De Schipbreukelingen Ér Und van altena Uitgave: Firma L. J, VEERMAN, Heusden. No4336 Woensdag 10 October 1923. FEUILLETON. Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525. Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.25, en franco per post beschikt /1.40. Afzonderlijke nummers 6 cent. Advertentiën van 1 6 regels 90 cent. Elke regel meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht. BUITENLANDS CH OVERZICHT Het nieuwe Duiische rijkskabinet is als volgt samengesteld RijkskanselierStresemaim, die tevens als minister van buitenlandsche zaken op treedt. Rijksminister van wederopbouw Schmidt. Binnenlandsche zaken Sollmann. Rijksminister van financiën dr. Luther. Rijksminister van economiedr. Koeth. Rijksminister van arbeiddr. Brauns. Rijksminister van justitie dr. Radbruch. Rijksminister van verdedigingdr. Gessier. Rijksminister van schatkistHöfier. Rijksminister van verkeer Oeser. Het departement voor voedselvoorziening is nog niet bezet. Minister voor de bezette gebieden Fuchs. Het groot-coalitie-kabinet bleef dus, be houdens enkele kleine mutaties gehandhaafd. In het vorige coalitie-kabinet was Hil- ferding minister van financiën, Luther, die thans Hilferding opvolgt, minister van voedselvoorziening. Raumer, de vorige rijksminister van eco nomie, is in het nieuwe kabinet vervangen door den directeur der Darmstaedter Bank, Koeth. Zaterdagmiddag heeft de Rijkskanselier in den Rijksdag het nieuwe kabinet voor gesteld en de regeeringsverklaring uitge sproken. In zijn rede behandelde hy den door het prijsgeven van het lijdelijk verzet ge schapen politieken toestand en verklaarde, dat de bevolking van het Roergebied iets verdroeg, dat alle grenzen te buiten ging voor wat menschen hoe dan ook verdragen kunnen. Stresemann zeide o.m. Op één ding wil ik den nadruk leggen. Ons behoort de grond, ons behoort het land, ons behoort de souvereiniteit in dit land. (Stormachtige bijval.) Dat blijft bestaan, dat zal ook in de verre toekomst zoo blijven. Zijn de verklaringen juist, die Poincaré tegenover Baldwin moet, hebben afgelegd, n.l. dat hij geen annexaties, geen inbreuk op onze territoriale souvereine rechten wil, dan heeft hij thans de beste gelegenheid, ten overstaan van de geheele wereld twijfelaars den mond te snoeren door bij de onderhandelingen te toonen dat zijn woord hem ernst is. Men zegt dat de Duitsche regeering eerst haar goeden wil moet hebben getoond. Doch wat moet Duitschland, buiten dat wat wij hebben 61) All right,gaf de dokter ten antwoord, »maar een rechtgeaarde Engelschman is ook verstandig, d.w.z., hij zal zich niet noodeloos in gevaar begeven. Misschien doen de Amerikanen dat.* ïNoodeloos gevaar,* herhaalde Hughes verwonderd, xgoed beschouwd is men altyd en overal in gevaar, dokter, en in zooverre heeft u gelijk. Maar als men zoo nauw keurig is, komt men er niet. Als u zoo vreesachtig is kunnen we het eiland niet verlaten.* »Waarom niet vroeg Johnson. xOmdat het best mogelijk is, dat eene daaropvolgende zeebeving ons verzwelgt. Ge begrijpt zeer goed, dat door den schok, den slag, waarmede het eiland in de lucht springt, het water in hevige beroering zal komen en dat dit voor ons niet ongemerkt zal voorbijgaan.* »Ja, dat begrijp ik,c mompelde de dokter, xmaar hier blijven is eveneens gevaarlijk en van de twee kwade kansen is het verblijf op dit eiland het kwaadste.* »Als u het maar weet,* liet de ingenieur aangeboden te praesteeren, dan nog meer aanbieden Het is het laatste wat het volk aanbieden kan. Wij hebben den wil om tot overeenstemming te komen, doch er zijn aan het kunnen van het Duitsche volk grenzen gesteld. Vrijdag heeft Lord Curzon, minister van buitenlandsche zaken in Engeland, een rede gehouden op de rijksconferentie te Londen, die in hoofdzaak ging over de Roerbezetting. In zyn rede legde Lord Curzon er den nadruk op, dat, wat de Franschen ook van zins zijn te ondernemen, Groot-Brittannië er niet buiten wenscht te worden gelaten en deel wil hebben in alle te treffen schik kingen. Verder verklaarde hij nadrukkelijk, dat Engeland naar een oplossing snakt en maakte hij er Frankrijk een verwijt van, dat het zich niet beijvert om tot een herstel mede te werken. Heel zijn rede was een voortdurend laken van de Fransche politiek. Niet alleen trok de Engelsche minister van buitenlandsche zaken in twijfel, of de overwinning van Frankrijk in het Roer gebied wel inderdaad een overwinning was, niet alleen sloot hij zich aan bij de En gelsche juristen, die de bezetting van het Roergebied ongerechtvaardigd achten, maar ook stelde hij ronduit vast, dat, wanneer men de zaken op een nuchtere gezonde manier bekeek, de Fransche politiek in het Roergebied niet goede resultaten kon af werpen en moest uitloopen op vramp en ruïne*. En om het verderfelijke van de Fransche politiek nog meer te onderstreepen, vergeleek hij Frankrijk's eigenzinnige hou ding met de genereuze Engelsche aanbie dingen; die het erop aan wilden sturen de schadevergoedingskwestie op een schap pelijke wyze te regelen. Ook Poincaré heeft Zondag weer een rede gehouden, bij de onthulling van een monument voor de oorlogsdooden te Ligny en Barrois. Hij sprak als zijn overtuiging uit, dat Duitschland tevergeefs zal voortgaan met te trachten de rollen om te keeren en datgene, waaraan het schuldig is, op Frankrijk af te wentelen. Zeker mag vaststaan, dat Duitschland het verzet aan de Roer heeft georganiseerd en vol gehouden. Welke personen ook in Duitsch land aan het bewind zijn, Frankrijk zal onveranderlijk garanties voor zijn veiligheid en zijn herstel eischen. Het zal luisteren naar nauwkeurig omschreven voorstellen, warneer het ter plaatse constateert, dat er onmiddellijk op volgen. xKijk eens,* riep hij met verheffing van stem, adaar zit er weer een, een prachtexemplaar, nu zal ik eens beproeven, of ik hem machtig kan worden. Mijnheer Hughes hield eenige kleine kogeltjes van klei gereed, richtte de pijp op den vogel en even later schoot er een »pil«, zooals de dokter het noemde, naar den kop van het prachtige dier, dat, plot seling doodelyk getroffen, nederstortte. xZiet ge wel,« riep Hughes triomfeerend uit, »dat mijn materiaal wel degelijk goed in orde is.« ^Verwonderlijk,* sprak de dokter, »die pil bezit dus nog al tamelijk veel kracht.* vVoldoende om een vogel te dooden,* merkte de Amerikaan op. Men raapte den paradijsvogel op en zette de wandeling voort. De dokter gaf zijn oogen goed de kost, want van tijd tot tyd ontwaarde hij tot zyne ontzetting blauwgroene slangen, die, in haar rust gestoord, over het pad wegschoten. Weldra kwam men aaneen breedenstroom, wiens helder water met geweld wegvloeide. »Stil« fluisterde Hughes, »nu zult ge wat zien, wat ge nog nooit bijgewoond hebt en wellicht nooit meer zult bijwonen, want dergelijke natuurtafereelen aanschouwt men slechts in het hartje der tropische gewesten. Aan den oever van den zilveren vliet stond een fraai klein hert, een exemplaar van het zoogenaamde geslacht der dwerg het verzet heeft opgehouden en de geregelde prestaties zijn hervat. Ik hoop, zoo zeide Poincaré verder, dat alle geallieerden ten slotte beter onze ge dragslijn zullen weten te apprecieeren. De Engelsche publicisten, die rekenen op een op komst zijnde ommekeer in de Fransche openbare meening, vergissen zich ernstig; de verkiezingen voor de Fransche departementale raden bewijzen, dat de meerderheid der twee kamers zich beroepen kan op een innig accoord met het geheele land, waar zij de houding der regeering goedkeurt. Waarom trouwens zouden wij, geallieerden, onder elkaar inplaats te twisten, niet trachten elkaar te begrijpen Hoe kan het toch zijn, dat sommige geallieerden het vërdrag van Versailles onuitvoerbaar achten, terwijl zij het toch zelf mede hebben opgesteld Poincaré gaf als zijn meening te kennen dat, nu de wederzydsche verplichtingen eenmaal zijn aangegaan, niemand zich er afzonderlyk van kan losmaken, zelfs daar, waar het alleen handelt over de vermin dering van de schuld van Duitschland. De Roerbezetting zal in geenen deele de betalingen van het Duitsche rijk doen af nemen, daar Duitschland reeds voor de bezetting niets meer betaalde. Aangezien het ons niet heeft kunnen beletten, zei hij verder, het Roergebied te exploiteeren, is het Duitschlands belang, tot overeenstem ming met ons te komen. Ik geloof niet, dat er tusschen deze opvatting en die van het kabinet van Londen een onoverkomen- lijke tegenstelling bestaat. Ik heb niets te veranderen aan het Fransche program, zooals dat in het geelboek is uiteengezet, maar er is veel aan gelegen, dat de En tente wordt vernieuwd en nauwer toege haald. BINNENLAND. Salarisverlaging. De centrale commissie voor georganiseerd overleg in ambtenaarszaken heeft, zoo meldt de ïTelegr.«, vergaderd over het antwoord van de regeering op het door haar uitgebrachte advies, inzake intrekking van art. 50 van het Bezoldigingsbesluit. Na langdurige bespreking besloot de commissie, met eenparigheid van stemmen, haar afwijzend standpunt te handhaven en dit in een uitgewerkt nader advies ter kennis van de regeering te brengen. herten, zijn dorst te lesschen. Op eenigen afstand in het water lag iets geheimzinnigs te dryven, dat oogen- schijnlyk op een ouden vermolmden boom stam geleek, maar inderdaad niets anders was dan het bovenste gedeelte van den breeden geschubden rug van een krokodil, die hier op de smakelijke buit loerde en het oogenblik afwachtte, waarop hij zich van zijn prooi kon meester maken. »Me dunkt,dacht de dokter, tot Hughes eenige gebaren makend, die de Amerikaan begreep, »dat de kansen schoon zijn.* De ingenieur wees met den vinger naar een boom, wiens takken over het water hingen en waarin in elkaar gedoken eene zwarte gedaante zat. De dokter herkende de donkere massa niet, maar de ingenieur fluisterde hem in 't oor »Een tijgerkat, waaraan ons eiland bij zonder rijk is. Zy houden elkaar in be dwang.* Inderdaad was dat het geval. Zoodra de krokodil eenige voorwaartsche bewegingen maakte, kromde de kat den rug alsof zij zich gereed maakte, het hert te bespringen en als de krokodil zich. terugtrok, nam de kat hare vorige houding terug. Maar tenslotte raakte haar geduld uit. Op het oogenblik dat de kaaiman even dook, deed zij een sprong en zat het dwerghert op de rug. De aanval had evenwel een effect tegenovergesteld aan dat wat de schip breukelingen verwachtten. Door den schok voorovervallend, duikelde het hert met Baggermolen vergaaa Blijkens een telegram uit Parijs aan de vDaily Chronicle« wordt de baggermolen »Normandië«, met een Nederlandsche be manning van 15 koppen, als met man en muis vergaan beschouwd, vermoedelijk in den storm van 3 op 4 October in het Kanaal. Sinds 3 October, toen het vaartuig Ouistrehan met bestemming naar Havre verliet, is niets meer van den baggermolen en de opvarenden vernomen. De nasporingen hebben tot dusver geen resultaat opgeleverd. Verboden vee-nHvoer in drie provincies. De Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw heeft met ingang van 8 dezer verboden het vervoeren of doen vervoeren van herkauwende dieren en varkens uit het overige gedeelte des Rijks naar een kring, omvattende de provinciën Friesland, Groningen en Drente. Wanneer bijzondere redenen afwijking van het verbod noodzakelijk maken, kan de Commissaris der Koningin in de pro vincie van bestemming zoodanige afwijking toestaan, onder de door den betrokken inspecteur van den veeartsenykundigen dienst aan te geven voorwaarden. o Onder een vallenden boom. Te Heeze (N.B.) geraakte de arbeider Van Ilaeren, terwijl hy bezig was met boomen rooien, onder een vallenden boom. Hij werd op slag gedood. De ongelukkige laat een vrouw met 6 kinderen achter. Ongeluk met eeu revolver. Bij het nazien van zyn dienstrevolver is het wapen van den agent van politie te Zwolle, H. Brinkers, onverwachts afgegaan. De kogel trof hem in het hoofd. Kort daarop is hij overleden. De man laat een vrouw en twee zeer jeugdige kinderen na. o («een woning beschikbaar. De bewaarders in het Huis van Bewaring te Heerenveen, die door opheffing met 1 Nov. a.s. naar Zutfen worden overgeplaatst, kunnen daar geen woning krygen. Woensdag 3 dezer heeft de ruim 86- jarige ds. N. van Woudenberg Hamstra te Oyen, de nestor der Ned. Hervormde predikanten in ons land, als lid van het classicaal bestuur van 's Bosch afscheid zijn belager het water in. Tegelijkertijd kwamen twee reusachtige met rijen scherpe tanden gewapende kaken te voorschijn. Zich bedreigd ziende trachte de kat zich door een floks zwemmen naar den oever te redden, Pijlsnel had de kaaiman met zijn kaken haar voorpooten gegrepen en terwijl het hert, schoon hevig bloedend, tijdig kon ontsnappen, werd de kat onder ontzettend gebrul het water ingetrokken. Er ontstond nu een hevige worsteling, een strijd op leven en dood, terwyl het water rood gekleurd werd. »Goed zoo,* riep de dokter, die zich nu niet langer kon inhouden, »houd je taai.* »Ja zeker,* voegde Hughes er aan toe, »zeg dat wel, want ze zyn aan elkaar gewaagd, maar ontegenzeggelijk zal de kat het onderspit delven. De krokodillen zijn reusachtig sterk en wat ze eenmaal beet hebben laten ze niet licht los.* Het was een leven als een oordeel en op het gebrul waren tal van apen, die allerlei grimassen trokken, naar het tooneel van den strijd getrokken. De dokter had een geduchten pret, ofschoon wat zij zagen dramatisch genoeg was. Van tyd tot tijd brak er een tak onder het gewicht der slingerapen, die dan onder helsch lawaai, elkaar bijtend, op den grond neersmakten en zich snel verwijderden. ïHet einde nadert, dokter,* sprak Johnson, »de kat is uitgeput.* Werkelijk zag men, hoe zij door bloed verlies uitgeput in hare worsteling tegen genomen van dit college. Ongeveer 50 jaren was ds. Van Wou denberg Hamstra lid van dit bestuur, waarvan 45 jaren als scriba-quaestor en de laatste jaren als praeses. Den 14den dezer hoopt hij van zijn gemeente afscheid te nemen en zich daarna te Zutfen te vestigen. Ter inzage-legging van kerkeltyke kohieren. Het Algemeen College van Toezicht op het beheer der kerkelyke goederen en fondsen van de Hervormde gemeenten in Nederland heeft aan de kerkvoogdijen der bij het Toezicht aangesloten gemeenten de volgende circulaire gezonden Bij het college is ingekomen een verzoek van het Provinciaal College van Toezicht in Noord-Holland om inlichtingen omtrent het navolgende De Kerkvoogdij der Nederlandsche Her vormde Gemeente te Enkhuizen had zich tot den heer Inspecteur der Rijksbelasting te Hoorn gewend, met de vraag of de ter inzage-legging van het kohier van de ker kelijke hoofdelijke omslag, conform artikel 13 Algemeen Reglement op het Beheer, ook by dezen bezwaar zoude ontmoeten op grond van de door hem, Inspecteur, inge volge artikel 107 der wet tot heffing eener Rijksinkomstenbelasting verstrekte gegevens. De Kerkvoogdij van Enkhuizen had zich namelyk tot den heer Inspecteur bovenge noemd gewend om gegevens voor haren kerkdijken hoofdelijken omslag en deze ontvangen en zoude nu, conform artikel 13 al. 2 van het Algemeen Reglement op het Beheer het kohier, opgemaakt naar die gegevens, ter inzage leggen, doch vroeg voorzichtigheidshalve eerst inlichtingen. De heer Inspecteur vroeg inlichtingen aan den minister en deze schreef, dat artikel 102 der wet op de inkomstenbe lasting zich er tegen verzet, dat een kerk bestuur, aan wien ingevolge artikel 107 dier wet inzage of afschrift van de kohieren van aangeslagen in de inkomstenbelasting wordt verleend, deze gegevens ter visie legt voor de leden van een Kerkgenootschap. Hieruit blijkt dus, dat de bepaling van art. 13 al. 2 van het Algemeen Reglement op het Beheer niet de algemeene beteekenis mag worden toegekend, als de woorden zouden doen vermoeden. Waar nu de lagere wetgever zich moet gedragen naar de voorschriften van den hoogeren, moet de bepaling van art. 13 al. 2 van het Algemeen Reglement, aan den dood verminderde. De krokodil, dezen minderen tegenstand gevoelende, deed een fikschen ruk en weldra zag men het laatste tipje van den staart verdwijnen. aComsummatum estmompelde mijn heer Hughes, »het is afgeloopen, een ge weldig natuurtafereel vindt u niet, dokter De strijd om het bestaan, mynheer Hughes,» mompelde de dokter. Intusschen scheen door dezen strijd het gansche woud in rep eu roer te zijn. Men hoorde allerlei zonderlinge geluiden. Een gansch heirleger apen volgde de schipbreukelingen op de hielen, alsof zij verbolgd was over de betreding van zijn gebied. Maar de paradijsvogels waren verdwenen en inplaats daarvan zag men papagaaien, lorri's, kaketoe's van verschil lende gevederte door het woud vliegen, terwyl zij allerlei krijschende geluiden deden hooren. »Wat 'n rijkom aan gevogelte riep Johnson uit, hier zijn wy nooit geweest. Goed beschouwd is het toch zeer jammer om het eiland aan de vernietiging prijs te geven, vindt u niet, dokter De dokter gaf geen antwoord. Iets anders hield hem bezig. Op eenigen af stand zag hij hy een reusachtigen vogel snavel uit een boomstam te voorschijn treden. (Wordt vervolgd.) NIEUWSBLAD voor IttLand vai Heiisim en AltenajeLaigstraat en ie Binelervaard

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1923 | | pagina 1