röMfigïj
1*2
*-
Und VAN altena
Uitgave: Firma L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 4293. Vrijdag 11 Mei 1923
u wmm
^0*
Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.25, en
franco per post beschikt 4.40. Afzonderlijke
nummers 6 cent.
Int. Telefoon no. 19 Postrekening no 61525.
Adcertentiën van 1 6 regels 90 cent. Elke regel
meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en
Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht.
Kosten van openbare verpachtingen
en het uitloven van premiën bij open
bare verkoopingen en verpachtingen.
Toen het wetsontwerp tot afschaffing
van de bod- en strijkgelden bij openbare
verpachtingen en verkoopingen verscheen,
heb ik my in die verschijning verheugd.
Immers wil het mij voorkomen dat vooral
het platteland met het wetsontwerp, dat
thans reeds door de 2e Kamer is aange
nomen, ingenomen mag zijn, omdat het tot
wet verheven zijnde een einde zal maken
aan veel onrechtvaardigheid en immoreele
handelingen, en vele van de daarin opge
nomen bepalingen stellig-tot aanmerkelijke
verbeteringen zullen leiden. De bedoeling,
die bij het uitloven en uitkeeren van zgn.
strijk- en hooggelden voorzit is om daardoor
den lust tot bieden te prikkelen en zoo
doende de prijzen onnatuurlijk op te jagen.
Moet over het algemeen het kunstmatig
opdrijven der te betalen koop- of pacht-
penningen worden afgekeurd, in het bijzonder
is zulks het geval waar het landerijen be
treft en nog te meer geldt zulks voor een
streek ais de onze n.l. Het Land van
Heusden en Altena en de Bommelerwaard,
waar veel te weinig bouw- en weiland is
in verhouding tot de talrijkheid der land
bouwende bevolking en waar dus de huur-
boeren wel genoodzaakt zyn veel te duur
te pachten om toch maar een stukje wei-
of bouwland machtig te worden.
Hebben de pachters met eerlijke con
currenten te doen, dan is de mededinging
minder erg, want^ ieder moet per slot van
rekening zijn bod gestand doen, maar
zijn er mededingers, die van het gebrek
aan land der pachters gebruik maken dan
is de mededinging voor hen moordend.
Gelukkig is het dan ook dat dergelijke
praktijken bij verpachtingen verboden worden.
Dat de kosten op verpachtingen vallende,
voortaan voor rekening der pachters komen,
is m. i. juist gezien. Zeker, ik weet wel
dat de verpachter niet altijd rijk en de
pachter niet steeds arm is, maar niettegen
staande dit behoort toch de verpachter de
kosten te betalen, omdat door de ontzet
tende concurrentie de pachter steeds aan
het kortste eind trekt. Het is maar al
te waar dat de pachter vaak met de te
betalen onkosten bij het bieden te weinig
rekening houdt, terwyl voorts niet vergeten
mag worden, dat onderhandsche verpach
tingen steeds minder voorkomen.
Ambtelijke bemoeiingen roept het wets
voorstel niet in het leven en dit noem ik
erg gelukkig. Immers brengt onnoodige
ambtenary veel kosten met zich voor pachters
en eigenaars en tevens veel last voor beide
categorieën.
Ook bij verkoopingen is het premiestelsel
over het algemeen verwerpelijk.
Denk maar eens aan een eigenaar van
een stuk land, hetwelk gelegen is naast
een stuk, dat verkocht wordt. Ee eigenaar
van het stuk dat niet verkocht wordt, wil
dikwijls het aangrenzende perceel ook gaarne
in zijn bezit hebben om een mooi geheel
te verkrijgen of om een goeden uitweg
te kunnen hebben.
Wat doen nu zij, die vermoeden dat
de aangrenzende eigenaar het te veilen
stuk wil koopen Zij maken van hunne
vermoedens een handig gebruik en trachten
er een zoet winstje uit te kloppen. Het
gevolg hiervan is uit den aard der zaak dat
de kooper een aardigen duit moet offeren, niet
aan ernstige concurrenten, maar aan per
sonen, die van het zgn. opjagen hun be
roep maken en hoogst ongaarne aan hun
gedaan bod blijven hangen.
Keur ik strijkgelden by openbare ver
pachtingen absoluut af, bij openbare ver
koopingen mogen zij, zooals ik zeide, in
het algemeen verwerpelijk zijn, toch zyn
er gevallen, dat zij bij openbare verkoo
pingen nuttig kunnen werken. Stel, er
is iemand, die tengevolge van achteruitgang
van zaken zijn eigendommen moet verkoopen
en dit moet doen in een tijd waarin weinig
vraag is. In dit geval zal het uitloven
van strijkgelden hoogst nuttig kunnen
werken.
Dat het ontwerp bij verkoopingen de
hooggelden doet vervallen, moet worden
toegejuicht, omdat door de hooggelden de
prijzen enorm worden opgedreven. Immers
bedragen de hooggelden dikwijls 15 a 20
procent van het bedrag waarmee gehoogd
is, zoodat de strijkgeldjagers alle kans be-
loopen van hun gedaan bod bevrijd te
worden. Door de afschaffing der hooggelden
wordt de sterke prikkel naar strijkgeld,
dat gewoonlijk 1 procent niet te boven
gaat, aanzienlijk getemperd. Dan is toch
de grootste voorzichtigheid geboden en zal
men bij het bieden niet gauw verder gaan
dan tot de werkelijke waarde van het te
koop geboden goed.
De jacht naar strijk- en hooggelden
is feitelijk eene dobbelarij en wel eene
van gevaarlijke soort. Men zet zoo hoog
mogelyk in of men hoogt zooveel mogelijk
met de bedoeling om er een zoet winstje
mee te maken. De kwade kans echter
om aan het ten verkoop gebodene te blijven
hargen is dikwijls allerminst uitgesloten
en wanneer die kwade kans den strijk-
geldjager of hooger treft is zijn positie
vaak allesbehalve benijdenswaard. Hoe dik
wijls toch is eene hooge hypotheek met
hooge renten er niet het gevolg van En
hoe dikwijls is het gevolg van dit laatste de
finantieele ondergang van den betrokkene
Wil men inzetten of hoogen, met het
doel om er wat mede te verdienen, dan
doe men zulks slechts indien men er in
geldelijk opzicht niet te veel onder lijdt,
wanneer men een strop haalt. Maar dit
zien vele menschen niet in en daardoor
wordt dan ook maar al te dikwijls een
strop gehaald door personen, die allerminst
kapitaalkrachtig genoeg zijn om goederen
te duur te kunnen koopen. En juist om
dit laatste tegen te gaan is de afschaffing
van inzet-, strijk-, bod- en hooggelden,
zoomede van wijnkoop, toe te juichen, al
valt niet te ontkennen, gelijk we reeds
aantoonden, dat strijkgeld by openbare
verkoopingen soms nog goede diensten kan
bewijzen.
BUITENLANDSCH OVERZICHT
In Engeland is men ontstemd over het
spoedige antwoord van Frankrijk op de
Duitsche nota en de botte verwerping van
de daaraan vervatte voorstellen.
Deze instemming komt duidelijk tot uiting
van de door Baldwin en Curzon onder'
scheideniyk in Lager- en Hoogerhuis af
gelegde verklaringen, die vooral het leed
wezen uiten over den onnoodigen, over
haasten stap van Frankrijk. Het Britsche
standpunt is, dat het vraagstuk der scha
deloosstelling een aangelegenheid is, die
alle geallieerden gelydelijk aangaat en dat
derhalve een collectieve nota als antwoord
op het Duitsche aanbod had moeten worden
ingediend. Temeer is Groot Brittanië ge-
piqueerd, omdat feitelijk de jongste Duit
sche voorstellen het antwoord vormden op
den wenk van den Engelschen minister
van buitenlandsche zaken in het Hooger
huis. Engeland voelt zich door hetFran-
sche overijlde besluit in zijn eer aangetast,
omdat Frankrijk de Britsche bemoeienissen
om op redelijke wijze tot overeenstemming
te komen en te trachten een ongezonden
toestand te liquideeren, saboteert.
De collectieve stap had volgens het
Engelsche inzicht zonder eenig bezwaar
kunnen worden gedaan, daar toch de af
zonderlijke kwesties, voortvloeiend uit de
jongste militaire Fransch-Belgische bezetting,
gevoegelijk hadden kunnen worden gereser
veerd voor een afzonderlijke behandeling.
Bovendien spijt het Engeland, dat het hard
van stal loopen van Frankrijk de gelegenheid
te loor heeft doen gaan »om opnieuw door
een gezamenlijke mededeeling getuigenis af
te leggen van de solidariteit der geallieerde
entente.»
De Fransch-Britsche overeenstemming
laat vrij veel te wenschen over. Engeland
zal de Duitsche voorstellen niet onbeant
woord laten, het Reutertelegram bevat de
volgende passage
»De Britsche regeering voelt zich evenwel
niet ontheven van de verplichting haar
standpunt in een antwoord op de Duitsche
nota bekend te maken en zal dit zoo spoe
dig mogelijk doen. Er is reden aan te
nemen, dat de Italiaansche,regeering, wier
standpunt in het algemeen in overeen
stemming is met dat van de BritschJ
regeering een dergelijk optreden overweegt.»
In België gist het op 'toogenblik onder
het spoorwegpersoneel en onder de post
en telegraafbeambten.
De zeer nauwe relaties met Frankrijk
scherpe critici zouden geneigd zijn
België een Fransche provincie te noemen
hebben ook in België een militaristische
opbloei te aanschouwen gegeven het
Belgische militarisme is de consequentie
van het voortdurend samengaan van België
met Frankrijk, wat de politiek tegenover
Duitschland betreft. De staatkunde vergt
een buitengemeen groote militaire machts
ontplooiing, die reeds door een groot land
een niet te veroorloven weelde is en voor
België schijnt uit te loopen op een ramp,
daar de militaire uitgaven het budget op
ontstellende wijze bezwaren en onredelijk
groote uitgaven vragen in een tijd, dat de
duurte het leven van de staatsburgers ten
zeerste bezwaart. De omstandigheid, dat
de prijzen omhoog gaan, brengt als nood
zaak mede, dat de loonsverhoogingen ge
lijken tred moeten houden met de toene
mende duurte.
Dit geschiedde echter in België niet
en zoo ontstond een gevaarlijke gisting
onder de mannen van 't spoorwegpersoneel
alsmede de P. T. T., die verlangden, dat
de minister meer direct rekening hield,
wat de loonen betreft, met de wijziging
van 't index-cijfer. Ook door den betrokken
minister is toegegeven, dat aan de Iconen
wel het een en ai der haperde, maar hij
heeft de geëischte loonsverhoogingen niet
willen toestaan de minister verdedigde
zijn houding door er op te wijzen, dat de
inwilliging van hetgeen door het personeel
werd gevraagd, Beigië zou komen te staan
op een uitgave van enkele honderden mil-
lioen francs, zoodat er geen gevolg aan
kon worden gegeven. Volgens den minister
kan België zich een dergelijke uitgave
niet veroorloven.
DE WERKELIJKE OORZAAK
VAN PIJNLIJKE GEWRICHTEN.
Rheumatiek is de bekende naam voor
pijn in de gewrichten, den rug, de lede
maten en vrijwel alle lichaamsdeelen.
De als rheumatiek bekende pijn is in
werkelijkheid te wijten aan overtollig urine
zuur in het bloed, door zwakte der nieren
veroorzaakt, hetgeen voorkomen had kunnen
worden door bijtijds Foster's Rugpijn Nieren
Pillen te gebruiken.
Het overtollig urinezuur vormt scherpe
kristallen, die zich afzetten in de spieren,
gewrichten en zenuwen en langs de wanden
der anderen. Bij beweging van een spier
of zenuw, waarin zich urinezuurkristallen
hebben afgezet, ondervindt men scherpe,
hevige, verschietende pijn. Na verloop van
tijd vormen zich ontstoken zwellingen.
Rheumatische pijnen in de dystreek noemt
men ischias, in den rugspieren spit, enz.
Zoodra gij rheumatische pijn bespeurt
een onaangenaam of verlamd gevoel in
den rug of gij last krijgt van urine-
kwalen, is het verstandig met het gebruik
van Foster's Nieren Pillen te beginnen.
Dit geneesmiddel helpt de nieren om uit
het bloed de vergiften af te voeren, die
rheumatiek, ischias, zenuwpijnen, water
zuchtige zwellingen, rugpijn, niergruis, enz.
veroorzaken. Reeds meer dan 50 jaren
worden Foster's Pillen met goed gevolg
tegen zulke kwalen gebruikt.
Verkrijgbaar in apotheken en drogistzaken
a f 1.75 per doos.
Kantongerecht te Hensden
Strafzitting van Vrijdag 4 Mei '23.
Kantonrechter Mr. C. W. van Ommeren.
Ambt. van het O. M. (plaatsvervangend)
H. J. van Eggelen.
Griffier Mr. W. Ruitinga.
Op de rol staan 30 zaken, waarvan 4
kinderzaken. Van de beklaagden zijn er
6 verschenen, t:w. 2 in kinderzaken en 4
in gewone zaken.
Het publiek is in groote getale verte
genwoordigd, wat waarschijnlijk zijn oorzaak
vond in een zaak tegen een Heusdensche
juffrouw, waarin een paar getuigen waren
gedagvaard, die evenals beklaagde stellig
de belangstelling var, het publiek gaande
maakten. Daar echter bedoelde juffrouw
den leeftijd van achttien jaren nog niet had
bereikt, werd de zaak met gesloten deuren
behandeld en kon de nieuwsgierigheid van
het publiek niet bevredigd worden.
11 zaken betroffen overtreding van
de politieverordening van Almkerk, n.l.
met meer dan 20 K.M. snelheid rijden
in de kom der gemeente met auto of
motorrijwiel en wel aan den Nieuwendijk.
H. V., te Princenhage, had zich daarvoor
te verantwoorden en voerde tot verweer
aan, dat hij niet harder dan met een
snelheid van 14 15 K.M. per uur had
gereden en niet met eene van 24 K.M.,
zooals de dagvaarding aangaf. Ook zeide
hij, dat het proces-verbaal niet juist was,
omdat een der verbalisanten-onderteekenaars
hem had verklaard dat hij niets had na
gegaan en het nu toch niet opgaat, dat
zoo iemand een ambtseedig proces-verbaal
onderteekent, wijl hij het strafbaar feit
niet heeft gezien en waargenomen.
Bekl. werd in zijne verdediging bijgestaan
door Mr. Duyzings, Advocaat te Utrecht,
die onder aanhaling van meerdere voor
beelden, beweerde dat de opname van de
snelheid door de verbalisanten niet juist
kan zijn.
Twee getuigen décharge, die in beklaag-
des auto zaten, toen deze werd bekeurd,
werden gehoord. De eerste verklaaide,
dat bekl. niet harder had gereden dan
een wielrijder met een matig gangetje en
de tweede legde de vei klaring af, dat
bekl. naar zijne meening had gereden met
een snelheid van 14 a 15 K.M. per our.
Deze laatste zei ook nog dat bekl. vlak
vóór de bekeuring gezegd had, te weten
dat er te Nieuwendijk een autoval was
en hij dus erg zou oppassen.
Tot spijt van den verdediger stelde de
Kantonrechter de verdere behandeling der
zaak 14 dagen uit en gelastte alsdan de
dagvaarding van de drie veldwachters om
ook deze te hooren.
In eene volgende maximum snelheid zaak,
eveneens te Nieuwendijk, verscheen als
bekl. W. G. de W. te Werkendam, die
met zyn motor te hard had gereden.
Deze verweerde zich met te zeggen, dat
hij nooit geen 30 K.M. gangetje gereden
kon hebben, zooals de dagvaarding ver
meldde, omdat de weg te Nieuwendijk
veel te slecht is en hij bovendien erg op
zijn tellen had gepast, wijl hij de autoval
kende.
Ook deze zaak werd 14 dagen uitgesteld,
om de verbalisanten te kunnen hooren.
De overige 9 maximum-snelheid zaken
te Nieuwendijk, waarin geen der bekl.
was verschenen, ondergingen eenzelfde lot
en zullen dus over 14 dagen wederom
op de rol prijken.
G. de W. te W., had zijn paard los
en onbeheerd op den weg laten loopen.
Bekl. zei, dat hij heel toevallig door de
politie was gesnapt, toen hij even thuis
zijn boterham was geen eten. Er was
nu een »hoeier« bij het »pèrd«, zoodat het
dier nooit meer moederziel aileen op den
weg zou worden aangetroffen.
f 2.boete of 1 dag hechtenis was
beklaagdes straf.
F. J. N. te Heusden, had gereden op
een rijwiel zonder rem. Bekl. zei, dat
hij pas even voor de bekeuring wist dat
er geen rem aan de fiets zat, doordat hij
tegen een boom was gereden en zich nogal
bezeerd had.
De Kantonrechter merkte op, het vreemd
te vinden, dat bekl. toch weer op het
rijwiel ging zitten niettegenstaande hij juist
te voren, tengevolge van het ontbreken
van de rem, een ongelukje had gehad.
Tenslotte zei bekl., dat hij nu een extra
sterke rem aan zijn fiets had, waarop de
veroordeeling luidde f2.boete of 1 dag
hechtenis.
INGEZONDEN.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.
Beleefd verzoek ik U een plaatsje in
uw blad.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
werd ingebroken bij de weduwe Bax te
Nederhemert.
Dit is gelukkig voor deze gemeente een
sporadisch geval, zoodat de politie dan ook
zeer weinig dergelijke gevallen krijgt te
onderzoeken, toch mag men verwachten,
dat al komt het zelden voor, zoo'n onder
zoek naar den dader met de meeste on
partijdigheid mag geschieden. Wat is het
geval I Men verdacht van deze inbraak
een reiziger in sigaren en kwam in eens
op de gedachte, zonder de minste aan
duiding, dat dit moest zijn de heer C.
Millenaar te Aalburg, alleen op het feit,
dat hij reiziger in sigaren was.
Zondag tusschen 1 en 2 uur begaven
zich dan ook de politie van Nederhemert
vergezeld met de politie te Aalburg, naar
de woning van M. Daar M. tevens een
café heeft, en zijn zaak op dat oogenblik
druk bezet was met publiek uit den om
trek, was dit voor dezen heer zeer pijnlijk,
te meer daar hij met deze zaak niets te
maken had.
De politie welke dus op een dwaalspoor
was, trad op, op een wijze welke den heer
M als een misdadiger moest stempelen.
Men doorzocht het geheele huis, en kwam
natuurlijk zonder resultaat van dit onder
zoek terug.
Al heel spoedig kwam de politie te
Nederhemert tot 'Ie ontdekking dat M. niets
met de inbraak te maken had en liet dit
aan genoemden heer mededeelen. Met dit
alles heeft de heer M. tegenover het aanwe
zige publiek zyn goeden naam niet terug.
Ligt het niet op den weg der politie te
Nederhemert tegenover den heer M. op
een meer openbare wijze hun vergissing
onder de oogen van dit publiek te bren
gen, teneinde hem van iederen smet vrij
te pleiten
H. d. B.
Veen, Mei 1923.
Mijnheer de Redacteur 1
Beleefd verzoek ik u voor onderstaande
regelen een plaatsje in uw blad, waarvoor
bij voorbaat mijn dank.
Op Vrijdag 4 Mei j.l. werd onder voor
zitterschap van den voorzitter-directeur J.
C. Blankars, de eerste algemeene verga
dering, bedoeld in art. 27 der Statuten,
van de Coöperatieve Boerenleenbank te Veen
gehouden.
De rekening van het le boekjaar sloot
per 31 Dec. 1922 met een bedrag in
ontvangst en uitgaaf van f39674.74. De
balans in actief en passief met f 14116.
Aan spaargelden werd ontvangen f11058.
terugbetaald f1541.Deposito in loo-
pende rekening van de leden per 31 Dec.
f 4599.In loopende rekening werd uit
gegeven f34157.98, ontvangen f 28279.05.
Te goed in loopende rekening per 31 Dec.
van de leden f8622.19; van de Centrale
Bank f 1563.74. Aan voorschotten had
de bank uitstaan f2700.
Op 31 Dec. waren uitgegeven 20 spaar
boekjes, welk cijfer thans is opgeklommen
tot 26 In rekening-courant stonden 8
personen, thans 33 voorschotnemers waren
vzS&
M» - VA-W-.
-
«3*
voor liEt Land van Heusti
IsnaJgLanostraat en de Bommelsrwaartl