Bi ill or. ieiioort een dilvoessel
Be Schipbreukelingen der
FEdiLLirroi.
Uitgave: Firma L J. VEERMAN, Heusden.
No. 4292 Woensdag 9 Mei 1923
Und van altena
Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden ƒ1.25, en
franco per post beschikt ƒ1.40. Afzonderlijke
nummers 6 cent.
Int. Telefoon no. 19 Postrekening no. 61525.
Advertentiën van 1 6 regels 90 cent. Elke regel
meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en
Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht,
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Zondag is Frankrjjks antwoord op het
jongste Duitsche schadeloosstellingsaanbod
aan den Duitschen gezant te Parijs over
handigd.
In dit antwoord verklaren de Fransche
en Belgische regeeringen dat zij geen enkel
Duitsch voorstel in overweging zullen nemen,
zoolang het lijdelijk verzet voortduurt.
Behalve dit zijn er echter in de Duitsche
voorsteilen nog verschillende punten die
onaannemelijk zijn.
In de eerste ^plaats beloopen de aange
boden sommen allen te zamen genomen,
zelfs niet een vierde van het bedrag- dat
door de Commissie van Herstel is vastge
steld en door Duitschland erkend als het
beloop zijner schulden aan de geallieerden.
Frankrijk en België, kunnen zich niet ver
eenigen met vermindering van hun vordering.
De regeering te Parijs wil van het te
Berlijn genoemde bedrag van 30 milliard
niets weten. Het houdt vast aan den op
6 Mei 1921 vastgestelden betalingsstaat,
alsof de val van de mark een booze droom
was. Frankrijk verlangt zijn aandeel in
de 50 milliard die toen genoemd zijn, een
aandeel dat 26 milliard bedraagt en zal
geen vermindering van dit aandeel aan
vaarden.
Hoewel het antwoord van Poincaré toch
te kennen geelt dat hierover, in overleg
met de andere Geallieerden, te praten zou
zijn. Frankrijk zal slechts een gedeeltelijke
kwijtschelding der Duitscheschuldoverwegen
wanneer sommige Geallieerden de mogelijk
heid openstellen van een vermindering ol
van een andere regeling hunner vordering
op Duitschland, hetzij door een wijziging
in het percentage van hun aandeel, hetzij
door de toekenning eener prioriteit aan de
schadeloostelling voor de verwoeste gebieden.
Hetgeen zeggen wil, dat de andere Ge
allieerden Engeland in de eerste plaats
het in de hand hebben om de regeling
der schadeloosstelling te vergemakkelijken.
Maar dat is ook al .wat Frankrijk doen
wil. Poincaré geeft zelfs het resteerende
van de vordering, groot 82 milliard, niet
onvoorwaardelijk prijs. Frankryk zal de
annuleering van deze 92 milliard slechts
aanvaarden, wanneer Engeland en de Ver-
eenigöe Staten aan hun geallieerde schulde
naren hun oorlogsschulden kwijtschelden.
25)
«We zitten niet aan den Noordpook,
merkte Johnson op «het eenigste, wat mij
niet bevalt, is de kale, naakte bodem,
waarop wij onzen nacht moeten doorbren
gen. Als we slapelooze nachten hebben
gaan we den doofpot in.c
«Misschien vannacht voor het laatst.
Morgen kunnen we voor het een en ander
zorg dragengaf de dokter ten antwoord,
die zelf op dit oogenblik eene aanvechting
van Klaas Vaak had te doorstaan «laat ons
tevreden wezen en wijs, het kon zeer nood»
lottig met ons afgelooperi zijn.
Harry wierp eenige droge takken op het
vuur, waardoor dit opvlamde en de grot
sterk verlichtte. De dokter stond op, en
ging de grot uit, alsof hy in de duisternis
zijn troost zocht en zijn nood wilde klagen
aan de milliarden sterren die boven zijn
hoofd fonkelden. Johnson, die hem niet
gaarne alleen liet, was hem gevolgd. De
dokter sprak geen woord. Nu en dan
loosde hij een diepen zucht en mompelde
eenige onverstaanbare woorden. Blijkbaar
dacht hij over zijn toestand na, die verre
Verder blyft Poincaré bij zijn oorspron
kelijk plan, om, op voorbeeld van Bismark,
het Ruhrgebied slechts te ontruimen, naar
mate Duitschland aan zijn verplichtingen,
ter zake van de schadeloosstelling, voldoet.
Een geleidelijk prijsgeven dus van het
onderpand. Dit zal wel de voornaamste
belemmering blijken van alle verdere
overleg tusschen de Geallieerden. Want
Duitschland zal bezwaarlijk tot betalingen,
d.w.z. tot het uitgeven van een leening
kunnen overgaan, zoolang een groot deel
van zijn industrieele bezittingen, die het
onderpand voor die leening zouden moeten
vormen, met beslag belegd zijn. Het is
trouwens niet duidelijk hoe Duitschland
zich het uitgeven van zulk een leening
voorstelt en waar het crediet denkt te
vinden. Daarover behoeft men zich echter
voorloopig te Berlijn het hoofd niet te
breken, want na het antwoord van Parijs
is dr. Curio's plan toch op den achtergrond
geraakt.
Het proces tegen de Krupp-directeuren
te Werden, dat door infanterie, cavalerie
en tanks geheel afgezet is, zoodat alleen
de inwoners van Werden zelf en zij die
bij het proces rechtstreeks betrokken zijn,
de militaire linie kunnen overschreden, is
Vrijdag begonnen. Het militaire vertoon
is vermoedelijk niet alleen bedoeld als maat
regel van beveiliging, maar ook om indruk
te maken op de bevolking.
De verhooren der mijndirecteuren en van
Krupp von Bohlen und Halbach, hebben
tot dusver niet veel nieuws opgeleverd.
Het eenige dat van belang geacht kan
worden is de bekentenis van bedrijfsraad
Müller, dat de volksmenigte, die op de
Fransche soldaten aandrong, een gevaar
lijke houding heeft aangenomen en met
werktuigen dreigde. Volgens luitanant Du-
rieux, die bevel tot vuren had gegeven, is
het juist Müller geweest, die de arbeiders
ophitste om de Fransehen te omsingelen.
Ten gevolge van deze verklaringen is Mül
ler, die zich tot nog toe op vrije voeten
bevond, na afloop van de eerste zitting in
hechtenis genomen.
Vergadering van den Raad der gemeente
NEDERHEMERT, op Woensdag 2
Mei, des namiddags half drie.
Voorz. EdelAchb. Heer C. W. v. Ommeren.
Aanwezig alle leden.
De Voorzitter opent de vergadering met
gebed en leest daarna de notulen der vorige
vergadering.
van rooskleurig kan genoemd worden.
Eensklaps stootte de tweede stuurman,
die zich inmiddels bij het tweetal het aan
gesloten, Johnson aan.
Wat is er? vroeg deze.
»De grot is bewoond?* luidde hel ant
woord, half fluisterend.
De dokter keerde zich plotseling om.
Black zweeg, maar hij sidderde van angst.
«Ik luister Black* sprak de dokter «de
grot is bewoond nietwaar. Hoe weet je dat
«Door een man, dezelfden, dien wij van
middag hebben gezien 1*
«Den krankzinnige?*
«Ja, niemand anders
«Hoe is hij dan de grot binnengeslopen
Black
«Hij trad uit een der donkere gangen
te voorschyn, liet zich even zien en ver
dween plotseling.*
«Welnu, dan zal deze grot zijn woning
zijn. Ik kan er heusch niets aan doen.
Ik duld eiken medebewoner, die mij niet
hindert 1 Wat gaat het trouwens mij aan.
Het leven is mij nu tamelijk onverschillig
geworden.*
Een geraas van stemmen, gevolgd door
een hevig gesis, deed hem van zijne plaats
opspringen. De matrozen waren naar buiten
gestormd en verhaalden, wat hun was over
komen. Terwijl zij zaten te praten was
hij eenklaps verschenen en had in een
ondenkbaar oogenblik een groote hoeveel
heid water op het vuur geworpen.
«Ontzettend* sprak de dokter met tril-
Op de vraag van den Voorzitter, of een
der leden op- of aanmerking heeft op deze
notulen, z*gt het lid Hobo, dat in de
vergadering ook gesproken is, over de aan
stelling van een tijdelijke leerkracht aan
de school aan de Noordzijde, waarvoor de
heer de Gaaij de wenschelijkheid betoogde,
hierover is echter niets in de notulen ver
meld.
De Voorzitter antwoordt dat toch een
tijdelijk onderwijzer is benoemd, de Inspecteur
op het Lager Onderwijs oordeelde dit eerst
niet noodig, doch daar het nieuwbenoemd
Hoofd, de heer Essenburg pas met 1 Mei
inplaats van met 4 Februari in dienst kon
treden, achtte de Inspecteur het ook beter
een tijdelijk leerkracht aan testellen, waartoe
dan ook is overgegaan.
De heer Hobo meent, dat het beter ware
geweest indien men direct hiertoe had be
sloten.
De notulen worden hierop onveranderd
goedgekeurd.
Ingekomen
a. Een schrijven van den heer Essenburg,
gedagteekend van Januari, dat hij zijn be
noeming tot Hoofd der openbare lagere
school aan de Noordzijde aanneemt en met
1 Mei a.s. in functie hoopt te treden.
b. Kennisgeving van Ged. Staten tot
goedkeuring der Raadsbesluiten van de
verschillende gemeenten, tot het aangaan
van een gemeenschappelijke regeling voor
de uitvoering van de vleeschkeuringswet.
c. Idem van het Raadsbesluit tot vast
stelling verordening van keurloon. De
stukken a tot en met c worden aangenomen
voor kennisgeving.
d. Verzoek van het gemeentebestuur
van Ede om adhaesie te betuigen aan haar
adres tot Ged. Staten, waarin wordt aan
gedrongen op herziening en verlaging der
jaarwedden van Burgemeesters en Secre
tarissen.
De Voorzitter zegt, dat hij als belang
hebbenden niet veel over dit verzoek zal
zeggen.
De heer Hobo is van oordeel, dat men
in dit adres den goeden weg wil bewandelen,
ieder is overtuigd dat de salarissen omlaag
moeten. De regeering gaat, door de tijds
omstandigheden gedrongen, er in voor en
stuurt haar ambtenaren zelfs naar huis,
zonder te vragen wat deze moeten beginnen.
De Voorzitter kan er niet veel van merken
dat door de regeering veel bezuinigd wordt.
De heer de Gaaij zou het verzoek maar
voor kennisgeving willen aannemen, als
lende stem «die man wordt onze daemon.*
«Johnson knarsentand van woede.
«Dien boef wacht een kogel, zoodra zijn
vervloekte gestalte zichtbaar wordt 1*
«Daar hebt ge de zaak niet mede ver
beterd Johnson* sprak de dokter «wie weet,
wat bittere lijdensgeschiedenis
Hetzelfde honend gelach, dat hun eenige
uren geleden schrik had aangejaagd, onder
brak des dokters woorden.
«Hetzelfde gelach van heden middag*
mompelde de eerste stuurman. «Met dat
alles staan we weder onder den blooten
hemel. Ais straks een regenbui ons komt
verrassen, staat er niets anders voor ons
op, dan dat we in de boomen ons heil
zoeken. Kunt u klimmen dokter
«Achteruit* fluisterde Black «er komt
licht.*
Inderdaad werd de grot flauw verlicht.
Het schijnsel nam in sterkte toe, totdat
de schipbreukelingen een man zagen ver
schijnen, die er zeer woest uitzag en in
een kleeding van dierenhuiden stak. In de
rechterhand hield hij een reusachtgen
fakkel, waarmede hij in het rond zwaaide.
Hij zag rechts en links, deed eenige stappen
vooruit en verdween in de grot.
In stomme verbazing hadden de schip
breukelingen dit schouwspel gadegeslagen
en toen alles om hen heen weder in duis
ternis was gehuld, sprak de dokter
«Het is boven allen twijfel verheven,
dat die man ons elk plekje gronds betwist,
is ons vanmiddag op den voet gevolgd
Ged. Staten zelf met een voorstel tot ver
laging kwamen was het een ander geval,
doch adhaesiebetuiging aan een dergelijk
schrijven zal volgens spr. niet veel baten.
De heer Hobo is het hiermede niet eens,
als men gemeenschappelijk bij Ged. Staten
aandringt, heeft men kans, dat met de
wenschen van de gem.besturen wordt reke
ning gehouden, eendracht maakt macht.
De heer Smits verwacht niet veel van
adhaesiebetuiging, men heeft het nog onlangs
te Brakel gezien, daar wilde men de sa
larissen der politie verlagen, doch Gedep.
Staten verhoogden ze juist.
De heer v. d. Vliet merkt op, dat men
hier slechts knecht is, in Arnhem zegt men
hoe men het wil hebben. Spr. zou de
salarissen maar laten zooals ze zyn,
men heeft al zooveel gereclameerd en wordt
toch telkens met een kluitje in het riet
gestuurd.
De heer v. d. Werken verklaart zich
ook hiervoor, de salarissen zijn het vorig
jaar pas verhoogd en nu al met een voor
stel om verlaging te komen, is wel wat
vreemd. Kwamen Ged. Staten zelf met een
voorstel dan was het een ander geval.
De heer de Gaaij stelt voor om zijn
voorstel om het adres voor kennisgeving
aan te nemen in omvraag te brengen. Spr.
ziet op het convocatiebiljet een voorstel
van Gedep Staten tot verhooging van het
salaris voor de Gemeente-Ontvanger, zoodat
deze met het adres van de gemeente Ede
toch geen rekening zullen houden.
Het voorstel van den heer de Guaij wordt
met 6 tegen 1 stem, die van den heer
Hobo, aangenomen.
De Voorzitter deelt mede, dat indertijd
door Ged. Siaten eenige aanmerkingen zijn
gemaakt op de door den Raad vastgestelde
verordening voor de vleeschkeuring en zij
voorstelden hierin eenige wijzigingen aan
te brengen.
Deze wijzigingen zijn van ondergeschikt
belang, en doen aan de verordening op
zich zelf niets af of toe, de hoofdbepalingen
blyven ongewijzigd.
De heer Bakker vraagt, wanneer de
verordening op de vleeschkeuring in werking
treedt, waarop de Voorzitter antwoordt van
zoodra de verordeningen in de verschillende
gemeenten van den keuringskring zijn goed
gekeurd.
De heer Bakker zegt, dat dit voor de
slagers in deze gemeente lastig is, zij mogen
thans niet met hun vleesch in de gemeente
komen, waar de vleeschkeuringswet wel
en zal ons wellicht nog te eeniger tijd
verdelgen. Ik kan van zijn optreden geen
andere verklaring geven
«Wat ons het recht geeft* gaf Johnson
ten antwoord «nem als onzen vijand te
beschouwen en hem den eersten den besten
keer neer te schieten.
«In Godsnaam« mompelde de dokter
«elke daad, die uit tegenweer voortvloeit
is gerechtvaardigd, maar luistert mijn vrien
den, bloed kan spoedig genoeg vergoten
worden, denkt er om, dat ons bloed even
veel waard is als het zijne
Intusschen vielen er eenige zware regen
druppelen op de bladeren der boomen.
«Hoort u dat I* merkte Harry op «ge
zult wel zoo goed willen zijn, dokter, ons
te volgen.*
«Waarheen
«Naar eene plaats, waar het droger is
dan hier.*
Als opgejaagd wild gingen de schipbreu
kelingen verder en, toen zij op eene plaats
kwamen, waar het dicht bladerengewelf
eene flinke beschutting tegen het hemel
water vormde, gingen allen dicht tegen een
boomstam aanzitten. In dezen toestand
bracht men den heilloozen nacht door. Het
waren angstige oogenbhkken, nog duizend
maal angstiger dan die, toen de Seabird
tegen de rotsen werd te pletter geslagen.
De meesten waren door uitputting in slaap
gevallen. Alleen de dokter waakte. Hij
kon niet slapen, want telkens verbeelde
hij zich, dat de geheimzinnige in hunne
wordt toegepast.
De Voorzitter heeft ook gehoord dat van
den slager van Aalst te Heusden het vleesch
in beslag is genomen en tegen hem proc.-
verb. is opgemaakt, daar schijnt dus de
wet reeds wel in werking te zijn.
Met algemeene stemmen wordt hierop
besloten de door Gedep. Staten voorgestelde
wijzigingen in de verordening op de vleesch
keuring aan te brengen.
Benoeming leden schattingscommissie. Bij
acclamatie worden de aftredende leden v.
d. Vliet, Slegh, v. Ooijen en v. d. Kolk
herbenoemd.
Af- en overschrijving op den dienst '22
en aanvulling begrooting '23.
Uit den post onvoorziene uitgaven wordt
tot een bedrag van f 685.01 op andere
posten over geschreven, terwijl de buiten
gewone ontvangsten en uitgaven worden
aangevuld met f 1502.
Jaarwedde regeling Gem. Ontvanger.
De Voorzitter leest de door Ged. Staten
voorgestelde nieuwe salarisregeling voor,
die in werking moet treden met 1 Jan.
1923, hieruit blijkt, dat deze jaarwedde
voor Nederhemert, een gemeente van 1000
tot 1500 zielen zou moeten bedragen f350.
met een maximum na een diensttijd van
8 jaren van f450.De bestaande regeling
is f300.met een maximum van f400.
De heer de Gaaij merkt op, dat bij het
salaris in het vervolg nog f50.voor
karitoorhuur komt.
De heer Smits zou zeggen, dat het salaris
omlaag moet, inplaats van omhoog, de Gem.-
Ontvanger heeft minder werkzaamheden.
De Voorzitter kan dit niet beamen, het
is waar dat de Ontvanger thans niet meer
heeft te zorgen voor den Hoofd. Omslag,
doch tengevolge van de nieuwe schoolgeld
regeling heeft hij thans iedere maand 80
kwitantie's voor schoolgeld te schrijven,
gedurende een jaar dus 12 X80 960.
De heer v. d. Vliet zegt, dat men alle
maal maar hoort over bezuinigen en nog
eens bezuinigen, daarbij is de Ontvanger
voor deze gemeente een gefortuneerd man
die het niet noodig heeft, spr. kan dan ook
niet zijn stem aan deze nieuwe regeling geven.
De heer de Gaaij meent, dat het gefor
tuneerd zijn, niet in aanmerking mag komen
bij de vaststelling van het salaris, het loon
moet zijn naar den arbeid, men zou dan
wel kunnen zeggen, de Ontvanger kan het
wel voor niets doen.
De Voorzitter is ook van oordeel, dat
het ambt dient beloond te worden of iemand
nabijheid ronddwaalde Eenmaal meende
hij hern zelfs te zien en had hij het van
angst willen uitschreeuwen, maar dan dacht
hij aan het gevaar, dat hem en de zijnen
zou bedreigen.
Bij het breken van den dageraad kon
hij aan den slaap niet langer weerstand
bieden en toen de overigen ontwaakten,
vonden zij den geleerde in elkaar gedoken.
Van deze gelegenheid maakten de beide
stuurlieden gebruik eene vergadering te
beleggen, wat hun te doen stond.
Johnson, die daarbij het woord voerde,
was van gevoelen, dat men zich zoo spoedig
mogelyk van den lastpost moest meester
maken. Black deelde in dit gevoelen en
ook de overigen legden zich by het voorstel
van den eersten stuurman neder. «Luis
ter* sprak deze op haffluisterenden toon
tot de overigen, «Black en ik zullen de
zaak onderzoeken en gy neemt den dokter
in uwe hoede, opdat hem niets overkome.
Vraagt hij naar ons, dan luide het ant
woord dat wij den omtrek verkennen.
Binnen een paar uur zijn wy wederge
keerd I*
Allen knikten toestemmend.
De beide stuurlieden stonden nu op en
sloegen den weg in naar de grot. Deze
werd spoedig bereikt en binnengetreden.
Niets verstoorde er de stilte.
Wordt vervolgd.)
voor ht Lsnl m Heusdsi en Alteiaje Langstraat en dt Biinclcrwsiri