EER OM EER.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heugden.
No. 4129 Woensdag 12 October. 1921.
FEUILLETON.
BEDRIEGERS BEDROGEN
Und van altena
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.25,
en franco per post beschikt f 1.40. Afzonderlijke
nummers 6 cent.
Advertentiën van 16 regels 90 cent. Elke regel
meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen
10 uur ingewacht.
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Wanneer we den blik rondom ons slaan
en het oog richten op de onlangs oorlog
voerende landen, dan moeten we dankbaar
erkennen, dat wij in veel gunstiger positie
verkeeren als de overwinnaren in den oor
log en des te meer dan de overwonnenen.
Zware druk van belastingen is algemeen,
ja ook bij ons, doch niet in die mate als
in de genoemde landen maar de onder
linge verdeeldheid, zooals we die in het
buitenland opmerken, leeft hier nog slechts
op betrekkelijk kleine schaal.
Briand, de Fransche minister-president
en de felle tegenstander van Duitschland,
heeft zich te St. Nazaire op Zondag 1.1. uit
gesproken en daarbij het contrast en de
armoede van de Duitsche regeering en de
betrekkelijke weelde Van den Duitschen
particulier in het licht gesteld, rijkdommen
die in vele gevallen krampachtig worden vast
gehouden met het oog op betere tijden.
En hy heeft dien particulieren rijkdom ver
klaard uit de onverzwakte arbeidzaamheid
van het Duitsche volk en de voordeelen die
het van den lagen wisselkoers ondervindt.
Frankrijk heeft dit voordeel niet en moet
bovendien, voor de bezetting van het Rijn
gebied en de uitvoering van de militaire
sancties een uitgebreid leger op de been
houden en een groot deel van Frarikrijks
arbeidskracht verlammen. Want een groot
leger kost niet alleen veel geld en eischt
niet slechts zware belastingen, 't verzwakt
ook de productiviteit van het volk. Frank
rijk zou, betoogde Briand, dan ook niets
liever doen dan ontwapenen. En dit zal
op de conferentie te Washington voldoende
blijken. Maar Frankrijk heeft ook ver
plichtingen en zoolang het van de bondge-
nooten geen waarborgen voor den vrede
verkregen heeft, zoolang de veiligheid van
de oostelijke grens niet verzekerd is, kan
het aan een gedeeltelijke mobilisatie niet
denken.
Als er geen zorg is, gaat men zorg
maken. Dat merken we op in het privé
leven van den mensch, maar eveneens op
staatkundig gebied. Laat ons hooren wat
er gezegd wordt van een nieuwen oorlog,
die, naar we hopen, slechts in verbeelding
zal bestaan.
Generaal-majoor Sir William Brancker in
Engeland heeft in een lezing toespelingen ge
maakt op de mogelijkheid van een nieuwen
oorlog over vijf jaar. De Press Association®
JVaar het Fransch.
49)
Hij vreesde, dat men zyn geheim zou
doorgronden. Hij bewaarde het zorgvuldig
in zijn hart.
»Zijt ge dadelijk van Toulouse hierheen
gekomen
»Van Parys
»Zoo
»Ik heb Toulouse op jeugdigen leeftijd
verlaten.®
»Waarom zijt ge hierheen gekomen
Wegens schulden wellicht
»Neen. Ik heb geen schulden
»Is het dan een verlangen, om met een
geweer op den schouder, het land te be
zichtigen
Jean Laurent aarzelde een oogenblik,
toen antwoordde hij
»Ja 1®
»Bravohet reizen is voor de jeugd
weggelegd 1 Leve Toulouse !c
Ditmaal was hij vroolijk geworden.
Port de Bouc ledigde zijn glas en zette
het neer, terwijl zyn tong losser werd. Hij
stond op en liep heen en weer.
Toulouse, dat ligt hier ver vandaan
Bah 1 Jean Laurent, ik neem u aan. Wij
zullen samen strijden en samen drinken.
heeft hem om nadere inlichtingen gevraagd.
Hij zeide In een lezing van een uur
heb ik het ontzaglijke belang van luchtvaart
voor Engeland niteengezet. Ik prees de
politiek van de regeering om een kleine
staande luchtmacht te onderhouden, die ik
zeer bruikbaar en economisch acht, maar
ik liet uitkomen, dat het ernstige van den
toestand was, dat er niets achter die kleine
macht stond en dat de politiek van de
regeering ten aanzien van luchttransport
jammerlijk was. In den loop van mijn
opmerkingen heb ik verder gezegd, dat ik
niet van oorlog hield en niet over oorlog
wenschte te spreken, maar wij moesten
de mogelijkheid van oorlog in de toekomst
voor oogen houden en hij zou zelfs in vijf
jaar tijds kunnen komen.
Aan het einde van de lezing had iemand
uit het publiek nog vragen tot hem gericht.
De eerste was »U zeide daar dat er over
vyf jaar oorlog zou komen. Waarom denkt
u dat?® De vrager zeide ook: »Als er
oorlog komt, zullen de operaties dan vóór
de oorlogsverklaring beginnen En zoo
ja, zullen zij dan den vorm van een lucht
aanval aannemen
De generaal antwoordde, dat hij vijf
jaar alleen genoemd had als de minimum-
tijd, waarbinnen een oorlog denkbaar was.
Hij dacht, dat een natie die tot oorlog
besloten was, vermoedelijk de operaties
beginnen zou vóór of onmiddellijk na de
oorlogsverklaring, teneinde van het element
van verrassing gebruik te maken en lij
dacht ook, dat de oorlog in de lucht de
eerste vorm van een aanval zou zijn.
A
Duitschland en Frankrijk hebben elkander
kalm onder de oogen gezien en Minister
Rathenau heeft zich voor zijn vertrek uit
Wiesbaden tegen journalisten over de over
eenkomst met Frankrijk uitgelaten. Hij
legde er den nadruk op, dat de twee landen
zich thans voor de eerste maal tot werke-
lyken vredesarbeid hebben vereenigd, waarbij
elk met de belangen van de wederpartij
rekening heeft gehouden.
De overeenkomst bevordert niet slechts
den herbouw, doch vervangt ook een aan
zienlijk deel der in goud te betalen schade
vergoedingsverplichtingen door goederen
leveringen. Verder ontsluit het een groot
afzetgebied voor de Duitsche productie.
Rathenau maakte voorts gewag van de
mogelijkheid om met andere Enteritelanden
dergelijke overeenkomsten aan te gaan,
welke tot herstel van de ekonomische
Wij zullen samen overwinnen. De oorlog
is een mooi vak. Vooral als men dapper
is. Men verkrijgt er geen fortuin door,
dat kan je aan mijn kleeding zien, hier en
daar min en meer doorboordaan den
mantel kan men zelfs geen nationaliteit
toekennen. Kijk maar I®
Port-de Bouc ontplooide zijn mantel.
»Kijk. Dit gat heb ik te Priepolie er
in gekregen dit te Gotsko en dit derde
te Ragusa. Aan dit laatste is een gansche
geschiedenis verbonden. Het herinnert me
aan den Turk. Het is dus eigenlijk geen
mantel, maar een landkaart. Het zijn me
warme uurtjes geweest. Maar deze eene
troost heb ik. Als ik gedood ware zou
de mantel mij ontstolen zijn. Zijt ge in
het bezit van wapenen
Jean Laurent liet zijn gordel zien.
sUitstekend. Is het een goed geweer
Port-de-Bouc onderzocht het wapen.
»Het is er een van de bovenste plank.
Bravo
Jean Laurents maaltijd was afgeloopen.
»Ik heb geen dessert mijn jongen. En
nu zult ge wel wat willen slapen nietwaar
»Daar denk ik niet aan 1®
Waarom niet?®
»Ik moet u nog over iets spreken
»Mij alleen
»Ik geloof het wel. De mededeeling is
van ernstigen aard.»
»Jean LaurentLuister goed naar het
geen ik u te zeggen heb. Zooals gij ons
hier ziet vormen wij één lichaam. Wij
saamhoorigheid der Europeesche staten
zouden kunnen bijdragen, behalve de voor
naamste overeenkomst over de leveringen
in natura zijn nog vier neven-overeenkom
sten geteekend.
De eerste daarvan betreft de restitutie
van uit Frankrijk meegenomen nijverheids-
materiaal en zegt dat deze restitutie 6 Dec.
1924 ophoudt. In plaats daarvan worden
8 maanden lang 120.000 ton nijverheids-
materiaal, nieuw of gebruikt, doch volkomen
voor bedrijf gereed, geleverd. In rekening
worden gebracht het sedert 1 Mei 4920
gerestitueerde materiaal en 20,000 ton in
Elzas Lotharingen gebleven materiaal. Boven
dien verplicht Duitschland zich tot betaling
in 5 jaar van 158 millioen goudmark.
Deze betaling begint 4 Mei 4926.
De tweede overeenkomst het spoorweg
materiaal beperkt de teruggave tot 6200
wagons en verplicht Duitschland tot levering
van 4500 nieuwe wagons.
De derde overeenkomst betreft de leve
ring van vee en wel van 62,000 paarden,
24,000 koeien, 25,000 schapen, 40,000
bijenzwermen en bovendien nog 13,000
paarden op rekening van de schadever
goeding.
De vierde overeenkomst loopt over de
levering van steenkool. Duitschland doet
hierbij afstand van den f. o. b. prijs voor
leveringen over Rotterdam, Antwerpen en
andere niet-Duitsche havens. In plaats
daarvan krijgt Duitschland voortaan den
binnenlandschen prijs, plus de transport
kosten.
De Geallieerden verbinden zich de ge
leverde steenkool slechts voor eigen behoefte
en in hun koloniën en protecteraten te
gebruiken.
Voor deze laatste overeenkomst is even
wel de toestemming van de Commissie van
Herstel noodig, daar ze ook de leveringen
aan België, Italië en Luxemberg betreft.
Volgens de Temps zal de Commissie van
Herstel er in het begin van de volgende
week over vergaderen.
In Opper-Silezië is het nog verre van
rustig. Had men aanvankelijk de Poolsche
zijde gekozen, in den laatsten tijd valt daarin
een geheele ommekeer waar te nemen en
wil men den band behouden met Duitsch
land. Vaak waren bij hen economische
overwegingen in het spel, doch er zijn er
ook, die zich van de Poolsche zaak hebben
afgewend om andere redenen. Tot dezen
behoort Hermann Kowalski, gewezen hoofd
redacteur van de Oberschlesische Wegweiser
of Grerizzeitung, het blad, dat door dik en
dun de zaak der Poolsche opstandelingen
heeft verdedigd. Kowalski heeft in de
Oberschlesische Volksstimme verklaard nu
bekeerd te zijn. Hij heeft »het geweten-
looze spel van Korfanjy met gansch een
volk leeren kennen.De schellen zijn hem
van de oogen gevallen toen hij bij een
politiek bezoek aan minister-president Witos
te Warschau en bij besprekingen te Beuthen
inzage kreeg van de geheime stukken en
zoo achter de geheime bedoelingen kwam
van Korfanty en de Poolsche regeering.
»Toen, schrijft hij, werd het mij duidelijk
Kortanty en Warschau hebben geen hart
voor ons, Opper-Sileziërs, geen medelijden
met onze jarenlange ellende, zij handelen
uit eigenbaat en met onbarmhartigheid, zij
denken onuitsprekelijk leed voor het Opper-
Silezische volk uit en zetten het op de
geraffineerdste wijze om in de daad«, De
wandaden van Korfanty en Warschau heb
ben Kowalski uit het Poolsche kamp ge
dreven. Deze hebben hem bedrogen, gelijk
zij het Opper-Silezische volk bedrogen heb
Winkeliers, oie U andere zeepsoorten
in de handen stoppen, als u sünlight:
bzeep vraagt, bedriegen zichzelf, want
zij verliezen hun DEBIET. u WENSCHT de
zoo gunstig bekende sunlight.
DE EENIGE BESTE ZEEP, GEEN ANDERE.
LET DUS OP HET WOORD „SUNLIGHT"
OP IEDER STUK ZEEP.
als één en zullen ook als één sterven.
Gij kunt dus zoowel aan mij, als aan hen
uwe geheimen openbaren. Wat hebt ge
op het hart
»Men heeft het op uw leven gemunt.
»Op mijn leven, de Turken, sapperloot
»Neen.«
»Wie dan
»Montenegrijnen.«
De officieren mompelden.
»Wees voorzichtig jongman. Uw on
voorzichtigheid zou u duur te staan komen.®
»Ik zeg u, dat men naar uw leven staat.
Een samenzwering heeft men beraamd.
»Hoet weet ge dat?«
»Ik heb ze verrast.®
»Waar
»Te Cettinje. Op een zekeren nacht,
toen ik om het klooster liep, zijn er eenige
mannen gekomen en de kapel binnenge
treden.®
»En waren dat, zegt ge, Montenegrijnen?®
»Allen, behalve één.®
Wie
»Ik kan zijn naam nog niet noemen.
»Zijt gij hem genegen
»Ik haat hem. Maar ik heb onder zijn
dak geslapen.®
»Daar doet gij wel aan.®
»Maar wat deet het er toe, dat ge den
verrader kent, als we het verraad maar
weten te verijdelen.®
»Luister, Weet ge, waar de strijd om
gevoerd wordt door deze Montenegrijnen
»Ja, de godsdienst der vaderen
»Juist,« gaf Port-de-Bouc ten antwoord,
»ik begrijp er alles van. Tweedracht
zaaien. Ge ziet het mijne vrienden, ik
dacht het wel. Wij hebben het nooit
willen geiooven.«
»Dat zal ik u zeggen. Hun doel is
zich van Niksicht meester te maken, zy
weten, dat gij u er heen begeeft.
»Hoe weten zij dat
»Vraag dat den Hemel.
SapperlootGa voort.»
»Zij willen zich van u meester maken.
»Dat zal hun zeer gemakkelijk gaan.
Ha, ha, ha
»Zy willen u dwingen uwe instructiën
over te geven....®
»Grappenmakers
»Ze willen uwe mannen overrompelen...®
»Ellendelingen 1®
»En als zij daarin niet slagen, zullen zij
een gevecht leveren.®
»Zijn zij eenmaal te Niksicht dan be
zitten zij den sleutel van Herzegowina.®
»En dien van Montenegro« voegde een
officier er aan toe.
»Den volgenden nachtt, vervolgde Jean
Laurent, »wi!len zij hun plan ten uitvoer
brengen. Twee wachten, zeggen zij, be
waken uw persoon.®
»Ja, dat was waar.®
»Die wachten zullen in hunne handen
vallen.®
»Ik heb ze gisterenmorgen laten ophan
gen. Verder
»En dan, duid mij mijne openhartigheid
ben, dat hij nu waarschuwt om af te laten
van de Poolsche gedachten. »Gij zijt Opper-
Sileziërs en hebt niets met Warschau ge
meen. De Poolsche gedachte is u met
leugen, bedrog en bloed bijgebracht. Redt
uw mooie moederland van Polen 1® Zoo
roept Kowalski zijn vroegere medestrijders
tegen Duitschland nu tegen Polen in het
geweer en meteen begint hij een reeks
onthullingen van wreedheden en wandaden
van officieren uit congres-Polen in het op-
standgebied, die hij beschuldigt tal van
lieden te hebben doodgemarteld.
Uit Beieren wordt geschreven dat op
Zondag 1.1. te München de in den oorlog
gesneuvelden zijn herdacht. Van deze her
denking is gebruik gemaakt, om een
groote vaderlandsche betooging te houden.
Op de Königsplatz waren tal van vereeni-
gingen van oud-strijders de familieleden
van de gesneuvelden rijksweer en studen
ten bijeen. Er was een geweldige menigte
op de been en men zag tal van omfloerste
vanen. Voor den ingang van het gebouw
der kunsttentoonstelling was een altaar op
gericht en een door een eerewacht omgeven
katafalk. Een zeer groot aantal officieren
in oude en nieuwe uniformen was even
eens aanwezig. Men merkte onder hen
op kroonprins Rupprocht van Beieren, Lu-
dendorfï, kolonel-generaal graaf Bothmer,
generaal Kraflt von Delmensingen en eenige
Beiersche prinsen en prinsessen.
Nadat een koor het Wacht Auf uit de
Meestersingers had gezongen, betrad kar
dinaal Faulhaber, de bissehop van München,
in zijn purperen gewaad het altaar om de
43.000 in den oorlog gevallen zonen van
München te herdenken. Wij willen, zeide
hij, voor onze dooden een monument op
richten, dat een voorbeeld moet zijn voor
de komende geslachten, maar ook een
monument in de ziel van het volk. De
kardinaal sprak de hoop uit, dat voldoende
voor de familieleden van de gesneuvelden
wordt zorg gedragen en dat in het vader
land de sociale verzoening en in de wereld
de verzoening der volken zal zegevieren.
Ook hoopt de kardinaal, dat de entente
in deze plechtigheid geen nieuwe militai-
ristische betooging zal zien Duitschland
heeft genoeg oorlog gehad en genoeg
wonden, die moeten worden hersteld. Maar
aan het graf van zijn gevallen zonen
hoopt het zieke Duitsche volk, dat het
verdrukte vaderland weer zal opleven.
Met zegenende armen richtte de kardinaal
niet ten kwade, maar ik zal alles herhalen,
wat ik gehoord heb. Zij zullen zoolang
wachten tot ge dronken zyt.
»Dronken. Die onnoozelen verbeelden
zich, dat ik, als ik drink, dronken ben.®
Port-de-Bruc hield even op.
»En toch,® pruttelde hij, »zij kunnen
gelijk hebben.®
Toen nam hij een kruik gevuld met
wijn en gooide die in stukken.
»Verder.«
»In de »Vossenboerderij« zullen zij zich
vereenigen, eenige uren, voordat zij op
expeditie gaan.®
»In de Vossen boerderij,® herhaalde Port
du Bouc. Welnu, daar zullen wij pret
maken. In allen gevalle,® zeide hij, »zeg
er geen woord van, aan wie het ook zij.
De soldaten mogen het niet weten, wat
hun te wachten staat. Dat zou hun zelf
vertrouwen aan het wankelen brengen.
Nog een vraag Zal de vreemdeling, die
hen te zamen bracht, er bij zijn
»Ik geloof het niet.®
»Des te erger voor ons.®
»En ook voor mij. Want al ontzeg ik
mij het recht zijn naam te noemen, ik heb
wel degelijk het recht hem in eene scher
mutseling te dooden.®
»Ge doet het wellicht ook
»Ongetwyfeld,® mompelde Jean Laurent,
terwijl hij de vuisten balde.
Wordt vervolgd
j
NIEUWSBLAD
ïiir lietLui ïii Heusdei en Altsna, üe Laigstraat ti de Bonelerwaard