoe
ring en zijne redactie, die met zorg
gekozen is, komt in No. 40 een bij
drage voor van dhr. P. W. J. v. d.
Berg, predikant te Nijeveen, opge
luisterd met een achttal keurige gra
vures als van het Kasteel van heden
en vroeger en verder een praalbed
en grafmonument.
Met verlof van den Schrijver en
van de Uitgevers, nemen we dat ge
deelte gaarne over
Wie het niet beter wist, zou zeker
bij een blik op de kaart van Noord-
Brabant de heerlijkheid en het kasteel
Nederhemert tot Brabant rekenen.
Vanouds behoorde echter het „Ei
land" zooals het in de omstreken in
den volksmond nog altijd heet, tot
Gelderland en was het kasteel een
Geldersch leen.
Tegenwoordig is „Nederhemert Zuid
zijde" geen eiland meer, nu na de
doorgraving van den Nieuwen Maas
mond voor het dorpje Well een dam
door de Maas gelegd is, die een recht-
streeksche verbinding vormt met
Nederhemert, terwijl aan de zuidzijde
door twee geweldige bruggen de ge
meenschap met het land van Heus-
den is tot stand gebracht.
Aan den Noordrand van dit vroe
gere eiland nu verheft zich te midden
van zware eiken en iepen het aloude
kasteel Nederhemert, de Maasarm
waarop men van het bordes en uit
de bovenramen van den voorgevel
een prachtig vergezicht heeft, is te
genwoordig door een uiterwaard van
de kasteelgracht gescheiden en loopt
verder Oostwaarts tegen den zooeven
genoemden dam dood
Doch, en dit verklaart het behooren
van dit oogenschijnlijk Brabantsehe
stuk gebied tot Gelderland, voor 1480
nam de Maas zijn loop van voor Well
scherp zuidwaarts, rond het eiland
Nederhemert, langs de stadsmuren
van Heusden en van daar met 'n
scherpe bocht Noordwaarts langs het
latere Oude Maasje.
9 Juni 1494 verklaarden Burghe-
meesters en Schepenen van Heus
den binnen Schoonhoven „dat in den
Een ware gebeurtenis.
(4)
Die man had medelijden met hem ge
had en hem den ham geschonken
De rechter van instructie liet niet na.
hem op het onzinnige van dat verhaal te
wijzen en dreef hem zelfs zóó in het nauw,
dat Althanns eindelijk uitriep
»Nu goed, al heb ik den ham dan ge
stolen, daarom heb ik nog geen moord ge
pleegd Maar ik heb hem niet gestolen
voegde hij er onmiddelijk bij.
Het onderzoek van het raikroskopische
stukje hout dat uit Althanns mes gevallen
was, bleek volgens deskundigen eikenhout
te zijn en zij aarzelden niet als hun ver
moeden uit te spreken, dat het een splin
ter van Tenners eikenhouten geldkist was.
Over dezeD splinter weigerde Althanns eenige
inlichtingen te geven. Hij zei niets anders
dan dat hij het. mes bij zijn eten gebruikt
en er misschien ook hout mede gesneden
had, maar van het splintertje wist hij niets.
Aan zijn halsstarrige ontkentenis was de
lange duur der instructie in deze zaak toe
te schrijven. Eerst in Januari 4883 stond
Martin Althanns voor een jury terecht.
Uit volle overtuiging drong de officier
van justitie bij de gezworenen aan, over
„jare 1480 in die oorlogen van den
„lande van Gelre, die van ts Her-
„togenbussche hemluyden vervordert
„hebben gehadt, boven alle wegen
„van justicien, te spoliëren de voorz
„stede van heuren stromen ende
„wateren, die zij hadden leggende
„voor die voorz stede, mits dat die
„van den Bossche deurgraefden doe-
„tertijd een stuck landts, leggende
„boven 't slot van Hamert in Gelre-
landt, daer die Mase beur stroom
„ende loop deur genomen heeft, ende
„dagelicx daerdeur neemt, alsoe dat
„die plaetse leggende voor die vcorz -
„stede, daer men plach door te varen,
„ghelijcken verzandt is."
Door het graven van een kanaal
dat de beide Noordelijke toppen van
de bocht der Maas om het kasteel
Hemert heen verbond, wisten dus de
Bosschenaren de stad Heusden van
haar scheepsvaarwater te berooven,
maar werd meteen het „eiland" Ne
derhemert gevormd en van het vaste
land van Gelderland afgescheiden.
Pas door de doorgraving van den
N.Maasmond in de jaren na 4885
werd de hoofdstroom weer langs
Heusden geleid en aldus do toestand
van voor 1480 hersteld.
Het kasteel zooals het zich thans
voordoet is wat zijn voorgevel betreft
gemoderniseerd.
Vooreerst lijkt het eel lager dan
vroeger het geval moot geweest zijn.
Uit oude kaarten toch blijkt dat het
vroeger dadelijk aan de Maas heeft
gelegen en de muren rechtstreeks
in het water stonden.
Toen nu door den St. Elisabeths-
vloed het peil van de Maas e.a 1 80
M steeg, en intusschen een waard
ontstaan was aan de rivierzijde, werd
de grond van de kasteelmuren zoo
veel opgehoogd, dat deze thans 2 M.
in den bodem zitten,
De oude teekening, hiernaast ge
reproduceerd, geeft ons eenig denk
beeld van den toestand zooals die
voor de veranderingen in de 19e
eeuw moet geweest zijn.
Reeds in 1479 was volgens beëedig-
de verklaringen, in 1543 door een
paar^ der oudste inwoners afgelegd,
het Kasteel door „die van den Bos
sche", waar toen de heftog van Oos-.
hem het schuldig uit te spreken.
De misdaad is te schriklyker, zoo sprak
hij daar alles er op wijst, dat hier de neef
zijn oom vermoord heeft. De beklaagde
is een verloopen man, die voor geen enkele
gruweldaad meer terugdeinst, en het is niet
de eerste maal, dat hij een moord pleegde.
Reeds vroeger had hij onder gelijke om
standigheden een dergelijk misdrijf gepleegd.
De zware, maar rechtvaardige straf, hem
deswege opgelegd, had hem niet verbeterd.
Reeds eenmaal was hij in de kamer van
een slapende binnen gedrongen en had de
zen vermoord om hem te berooven. En
nauwlijks is hij uit het tuchthuis ontslagen
of deze onverbeterlijke misdadiger, die eiken
arbeid schuwt, zint op nieuwe misdrijven.
Hij moordt, hij rooft. Met duivelachtige
berekening zoekt hij zijn ongelukkig slacht
offer uit. Thans is het de oude boer Ten
ner, dien hij sedert zijn jeugd gehaat heeft,
dien hij als knaap reeds dreigde 1 Men
moet toegeven dat Tenner zich jegens Al
thanns* moeder zwaar bezondigd heeft, dat
hij zijn bloedverwant alle liefde, alle hulp
heeft onthouden. Schijnt dus de haat welke
Althanns voor Tenner voelde, menschlijker-
wijze gesproken, begrijpelijk, daaruit vloeit
tevens voort, dat een zedelijk ondergegaan
man, als deze beklaagde» reeds in zijn ge
vangenschap op gruweldaden zon, die hij,
onmiddelijk na zijn invrijheidsstelling zou
uitvoeren.
En al moge de beklaagde zelf alles hard
nekkig ontkennen, zelfs levenlooze voorwer-
tenrijk lag, ingenomen en geplunderd
en uitgebrand.
In het laatst der 18e eeuw werd
het opnieuw gedeeltelijk verwoest.
Hoe het huis er voor die vernie
ling uitgezien heeft is niet meer be
kend, daar er van den oudsten toe
stand geen afbeeldingen meer be
staan. Wel is in den Geld Volks
almanak van 1873 een reproductie
opgenomen van een teekening van F.
N. M. Eyck van Zuylichem van het jaar
1843 die nog aanmerkelijk verschilt
van den tegenwoordigen staat van
het huis zoowel als van de hier op
genomen teekening. Deze geeft dus
den toestand weer van vóór 1843.
Wij zien daarop een middenge
bouw geflankeerd door links een
ronden en half daarachter verscholen
een achtkanten traptoren, rechts een
vierkanten uitbouw met trapgevel,
en daarvoor een zeshoekigen toren.
Een muur met poort, die beide torens
verbindt, vormt een soort voorplein
waar links de ingang was tot de
wenteltrap in den zeshoekigen toren.
Nu is bij de eerste verbouwing
blijkens de teekening van 1843 ter
plaatse van het 't voorplein afsluitende
muurtje een nieuwe voorgevel opge
trokken en zoowel de traptoren als
de vierkante voorbouw rechts onder
één nieuw dak gebracht en zijn op
de plaats van het voorplein een aan
tal kamers voor het oorspronkelijke
middengedeelte bijgebouwd
Door A J. H M. baron van Nagell
(1868 1880) zijn daarna het fronton
boven den ingang en het bordes met
het banale afdak en balkon toege
voegd, geheel in overeenstemming-
met den geest van die dagen waarin
voor het ongerept bewaren van de
monumenten uit vroeger tyd absoluut
niets werd gevoeld
Ook inwendig, is het uitgestrekte
gebouw zeer bezienswaardig. Achter
het kruisraam over de geheele diepte
van den middenbouw lag eertijds de
ridderzaal, thans veranderd in een
ruime hal, die door een korten gang
vanaf den hoofdingang bereikt wordt
Een merkwaardige verzameling
van oude wapens, gedeeltelijk uit de
kasteelgracht opgevischt, oude beuls
zwaarden, helmen.' enz siert de wan
den In een hoek sluiten een paar
pen getuigen tegen hem Een splintertje
hout, zóó klein, dat het in een gesloten knip
mes verborgen is, dit nietige ding roept
den moordenaar toe ^ontkennen baat niet,
ik was er bij toen gij uw misdaad pleegdet,
ik zal het openbaren
Althanns heeft met dat mes het deksel
van de kist doen openspringen. Behalve
een gouden ring, dien men niet heeft kun
nen opsporen, heeft de beklaagde, alle voor
werpen laten liggen, die tegen hem zou
den kunnen getuigen. Alleen een ham dacht
hij veilig te kunnen mede nemen om dien
zelf te gebruiken maar zelfs dit oogenschijn
lijk zoo onbeduidend voorwerp bewijst dat
hij op de plaats der misdaad geweest is,
bewijst met het splintertje hout, helderder
dan de dag, zijn schuld. Het gestolen geld
en het moet een aanzienlijke som zijn
heeft de moordenaar verborgen, waarschijn
lijk in een der bosschen van Sudernleben,
van waar hij het later dacht terug te halen.
De handnekkige ontkentenis van den be
klaagde heeft de taak der justitie wel is
waar zeer verzwaard, haar onderzoek langer
doen duren, maar het verijdelen kon hij
niet. Hij heeft trouwens zelf erkend, dat
hij bij Tenner heeft aangeklopt en thans
ter terechzitting zelfs ook, dat hij werke
lijk den ham uit Tenners huis heeft gestolen,
hetgeen hij tot dusver steeds had geloochend.
Het verhaaltje van den grooten onbekende,
dien weldoener die langs den weg aan on
bekende menschen geschenken geeft, dit
sprookje, waarmede men altijd en altijd de
antieke Japansche goudlederen kamer
schermen, afkomstig van een der
vroegere bewoners die bewindhebber
der O I. compagne was, den toegang
tot een der zijvertrekken af.
Fraai gebeeldhouwde oude kasten
en kostbaar antiek blauw porcelein,
dat trouwens ook in de andere zalen
en vertrekken in ruimen overvloed
wordt gevonden, vormen de verdere
stoffeering van de voormalige ridder
zaal
Vanuit de hall leidt tegenwoordig
de wenteltrap gelegen in den vroe-
geren traptoren naar boven
BUITENLANDSCH OVERZICHT.
Het antwoord van Sowjet-Rusland op de
jongste nota van Engeland is hoogst onbe
vredigend voor de Engelsche regeering.
Het doet zekere toezeggingen over de En
gelsche gevangenen, maar rept in 't geheel
niet over het verzoek om de boisjemistische
propaganda in Engeland zelf en aan de
grenzen van zijn Aziatische rijk te staken.
Eigenlijk ging het in Curzon's nota om
meer dan propaganda alleen. Met open
lijke schending van haar beloften*, schreef
hij, »is de Sowjet-regeering voortgegaan
en gaat zij op dit eigen oogenblik voort
met Russische troepen naar Perzië te zen
den. Zij is betrokken bij een militaire
samenspanning, gesteund door het zenden
van een groot aantal bolsjewistische troepen,
met de partij van de Turksche nationalisten
in Klein-Azië, dat duidelijk tegen de Britsche
belangen gericht is Zij heeft gedreigd en
dreigt nog altijd met een inval in Choras-
san. Zij heeft een groote organisatie te
Tasjikent gesticht, ona <fe krachten van
Mulden-Azië te verzamelen voor een aanval
op Britsch gebied of Britsche belangen.
Zij heeft een revolutie in Bochara veroor
zaakt met hetzelfde doel. Zij heeft maan
den lang een aantal afgezanten in Afgani-
stan onderhouden, die bezig waren om te
trachten een tractaat met den Emir van
Afganistan te sluiten, dat openlijk ten doel
had om een opstand van de stammen aan
de Britsche grens aan te stoken. Op con
ferenties te Moskou, Bakoe en elders heeft
zij een waren stormwind van propaganda,
kuiperijen en samenspanningen tegen de
Britsche belangen en de Britsche macht
in Azië opgejaagd. Groote sommen zijn
justitie poogt te misleiden, was inderdaad
niet vol te houden.
Nooit is een afschuwelijke misdaad dui
delijker bewezen. De man die voorjaren
reeds in Berlijn inbraak pleegde en den
koopman Dittrich vermoordde, de man die
op goede gronden den ouden boer Tenner
haat, deze man heeft zijn bejaarden oom
vermoord om hem te berooven. Deze gruwe
lijke misdaad kan slechts op één wijze wor
den geboet, door de zwaarste straf, die de
wet kent, de doodstraf.
De toegevoegde verdediger vermaande de
jury allereerst, zich door het zeer ongun
stige verleden van den beklaagde niet op
een dwaalspoor te laten brengen. Integen
deel juist dat verleden, die langdurige tucht
huisstraf, wijst op beklaagde's onschuld, im
mers de Officier van Justitie zal zelf toe
geven, dat personen die lange jaren in het
tuchthuis hebben doorgebracht, daarna hoogst
zelden weder een moord plegen. Alle rechts
geleerden weten dit.
Dat Althanns den ouden Tenner gehaat
heeft, vervolgde de verdediger, behoeft niet
ontkend te worden, maar tusschen het ge
voel van haat, dat bovendien na dien lan
gen tijd wel veel verzwakt zal zijn, en een
moord ligt een breede tusschenruimte. Met
vermoedens mag men hier niet komen, be
wijzen, onomstootbare bewijzen worden ver-
eischt.
En waar zijn die bewijzen
Alleen de ham schijnt een vrij ernstige
aanwijzing. Maar ongelukkig is de beklaagde
en worden besteed aan anti-Britsche pro
paganda in al deze landen. De operaties
zijn in sommige gevallen openlijk, in andere
heimelijk en door donkere en verborgen
kanalen ondernomen, terwijl de Russische
vertegenwoordigers de gastvrijheid van de
Britsche regeering genoten bij vriendschap
pelijke onderhandelingen met Britsche ge
delegeerden te Londen
Het bovenstaande is voldoende, om aan
te toonen, dat het volkomen zwijgen over
de anti-Britsche propaganda, ongeacht wat
er over de Britsche gevangenen in de nota
van Moskou staat, het de Engelsche re
geering moeilijk zal maken om iets anders
te doen, dan haar dreigement te volvoeren,
Krassin weg te zenden, en hiermede alle
onderhandelingen met Sowjet-Rusland te
staken.
Het Engelsche mijnwerkersverbond is
Donderdag na lang dralen toch tot staking
besloten. De mijnwerkers zijn het wach
ten en uitstellen moede en verkeeren vol
gens één der leiders in verbitterde stem
ming. Er waren twee voorstellen geweest
om uit de moeilijkheden te komen het
eene strekkende over den mijnwerkers
loonsverhooging te geven op grond van te
gelijkertijd verhoogde productie, het andere
over den looneisch aan een onpartijdig hof
voor te leggen. Daar het eerste voorstel
met 635000 tegen 481000 stemmen werd
verworpen, heeft de leiding het tweede
voorstel niet aan eene stemming durven
onderwerpen.
Voor de regeering, wier raad en bemid
deling zoo weinig uitgewerkt hebben in de
lichting van een verzoening, zit er weinig
anders op dan aan de zaken met een be
tuiging van leedwezen haren loop te laten.
Zij beeft al hare maatregelen reeds lang
van_ tevoren genomen. De meeste ervan
zijn geheim gebleven, maar men weet, dat
zij opnieuw en op veel grooter schaal dan
tijdens de spoorwegstaking een auto-trans
portdienst op de groote wegen zal organi-
seereu, wanneer de spoorwegen geen kolen
genoeg meer mochten hebben, om de le-
vensmiddelvoorziening in bet geheele land
te verzekeren.
Aan den anderen kant zijn er groote
reserve-voorraden aan steenkool opgestapeld
om het functioneeren van gewichtige dien
sten te verzekeren. De burgerij heeft
kolen ingeslagen, zooveel haar mogelijk
was. Reeds dezen zomer werden in En
geland de bestelkantoren om kolen bestormd
en zag men de kolenwagens gestadig af-
een door en door leugenachtig menschj Vroe
ger heeft hij gelogen toen hij met den groo
ten onbekende aankwam, heden loog hij,
toen hij om van verdere vragen af te ko
men, bekende den ham gestolen te hebben.
In Tenners huis is de beklaagde bepaald
niet geweest, wel daarvoor. Is het nu niet
mogelijk dat hij den waren moordenaar ge
zien heeft en als loon voor zijn stilzwijgen
den ham kreeg Hier staat vermoeden tegen
over vermoeden, alle bewijzen ontbreken.
Men spreekt van het splintertje hout,
maar dit bewijst inderdaad niets. Wie durft
op zijn geweten verzekeren, dat dit nietige
stukje, dat niets bijzonders heeft, afkomstig
is van Tenners eikenhouten kist
In elk knipmes geraken dergelijke stuk
jes, ieder kan dit voor zich zelf zien, door
zijn mes uit te kloppen. Er is inderdaad
deugdelijker bewijs noodig om iemand van
een moord te betichten.
Dit houtsplintertje is het eenige, waar
mede de Officier van Justitie heeft willen
bewijzen, dat de beklaagde op de plek van
den moord geweest isimmers de ham
hing, zooals gebleken is, in een zijvertrek.
Blaast men dus dat nietige splintertje weg,
dan blijft niets over, waardoor het waar
schijnlijk zou worden, dat de beklaagde in
Tenners kamer is geweest.
Maar er is meer 1 Tusschen den moor
denaar en zijn slachtoffer ontstaat altijd een
schriklijke, onvernietigbare band het bloed.
Wordt vervolgd).
t Lanti van Heüsden on Altena, de Lanystreat en de 8oinie!erwaar
Slot in het nummer van Woensdag
27 October.