Uitgever: L. J. VEERMAN, Qeusden.
No. 4075. Woensdag 6 April. 1921
FEUILLETOUL
Land van altena
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.25,
en franco per post beschikt f 1.40. Afzonderlijke
nummers 6 cent
Advertentiën van i6 regels 90 cent. Elke regel
meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen
10 uur ingewacht.
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Zooals men uit de dagblad berichten weet,
zijn de Engelsche mijnwerkers weder in
staking gegaan, tengevolge van eene loons
verlaging, daar de regeering zich niet langer
met het toezicht op de mijnen belast. Het
verlies op de productie werd tot heden
door de regeering bijgepast en nu de Re
geering dat niet langer wenscht te doen,
moest loonsverlaging volgen zeggen de mijn
eigenaars. Ofschoon de beweging in het
eerst in de meeste Engelsche kringen met
sympathie werd begroet, heeft het bestuur
van den mijnwerkersbond die sympathie
nu grootendeels verloren door ook de mannen
van de pompen en machines van hun werk
te roepen. Overstrooming van de mijnen
met moeilijk te herstellen schade zullen
hiervan 't gevolg zijn.
Bij de groote mijnwerkersstaking van
verleden jaar heeft men een dergelijke
verscherping van den strijd kunnen ver
mijden, ook omdat men wist dat militairen
of matrozen van de marine anders met de
bediening van de pompen belast zouden
worden. Indien het bestuur van de vak-
vereeniging de kolenmijnen, die een kost
baar actief van de nationale welvaart zijn,
in arren moede als middel gaat gebruiken
om zijn zin te krijgen moet de regeering
haren sterken arm laten gevoelen, Komt
zij er bovendien toe om tusschen beide
partijen een bemiddelende rol te spelen,
dan is echter de uitweg niet gemakkelijk
te vinden. Tot in de gelederen van de
onafhankelijke liberalen is rneii het erover
eens, dat van de Engelsche belastingbe
talers dit zoo lang het regeeringstoezicht
duurde, het verlies op de productie moes
ten bijpassen, niet langer gevergd kan
worden, dat zij de mijnwerkers subsidiee
ren. Evenmin kan men van de overige
nijverheid verlangen, dat zij zich een kunst
matige verhooging van den kolenprijs laat
welgevallen ten behoeve van de steenkool
nijverheid. Elke tak van nijverheid moet
zichzelf ten slotte leeren bedruipen en de
prijs dien het product opbrengt, kan niet
anders dan rechtstreeks invloed oefenen op
de belooning van degenen, die bij die in
dustrie belanghebbend of werkzaam zijn.
Zoo heeft de raad van verzoening en ar
bitrage voor de ijzer- en staalnijverheid
van het Noorden van Engeland pas beslist,
dat er een onmiddellijke loonsverlaging van
25 pet. dient ingevoerd te worden voor
«puddlers« en andere werklieden in ijzer-
4)
DUISTERNIS.
Ik bracht eens een avond door bij eenen
vriendonder de mij onbekende gasten,
die ik daar ontmoette, trok vooral een
jeugdig man mijne aandacht, die zoodanig
in een wetenschappelijk gesprek verdiept
was, dat hij mijn binnenkomen niet scheen
te bemerken. Hij was rijzig van gestalte
en ware het niet, dat de doodelijke bleek
heid van zijn gelaat nog meer uitko
mend door de donkere oogen en het lange
zwarte haar dat het gedeelte daarvan be
dekte u vrees aanjoeg, dan was daar
kracht in dien gespierden man, in dat be
zield gelaat, die alle denkbeeld aan inner
lijk leed verwijderde. Het gesprek werd
van lieverlede algemeen, doch het duurde
niet lang of ieder der aanwezigen hing aan
de lippen van den zonderlingen vreemde
ling, die, medegesleept door den loop van
het gesprek, daar stond als een van die
klassieke improvisators, waarvan ons slechts
in de geschiedenis de herinnering is be
waard. Zijne dichterlijke improvisatie
dit toch was het over de grootheid
van God, die sprak uit de wording en vor
ming van het heelal, was zoo boeiend, zoo
smelterijen en staalpletterijen op grond
van den sterk gedaalden prijs van het pro
duct. Zoo goed als de kolendelvers zouden
straks de werklieden in de ijzer- en staal
nijverheid om toelagen uit de schatkist bij
de regeering kunnen aankloppen, en het
einde zou dan zijn, dat het gros van de
bevolking onder steeds verzwaarde belas
tingen zich een verlaging van zijn loon-
standaard zou moeten laten welgevallen in
het belang van .het behoud van den ouden
levensstandaard voor bepaalde catagoriën
van werklieden.
Ofschoon de toestand in de mijnindustrie
dus in Engeland niet rooskleurig is zijn er
toch teekenen van hoop op eene bevredi
gende oplossing. Zoo heeft de bond van
mijnmachinisten in Zuid-Wales en Mon
mouthshire met overweldigende meerderheid
een besluit genomen om bij hun machines
te blijven. De regeering neemt intusschen
uitgebreide en buitengewone maatregelen
om de ergste gevolgen van anarchistische
avonturen te verhinderen.
De heele communistische opstand in
Duitschland is eigenlijk al uit. Hier en
daar komen nog wel berichten van bommen
werpen en 't vinden van helsche machines,
maar dit zijn dan ook niet meer dan de
laatste wanhoopspogingen of wraakoefenin
gen over de mislukking van den algeheelen
opstand.
De industriearbeiders in Duitschland, met
name te Berlijn, zijn niet nihilistisch, maar
sociaal-democratisch gezind en geschoold
en dus is het dan ook geenszins te ver
wonderen, dat zij door hun organisaties
voorafgegaan de heele beweging den
rug hebben toegekeerd.
Niettemin was het gevaar niet denk
beeldig, dat nochtans een algemeene staking
ware uitgebroken, niet uit sympathie voor
de oproermakers, maar uit sympathie voor
de wijze waarop de opstand werd onder
drukt. Dit gevaar zou stellig dan accuut
zijn geworden, indien zooals de recht-
sche partijen verlangden het geweld
te keer was gegaan met alle geweldmid-
delen waarover de staat beschikte. Van
een zuiver militair standpunt zou het wel
licht beter geweest zijn, dadelijk de be
schikbare troepen der rijksweer in actie
te brengen. Het voorloopig resultaat zou
sneller en misschien met minder offers aan
menschenlevens en ten koste van minder
materieele schade zijn bereikt. Maar psy
chologisch was het spelen met vuur geweest.
Want de radicale arbeiders zouden zijn
wegslepend en overtuigend zij verried
zooveel wetenschappelijke kennis, dat wij
allen opgetogen en met meer eerbied voor
den Schepper bezield, den redenaar vrien
delijk drongen voort te gaan, toen hy plot
seling, als uit een droom ontwakende, ver
legen zweeg. Hij ^rontschuldigde zich met
zooveel eenvoudigheid over zijne aanmati
ging, zooals hij het noemde, dat men on
willekeurig den nederigen, doch zoo zeer be
gaafden man lief kreeg. Elke poging om
hem opnieuw te hooren, mislukte hij werd
zelfs afgetrokken en nam weinig deel aan
het gesprek, tenzij zijn oordeel over een
of ander vraagstuk werd verlangd dan
was zijn antwoord kort maar duidelijk,
en ik stond in geen geringe mate verbaasd
over de veelzijdige kennis van den zoo
zwaarmoedig schijnenden man. Wederom
werd zijn oordeel gevraagd over een ver
schil van meening tusschen twee der aan
wezigen over een astronomisch vraagpunt,
dat een hunner mathematisch uitcijferde,
en toen den improvisator voorlegde, om de
juistheid d arvan te beamen. Een pijn
lijke trek kwam op zijn gelaat en met
blijkbare moeite zeide hijIk kan niet
zien, ik ben blind I Al ware een blik
semstraal in het vertrek gedrongen, dan
hadden wy niet meer ontzet kunnen zijn
dan nu het geval was, en toen wy daar
na vernamen, dat hij dit altyd was ge
weest, kende de verbazing geene grenzen
meer. Hij die nog voor weinige oogen-
blikken het firmament zoo had beschreven,
aangetast door de vrees, dat de rechtschen
een contra-offensief waren begonnen, en
welke gevolgen een sympathie-staking in
Rijnland-Westfalen en te Berlijn zou hebben
gehad, behoeft geen betoog.
Te hopen is het intusschen, dat het
oproer en de wijze waarop het is onder
drukt, eene reden te meer zal zijn om de
verdeeldheid in het Duitsche volk te boven
te komen.
Het Hongaarsche volk heeft zich ver
standiger getoond dan zijn vroegere koning.
Met algemeene stemmen heeft de Nationale
vergadering Vrijdag j.l. de volgende motie
aangenomen
«De Nationale vergadering heeft als de
uitsluitend wettelijke vertegenwoordigster
van den Hongaarschen staat en van de
nationale souvereiniteit bij artikel 1 van de
wet van 4920 bepaald, dat de uitoefening
van het koninklijk gezag sinds 43 Novem
ber 4948 is afgeschaft en dat de uitvoering
van de macht van het staatshoofd bij de
grondwet wordt geregeld. Om deze reden
heeft de Nationale Vergadering de waar
digheid van het staatshoofd ter voorloopige
uitoefening aan den rijksregent Nicolaas
Horthy opgedragen. De Nationale Verga
dering heeft dit feit met een wet bekrach-
tigp, en van 4920 af oefent Horthy in
derdaad het gezag ,van staatshoofd uit.
Het feit, dat koning Karei onverwachts in
Hongarye is aangekomen, beteekent een
bedreiging voor de bestaande rechtsorde.
De Nationale Vergadering veroordeelt zoo
scherp mogelijk deze verstoring van de
rechtsorde en noodigt de regeering uit, al
het mogelijke te doen teneinde aan deze
verstoring een einde te maken.
Op duidelijke manier wordt Karei dus
aan zijn verstand gebracht, dat men niet
op zijn tegenwoordigheid in Hongarije
gesteld is en hij zal verstandig doen, met
zoo spoedig mogelijk weer naar Zwitserland,
waartoe hem de gelegenheid geboden is,
terug te keeren.
Werd koning Konstantijn van Grieken
land volgens den wil van een overweldigende
meerderheid van zijn volk teruggeroepen
naar zijn land, koning Karei werd door
deze duidelijke uitspraak van het parlement
waarin zelfs niet eens zijne aanhangers,
de Karlisten, voor hem wenschten te ge
tuigen, in ballingschap teruggezonden.
o
dat wij den schoonen sterrenhemel als het
ware voor ons zagen, hij had de heerlijke
schepping Gods nooit aanschouwd
Ik geleidde den wonderlijken man, voor
wien ik zooveel sympathie gevoelde, dien
avond huiswaarts en op myne dringende
bede beloofde hij mij spoedig een bezoek.
Mijn nieuwe kennis hield woord en weldra
waren wij vrienden geworden. Ik vernam
nu, dat hij in zijn levensonderhoud voorzag,
door het houden van voordrachten over
sterrekunde, waarin hij het tot een aan
merkelijke hoogte had gebracht. Naarmate
wij meer met elkander bekend werden,
merkte ik eene diepe zwaarmoedigheid by
hem op, welke ik spoedig bespeurde, dat
niet alleen door zijne blindheid werd ver
oorzaakt, en in een vertrouwelijk uur ver
haalde hij mij zyn levensloop, welke ik nu
mag mededeelen. Ziehier wat de blinde
mij verhaalde
«Ik ben in een der schoonste streken
van Engeland geboren, in het graaf
schap Devon. Mijn vader was een vroom
en verstandig predikant, dien ik mij zeer
goed herinneren kan. Ik was gewoon
mijne hand over zijn gelaat te strijken en
verkreeg daardoor een bijna even helder
denkbeeld van zijne trekken, als wanneer
ik die gezien had.
Elk oogenblik, dat hij van zijne bezig
heden en beroepsplichten missen kon, was
aan mijn onderwijs gewijd. Hij ontvouw
de mij de wonderen der schepping, en
leerde mij de grootheid en "almacht van
BUITENLAND.
Gedecoreerde dooden.
We hebben onlangs melding gemaakt
van de lintjes-regen in België. Het schijnt
een noodzakelijk gevolg te zijn van een
oorlog, of liever gezegd van een overwin
ning. Want ook in Frankrijk weet men
er op het oogenblik raad mee. En, wat
het aantal decoraties en eerbetooningen
schier onbegrensd maakt, is, dat men ook
de dooden en gesneuvelden er in betrekt.
We hebben uitvoerige berichten geplaatst
over de begrafenis van en de eerbewijzen
aan den onbekenden Franschen soldaat.
By de huldiging van den Franschen onbe
kenden soldaat is het nochthans niet ge
bleven. Er zijn in Frankryk stemmen op
gegaan om generaal Gallieni, den bekenden
verdediger van Parijs in 4944, sindsdien
overleden, alsnog den titel maarschalk van
Frankrijk toe te kennen.
Ook een parachutist.
Uit New-York wordt aan de Engelsche
bladen gemeld, dat luitenant Arthur Ha
milton van de U. S. Air Senice zich op
24.400 voet hoogte uit de vliegmachine
liet vallen. De parachute - werkte goed.
Maar de daling duurde lang. Hij dreef
wel acht mijlen voordat hij den grond be
reikte en bleek toen ingeslapen tengevolge
van de koude.
o
Groote brand te Manila.
3000 huizen verwoest.
Manila (Philippijnen), 2 April. Door een
hevigen brand, die gisteravond heeft ge
woed, zijn bijna 45.000 personen dakloos
geworden. In het inboorlingenkwartier
werden 3000 huizen verwoest. Persoon
lijke ongelukken kwamen zoo goed als niet
voor.
Karl weer in Zwitserland toegelaten.
Bern, 4 April. De bondsraad heeft be
sloten, ex-koning Karl voorloopig een ver
blijf in Zwitserland toe te staan. Hij zal
zich daarbij moéten verplichten, zich van
iedere politieke propaganda te onthouden,
en plechtig beloven, in geen enkel geval
Zwitserland weer te verlaten, zonder hier
van eerst aan den Bondsraad kennis te
geven.
*Koning Peter van Servië.
Berlijn, 2 April. Alhier is bericht ont
vangen dat de gezondheidstoestand van
den .Schepper uit het geschapene kennen,
liefhebben en vereeren. Mijne m< eder had
haren «blinden jongen« hartstochtelijk lief,
maar eene talrijke familie deelde hare zor
gen, en belette haar daardoor zooveel tijd
aan mijne opvoeding te wijden al zij wel
gewenscht had.
Eens kwam mijn vader veel vroolijker
dan gewoonlijk te huis. Hij had gehoord
dat er in Londen een oculist was aange
komen, die de wonderdadigste genezingen
bewerkstelligde, en ik moest dadelijk naar
hem toe. Nog dienzelfden dag ging mijn
vader met mij naar Londen, en den vol
genden morgen begaven wy ons naar den
oculist. Hij bekeek mijne oogen langen
tijd en verzekerde mij toen, dat ik weldra
even goed zou zien als hij zelf. De dag
waarop de operatie zou plaats hebben werd
bepaald en wij vertrokken veel opgeruim
der dan wij gekomen waren.
De zoo lang verwachtte dag kwam, en
zonder eenige gedachte aan de pynlijkheid
van zulk een operatie, nam ik plaats in
den stoel, dien de oculist mij aanbood, ter-
wyl myn hart hoorbaar klopte, niet
van vrees, maar van vreugde. Een oogen
blik verliep, het was alsof de scherpe
punt eener fijne naald mijn oog aanraakte,
het gevoel hield op, en ik zag.
Groote God 1 vader, ik zie riep ik uit,
terwijl ik bewusteloos in zijne armen ne-
derzeeg. Toen ik weer bijkwam lag ik
geblinddoekt op bed mijn vader zat naast
mij en hield mijne hand in de zijne.
koning Peter van Servië zeer achteruit
gaande is, zoodat men zijn dood ieder
oogenblik kan verwachten.
Een Rtynlandsche republiek
Paris, 3 April. De «Matin* meldt, dat
volgens de bladen in Dusseldorf de Rijn-
landsche rupubliek is uitgeroepen te Rhein-
hausen.
De arbeid hervat in Duitschland.
Brussel, 3 April. Volgens de tot heden
ochtend 44 uur ontvangen berichten ver
liep de nacht in Duitschland kalm en wordt
hervatting van den arbeid tegen Maandag
aangekondigd. In de Kruppfabriek werken
2600 van de 2800 arbeiders. Ook te
Dusseldorf en te Duisburg is het rustig.
Snelbouw.
Te Welling in Kent (Engeland) heeft
men een proef genomen met het bouwen
van twee huizen, die werden opgebouwd
met blokken gewapend beton, die ter
plaatse werden vervaardigd. In minder
dan tien dagen waren de huizen al onder
den kap en tien dagen daarna was het
dak er al kant en klaar boven op. In
Engeland, waar men, evenals hier en
waar trouwens niet over huizennood
klaagt, is groote belangstelling voor deze
manier van snellen huizenbouw, die binnen
drie weken tijds huizen uit den grond
toovert.
o
Een ex-aartshertog als cabaret-artist.
De vroegere aartshertog Leopold Ferdi
nand, die tegenwoordig optreedt in een
klein cabaret in het Berlijnsche »westend«,
heeft een onderhoud toegestaan aan een
Amerikaansch journalist. Natuurlijk kwam
ook de dramatische verschijning van koning
Karei te Boedapest ter sprake. De aarts
hertog verklaarde, dat dit krankzinnigen
werk. De correspondent verklaarde veel
meer den indruk te hebben gekregen, dat
Leopold Woelfing, zooals de aartshertog
zich thans noemt, nog steeds tot een re-
geerend vorstelijk huis behoort in plaats
van acteur te zijn.
o
Een Rfyksdaglid veroordeeld.
Nauen, 2 April. De Volksrechtbank te
München veroordeelde den communistischen
Rijksdagafgevaardihde Wendelin Thomas,
wegens aansporing tot algemeene staking
en oproer, tot 2 jaar gevangenisstraf.
o
Eenige dagen moest ik aldus geblind
doekt blijven en toen het uur eindelijk
kwam, waarop ik het heerlijk licht en
Gods schoone schepping zou aanschouwen,
plaatste mijne vader zijne hand zegenend
op mijn hoofd, en wond ik den doek los.
Ik sloeg mijne oogen op, één enkele
lichtstraal drong tot-mij door, verdween
en alles was weer even duister als te vo
ren 1 Met een tranenvloed omhelsde ik
mijnen vader en het eenige, wat ik kon
uitbrengen was «Blind, voor eeuwig blind !c
«Gods wil geschiedde antwoordde hij
met een van snikken gesmoorde stem,
Hoe treurig was onze terugreis. Wij
spraken slechts weinig, en toen we tehuis
kwamen, toonde de zwakke hoop mijner
moeder en zelfs de stilte der kinderen, hoe
wreed hunne hoop was teleurgesteld. Toch
vond ik ook toen troostwant ik gevoel
de eerst ten volle, hoe veel mijne huisge-
nooten van mij hielden. Ik was toen vijf
tien jaar, te jong om lang aan zwaarmoe
dige gedachten toe te geven, en weldra
vergat ik het treurige uiteinde van mijne
hoop met vernieuwde en verhoogde be
langstelling keerde ik tot mijne oude be
zigheden terug en weldra kreeg het leven
nog eene nieuwe bekoorlijkheid VGor mij,
Onze naaste buurman was een zeker
heer Clementmen zeide dat hij een ad
vocaat was, die zich aan de praktijk had
onttrokken.
Wordt vervolgd.)
voor liet Laid van Neusden en Altena, de Langstraat en tie fiommelerwaard