Und van altena
§1 i nr. leüoert een üöegsel.
C. DE KEMP,
IN GOUD EN ZILVER,
De Schipbreukelingen der
RAAMSDONKSVEER.
Waterpoort, Heusden.
Uitgave: Firma L« J. VEERMAN, Heusden.
No4287. Vrijdag 20 April 1923
Reparatie-Inrichting.
FEUILLETON.
Correspondentschap Ie Klasse,
KEIZERSDIJK F. 81.
912 uur.
H. J. ABBINK.
Dit biad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden ƒ1.25, en
franco per post beschikt 1.40, Afzonderlijke
nummers 6 cent.
Int. Telefoon no. 19. Postrekening no 61535.
Advertentiën van 1—6 regels 90 cent. Elke regel
meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en
Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht.
Opleiding in de gemeente-administratie
Het is een niet te ontkennen feit, dat
voor elke taak van beteekenis voorbereiding
noodig is. En wanneer er één gebied is,
dat goede degelijke voorbereiding vordert,
dan is dat -wel het bestuur en de
administratie der gemeentehet groot
aantal wetten, besluiten en voorschriften,
dat in- deze moet worden toegepast, stelt
hooge eischen van bekwaamheid en ont
wikkeling. Wie toch als handhaver en
uitvoerder der wet optreedt, moet vooraf
een wet leeren lezen en verstaan, want
gerust .mag men zeggen, dat, wie zulks
niet kan, onbruikbaar is om zelfstandig
te fungeeren in eene meer belangrijke
functie bij de gemeen tij ke administratie.
Nog dagelijks valt het op, dat er zoo-
velen zijn, die het vorenstaande blijkbaar
niet onderschrijven. Hoe vaak komt het
nog niet voor, dat men over de gemeente
administratie hoort spreken als iets minde-
waardigs, geschikt voor menschen, die als
't ware nergens anders voor deugen en
zeker voor studie totaal ongeschikt zijn.
Men beschouwt de secretarie nog dikwijls
als een verzamelplaats van jongelui met
weinig aanleg, die toch door de wereld
moeten en liefst in een nette positie met
weinig werk den kost willen verdienen. En
twintig a dertig jaar geleden was zulks
nog in veel erger mate het geval, getuige
o.a. een advertentie, voorkomende in een
nummer van «Het Nieuws van den Dag«
in 1897, die aldus luidt
«Achterlijken Een gemeente-secretaris
(gedipl.) leidt jongelui met bekrompen
denkvermogen en begrip op in de gemeente
administratie, tegen billijke vergoeding.
Brieven enz.
Waarschijnlijk heeft men hier met een
fopperij te doen, want men kan toch niet
aannemen, dat de steller der advertentie
zijn «slachtoffers* voor zóó onnoozel en
achterlijk kon aanzien, dat zij bij hem als
zoodanig zouden willen staan aangeschreven.
Intusschen het stuk teekent toch den toe
stand in die dagen, toen inderdaad het
20)
Een zestal van top tot teen gewapende
mannen zaten voor den ingang van een
grot te spelen en te drinken. Door de
windstilte, die er heerschte, kon men hunne
stemmen duidelijk verstaan. Niet ver daar
vandaan zag men twee forsche sloepen vast-
gemeerd, die op den goivenden stroom wie
gelden. Onder het lachen en vloeken, dat
zij deden, hoorde men een hunner zeer
duidelijk zeggen
»Bij zulk eene goede vangst valt er niet
langer aan eene flinke belooning te twijfelen.
Black zag den dokter ernstig aan. Deze
begreep onmiddellijk wat die Dgoede vangst#
beteekende en schudde meewarig het hoofd.
Ongetwijfeld waren deze mannen, die er
zeer ruw uit zagen, slavenjagers. Waar
bevonden zich de slaven dan In de grot
Vast en stellig. Hoe groot zou het aantal
dier ongelukkigen zyn De sloepen dienden
bepaald tot het vervoer der zwarten naar
een schip, dat niet ver verwijderd van deze
plek kon liggen.
Johnson beet zich van woede op de lip
pen en Harry balde de vuisten. De dokter,
meest onbenullige individi, liefst met een
adellijk praedicaat en in 't bezit van fortuin,
vaak bij de gemeente-administratie een
veilig toevluchtsoord vond.
Het is werkelij k bedroevend dat J an Publiek
ook thans nog zoo'n gansch verkeerd denk
beeld van de gemeente-administratie heeft,
maar geheel en al is dit zijn schuld toch
niet. Zijne totale onbekendheid met die
administratie speelt hem natuurlijk parten,
maar er zijn toch nog wel meer oorzaken,
die nu juist niet een grooten dunk van de
gemeente-administratie doen geven.
Zeker is het waar gelukkig tegen
woordig veel minder dan voorheen dat
op de secretarieën velen worden gevonden
die er niet thuis behooren en dit is voor
namelijk hieraan toe te schrijven, dat geen
wettelijke vereischten van bekwaamheid
worden gesteld voor administratieve be
trekkingen bij de gemeente. Ieder, die
het geluk heeft mannelijk Nederlander te
zijn, een zekeren leeftijd beeft bereikt enz.
is benoembaar tot Burgemeester, Secretaris
en Ontvanger. Al is hij nog zoo dom,
benoembaar tot die functie is hij. En
inderdaad hebben we onder genoemde
functionarissen in den loop der tijdea al
heel wat «uilskuikens« gehad. Hee^ wa^
geestige en interessante verhalen zou ik
daaromtrent kunnen doen, maar beter is
om zulks na te laten.
Eéne geestigheid, die werkelijk historisch
is, wil ik evenwel aan de vergetelheid
ontrukken.
't Gebeurde omstreeks 1905 in eene
gemeente van 3500 zielen in Noord-
Brabant. Een milicien-verlofganger kwam
bij den Burgemeester om zijn verlofpas te
laten afteekenen. De Burgervader vroeg
den verlofganger wat hij er op moest zetten,
waarop deze antwoordde: «zet er mèr
op »voldaon« en daaronder oewen naom«.
En de Burgervader deed aldus.
Gelukkig is in het gehalte van het corps
gem.-ambteuaren de laatste kwarteeuw dui
delijk eene kentering ten goede te bespeuren,
wat voor een goed deel te danken is aan het
door de Nederlandsche Vereeniging voor Ge
meentebelangen in het leven geroepen
examen voor candidaat-gem.secretaris en
ambtenaar ter secretarie. Jaarlijks wordt
dit examen dat men als een surrogaat
van een nog ontbrekend staatsexamen moet
beschouwen sedert 1884 afgenomen en
al mogen er nog vele gebreken aankleven,
zeker is het toch dat het voor vele jongelui
een gereede aanleiding is tot ernstige studie.
Het getuigschrift, dat men bij voldoenden
uitslag ontvangt, geeft weliswaar geenszins
waarborg dat men een voldoend practïsch
bekwaam gemeente-ambtenaar is, maar het
strekt wel tot bewijs, dat men eenigen
tijd heeft gestudeerd en zich daardoor
steeds de kalmte in persoon, nam zijn as-
tronomischen kijker uit den zak en bespiedde
de gestalten, maar de duisternis, die over
eenige oogenblikken plotseling zou invallen,
belette hem nu reeds zijn instrument te
gebruiken.
Een schot, dat als de losbranding van
een duizend kanonnen klonk, bracht in het
tafereel eenige verandering. De kaartspe
lers staakten hun bedrijf. Een rijzige man,
met een geweer op den schouder, trad uit
de grot te voorschijn. Hem volgden tien
slaven, mannen, vrouwen en kinderen, op
de bekende wijze aan elkaar gekoppeld.
»Het sein tot vertrekken# sprak Johnson
saanstonds zullen de booten met deze le
vende koopwaar bemand worden 1 Ver
vloekte menschenhandel I Duivelsch dokter,
ik waag een schot.®
ïBen je krankzinnig vroeg de geleerde
»wij zijn te klein in aantal. Ons leven
zoo roekeloos in de weegschaal te stellen
is even dwaas als gevaarlijk I Laat het
wapen rusten
Wat de eerste stuurman had voorspeld
gebeurde. De booten werden losgemaakt
en met bekwamen spoed stapten de jagers
met hun buit er in. War.neer de onge
lukkigen niet spoedig genoeg aan de be
velen der onmenscheiijke drijvers voldeden,
ontvingen zij hevige stompen en stooten,
die een der vrouwen bijkans voorover deden
vallen. Onder honend gelach ontving zij
met den kolf van een geweer een slag op
het schouderblad, die haar voorgoed in de
bekend heeft gemaakt met veel wat een
gemeente-ambtenaar behoort te weten.
Men kan het diploma beschouwen als een
fundament, waarop verder voortgebouwd
kan worden.
Bedoeld examen is een vak-examen en
tot vóór een paar jaren werd ieder tot het
afleggen er van toegelatenof men de
noodige algemeene ontwikkeling bezat, om
als degelijk gemeente-ambtenaar te kunnen
fungeeren, daarop werd zoo goed als niet
gelet. Immers, bij het vak-examen moest
de algemeene ontwikkeling blijken uit een
opstelletje. Had de examinandus zoo'n
geesteskind het levenslicht doen aanschou
wen, wat dikwijls zweet en bloed kostte,
en kon het maar even door den beugel,
dan werd de schepper geacht «algemeen
ontwikkeld* te zijn. En dat was alles.
Gelukkig heeft genoemde vereeniging
ingezien dat dit zoo niet langer kon en
dat naar de algemeene ontwikkeling van
den candidaat op gansch andere wijze on
derzoek diende te worden gedaan. Vandaar
dan ook dat een paar jaren geleden een
zgn. voorbereidend examen is ingesteld,
hetwelk met voldoenden uitslag moet zijn
afgelegd, alvorens de candidaat zich aan
het vak-examen mag onderwerpen en uit
dat voorbereidend examen, welks eischen
naar mijne meening veel te laag zijn, moet
dan de algemeene ontwikkeling blijken.
Dat enkele diplima's, als einddiplima
H.B.S. 3- of 5-jarigen cursus, einddiploma
Gymnasium enz. vrijstelling van bedoeld
voorbereidend examen geven, is juist gezien.
Over het voorbereidend examen wil ik
thans niet verder spreken, omdat dit niet
direct verband houdt met de opleiding in
de gemeente-administratie. Het vak-exa men
verdient meer onze aandacht, zulks ook
omdat ik het eenigermate beschouw als een
gehalte-meter der gemeente-ambtenaren.
Verreweg de meeste ambtenaren toch onder
werpen zich aan dit examen en men mag
gerust zeggen dat dit in die mate burger
recht heeft verkregen dat het hen tot uit
zonderingen maakt, die, niet in het bezit
van het diploma zijnde, tot gewichtige
betrekkingen bij de gemeente-administratie
worden benoemd. (Natuurlijk heb ik hier
niet het oog op meesters in de rechten of
doctoren in de staatswetenschap, maar
slechts op hen, die van volontair, zonder
eenig diploma in den zak, geleidelijk langs
den gewonen ladder naar boven willen
komen).
Wordt vervolgd.
BÜÏTENLAMD3CH OVERWICHT
In het Ruhrgebied zijn weer eenige
spoorwegongevallen voorgekomen, die aan
boot deed tuimelen. Juist zouden de riemen
op het water gelegd worden, toen een der
jagers woedend schreeuwde
»De reus zit nog in het gat
Tegelijkertijd snelde hij de grot in, doch
kwam vijf minuten later zonder den reus
terug.
»Die heeft ze een poets gebakken
fluisterde de dokter.
De schipbreukelingen hoorden nu een op
levendigen toon gevoerd gesprek, waaruit
hun bleek, dat een der jagers bij de grot
zou blijven, terwijl de overigen naar het
schip terugkeerden, om den volgenden mor
gen den vluchteling op te sporen.
Dik schaam mij« sprak de dokter »dat
die ellendingen tot ons volk behooren.®
Johnson zuchtte.
»Onder het beste koren schuilt kaf, dok
ter, om het uitvaagsel der maatschappij,
dat zich tot dergelyke praktijken leent,
mag men een gansch volk niet veroordee-
len, men mag eene bizonderheid niet tot
algemeene wet verheffen. Maar ik had
het liever gehad, dat is zeker waar, dat
die boeven Franschen, Amerikanen of Duit-
schers waren geweest.®
sHet is verschiikkelijk® vervolgde de
geleerde »dat van het recht van den sterkste
zulk een schandelijk misbruik wordt ge
maakt. De vraag is nu wat staat ons te
doen Zullen wij terugkeeren, om onze
veiligheidsmaatregelen te nemen of zullen
wij den armen stakkert te hulpe snellen,
die zich in de eene of andere uitholling
sabotage en misdadige bedoelingen worden
toegeschreven. De express-trein Dussel-
dorp-Parijs heeft het zwaar te verantwoor
den gehad. Volgens Havas is op zijn baan
tot tweemaal toe een bom geworpen en
zouden deze aanslagen gericht zijn tegen
den Franschen minister Le Trocquer. Op
een ander punt, in de buurt van Aken,
zou een aanslag gepleegd zijn op een trein
waarin zich de Belgische minister van
oorlog Devèze bevond, of liever waarin hij
ondersteld werd te reizen. Hij kwam pas
later met een tweeden trein. De Belgische
en Fransche autoriteiten hebben natuurlijk
naar aanleiding van deze aanslagen door
tastende strafmaatregelen aangekondigd.
Dadelijk na den aanslag op de spoorlijn
te Ronheide bij Aken werd er een pa
trouille gezonden om de bosschen rondom
Ronheide te doorzoeken. Er ontstond een
vuurgevecht tusschen de soldaten en de
daders van den aanslag, maar tengevolge
van de diepe duisternis die er heerschte
werd niemand geraakt. Uit het onderzoek
moet gebleken zyn dat er sprake is van
een georganiseerde bende, die van Berlijn
uit werd bestuurd. De gearresteerde per
sonen hadden tasschen bij zich waarin
leeftocht voor verscheidene dagen geborgen
was, hetgeen er op wijst, dat zij van plan
waren iri het bosch te blyven. Deze per
sonen waren den lOen April uit Berlijn
naar België vertrokken.
Bij de verdere besprekingen in den Rijks
dag, betreffende de begrooting van het
ministerie van buitenlandsche zaken, heeft
de sociaal-democraat dr. Breitscheid ver
klaard. Wij zijn het eens met den minister
wat de voortzetting van het lijdelijk verzet
betreft en leggen daarbij den nadruk op
lijdelijk. Wij verheugen ons, dat nu alle
partijerr in het Huis het denkbeeld van
een actieven strijd hebben laten varen. De
ontruiming van het Ruhrgebied moet niet
de voorwaarde zijn voor onderhandelingen.
De beste weg om aan het conflict een
einde te maken, is, dat de regeering een
aanbod doet. Wij willen, dat de tegen
woordige regeering aan het roer blijft en
een einde maakt aari het onder haar bewind
begonnen conflict in 't Ruhrgebied. Even
min als andere partijen zijn wjj over te
halen, dat een voetbreed van 't Rijngebied
of van het Weslfaalsche gebied aan Fran
krijk wordt afgestaan, of onder den vorm
van internationaliseering van Duitschland
van de grot heeft weten te verbergen en
strak3, als bij zich in de vrijheid wenscht
te begeven, een wild dier gelijk, wordt
doodgeschoten
»De wilden® sprak Johnson azijn in som
mige zaken slimmer dan hun meer ontwik
kelde en beschaafde natuurgenooten. Geloof
niet, dat de zoogenaamde reus de grot zal
verlaten, alvorens zich overtuigd te hebben,
dat de uitgang vrij is. Gelooft ook, dat
zij hem nooit zullen vinden, als zij morgen
in grooter getal terugkomen, om hem te
zoeken. Deze grot is dan werkelijk de
grot van Conetti, waarnaar wij zoo lang
te vergeefs zochten.®
De dokter zuchtte en gaf geen antwoord.
Hij zag naar de plaats, waar voor eenige
oogenblikken een treurig tooneel werd af
gespeeld. Maar de duisternis was inge
vallen, zoodat alles om de schipbreukelingen
heen met een zwarte doek scheen bedekt
te zijn.
»De vraag, die ik zooeven stelde, was,®
vervolgde hij, »moeten wij terugkeeren en
dien armen kerel aan zijn beulen overleveren
of hier blijven en als krachtige berniddel-
laars optreden.®
»Den brutalen kerel een kopje kleiner
maken klonk het vragend uit dsn mond
van een der matrozen.
^Natuurlijk® gaf Johnson driftig ten ant
woord ïde boef verdient niets beters.®
Een vuurrood schijnsel, dat zich tegen
de rotswanden scherp afteekende, scheen
de dokter pal in het gezicht. De slaven-
Grevestigd:
TELEF. 45.
Voor verwisseling van Bank
papier en Specie, Discontee
ring, Beleening, Bewaar
geving, Assignation, enz.
is het Kantoor geopend van
Nadere inlichtingen verschaft
gaarne
De Correspondent,
wordt gescheiden. De landen aan den
Rijn zijn en blijven Duitsch.
Wij willeninternationaleovereenstemming
en zoeken vóór alles een Fransch-Duitsche
overeenstemming, die verder gaat dan de
Duitsch-Fransche trust, dien Stresemann
voorstelt. Met de mijnwerkers in't Ruhr
gebied zijn wij van meening, dat een positieve
Duitsche aanbieding der tegenwoordige
regeering niet als een teeken van zwak
heid, maar als een teeken van innerlijke
kracht moet worden beschouwd.
Over 't algemeen worden de verklaringen
van minister Rosenberg niet gunstig op
genomen zooals uit vorenstaand blijkt,
gaan zijn voorstellen, volgens sommige
zijner landgenooten, niet ver genoeg.
De Engelsche en Fransche bladen zijn
van oordeel dat de weg, die Rosenberg
thans aanwijst, betreden had moeten worden
vóór de Franschen het Ruhrgebied bezetten,
dan was het waarschijnlijk niet zoo ver
gekomen, als thans het geval is.
De Turksche delegatie, 35 man sterk^
jager had aan een verblijf in de grot, boven
een bivakkeren in de open lucht, de voor
keur gegeven en naar alle waarschijnlijk
heid een vuur aangestoken, om het zich
zoo gezellig mogelijk te maken.
^Vervloekte mompelde Black ïde kerel
heeft zich in zijn kasteel teruggetrokken.
Hij vormt nu een slecht mikpunt en toch
mag hij de zon niet meer zien.®
»Kalm® sprak de dokter ïdat is lichter
gezegd, dan gedaan Alles, wat volgens
onze meening van deze historie waar is
berust op onderstellingen. Ik ben er sterk
voor, om dien boef aan den eersten den
besten boom op te knoopen, maar denkt
toch in hemelsnaam aan onzen toestand,
mijne vrienden. Wanneer, zooals meest
altijd geschiedt, de zwarten hunne vijanden
vervolgen, zal deze man het daglicht niet
meer aanschouwen. Want, het valt immers
aan te nemen, dat de Melanesiërs zich er
maar niet zoo gerust zullen bij neerleggen
Goed beschouwd kunnen wij dus heengaan.®
De dokter had juist deze woorden uit
gesproken, toen Dobson hem op eenige
donkere schaduwen, die zich langs den wand
schenen voort te bewegen, opmerkzaam
maakte.
»Dat zullen zjj zijn® mompelde Johnson.
Men telde niet een, maar wel tien,
twintig, dertig schaduwen. Plotseling door
trilde een scherp geluid de oneindige ruimte.
NIEUWSBLAD
voor lel Laid m knin ei AlteiaJeLengstraat nu Bintltrviarl
SS 'i-Sg'
Wordt vervolgd.)