Bij flit nr. tieliHort een ftijyaegsel.
De SÉpMÉp der
RAAMSDONKSVEER.
C. DE KEMP,
IN GOUD EN ZILVER,
Waterpoort, Heusden.
Verbod van invoer
van schoenen.
Uitgave: Firma L* J. VEERMAN, Heusden.
No4275. Vrijdag 9 Maart 1923.
Correspondentschap Ie Klasse.
KEIZERSDIJK F. 81.
9—12 uur.
Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525.
H. J. ABB1NK.
Reparatie-Inrichting.
UND VAN ALTENA
Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 4.25, en
franco per post beschikt f 1.40. Afzonderlijke
nummers 6 cent.
Advertentiën van 1 6 regels 90 cent. Elke regel
meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en
Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht.
Het is voor ons een niet te verklaren
feit dat men de oeconomische stelsels «vrij
handel® en «protectionisme* geheel op
politiek terrein heeft overgebracht en de
aanhangers der partijen van de linkerzijde
grootendeels vrijhandelaren zijn en die der
rechtsche partijen voor het meerendeel tot
de protectionisten behooren.
Eene verklaring hiervan willen we niet
trachten te zoeken, omdat we ons niet op
politiek terrein willen begeven. We zullen
in het hier volgende iets zeggen over het
op handen zijnd invoerverbod van schoenen,
daarbij ons geheel plaatsend op economisch
standpunt.
Wie een economisch geschrift van de
zeventiende of van de eerste helft der
achttiende eeuw ter hand neemt, kan er
tamelijk vast op rekenen daarin eene ver
dediging te zullen vinden van deze stelling,
dat een der beste middelen tot bevorde
ring der stoffelijke volkswelvaart is gelegen
in het heffen van hooge invoerrechten op
voortbrengselen van nijverheid. De grond
stoffen, zoo luidt gewoonlijk het betoog,
moet men vrijlatenwanneer zij in het
binnenland worden verkregen, zelfs den
uitvoer daarvan belemmeren. Doch vreemde
fabrikaten moet men weren, opdat de ver
bruiker verplicht worde zich goederen aan
te schaffen, die door zijne landgenooten zijn
vervaardigd. En voor zoover men ze niet
weert, make men ze duur.
Aangaande de juistheid dezer meening
is evenwel van lieverlede twijfel gerezen
en in de tweede helft der achttiende eeuw
verwierf de leer der handelsvrijheid tal
rijke aanhangers, terwijl het stelsel van
hooge invoerrechten aanhoudend in de al-
gemeene schatting daalde. Toch zijn er
vele jaren verloopen, eer het door de wet
gevers der voornaamste landen is verlaten
en volledig is dit slechts door weinig lan
den geschied.
Engeland en Nederland zijn de eenige
rijken in Europa, waar het vrijhandelstelsel
wordt gehuldigd. En nu gaan er de laatste
jaren in ons land heel wat stemmen op,
die ons vrijhandelsysteem gewijzigd wen-
schen te zien in een van protectionistischen
aard. Handelsvrijheid, aldus de voorstanders
van protectionisme, moge goed zijn, als
iedereen haar toepast ;maar gebeurt zulks
niet, dan komen de Staten, die haar op
eigen gelegenheid willen toepassen in het
gedrang. Den stroom destijds te keeren, is
m ii.li:tov
8)
De boot aan stuurboordzijde vloog in
duizend stukken over het water, de ver
schansing sloeg in splinters en alles, wat
het rukken van den storm niet vermocht
te weerstaan, verdween in de g( Iven, die
het schip ondermijnden. De zeilen scheur
den in flarden stuk en telkens, wanneer
dit gebeurde, scheen een zwaar geschut te
ontbranden. Alleen het stormzeil kon zich
nog eenigermate handhaven. De masten
kromden zich onder de vreeselijke geeseling
van den windreus, die met donderend ge
weld zijn slagen herhaalde. En te midden
van deze vernietiging hoorde men het aaklig
loeien en gillen van den orkaan. Het gan-
sche geestenheir scheen losgebroken.
Drie uur daarna verdween ook het storm
zeil en een oogeublik later vernam men
boven alle geluiden een ontzettend gekraak.
De Seabirk had het in den strijd opge
geven en barstte uiteen.
De vreeselijke nacht verdween en de dag
brak aan. Allertreurigst was het tooneel
der verwoesting. Het ranke vaartuig scheen
door midden gebroken. In plaats daarvan
zag men een wrak te midden van drijvende
voor een klein land onmogelijk daaraan
weerstand te bieden, onverstandig.
Wanneer van een artikel, dat men ge
woon was van het buitenland aan te voeren,
de invoer wordt verboden of men onder
werpt dat artikel aan een hoog invoerrecht
dan is daarvan het meest zichtbare gevolg
dat ter plaatse, waar dit geschiedt, een
tak van nijverheid tot bloei komt. In
die plaatsen ontstaat dan eene groote be
drijvigheid, de loonen stijgen en de be
volking stroomt bijeen. Maar daartegen
over staat dan, dat het artikel, nu de
buitenlandsche concurrentie is uitgeschakeld,
heel wat duurder zal worden en dat allen,
die het artikel gebruiken, in hun werke
lijk inkomen worden verkort, want de hoe
grootheid van ons werkelijk inkomen hangt
af van de som gelds, waarover wij in een
bepaald tijdsverloop de beschikking er
langen en van de hoeveelheid goederen
en diensten, die wij met dat geld kunnen
koopen. Stel b.v. een arbeider verdient
f 20.— per week. Wordt nu alles.25 pCt.
duurder terwijl zijn loon hetzelfde blijft,
dan is zijn werkelijk inkomen verminderd.
Een ander argument voor vrijhandel ont-
leenen we aan het verband tusschen in-
en uitvoer, want vermindering van invoer,
leidt op den duur tot vermindering van
uitvoer. Gesteld, dat vóór de heffing van
het invoerrecht de jaarlijksche invoer en
uitvoer van een land beide f 200,000 be
droegen. Er wordt een invoerrecht gekregen
waardoor de invoer daalt tot f 160,000,
terwijl aanvankelijk de uitvoer onveranderd
blijft. De uitgevoerde goederen moeten
nu tot een bedrag van f 140,000 in geld
betaald worden, wat vroeger met gesloten
beurzen geschiedde omdat invoer en uitvoer
elkaar ophieven. Er vloeit dus veel geld
in het land, waardoor de goederenprijzen
stijgen en dientengevolge neemt de invoer
toe en de uitvoer af. Deze beweging duurt
voort totdat invoer en uitvoer weder in
evenwicht zijn. En nu is het succes dat
zij, die uitvoer-producten voortbrengen,
schade hebben geleden.
Naar onze meening brengt vermeerdering
van invoer, vermindering van uitvoer mede
en doet dus de vraag naar arbeidskrachten
toenemen in de bedrijven, die uitvoerpro-
ducten voortbrengen. Nog tal van argu
menten voor vrijhandel zou ik kunnen aan
halen, maar de omvang van mijn artikel
laat zulks niet toe.
De protectionisten voeren als argument
voor hun stelsel aan, dat de bloei, die
door de bescherming in het leven wordt
geroepen, niet beperkt blijft tot de be
schermde bedrijven, maar dat tal van
anderen daarvan mede de vruchten plukken.
Als de landbouw beschermd wordt en daar
door de landbouwers groote winsten maken,
balken, kisten en vaten, waarmede de gol
ven speelden.
Toen de dokter door dsn beslissender!
schok in zee werd geworpen had hij plot
seling het touw, waaraan hij zich vasthield,
losgelaten en dreef nu op den gordel. Hij
had duizend angsten uitgestaan, want be
halve het gevaar, eik oogenblik door do
ronddrijvende stukken, gewond te worden,
bestond er niet minder groot gevaar in de.
maag der haaien terecht te komen, iets
waaraan hij een grooten hekel had. Op
eenigen afstand zag hij een boschrijk ei
landje verschijnen en ter linkerzijde, het
wrak van den fraaien driemaster, waarom
heen op allerlei drijvende voorwerpen eenige
gestalten zichtbaar waren. De dokter,
hoewel van koude verstijfd en zwaar ver
moeid, greep een plank, welke voor hem
dreef en weldra zag men hem in de rich
ting der mannen pagaaien. Trots het
ernstige van den toestand moesten zij toch
glimlachen, toen de dikke dokter kwam
aanscharreleri.
«Goeden morgens, sprak Arling «goed
geslapen
Johnson, de eerste stuurman hielp hem
uit het water«Sapperloot dokter hoe
vindt u het
«Verschrikkelijk, ontzettend, het gaat
boven alle beschrijving Waar zijn de
anderen
«Verdwenen 1 De Oude heeft er zijn
leven bij ingeschoten. Hij werd over boord
geslagen, even voordat het noodlottig oogen-
zullen ze bij de winkeliers vele inkoopen
doen. Stellig is dit zoo, maar men verlieze
daarbij niet uit het oog dat de brood
verbruikers, van wie de landbouwers het
moeten hebben, minder zullen koopen, zoodat
het totaal inkoopen niet vermeerdert. En
eerst als dit wel het geval is, wordt de
volkswelvaart gebaat.
Invoerverboden en hooge invoerrechten
kunnen stellig bepaalde takken van bedrijf
tot meerderen bloei brengen, maar het al
gemeen is er niet mede gebaat en bevoor
deeling van enkelen door maatregelen van
overheidswege ten koste der massa, is o.i.
in normale tijden niet te verdedigen.
En hoe nu te denken over het invoer
verbod van schoenen, hetwelk op til is en
waarvan de Langstraat in groote mate zal
profiteeren ten koste v£n het schoenen-
dragend publiek
Het is zeker dat de omstandigheden zich
als gevolg van den wereldoorlog dermate
hebben gewijzigd, dat soms iets als wensche-
lijk moet worden geoordeeld, dat vroeger
zeker niet wenschelijk zou zijn geweest.
Zoo is het o.i. dan ook mogelijk dat een
vrijhandelaar thans kan zeggen«die of
die tak van nationale nijverheid gaat door
de nooit gekende en nimmer voorziene
valuta concurrentie persé te gronde als zij
niet tijdelijk geholpen wordt en daarom,
help haar, maar absoluut niet langer dan
hoogst noodzakelijk is.« En dit heeft onze
regeering ook zoo ingezien en vandaar een
verbod van invoer van schoenen uiterlijk
tot 1 Januari 1924. Immers zijn er teekenen
dat zich reeds nu in Duitschland verande
ringen in het economische leven aan het
voltrekken zijn, waardoor aan de valuta-
concurrentie vandaar een spoedig einde
zal moeten komen en is dat einde er, dan
bestaat er ook geen reden meer voor een
invoerverbod van schoenen uit dat land,
vanwaar de meeste schoenen naar ons land
worden geimporteerd. Ongetwijfeld zal
men zeggen«maar als men de schoen
industrie helpt, moet men billijkheidshalve
ook andere industrieën helpen en dan kan
men tal van bedrijven gaan beschermen.*
Zeker dat is zoo, maar eene industrie,
welke dan ook, mag naar onze meening
slechts geholpen worden wanneer de nood
zakelijkheid, veroorzaakt door de tegen
woordige abnormale tijdsomstandigheden,
het absoluut gebiedt en dan nog maar
zeer tijdelijk. Kan haar op eene andere
wijze dan door invoerverboden of hooge
invoerrechten de behulpzame hand worden
gereikt, dan moet zoodanige wijze voorgaan,
die het minst schade berokkent aan de
levenskosten der massa.
En daarbij moet men zoo min mogelijk
onbillijkheden scheppen door voor de eene
industrie meer te doen dan voor de andere.
blik aanbrak. «Houdt goeden moed jon
gens® waren zijn laatste woorden. Harry,
Smeatson en Dobson zijn aan de zijde van
het wrak bezig met het samenstellen van
een wrak, waarop we straks naar ginds
eilandje zullen gaan.®
«Allen op den Oude na zijn dus gered
vroeg de dokter.
«Dat wil zeggen® antwoordde Black de
tweede stuurman «we missen den boots
man, den hofmeester, den kok, en twee
matrozen, du Vmaigre en Walton.
«En Bill den kajuitsjongen® voegde de
tweede stuurman er aan toe.
»Ontzettend« mompelde de dokter, ter
wijl een traan over zijn bleeke wangen
biggelde «ik heb alles vooruit gezien, ik
heb Brown op het onverantwoordelijke van
zijn doordrijven gewezen en de Hemel zij
geloofd, dat wij tenminste ons in het leven
bevinden. Maar kijk, het komt mij voor,
dat we sinds gisterenavond niet veel zijn
vooruitgegaan of liever, dat we ons nog
bevinden, waar we gisterenmiddag lagen.
Ik herinner mij tenminste nog een dier
eilanden, welke hier liggen, gezien te
hebben.®
Een groot half uur later was het vlot
gereed en met de voorwerpen geladen,
die nog te redden vielen. De schipbreu
kelingen namen er op plaats, waarop men
met de kostbare vracht naar het eilandje
koers zette. De dokter zette zich op een
kist neder, die hij als de zijne herkende en
keek om zich heen. Zijn natte kieederen
Wordt aan een en ander vastgehouden
bij eventueele aanvragen om staatshulp
door bedrijven, dan zal het o.i. zoo'n vaart
niet loopen. De gemeenschap moet er iets
voor over hebben om nationale industrieën
die door den loop der onvoorziene om
standigheden, waarin we thans leven, ge
heel buiten hare schuld, op het punt
staan ten onder te gaan, in stand te houden
En daarom kunnen we ons met het aan
staande invoerverbod van schoenen, al is
het dan ook zeer schoorvoetend, vereeuigen.
Gr evestigd:
TELEF. 15.
Voor verwisseling van Bank
papier en Specie, Discontee
ring, Beleening, Bewaar
geving, Assignation, enz.
is het Kantoor geopend van
Nadere inlichtingen verschaft
gaarne
De Correspondent,
BUITENLANDSCH OVERZICHT.
Zij die verwacht hebben dat de rijks
kanselier Cuno Dinsdag bij zijn redevoering
in den Rijksdag met positieve voorstellen
betreffende de schadeloosstelling zou komen
zijn teleurgesteld.
Dat de rijkskanselier echter niet meer
dan een aanduiding, een verklaring tot
bereidwilligheid om te onderhandelen zou
laten hooien, was te verwachten.
De plannen die de rijksregeering heeft,
kunnen in de gegeven omstandigheden niet
schenen hem daarbij niet te hinderen.
Langzaam, zeer langzaam ging men vooruit.
«Ik geloofsprak de geleerde, «dat wij
nu het verdere van ons leven in deze stre
ken zullen moeten slijten. In deze buurt
wagen zich geen schepen, tenzij er nog
John Browns in de vaart zijn.«
«Dat zou nog wel plaats kunnen heb
ben® liet de eerste stuurman er op volgen
«de vraag, is of wij er leven kunnen.®
«Natuurlijk, we zullen aan niets gebrek
hebben, zoomin aan dierlijk voedsel als aan
water, omdat het eilandje boschrijk is. We
dienen ons te behelpen, maar het levens
materiaal is aanwezig, in zeer groote mate.®
«De aanwezigheid van het wrak bevalt
mij echter volstrekt niet. Wanneer mor
gen of overmorgen of over veertien dagen,
de Hemel weet wanneer, de kannibalen
in deze streek verschijnen, hebben wij onze
aanwezigheid verraden.
«Daarom zal het zaak zijn, zoo spoedig
mogelijk een plaatsje op te zoeken, waar
wij ons veilig tegen eiken verraderlijken
aanval kunnen beschermen. Ik koester de
levendige hoop, dat er wel eenige grotten
zullen zijn, waarin we ons bivak kunnen
opslaan.®
De matrozen keken den dokter lachend
aan, alsof zij aan de waarheid zijner woor
den twijfelen, wat voorzeker moest worden
toegeschreven aan hunne gebrekkige aard
rijkskundige kennis, want inderdaad bevin
den zich op deze eilanden tal van holen of
grotten, waarvan sommige verbazend groot
aan de groote klok gehangen worden. Zij
zouden vermoedelijk als zij gepubliceerd
werden, naar de opvatting der Duitsche
nationalisten te ver en naar die der Fransche
regeering lang niet ver genoeg gaan en
dus niets uitrichten. Terwijl de rijksregeering
door zich zonder meer tot onderhandelen
bereid te verklaren, onbeperkte mogelijk
heden openlaat.®
Dit laatste heeft dr. Cuno gedaan.
Duitschland is bereid tot onderhandelen.
Zijn lange redevoering, die een opsomming
geeft van Duitschlands grieven tegen de
politiek van Poincaré, culmineert in dezen
zin «Kolen en hout, geld en goed kon
Frankrijk van ons in vrede hebben, voor
zoover wij ze eenigszins mogelijk konden
geven het kan dit alles nog hebben, na
vreedzame, eerlijke overeenkomst.® Dr.
Cuno wenscht slechts dat de betalings
kracht van Duitschland door onpartijdige
deskundigen vastgesteld wordt. De tegen
woordige Duitsche regeering zal haar ver
plichtingen vervullen tot aan de grens der
mogelijkheid. Wij willen de som onzer
verplichtingen in openbare besprekingen
laten vaststellen op een voor beide partijen
aannemelijk bedrag.
Maar Duitsche voorstellen laat de rijks
kanselier ook thans niet los en daar Poin
caré den weg der onderhandelingen ver
laten heeft, wel bereid is een nieuw Duitsch
aanbod in overweging te nemen, maar
«eenszins voornemens is tot onderhande
lingen het initiatief te nemen, moet men
de hoop opgeven dat er reeds thans een
wijziging in den toestand zal komen en
mag men aannemen dat de dwangpolitiek
aan Ruhr en Rijn, waarover dr. Cuno zich
zoo hartgrondig beklaagt, met nieuwe ener
gie voortgezet zal worden.
Tot hoe lang De rijkskanselier ver
zekert, dat Duitschland niet zal toegeven
en dat Poincaré's optreden Frankrijk wel
lasten zal berokkenen, maar geen baten
bezorgen zal. Dr. Cuno beriep zich in zijn
rede op Bonar Law's voorspelling, dat deze
actie van Frankrijk tot een catastrophe zal
zijn en vier of vijfhonderd menschen kun
nen herbergen.
Langzamerhand bereikte het vlot het
strand, waar tal van zeevogels bezig waren
schaaldieren te verzwelgen. Eenige reus
achtige schildpadden namen öp de komst
der vreemdelingen snel de vlucht.
«De zaak is nu deze,« zeide de eerste
stuurman, «dat een onzer op den uitkijk
gaat staan en dat wij vervolgens zoo spoedig
mogelijk, dus, voordat het te laat is, voor
dat de heeren kannibalen zich aan ons
vleesch vergasten, een plek opzoeken,
waar wij onze schatten kunnen bergen.
Ik ben het met den dokter volkomen eens,
dat hier zich tal van grotten bevinden,
niet hier aan de kust, maar dieper het
binnenland in. In allen gevalle komt het
mij hoogst gevaarlijk voor aan het strand
te verblijven.
«Als ge er niets op tegen hebt mijne
vrienden,sprak de dokter, «zal ik onmid
dellijk een onderzoek betreffende de grotten-
kwestie instellen. Binnen een half uur
ben ik hier terug.®
«Maar zoude u dan niet eerst van klee
deren verwisselen,® merkte de tweede stuur
man op. «Kijk eens hier dokter, hier heb
ik een stel kleederen, die u waarschijnlijk
zullen passen en dan kunt u de onderzoe
kingstocht aanvaarden.®
De dokter nam het voorstel aan en ver
dween weldra achter eenige boschjes. In-
tusschen ging het reddingswerk zeer vlug.
1JWS
voor bet Laad van Heusden en AltenaJsLaiastraat en Bomielerwaaril
Wordt vervólgd.)