Werkloosheid
S. D. LA1KHDYZËN Go's Bank.
c. DE KEMP,
De Sapeur van tien jaar.
Raamsdonksveer.
IN GOUD EN ZILVER,
Waterpoort, Heusden.
mm
Und van altena
Uitgave: Firma L J. VEERMAN, Heusden.
No. 4257, Vrijdag 5 Januari 1923
SPAARBANK.
Reparatie-Inrichting.
WË2&&È
wMm
Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden ƒ1.25, en
franco per post beschikt ƒ1.40. Afzonderlijke
nummers 6 cent.
Int Telefoon 110, 19 Postrekening no. 61525.
Advertentiën van 1—6 regels 90 cent. Elke regel
meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en
Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht.
Er zijn zoo van die vijanden, ook op
economisch gebied, waarover allen het eens
zijn dat zij met alle kracht van wapenen
bestreden moeten worden. En een van
die ergste is wel de «werkloosheid*, die
we thans helaas, niet slechts in ons land,
maar in een groot gedeelte der wereld
kunnen aanschouwen. Als een der meest
treurige gevolgen van de economische
ontwrichting onzer hedendaagsche maat
schappij hebben we haar zonder meer te
aanvaarden met de wetenschap dat zij
slechts verdreven kan worden met mede
werking niet slechts van hen, die op maat
schappelijk gebied min of meer een hoofdrol
spelen, maar ook van hen die op dat gebied
onder de minder goeden worden gerang
schikt.
Ook in onze omgeving zien we de werk
loosheid steeds meer slachtoffers vergen.
In de Langstraat is het de schoenindustrie,
die de huidige malaise in zaken duchtig
aan den lijve voelt en tal van slachtoffers
onder hare beoefenaars heeft moeten maken
en nog maakt. In de buurten van Heusden
en deWerken is het de mandenmakerij,
die een hoogst moeilijken tijd meemaakt
en dagelijks flinke werkkrachten hare vanen
moet zien verlaten.
Met de papierfabricage en de klompen
industrie te Dussen is het ook allesbehalve
rooskleurig gesteld, terwijl de scheepswerf
te Heusden een geheel anderen aanblik
vertoont dan een jaar of drie geleden, toen
handel en industrie buitengewoon floreerden.
Thans malaise in bijna alle takken van
nijverheid en industrie en daarmee gepaard
een groot overcompleet aan werkkrachten.
't Is dan ook zeer begrijpelijk dat onze
ministers en onze volksvertegenwoordigers
het hunne trachten te doen om de heer-
schende werkloosheid te temperen. Jammer
maar dat niet allen het eens zijn, noch
over hare oorzaken, noch over de middelen,
die tot verbetering van den toestand kunnen
leiden.
De Heer van den Tempel heeft een paar
weken geleden in de Tweede Kamer eene
interpellatie gehouden over de werkloosheid
en hare bestrijding, doch daarbij o.i. de
fout begaan, dat hij er sommige leden een
verwijt van heeft gemaakt dat zij verband
hebben gelegd tusschen hooge loonen en
werkloosheid.
Immers moet toch de hoofdoorzaak van
de crisis gezocht worden in den te hoogen
1
?B?
SLOT.
»Maar mijn beste generaalsprak Bil*
boquet eenigszins bevreesd, »ik heb tot
den aanval geslagen, ik was de eerste, die
de vesting binnentrad.
»Wat wil je dan, mijn jongen Heeft
men je vergeten,antwoordde de generaal
lachend, toen hij den knaap goed opnam,
»je bent nog jong, je zult het kruis hebben,
zoodra je een baard draagt, kijk daar hebt
je wat tot troots
Bij deze woorden gaf de generaal hem
een twintigfrancs stuk. Bilboquet zag het
aan, zonder het aan te nemen. Er heerschte
een doodsche stilte om hem heen en iedereen
beschouwde hem met belangstelling, de
jeugdige tamboer bleef onbeweeglijk voor
den generaal staan en groote dikke tranen
biggelden hem over de wangen. Zij, die
vroeger met hem den spot hadden gedreven,
schenen aangedaan te zijn, zij dachten er
over na, een eisch tot genoegdoening in te
dienen, toen hij plotseling het hoofd ophief,
alsof hij een besluit had genomen en tot
den generaal zeide
»Het is goed generaal, schenk het mij
maar, het kruis zal voor een volgende
keer mijn loon zijn
Zonder eenige complimenten stak hij het
geldstuk in den zak en toen ging iedereen
weer naar zijn regement onder het fluiten
van een vroolijk deuntje. Van dat oogen-
blik af werd met Bilboquet niet meer de
spot gedreven, maar de Duikelaar bleef
kostprijs, die onze nijverheid bereikt. De
grondstoffen en bijna alle andere artikelen,
die men bij de productie noodig heeft, zijn
belangrijk in prijs gedaald en daarom kan
het niet anders of de zeer hooge kostprijs
moet voor een goed deel worden toege
schreven aan den hoogen loonstandaard en
aan de hooge bedrijfsonkosten, als b.v. de
sociale verzekering, de belastingen, de Rijks
verzekeringsbank enz.
In den kostprijs van een product is voor
een goed deel de zgn. loonfractie begrepen,
d w. z. het bedrag dat de fabrikant aan
arbeidsloon betaalt. Deze loonfractie be
staat uit eene vermenigvuldiging van het
aantal uren, dat noodig is geweest voor de
vervaardiging van het product, met het loon,
dat per uur wordt verdiend.
Heeft een werkman 10 uren noodig voor
de vervaardiging van een paar schoenen
en verdient hij 50 cent per uur dan is de
loonfractie 10 X 50 cent f 5.00. Oogen-
schijnlijk nu zou men zeer gemakkelijk
kunnen zeggen: «verminder eenvoudig het
loon met zooveel dat de loonfractie het punt
heeft bereikt, waarop de werkgever zijn
zaak kan blijven drijven«. Maar dit gaat
zoo maar niet Immers wordt de hoegroot
heid van het werkloon bepaald door den
ter plaatse geldenden loonstandaard en deze
is afhankelijk van het bedrag, dat de werk
nemer voor noodzakelijk levensonderhoud
behoeft.
Gesteld dat dit bedrag f 20.is, dan
moet de werknemer primair (aangenomen
de werkweek van 48 uur) 2000 cent 48
41,5 cent verdienen. Yoor minder wil
hij niet werken en de werkgever is dus
gebonden aan dit loon. Maakt dit loon nu
den kostprijs van het product te hoog, dan
blijft er voor den werkgever niets anders
over dan zijn zaak te sluiten, want op den
duur met verlies verkoopen, gaat natuurlijk
niet. De eenige uitweg is dan, dat de
werknemer met minder loon genoegen neemt
en zijn levenstandaard wat lager stelt. Maar
hiervoor zal hij in den regel bedanken
onder voorgeven dat hij van een minder
weekloon de allernoodzakelijkste levensbe
hoeften niet kan bekostigen.
In vele gevallen zal dus de eenige keuze
deze zijn: sluiting van de zaak of vermin
dering van loon van de werknemers. Wordt
sluiting van de zaak gekozen, dan komen
vaak tal van menschen werkloos en het
getal werkloozen is weer met een aantal
vermeerderd.
Men ziet dus, dat er wel degelijk ver
band bestaat tusschen loonstandaard en
werkloosheid.
wie hij was, hij scheen een grootsch plan
te hebben en gaf het geld een goede be
waarplaats.
IV.
Eenigen tijd daarna traden de Fransche
troepen Smolensko zegevierend binnen.
Bilboquet was er bij en op denzelfden dag,
dat zij er waren aangekomen, maakte hij
in de stad een wandeling, met een lachend
gelaat de voorbijgangers aanziende, alsof
hij iets grappigs in den zin had. Het dient
gezegd, dat hij vooral zijn aandacht aan
hen wijdde, die een langen baard droegen.
Deze was bij verscheidene zeer fraai en
dicht, maar zoo vet en glimmend, dat
Bilboquet spoedig het hoofd omkeerde en
doorliep. Eindelijk kwam onze tamboer in
een wijk, waar zich tal van winkels en
magazijnen bevonden.
Men verkocht er verschillende voorwerpen.
Toen Bilboquet in dit kwartier diep was
doorgedrongen, genoot hij een onuitspreke
lijke vreugde, want zie, daar zag hij in
een winkel een Poolsch koopman, met den
schoonsten baard ter wereld, zoo zwart
als ebbenhout. Dat was iets voor onzen
tamboer. Het besluit is ras genomen, hij
treedt den winkel binnen, waar de koopman
met den prachtigen baard staat. De koop
man gaat naar hem toe en vraagt zeer
bescheiden
»Wat blieft u jongeheer ?c
»Ik wensch u baard te bezitten* gaf
Bilboquet ruiterlijk ten antwoord.
»Mijn baard« herhaalde de koopman
verbaasd »ge wilt zeker schertsen 1*
»Ik zeg het u, dat ik uw baard wensch
te hebbenhernam de kleine soldaat, terwjjl
Nu zegt men wel, dat bij vermindering
van loon de werknemer de dupe der historie
wordt, doch dit is niet juist. Zeker, de
arbeider wordt er bij loonsverlaging niet
beter van, maar de werkgever spint er
toch ook weinig garenbijDe loonsver
laging mag natuurlijk niet verder gaan dan
noodig is om den kostprijs van het product
zoodanig te doen zijn, dat de fabrikant het
met een kleine winst want de fabrikant
moet evengoed leven als de arbeider
van de hand kan doen. Bij gemotiveerde
loonsverlaging zijn èn werkgevers èn werk
nemers gebaat, terwijl bij stopzetting van
het bedrijf beiden de kinderen der rekening
worden.
Bij een en ander moeten we ook niet
vergeten, dat in den regel de finantieele
positie van den arbeider bij minder loon
toch niet behoeft achteruit te gaan indien
hij kan goedvinden langer te werken en
tevens meerdere werkkracht te ontwikkelen.
Voor evenveel loon als de arbeider vroeger
verdiende, moet hij dan meer arbeid praes-
teeren, waardoor hij er toe meewerkt om
den kostprijs van het product te verlagen
en te brengen op het niveau, waarop hij
moet staan, om het den fabrikant mogelijk
te maken, het product zonder verlies van
de hand te kunnen doen.
Jammer is het, dat de keuze tusschen
werkloosheid en lagere loonen den arbeiders
wel wat te gemakkelijk wordt gemaakt door
de uitkeering van steun van overheidswege
aan werkloozen. Deze steun is uitnemend be
doeld, maar het effect er van streeft zijn doel
niet zelden voorbij. Een arbeider, die weet dat
eene voor een deel door hem zelf gewilde
werkloosheid hem geheel van alle inkomsten
verstoken doet zijn, zal veel eerder met
vermindering van loon genoegen nemen dan
degeen, die, indien hij werkloos is, toch
steunuitkeering van overheidswege ontvangt.
Te gemakkelijk te verkrijgen steunuitkeering
werkt herstel van de malaise tegen.
Dit herstel mag verwacht worden van
verlaging van den kostprijs der productie
en deze is voor een gedeelte mogelijk door
vermindering der loonen. Te betreuren is
het dat de arbeiders in het algemeen van
deze waarheid niet dieper doordrongen zijn
en dat zij in doorsnee met hancl en tand
vasthouden aan den 8-urigen werkdag, zon
der er bij te denken, dat vermindering van
productiekosten, die voor een goed deel
van hen afhangt door wat meer arbeid te
praesteeren voor hetzelfde loon, in aanzien
lijke mate tot verbetering van den toestand
kan bijdragen.
Een gelukkig verschijnsel is het, dat de
hij de hand aan de sabel bracht, maar
denk niet, dat ik hem u wil afhandig maken,
kijk, daar hebt ge een twintig francsstuk
de rest zult ge mij wel terug willen geven.*
De arme koopman wilde Bilboquet aan
het verstand brengen, dat hij iets onredelijks
vroeg, maar de kleine tamboer volhardde
bij zijn besluit en maakte een geweldig
leven, zoodat er weldra eenige soldaten
bijkwamen. Zij traden binnen, om te zien,
wat er gaande was en vonden het denk
beeld van den tamboer zoo grappig, dat
zij den armen Pool verplichtten zijn baard
af te staan. Een hunner, Gascon, pruike
maker van het regement, haalde zijn scheer
mes uit de zakken en ontdeed, zonder
water of zeep te gebruiken, hem van zijn
baard na hem allerafschuwelijkst toege*
takeld te hebben gaf hij den afgeschoren
baard plechtig aan Bilboquet, die hem
triomfantelijk in ontvangst nam.
In het regement teruggekeerd deed hij
door den kleermaker de haren op een zak
van een gedeelte van het vel van een ouden
trom naaien en zonder er iemand iets van
te zeggen stak hy alles in zijn ransel weg.
Men sprak er eenige dagen over en toen
was alles weer vergeten. Men ging weer
op marsch en niemand dacht meer aan
den kleinen Bilboquet, toen men Moskou
binnentrad.
V.
Het Fransche leger was nu aan de
grootste ontberingen blootgesteldkoude
en ziekte verzwakten de krachten der sol
daten de hongersnood kwam er bij, zoo
dat men zoo spoedig mogelijk het land
moest verlaten, dat een onmetelijke sneeuw-
woestijn geleek. Er waren van de reus
werknemers ten Zuiden van Waal en Mer-
wede meer en meer gaan begrijpen, dat
hun loon verband moet houden met den
prijs, dien hun werkgever voor hun product
kan bedingen. Waar die prijs thans laag
is, moeten de loonen daaraan evenredig
naar beneden en dit zien bedoelde werk
nemers gelukkig voor het meerendeel in,
waarom zij dan ook zonder tegenstribbelen
genoegen nemen met gemotiveerde loons
verlagingen. Moge hun voorbeeld in het
gansche land navolging vinden!
Gestort Kapitaal f55.000.000,-
Reservefonds - 41.500.000,-
f 96.500.000,—
AGENTSCHAP:
Telefoon No. 15.
Kantooruren van 9-4. Zaterdags van 9 12.
Handels- en Landbouwcredieten.
Rekeningen-Courant. Deposito's.
Effecten (uitsluitend soliede belegging).
Coupons. Vreemd geld,
Inschrijvingen Grootboek. Assurantiën.
Reiscredietbrievenop 3600 betaalkantoren
Administratie van vermogens.
SAFE DEPOSIT INRICHTING
(Brand- en inbraak vrijt* Lipskluis.)
ZEÈR SCHERPE CONDITIE's.
Indien gewenscht bediening aan huis.
Spaarboekjes worden bij eerste storting
gratis verstrekt.
Nadere inlichtingen verschaft gaarne
DE DIRECTIE.
BUITENLANDS CH OVERSIGHT.
Wanneer men de Britsche voorstellen,
ingediend ter conferentie te Parijs, naast
de Fransche legt, bespeurt men niet veel
overeenkomst. En, nu de Fransche Kamer
achtige armée ternauwernood eenige rege-
menten, met een klein getal generaals
overgebleven. Het regement van Bilbequet
behoorde tot het rampzalig overschot. Het
bleef in de achterhoede, om de duizenden
kozakken, die het leger achtervolgden, te
verhinderen, dat zij een algemeen bloedbad
aanrichtten.
Eens op een dag moest men een kleine
rivier oversteken en, om de vervolging def
vijanden te vertragen, was het noodig, dat
men de twee bogen der brug, waarover
men ging, vernielde maar de lagen kruit
waren te snel gelegd, zoodat de ontploffing
geen resultaten opleverde, het timmerwerk
werd vernield, maar toch bleef er nog een
balk over, waarover de vijanden spoedig
een brug konden slaan.
De commandeerende generaal zag spoedig
in, dat het behoud van het leger van de
vernietiging van deze brug afhankelijk was,
hij gaf dus bevel, dat men het laatste
steunpunt zoo spoedig mogelijk moest uit
den weg ruimen maar, toen zij hiermede
aanvingen, verscheen de vijand aan den
anderen kant der rivier en opende zoo'n
heftig geweervuur, dat, wanneer men zich
niet onmiddellijk terugtrok, de sapeurs
weldra tot den laatsten man zouden ver
nietigd zijn.
Reeds maakte men zich gereed tot den
terugtocht, toen men eensklaps een soldaat
met een bijl op den schouder, de rivier
zag ingaan. Hij dook onmiddelijk en toen
hij weer boven kwam, bemerkte men, dat
het een sapeur was, die zich voor allen
opofferde.
Het gansche regement volgt hem met
de oogen, terwyl hij zwemt en de vyand
de Engelsche voorstellen voor onaannemelijk
heeft verklaard, vraagt men zich af Roe
het de bijeengekomen diplomaten ooit zal
gelukken een vergelijk te vinden.
Het Fransche voorstel bevat nog politieke
en gevoelsoverwegingen. Poincaré wenscht,
gelijk hij zegt, dat gerechtigheid geschiedde.
Het Britsche plan ls daarentegen zuiver
zakelijk. Het vraagt slechts wat Duilsch-
land betalen kan, wat Duitschland behoeft
voor herstel van zyn krediet, en stelt in
overeenstemming met deze behoeften, het
bedrag der jaarlijksche betalingen vast.
Er is nu nog een Duitsch voorstel, door
staatssecretaris Bergmans naar Pasijs ge
bracht, en een voorstel der Italianen. Het
laatste moet in hoofdzaak met het Britsche
overeenstemmen het voorstel der Duitsche
regeering is nog niet in bijzonderheden be
kend gemaakt, maar doet vermoedelijk weinig
ter zake.
Poincaré begint, in zijn ter conferentie
ingediend program met zich schrap te zetten
tegen elke vermindeeing van de schade
loosstelling. Elke vermindering is onaan
nemelijk, daar het vroeger vastgestelde af
lossingsplan reeds onvoldoende zou zijn
voor de betaling der onkosten, die Frankrijk
heeft tengevolge van de op Fransch gebied
aangerichte verwoestingen. Het besluit om
geen vermindering toe te staan, komt al
dadelijk in conflict met het plan van
Boriar Law, want dit wil, op den keper
beschouwd, een vermindering van de door
Duitschland verschuldigde 132 milliard tot
ongeveer 50 milliard goudmarken, ja vol
gens sommige berekeningen want het
voorstel is vrij gecompliceerd zou de
schuld van Duitschland feitelijk gereduceerd
worden tot 30 of 25 milliard. Het is
waar dat Engeland, aan deze vermindering
der Duitsche schuld, ook een vermindering
der intergeallieerde schulden wil paren.
Wat Duitschland, naar de oorspronkelijke
het water door de tallooze geweerkogels
hevig laat opspatten en borrelenmaar
de dappere sapeur blijft ongekwetst en
komt goed vooruit. Eindelijk bereikte hij
hef doel, klimt tegen den pijler op en
vernietigt met eenige bijlslagen den balk,
die reeds voor drievierde gedeelte was
vermorzeld.
Met een geweldig geraas stort de paal
in het water en de sapeur is verdwenen,
doch slechts voor één oogenblik, want
eensklaps ziet men hem weer aan den
rivierkant bovenkomen. Allen trachten
hem onder het uitstooten van vreugdekreten
te begroeten, men steekt hem stokken toe
en laat een luid hoera hooren, zelfs de
generaal komt naderbij en is niet weinig
verbaasd, als hij Bilboquet met een grooten
baard uit het water ziet komen.
»Wat is datI« riep hij uit »en wat
beteekent die vermomming
ïlk ben het* gaf de tamboer ten ant
woord »ik, Bilboquet, wien u het kruis
heeft beloofd, zoodra hij een baard droeg.
Ziehier een flink exemplaarik zou
het tenminste wel denken. Kom generaal,
ik heb niets onbeproefd gelaten. Ik heb
hier heel wat voor uw geld en uw twintig
francs zijn er mede opgegaan
De generaal stond over zooveel moed
en scherpzinnigheid verbaasd. Hij gaf
Bilboquet de hand, alsof hij zijn vriend
was en schonk hem onmiddellijk het ridder
kruis van het Legioen van Eer, dat hij
hem zelf op de borst vasthechtte.
Van dit oogenblik af groetten de ouderen
van het regement Bilboquet eerbiedig en
de tamboermajoor gaf hem geen tikken
meer met zijn staf.
->.V
t Land Heusdsn en Altena,
straat on dB Boimelerwaard