m ii i itov ^■AND van altena Uitgever: L. J. VEERMAJN, Heusden. No. 4056. Woensdag 9 Februari 1921 HET TESTAMENT Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.25, en franco per post beschikt f 1.40. Afzonderlijke nummers 6 cent. Advertentiën van 16 regels 90 cent. Elke regel meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur ingewacht. BUITENLANDSCH OVERZICHT In ons vorig overzicht wezen we erop dat de Turksch-Grieksche kwestie nader te Londen geregeld zou worden, doch dat daarbij rekening moest gehouden worden met den leider der Turksch-nationalisten Moestapha Kemal. Deze vergeeft het den Sultan niet, dat hij uit naam van zijn regeering het tractaat van Sèvres heeft laten onderteekenen, al heeft hij het nog niet laten ratificeeren. Moestp.pha Kemal weigert daarom de regeering te Konstan- tinopel te erkennen en 't lijkt onmogelijk afgevaardigden van beide partijen aan de conferentie te Londen met de Grieken en de groote geallieerden te zamen te brengen De Nationale Raad, het parlement van Kemal, eischt volledige herziening van het verdrag van Sèvres in zijn territoriale, economische en financieele bepalingen, en de Porte heeft, volgens de Turksche pers, een lijstje met eischen klaar, die niet veel bescheidener zijn. Daar echter Engeland als voorwaarde voor de conferentie over het Naburige Oosten stelt, dat de »grond- slagen« van het tractaat van Sèvres on aangetast zullen blijven, doet het er weinig toe om zich te verdiepen in de vraag, hoe men regeerings-Turken en nationalisten elkander zal laten verdragen, want het is duidelijk, dat er noch op grond van het program van Konstantinopel noch op grond van dat van Angora een conferentie mo gelijk is. De feitelijke toestand is dat Turkije een rijk is, dat in twee stukken is gescheurd, waarvan het Aziatische deel in het *geheel niet naar de geallieerden luistert en voor hen in de toekomst in het eigenlijke Klein-Azië, in Galacië, Syrië, Mesopotamië, Arabië en zelfs in Palestina een bron van zorg kan worden het Eu- ropeesche stuk staat in zijn hoofstad mach teloos onder de financieele voogdij van de groote geallieerden. Het is begrijpelijk, dat met deze som bere vooruitzichten de bepalingen van het Britsche mandaat voor Mesopotamië onder de Engelsche belastingbetalers geen geest drift heeft kunnen wekken. Engeland zou verantwoordelijk zijn voor de verdediging van het land en de handhaving van zijn tegenwoordige grenzen, en voor die ver antwoordelijkheid deinst het gros van de reeds zwaar belaste Engelschen terug. Zij spreken nu al bij voorkeur van dat land als Mespot, met een woordspeling op mess, knoeiboel, en het is geen geheim, dat ook MR. MEESON. Naar het Engelsch van H. Rider Haggard. 21) Een verblyf onder den blooten hemel zou hun alleen al zeer spoedig den dood hebben gekost. Zij besloten, zich maar zoo goed te helpen als het ging. De kleinste der beide hutten werd voor Augusta en den kleinen Dick bestemd, terwijl mr. Meeson en de beide matrozen de grootste voor zich in beslag namen. Hun eerste werk was, de boot op het land te trekken, hun geringe bezittingen te berei ken, de hutten wat schoon te maken en zoo confortable mogelijk in te richten. Zij legden het zeildoek over den vochtigen vloer en vulden de lekken in het dak met steenen en stukken hout. Het weer was gelukkig droog en allen, alleen mr. Meeson uitgezonderd, die te zwak was om de han den uit den mouw te steken, deden hun best. Zelfs de kleine Dick trippelde vro- lyk aldoor achter Augusta aan en was blij, dat hij niet meer in die vervelende boot zat. Des middags was er gedaan, wat men maar met mogelijkheid had kunnen doen. Men maakte vuur met behulp van lucifers, in den boezem van hun regeering een sterke strooming bestaat, om zich daar te beperken. Mesopotamië werd in den oorlog eens zulk een rijk land geacht, dat het onder een goed bestuur genoeg zou kunnen opbrengen, om er de kosten van den heelen oorlog uit te bestrijden Ook deze illusie is nu te schande geworden. Volgens berichten uit Duitsche bron zou de Lithausche regeering verklaard hebben dat zij de internationale troepen niet kan ontvangen, omdat de Russische Sowjet- regeering hun aanwezigheid in het stem- mingsgebied niet wil toelaten. Het oogen- blik voor het binnenkomen van internatio nale troepen is trouwens nog niet gekomen, omdat Generaal Zeligowsky met zyn troe pen daar nog altijd gelegerd zijn. De commissie uit den volkenbond heeft nu een beroep gedaan op de Poolsche regeering, om mee te werken tol die ontruiming. Doch de Poolsche regeering schijnt liever de zaak nog op zijn beloop te willen laten. Wel is de Poolsche maarschalk Pilsudski naar Parijs vertrokken en heeft volgens de Petit Parisien aan Bourgeois stellig beloofd, dat Zeligowski Wilna zou ontruimen, zoodra de datum vun de stemming was vastgesteld en het internationale contingent was aan gekomen, doch of die belofte gestand gedaan zal worden is nog zeer twijfelach tig- De poging van Pilsudski tol aanmoediging van belegging van Fransch kapitaal in de Poolsche nijverheid schijnt vooralsnog weinig resultaat te hebben. Te Parijs schijnt men achteraf in te zien, dat de voorloopige vrede van Riga, die den Russen zooveel gebied heeft afge nomen, dat etnografisch niet by Polen hoort, daarvoor geen goede waarborgen heeft, en daarom nieuwe economische en militaire verbintenissen afhankelijk te maken van matiging aan Poslschen kant bij het vaststellen van den definitieven vrede. Polen heeft dan ook reeds zijn goudvor- deringen tegen Sowjet-Rusland tot op de helft verminderd, en zal ten slotte misschien wat zyn nieuwe wingewesten betreft ook naar de raadgevingen van zijn Fransche vrienden luisteren. Dan pas kan het de taak vervullen, die de Fransche politiek het toe heeft gedacht, die van een sterken bufferstaat als wig tusschen een bondge nootschap van het Duitsche en Russische communisme. Naar aanleiding der verklaring van den want gelukkig had men de voorzichtigheid gehad, verscheidene doosjes mee te nemen en Augusta kookte de beide kippen, die zij uit het ronddrijvende hok had gehaald, zoo goed als de omstandigheden het ver oorloofden, al werden ze nu juist geen de licatesse. Zij hadden echter in elk geval een middagmaal, dat hen genoegzaam ver zadigde. Na den maaltijd gingen zij eens opne men, waaruit hun levensmiddelen beston den. Aan water hadden zij geen gebrek op kleinen afstand van de hutten liep een klein riviertje naar de baai. Wat voedsel betreft, 't voornaamste was een zak bis cuit, ongeveer honderd pond. Het vat met rum hadden de mannen in hun eigen hut gedragen. Maar dat was niet alles, want in de onmiddelijke buurt waren er een massa schelvisschen. Hoe alleen aan hulpmiddelen en gereedschap te komen, om ze te koken De rotsen waren bui tendien met tal van pinguinen bedekt, welke men gemakkelijk genoeg kon van gen men hoefde ze alleen op den kop te slaan. Bezorgd behoefde men dus aller minst te zijn, zij zouden niet, als zoovele andere schipbreukelingen, uit gebrek aan levensmiddelen, moeten omkomen. Inder daad, dadelijk na het eten gingen de beide matrozen er op uit en zij keerden binnen kort met zooveel vogeleieren, de meeste van pinguinen, terug als zij maar konden dragen. Pas waren zij onder dak, of de regen, die in deze streken inheemsch is, Duischen minister van buiteniandsche zaken von Simons, waar hij de eisch tot schade loosstelling onaannemelijk verklaarde, heeft Lloyd George Zaterdag j.l. van antwoord gediend. Nopens de schadevergoeding zei de eerste minister, dat Duitschland zedelijk verplicht was te betalen voor de schade, die het moedwillig aangericht heeft, maar men kan van een schuldenaar niet halen, wat hij niet bezit. Echter, aan Duitschlaud mocht niet vergund worden te betalen, op een wijze, welke onrechtvaardig zijn zou jegens het land, dat de betaling ontvangt, b.v. door de levering van goedkoope goederen. Wat het wisselkoersvraagstuk betreft, wees de eerste minister er op, dat Duitsch- lands tegelijk bankroet voor de deskundi gen een alle beschrijving te boven gaande moeilijkheid opleverde, zoodra zijn waren over zijn grenzen kwamen. Met al deze moeilijkheden voor oogen, hadden de geallieerden de vorige week zekere besluiten genomen en de rekening ingediend. Deze rekening was berekend op een bloeiend Duitschland. Een niet bloeiend Duitschland zou niet kunnen be talen. Kwam het tot bloei, dan kon het dat wel en zou het dat ook moeten. Von Simons had er over geklaagd, dat hij niet de volle rekening had gekregen. Nu, daaraan kon gauw tegemoet gekomen wor den, want zij lag geheel gereed. Als het Duitsche volk, zoo ging de eerste minister voort, zijn gedachten maar eens van den oorlog afwendde en op den vrede richtte, zou het spoedig weer tot bloei komen. Vervolgens gaf Lloyd George Duitschland den raad de rekening te aanvaarden, zich niet door zijn hartstocht te laten raeeslee- pen en de dwaasheden van het verleden niet te herhalen. Hij wees er op, dat Duitschland zich nog niet zulke zware be lastingen opgelegd had als Engeland of Frankrijk. Het was onduldbaar, dat het volk, dat den oorlog ontketend had en aan de oorlogschade ontsnapt was, nog een lich ter last te dragen zou krijgen dan zijn slachtoffers. Niet slechts de Duitsche auto craten hebben den oorlog ontketend, maar het heele volk heeft achter hen gestaan zelfs de socialisten, en had Duitschland ge wonnen, dan zouden zij met graagte hun aandeel in den buit aangenomen hebben. De last, die Duitschland opgelegd is, is niet overdreven zwaar. De eerste twee jaar is het nog niet gelijk aan de pensioenen, die plaste bij stroomen neder en hulde de ber gen om hen heen in een dichten nevel. Het eene uur voor, het andere na, bleef de regen aanhouden. Het water drong door het primitieve dak heen en druppelde aldoor op den vloer. Augusta zat in haar Rut en deed, wat zij kon, om denkleinen Dick met verhaaltjes bezig te houden. Het is niet te beschrijven hoe moeieiijk het haar viel, onder deze omstandigheden aller lei aardige vertellingen te moeten verzinnen. Maar het was het eenige middel, waardoor zij den kleine zijn treurige omgeving kon doen vergeten. Zoo vertelde zij hem van Robinson Crusoë en zij zei, hoe zij thans Robinson Crusoë speelden. Maar het kind antwoordde, dat hij het niets geen aardig spel vond en dat hij naar zijn mama terug verlangde. Ondertusschen werd het steeds donker der, kouder en mistiger, totdat het einde lijk totaal nacht was geworden. Het kind was, in een deken en in zeildoek gewik keld in haar armen in slaap gevallen Het arme meisje zat echter eenzaam in de ellendige hut en het huilen van den storm wind, het eentoonig geplas van den neer vallenden regen en het somber gekrijsch der zeevogels op de kust, maakten, dat zij den slaap niet kon vinden, hoezeer zij er ook naar verlangde. Toen zij in haar een zaamheid onfer den drukkenden last harer droeve gedachten tot moedeloosheid geraakte werd er geklopt tegen de plank, die tot deur diende. Engeland en Frankrijk moeten betalen. Er is geen sprake van het opleggen van een economische slavernij op de Duitsche werk lieden, maar als er iemand boeten moest voor de verwoesting van Frankrijk, was het niet de heldhaftige Fransche werkman, die getracht heeft deze te beletten. Von Simons was gerechtigheid om zijn tegenvoorstellen in te dienen, doch als zij niets anders zouden zijn dan een poging om aan de betaling te ontkomen, zouden de geallieerden ze niet dulden. BUITENLAND. Herleving ran den yzerhandel. Er zijn aanwyzingen, dat er een keer ten goede komt in de slapte in den handel in Engeland, De Bond van ijzergieters aan de Westkust heeft de prijs van het ruwijzer verlaagd met 20 shilling per ton. Men hoopt, dat deze prijsvermindering een herleving van den ijzerhandel tengevolge zal hebben. Een kolenmijn in Zuid-Wales, waarbij 1600 man in dienst zijn, en die een maand geleder» gesloten werd wegens het gemis aan afzet op het vasteland, wordt thans heropend, aangezien zij die afzet heeft her kregen. Ook een aantal staalfabrieken in Zuid-Wales hebben het werk hervat. Duitsche gedelegeerden naar Lenden. Berlijn. De Fransche gezant bracht in opdracht van den president der Parijsche conferentie, bij een bezoek aan den minister van buiteniandsche zaken Simons, de mon delinge uitrioodiging over om den 4 Maart Duitsche gedelegeerden naar Londen te zen den. De minister zal later antwoord geven op de uitrioodiging. Ruin een millioen werkloozen. Het aantal werkloozen in Engeland dat bij de arbeidsbeurzen is ingeschreven, be droeg op 28 Januari j.l. 1.095.800, waar van 681.200 mannen, 274 200 vrouwen, 49.100 jongens'en 52.300 meisjes. o Stakende kellners in Keulen. De geëmployeerden in het restaurant bedrijf zijn Zaterdagmorgen in staking ge gaan, daar de patroons hun eischen niet wilden vervullen. Sinds 11 uur voorrnid- dags waren alle logementen, restaurants en koffiehuizen gesloten. De staking treft de restaurateurs bijzonder zwaar, daar het Zondag carnaval was. »Wie is daar riep Augusta en ze sprong op. »Ik ben het, mr. Meeson,® antwoorde een stem. »Mag ik binnenkomen »Ja, ga uw gang,® zei Augusta eenigs- zins bits, ofschoon het haar innerlyk vreugde deed, hem thans te zien of liever hem te hooren, want het was te donker om een hand voor de oogen te kunnen zien. Het ongeluk bindt de menschen aan elkander en in de eenzaamheid zijn wij dankbaar voor het gezelschap van een mensch, ook al zou het onze doodsvijand zijn I »Maak de deur dicht,® zei Augusta, die aan de tocht merkte, dat de bezoeker bin nen was getreden. Mr. Meeson deed het en zuchte. »Die twee kerels zijn gewoon weg dronken,® zei hij »Zij hebben rum zitten drinken, alsof het water was. Ik kom hier, omdat ik met die lui niet lan ger samen kan zijn, en buitendien voel ik mij zoo ziek, miss Smitshers, o zoo ziek. Ik geloof, dat het met mij op een eind loopt. Het is mij vaak, als vloeit er ijs in mijn aderen en dan weer alsof iemand er een gloeienden draad doorheentrekt. O, kunt u mij niet helpen ïlk weet niet, wat er voor u te doen is,® antwoordde Augusta goedhartig, want de ellende van den man, trof haar, niet tegenstaande de antipathie die zij voor hem voelde. »Ik zou liever stil gaan liggen, als ik u was, en probeeren om wat te gaan slapen. •Slapen Hoe zou ik kunnen slapen Onveilig New-ïork. Aanrandingen op klaarlichten dag. Ondanks de nitgebreide maatregelen der New Yorksche politie, welke werden in gevoerd, toen ^de vloedgolf der misdaad® New York begon onveilig te maken, is thans wederom een stout staaltje van boevenkunst uitgehaald. J.l. Donderdag werden twee rijke dames op een der drukste punten van de stad en op klaarlichten dag beroofd. Een van haar de vrouw van een bekend inge nieur die zelf haar automobiel bestuurde, was door het drukke verkeer gedwongen een oogen blik te stoppen. Een jonge man stapte toen op de treeplank en vroeg mevr. Doane om geld. Toen de dame dit weigerde, greep hij haar taschje, terwijl hij haar tevens het paarlen collier, dat zij om den hals droeg, ontrukte. Op het geroep van den bestolene begon een ware klopjacht op den aanrander, die in allerijl was gevlucht. Het puliek slaagde er ten slotte in, den dief te vatten. Een ander voorval was al even brutaal. Mevrouw Taldot, de echtgenoote van een schouwburg-directeur, stapte in Broadstreet in een taxi, om zich naar haar hótel te laten rijden, doch in plaats van zijn pas sagier naar de plaats van bestemming te rijden, stopte de chauffeur in een zijstraat, waar twee mannen het portier opende en de verschrikte dame. dwongen, hun haar bontmantel af te staan, waarna zij zich ylings uit de voeten maakten. Toen de beroofde vrouw haar aanranders wilde achtervolgen, duwde de chauffenr haar op ruwe wijze in het voertuig en reed weg. Toevalligerwijze hadden twee detectives het gebeurde van verre gezien. Terstond huurden zij een auto en begonnen een wilde achtervolging, welke eindigde met de arrestatie van den chauffeur. Een jeugdig misdadiger. Bij het onderzoek naar een geheimzinnige zaak, die veel opzien in Engeland heeft gebaard, namelijk de moord op een 76- jarige weduwe m een der Londensche voor steden, is gebleken, dat de moord begaan is door een zestienjarige jongen, die, om geld te ktijgen om naar den Londenschen dierentuin te kunnen gaan, gedurende den nacht in het huisje van de oude vrouw had ingebroken. Hij had een hamer bij zich en toen de oude vronw opstond en zich tegen hem te weer stelde, bracht hij haar een aantal slagen toe, waarna hij haar met een pook afmaakte. Mijn deken is druipnat van den regen en al mijn kleeren zijn even vochtig.® En hij viel neder, steunend en jammerend. Probeer het dan toch in elk geval, raadde Augusta hem nog eens aan. Hij antwoordde niet meer. Misschien was hij ingeslapen, door vermoeidheid over mand. Augusta was ook te zeer afgemat om wakker te blijven. Zij zonk met het hoofd tegen den zak met beschuit en slui merde evenzoo in. Een of tweemaal werd zij wakker, maar alleen om dadelijk weder in te slapen en toen zij ten slotte de oogen opende, was het reeds heel licht en had de regen op gehouden. Haar eerste zorg was natuurlijk voor den kleinen Dick, die den ganschen nacht had geslapen en het best scheen te maken. Zij nam hem uit de hut, wiesch hem 't ge zicht en de handen in den vloed en zette daarna een soort ontbijt voor, dat natuur lijk weer uit beschuit bestond. Bij haar terugkeer zag zij de matrozen, wier ver hit uiterlijk maar al te zeer verried, hoe zeer zij den vorigen avond aan het drin ken waren geweest. Zij slenterden stil langs haar heen, als schaamden zij zich eenigermate tegenover Augusta. Mr. Meeson had zich opgericht. Toen zij binnentrad viel het licht op zijn bleek gelaat. Zijn uiterlijk joeg haar schrik aan. Wordt vervolqd). MEinSltLA» voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat eii de Bommelerwaard V VAN

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1921 | | pagina 1