lij dit nr. Mort eet; üeegsel Uitgave: Firma L J. VEERMAN, Heusden. No. 4241. Woensdag 8 November 1922. Geknabbel aan de ambtenaars salarissen. FEUILLETON. Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525. irnhA» ^and VAN ALTENA Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG. Abonnementsprijs: per 3 maamden f 4 .25, en franco per post beschikt /4.40. Afzonderlijke nummers 6 cent. Advertentiën van 1—6 regels 90 cent. Elke regel meer 45 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht. DE LEVER'5, ZEEP MY k.BLIJVEII FIJNE WEEFSELS. kVAN ELEGANTE DAÏ1E5; ALS NIEUW FABRI. KAMTEfl VAM 5UMLIGHT ZEEP Den laatsten tijd kan men geen courant in handen krijgen of er staat iets in betreffende bestaande of ver meende voornemens van de regeering om de salarissen der ambtenaren te verlagen. En waar nu bijna alle cou ranten hare lezers vergasten op be schouwingen daaromtrent, zou het voor ons Nieuwsblad niet van gezon den zin getuigen, indien het ook zij nen lezers niet zijne meening daar omtrent ontvouwde. De vraag of het gerechtvaardigd is thans de salarissen der ambtenaren in het algemeen te verminderen, wordt al zeer verschillend beant woord en we kunnen ons zulks voor stellen. Laten wij van onzen kant de vraag ook trachten tebeantwoorden. Het rijk betaalt thans aan ambte naarssalarissen alleen meer dan het totaalcijfer van alle rijksuitgaven vóór den oorlog bedroeg. Dit lijkt wel vreeselijk, maar men vergete niet, dat vóór den oorlog Nederland een der landen was, waarin de ambtenaren het slechtst werden bezoldigd". Men had bij ons b. v. tal van zgn. eereambten, Door L. J. FIKKEE. 43) «Laat ons hier blijven,® sprak Frederik, de teugels inhoudende, «onze paarden zijn zeer vermoeid door den aanhoudenden, ge- forceerden rit. Zij hebben, evenals wijzelf, groote behoefte aan eenige rust. Morgen, zoo vroeg mogelijk, vertrekken wij weder.® Zwijgend volgde Worp het voorbeeld van zijn jongen meester, en eenige oogenblik- ken daarna traden beiden, hunne paarden met zich voerende, het ruime plein op, dat zich voor de herberg uitstrekte. Op het geroep van Worp werd de deur langzaam geopend en trad een forsche, sterk gespierde man naar buiten, op wiens hoog- roode, bolle wangen de blos der gezondheid lag en wiens groote blauwe oogen goedig rondzagen. «Holla, vriend !c riep Frederik op luiden toon, «zijt gij de waard, of De man knikte met het hoofd en legde tegelijkertijd den dikken vinger op zijn mond, terwijl hy half bevreesd naar een klein zijraam der woning omzag. «Wat beteekent dat? vroeg Frederik verwonderd, den reusachtigen waard min of meer achterdochtig aanziende. «Als de heeren zoo goed zouden willen die bijna niet werden gesalarieerd, wat tengevolge had dat zij, dikwijls tot schade voor het algemeen, door lminderwaardige krachten moesten worden waargenomen. Hierin is ge il kkig in de laatste jaren eene niet onbelangrijke kentering gekomen, zoodat ook thans minder met aard- sche goederen bedeelden de meeste der zgn. eereambten kunnen vervul len. Maar zijn nu de salarissen van de Nederlandsche ambtenaren in door snee zoodanig dat er een te luxe leventje van kan worden geleid Stellig niet. De Nederlandsche amb tenaar kan over het algemeen be hoorlijk met een gezin leven van het salaris dat hij thans geniet, maar van luxe bespeurt men al heel weinig Alles is nog veel te duur en juist de dagelijksche behoeften zijn nog te weinig in prijs verminderd om voor de ambtenaren een gedeelte van hun tractement overbodig te maken. Maar een andere vraag is of het billijk mag worden genoemd, dat in deze malaisetijden, waarvan tallooze niet-ambtenaren de ellende ondervin den, ook de ambtenaren met hun medeburgers mede moeten lijden in den vorm van een verminderd in komen. En op die vraag is mijn ant woord „ja, indien eerst andere moge lijke bezuinigingen zullen zijn toe gepast." Toen de algemeene duurte in 1917 en 1918 hare intrede ook hier te lande had gedaan, stegen de loonen in het vrije bedrijf evenredig met de toe neming der duurte. Niet alzoo de salarissen der ambtenaren. Pas toen de duurte eenigen tijd had aangehou den ®en reeds lang een voldongen feit was en tal van ambtenaren ge doemd waren om in zeer kommer volle omstandigheden te leven, kwam er verandering ten goede en werden de salarissen geleidelijk verhoogd. Aanvankelijk bestond de verhooging in een tijdelijken duurtetoeslag om later omgezet te worden in een zui vere salarisverhooging. En waar nu de ambtenaren pas zijn geholpen, toen de duurte hare intrede reeds lang had gedaan, zou het onbillijk zijn om, hoewel de staatsfinanciën de uiterste spaarzaamheid gebiedend zijn, wat minder hard te schreeuwen®, gaf de man zacht ten antwoord, «zouden zij mij en anderen een dienst bewijzen. Daar binnen® en hij wees met den dikken duim over zijn schouder naar het zijraam «daarbinnen ligt een zieke, die hoogst waarschijnlijk den morgen niet meer halen zal.® «Neem mij dan niet kwalijk«, antwoord de Frederik eveneens op zachten toon. «Maar wij zouden hier gaarne overnachten, of tenminste eenige uren uitrusten. Wij en onze dieren hebben een zeer vermoei- enden tocht achter ons.« «Treedt binnen,zeide de waard, in middels de beide paarden bij de teugels nemende, over eenige minuten ben ik bij u.« De beide mannen hadden nauwelijks plaats genomen, toen ook de waard reeds weder binnentrad. «Wij rammelen letterlijk van den hon ger,® begon Frederik, «geef ons dus vóór alles iets te eten.® «Ik zal mijne vrouw even gaan waar schuwen,® antwoordde de ander, «zij is daar® en wederom wees hij naar den kant van het zijraam «al sedert meer dan een uur.® Uit den toon, waarop hij deze woorden sprak, klonk zooveel oprechte droefheid, dat Frederik niet nalaten kon, hem te vragen, of mogelijk een zijner kinderen ziek was. «Een mijner kinderen vroeg de waard, zacht het hoofd schuddende, «ik heb geene voorschrijven, voor bezuiniging het eerst de ambtenaarssalarissen in aan merking te brengen. Men overwege eerst andere bezuinigingen en pakke ten slotte de salarissen der ambte naren aan. Kan het niet anders dan moeten de ambtenaren evengoed vee- ren laten vallen als alle andere cate- goriën, en geen weldenkend ambte naar kan daartegen bezwaar hebben. Pakt men evenwel de ambtenaren het eerst aan zonder nog overwogen te hebben, of niet op andere uitgaven eerst bezuinigd behoort te worden, dan kweekt men een hoogst onge- wenschten geest in het ambtenaren corps, omdat dan deze overtuiging meer en meer veld wint nl. dat de ambtenaren, waarvan de meeste zgn. niet-productieven arbeid verrichten, toch als een „noodzakelijk kwaad" worden beschouwd, die niet te duur behooren te worden betaald. Echter vrees ik, dat niettegenstaande alle actie door het ambtenarencorps tegen vermindering hunner inkomsten ge voerd, deze actie toch de stem des roependen in de woestijn zal blijken te zijn en de ambtenaren in de eerste plaats in hun beurs zullen worden getroffen. De wijzen waarop men van hooger- hand den ambtenaar wil plukken, zijn wel zeer uiteenloopend. Het minst beteekenend is wel het voornemen der regeering om, voor zoover deze nog gegeven wordt, den vacantietoeslag af te schaffen. We juichen dit van harte toe, niet alleen omdat hier weer eene onbillijkheid wordt weggenomen, wijl sommige categoriën van ambtenaren die ge noten en andere niet, maar ook om dat we het absoluut verkeerd vinden dat in deze tijden van groote malaise, tal van menschen, die hunne belas tingpenningen met de allergrootste moeite bij elkaar gegaard weten te krijgen, hun aandeel moeten dragen in uitgaven, die veroorzaakt worden louter en alleen om den ambtenaren hunne vacantie te veraangenamen. Bij de behandeling van de begroo tingen voor 1923 in meerdere gemeen ten van ons vaderland werd ook het punt „vacantietoeslag aan ambtena ren" behandeld en in de couranten verslagen konden we meermalen le kinderen, mijnheer. Eén gehad,® vervolgde hij bijna fluisterend, één gehad, mijnheer. Een zoon, een Hinken, stevigen knaap, maar die is mij ontnomen. Toen hij achttien jaren telde, ging hij naar Parijs, en van dat oogenblik af had ik geen kind meer.« Hij zweeg en staarde als in gedachten verzonken naar buiten, toen trad hij zacht naar eene deur en verdween, om na enkele oogenbükken weder terug te keeren, ge volgd door eene uiterst zindelijk gekleede, vriendelijk uitziende vrouw. «Blanche, deze menschen zijn moe en verlangen te eten,® zeide de waard op vriendelijken toon. «Gij zult hun wel het noodige opdissschen, nietwaar De vrouw knikte en verliet het vertrek, om al spoedig terug te keeren met eenige voedzame en smakelijke spijzen, die zij voor de mannen nederzette, waarna zij haastig weder vertrok. Nadat de reizigers aan het maal alle eer bewezen hadden, zette de waard eenige flesschen wijn op de tafel, zooals Frederik dit besteld had. Indien gij er niets tegen hebt,« begon Frederik toen, zullen wij samen een glas wijn drinken en wat met elkaar praten.® «Met genoegen, antwoordde de waard, «mits wij dan maar niet luid spreken, dat onze zieke er hinder van zou kunnen heb ben. Dat arme schepseltje,liet hij er zacht op volgen, «zal, vrees ik, binnen weinige uren een lijk zijn.® «Het is dus een vrouw of een meisje vroeg Worp, om toch ook eens iets te zen dat men de vacantietoeslagen voor 1923 nog wenschte te bestendi gen, iets wat ons met het oog op de tegenwoordige tijdsomstandigheden allerverkeerdst voorkomt. Recht op eenigen tijd per jaar vacantie, gedu rende welken het salaris gewoon door loopt, is al reeds een mooi iets, waar aan in dezen malaisetijd heusch niets extra's toegevoegd behoeft te worden. Over pensioenkortingen moeten we het in de tweede plaats hebben, om dat het Rijk voornemens is met in gang van 1923 de kortingen voor eigen en weduwenpensioen weer op de salarissen der ambtenaren te gaan verhalen. We zeggen „weer", omdat pas met ingang van 1 Januari 1920 premievrij pensioen werd verleend en vóór dien datum de ambtenaren ook pensioensbijdragen hadden te storten Dat de ambtenaren met" 1 Januari a.s. wederom zelf de pensi oensbijdragen hebben te bekostigen, vindt bij ons geen overwegend be zwaar, indien tenminste, zooals we reeds zeiden, ook de inkomsten der ambtenaren eene aderlating moeten ondergaan. Zeker, wij weten wel, dat de ambtenaar daardoor minder in zijn beurs krijgt, maar wij zien er toch niet in eene salarisvermindering in den eigenlijken zin des woords. Par ticulieren, die niet in loondienst zijn, moeten, om den ouden dag voor zich zei ven of den weduwendag voor hunne vrouwen te verzekeren, hooge premiën betalen aan maatschap pijen, waarvan er reeds eenige zijn verdwenen en waarvan er meerdere „zwak" staan, zoodat meermalen óf al het gestorte óf een deel ervan totaal weg is en de oude dag met groote zorg moet worden tegemoet gezien. Dit nu is geheel anders bij de ambtenaren. Deze hebben door aanspraken op eigen en weduwen- pensioen als 't ware verzekeringen bij den staat, die toch stellig wel de meest solide van alle verzekerings maatschappijen als ik de Staat even zoo mag noemen is gesloten Zij kun nen met gerustheid de toekomst tege moet zien en op hun sterf bed hebben ze de zekerheid, dat hunne weduwe en kinderen niet geheel onverzorgd achterblijven. Heeft een ambtenaar in dit opzicht dan niet heel veel voor bij een particulier en is het dan niet billijk dat de ambtenaar daar een bedrag voor betaalt, dat vergeleken bij de tarieven der levensverzekering-maat schappijen zeer gering is te noemen Vergeten we ook niet, dat de Nieuwe Pensioenwet, die 1 Juli 1922 in werking is getreden, de diverse pensioenen belangrijk heeft verhoogd zonder dat de ambtenaren daarvoor iets hebben betaald. En wat vraagt het Rijk nu voor bijdragen Het wenscht den amb tenaar te laten betalen voor eigen pensioen 5a pCt. van het volle salaris en voor weduwen- en weezen-pen sioen 3 pCt. van het salaris, dat daarvoor dan op ten hoogste f3000 wordt berekend. Waarlijk dus niet te veel. In de meeste gemeenten worden voor de gemeenteambtenaren, die ook onder de rijkspensioenwetten vallen, de noodige pensioenbijdragen uit de gemeentekas betaald. Hier tegen bestond geen enkel bezwaar in tijden, waarin de gemeentekas gemakkelijk was te vullen, maar thans, nu de omstandigheden zich zoo zeer hebben gewijzigd, dat vele gemeenten ook al niet weten hoe ze, wat hare financiën betreft, van den eenen dag in den anderen moeten komen, is het alleszins billijk dat ook de gemeenteambtenaren voor hun eigen pensioenbijdrage zorgen, zulks nog te meer nu straks ook de rijksambtenaren dit zullen hebben te doen en zoo groot mogelijke unifor miteit in het Nederlandsche ambte narencorps wel het meest wensche- lijk is. Wordt vervolgd). zeggen, daar hij tot nog toe steeds ge zwegen had. «Ja, en wel een meisje, zoo schoon en beminnelijk, als ik nooit in mijn leven een tweede heb gezien,® gaf de waard lang zaam ten antwoord. «Als de heeren er op gesteld zijn, wil ik hun de geschiedenis wel eens vertellen.® Daar Frederik duidelijk meende op te merken, hoe de waard brandde van ver langen, om zijn verhaal te beginnen, gaf hij te kennen, dat hij gaarne naar hem zou luisteren, waarop de warrd aanving «Eenige dagen geleden hield de diligence als naar gewoonte hier voor de deur stil, om van paarden te verwisselen en eenige passagiers op te nemen. Die koetsier, een oud vriend van mij, kwam haastig naar mij toe en fluisterde mij in het oor, dat hij onder de passagiers een meisje had, dat doodziek scheen en onmogelijk verder kon. Wij overlegden nu met mijne vrouw, die er in toestemde, haar in ons huis op te nemen. Het arme kind kreeg dienzelfden dag een hevig zenuwtoeval, en toen wij haar een en ander vroegen, sprak zij een taal, die wij volstrekt niet verstonden.® «Wat zegt gij?« vroeg op eenmaal Fre derik, die langzamerhand met klimmende belangstelling had geluisterd. «Een vreemde taal Hoe ziet dat meisje er uit «Zij is zoo schooD, als een engel, mijn heer, en haar leng, gitzwart haar is «Heilige God 1 Hel is Viola!® riep Fre derik in de vreeselijkste ontroering, terwyl BTJITENLANDSCH OVERZICHT In Italië blijft het voorloopig rustig, ernstige onlusten bleven tot heden achter wege, al werden van sommige plaatsen revolverschoten gemeld tusschen zwart- hemden en socialisten. De Sovjet-regeering heeft bij de nieuwe Italiaansche regeering geprotesteerd tegen de gewelddaden waarvan haar vertegen woordigers het slachtoffers zijn geworden. Het Itaiiaansch-Russische verdrag is door de zwarthemden geschonden en Rusland verlangt strenge bestraffing van de daders. hij haastig opsprong en naar de deur snelde waardoor Blanche verdwenen was. «Breng me bij haar, dadelijk, spoedig 1 Ik moet haar zien «Wat bedoelt gij toch vroeg de waard, niet weinig verwonderd, «hoe kunt gij weten, wie zij is Ze draagt een erg vreemde kleeding en verstaat geen enkel woord Fransch en «Laat me bij haar, man riep Frederik op gejaagden toon, «ik ken haar, ik zoek haar. Waar ligt zij En zonder langer op den nog altijd wij- felenden waard te letten, snelde Frederik naar het aangrenzende vertrek. Haastig rukte hij de deur open, doch bleef toen verschrikt staan. Daar, in de ruime, zwak verlichten kamer stond een groot ledikant. De vrouw van den waard zat er voor en wenkte den jongen man toe, te blijven staan. Vervolgens rees zij langzaam op, kwam naar Frederik en drong hem zacht buiten de deur. «Mijnheer, daar ligt een jong meisje te zieltogen,® fluisterde zij zacht, «Laat haar in vrede sterven, zoo gij wilt, haal dan....® O, mijn God 1 Neen, neen, zij zal niet sterven riep Frederik angstig, «het is....« «Mijnheer, ga heen, maak haar het sterven niet moeielyk,® drong de vrouw. O, zij is het, zij is het 1® riep de jonge man, terwijl hij een blik sloeg op de harp, die bij het raam stond, «ach mijn God, laat mij toch bij haar.® Wordt vervolgd.) NIEUWSBLAD voor hst Laid van Heusdeti en AltenaJeLanostraat en de Bomielerwaard LUX"

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1922 | | pagina 1